We zitten in de laatste week van het jaar, en zo lopen vanzelfsprekend ook onze eindejaarslijstjes op hun einde. Nadat we al de beste albums, ep’s, debuten en nationale singles van 2025 voorstelden, verzamelen we hier de beste singles uit de rest van de wereld. Ook hier vind je geen artiesten terug die in vorige lijstjes al vermeld werden, dit om het zo divers mogelijk te houden. Het zorgt ervoor dat andere bands uit verschillende genres ook een momentje in de schijnwerpers krijgen, en we kunnen je verzekeren: er is voor ieder wat wils! En is er geen tijd (of zin) om het hele artikel te lezen? Onderaan vind je alle singles ook nog eens terug in een Spotify-playlist voor om en bij de zes uur luisterplezier!
Audrey Hobert – “Sue Me”
Uit het niets stond afgelopen jaar een nieuwe popprinses op, die weliswaar nog altijd onderweg is naar haar kroon. Audrey Hobert kon je misschien al wel kennen als songwriter van onder meer Gracie Abrams, maar bracht met Who’s The Clown? nu ook een eigen album uit. Leadsingle, alsook eerste eigen nummer ooit, “Sue Me” bleek daarin een hoogtepunt, met hoekige synths en gladde pophaakjes, maar vooral een héél catchy refrein. Wordt ongetwijfeld nog vervolgd!
Bad Nerves – “Loner”
Snel, sneller, snelst! Op zijn vorige plaat Still Nervous poogde Bad Nerves al eens het snelste nummer aller tijden te schrijven, met “Loner” doet het daar nog een dikke schep bovenop. De losse single is daarom niet per se de meest aanstekelijke of interessante worp van het vijftal geworden, maar giert de volle 59 seconden wel als een hoge snelheidstrein door het landschap. Mosheeeeeen!
Bad Omens – “Specter”
Na een korte periode van stilte keerden de Amerikanen van Bad Omens verfijnd terug met “Specter”: een diepgevoelige totaalsong waarin hun formule nog meer op punt gesteld werd. ‘Do you feel love?’, roept Noah Sebastian. ‘Jazeker’, is ons antwoord, want dit was een terugkeer van het hoogste niveau waarmee de groep de poorten voor zichzelf breder dan ooit openzette.
Balu Brigada – “Backseat”
Sociale media helpen vaak meerdere handjes bij grote doorbraken, en zo ook bij Balu Brigada. Het duo uit Nieuw-Zeeland brak in 2025 helemaal door dankzij single “Backseat“, die het midden vond tussen Royel Otis en Tame Impala. Héél plezant dus, maar tegelijkertijd net zo psychedelisch opgebouwd. Eentje die je helemaal meesleept naar zonnigere oorden!
Barry Can’t Swim – “Different”
Het werd het tweede lied op Loner, maar “Different” mocht ons voordat die plaat uitkwam al warm maken als single. Dankzij een zenuwachtige beat in combinatie met een stemmetje dat de hele tijd hetzelfde herhaalt, wanen we ons in de vroege uurtjes in een dansclub waarbij tijd geen betekenis meer heeft en we ons gewoon willen amuseren. “Different” bouwt op de juiste momenten op en houdt ons op die manier des te meer vast wanneer de beat dropt.
Baxter Dury – “Allbarone” (feat. JGrrey)
Eén van de grootste legendes in dit lijstje is zonder meer Baxter Dury. De guitige Brit bracht met Allbarone afgelopen jaar niet alleen een fantastische plaat uit, maar ook de titeltrack zindert nog altijd na. Hij maakte naar eigen zeggen een ‘BRAT voor boomers’, en laat dat nu meteen ook de beste manier zijn om “Allbarone” als single te omschrijven. Nog een fun fact: de titel van zowel plaat als nummer zijn afkomstig van de plek waar Dury zijn inspiratie kreeg, de Britse barketen All Bar One.
Been Stellar – “Breakaway”
Been Stellar is duidelijk beïnvloed door The Strokes, net zoals andere bands als Pan Arcadia en Native Sun; daar moeten we niet flauw over doen. “Breakaway” is op zich een redelijk poppy rocknummertje, maar we voelen de weerhaakjes die hier en daar in het nummer worden gelegd. Dit is typisch zo een band die je best in het oog houdt en die het verdient om wat plaatsen te veroveren op Belgische festivals. Dit lied kan een menigte in vervoering brengen en laten meebrullen. En daar is het dikwijls toch om te doen.
Bleech 9:3 – “Ceiling”
Misschien wel dé band om na 2025 in de gaten te houden. “Ceiling” van Bleech 9:3 kwam als een splinterbom binnen. Het viertal combineert het allerbeste uit de jaren ’90 met de hedendaagse postpunkscene en blies met zijn debuutsingle(!) al meteen een gat in de ozonlaag. Rauw, beladen, emotioneel en met de oerkracht van een mammoet: verlies deze Ieren geen seconde uit het oog, want ze gaan potten breken.
Blondshell – “T&A”
Zeggen dat we genoten hebben van de passage van Sabrina Mae Teitelbaum enkele maanden geleden in de Botanique, zou de waarheid geen klein beetje geweld aandoen. Nochtans kwam ze daar onder haar alter ego Blondshell een prima tweede plaat voorstellen, de bevestiging van al het goede van Blondshell uit 2023. Een van de hoogtepunten van If You Asked For A Picture was de dromerige grunge van “T&A“, waarin Teitelbaum een slechte, maar verslavende relatie fileert. ‘Why don’t the good ones love me?’, vraagt ze zich af. Wel, aan ons zal het niet gelegen hebben. We kijken wel uit naar de revanche voor de Botanique, zo ergens volgend jaar op een festivalpodium?
Briston Maroney – “Tomatoes”
De Amerikaanse artiest Briston Maroney bracht voorbije lente zijn derde volwaardige album, JIMMY, uit. De plaat wordt door de muzikant zelf omschreven als zijn ‘favoriete bundel van waanzin’ en onder dit label hoort de single “Tomatoes” ook thuis. Maroneys kenmerkende coole stemgeluid wordt voortgestuwd door rauwe gitaren en kabbelende drums, tot in het ruigere refrein. Met deze stoere energie sleurt hij ons moeiteloos mee in een heerlijke indiesong.
Cardinals – “The Burning of Cork”
Cardinals toont met “The Burning of Cork” aan waarom de band tot de spannendste nieuwe namen uit Ierland behoort. Het nummer vertelt een duister historisch verhaal en klinkt bewust zwaar en dreigend. In nauwelijks twee minuten sleurt de band je mee met snijdende gitaren, voortdenderende drums en een indringende zanglijn, versterkt door melancholische accordeonklanken. Met langverwacht debuutalbum Masquerade in het vooruitzicht, lijkt Cardinals helemaal klaar voor een definitieve doorbraak.
Caroline Polachek – “On The Beach”
De legendarische gamedesigner Hideo Kojima raakte in de ban van het album Desire, I Want To Turn Into You van Caroline Polachek en stak online zijn bewondering niet onder stoelen of banken. Polachek contacteerde hem voor een samenwerking en schreef zo een nummer voor de sequel van zijn cultgame Death Stranding. “On The Beach”, zoals het vervolg ook heet, is een nummer dat filmisch aanvoelt en oceaangeluiden laat versmelten met scifi-bliepjes, dreigende bassen en etherische synths. Met haar hoge noten laat Polachek ons als een aanlokkelijke sirene met plezier op de klippen lopen.
Celeste – “Everyday”
Begin dit jaar liet Celeste een ruwe en donkere kant van zich horen met “Everyday”. Een minimalistisch begin met haar zang en een gitaar mondt uiteindelijk uit in een groots geheel waarbij drums en wanhoop in haar stem ook komen kijken. Het zwoele karakter dat we gewoon zijn van de zangeres maakt hier even plaats voor eerlijkheid en pure emoties in een knappe single.
Chalk – “Pain”
Een goed half jaar na de release van Conditions III verscheen Chalk alweer op de radar met nieuw werk, en hoe! Met “Pain” loste de band misschien wel een van zijn beste nummers ooit. Niet door als een bezetene door de song te razen, maar net door heel slim te spelen met intensiteit en een finale van jewelste te voorzien. “Pain” mag je redelijk letterlijk nemen. De single is ontstaan uit weemoed, hartzeer en droefenis, en zet die emoties ook perfect om in een emotioneel noisebommetje.
Chappell Roan – “The Subway”
Je hoeft heus niet altijd groots uit te pakken om indruk te maken, en dat heeft Chappell Roan dit jaar dubbel en dik bewezen. Nadat haar debuutalbum ervoor zorgde dat de wereld haar met argusogen in de gaten hield, bracht ze met “The Subway” een nummer dat bij elke luisterbeurt steeds wat meer wist te overtuigen. De Amerikaanse liet ons wegdeinen op een golf van melancholie onder het toeziende oog van glinsterende gitaren en haar herkenbare stemgeluid. Twijfelaars werden overigens voor eens en voor altijd de mond gesnoerd na een memorabele passage op Pukkelpop.
Charli xcx – “Chains of Love”
Na BRAT volgen de komende maanden heel wat films waarin Charli xcx een rol speelt. Zo verschijnt er bijvoorbeeld haar eigen mockumentary, maar ook een verfilming van Wuthering Heights waarvoor de Britse de soundtrack mocht maken. “Chains of Love” werd daar een van de eerste voorsmaakjes van, waarin we een nieuwe kant van de Britse te horen kregen: minstens zo dramatisch, maar tegelijkertijd ook glinsterend in de duisternis. Benieuwd naar meer!
Chloe Slater – “Sucker”
Heb je al gehoord van Chloe Slater? De piepjonge zangeres is amper 22 lentes jong en mag zich nu al twee ep’s toe-eigenen. Het afgelopen jaar mocht ze mee op tour met Alessi Rose of kon je haar ontdekken in de Lift van Pukkelpop. Met “Sucker” liet Slater alvast horen dat ze klaar is voor het grotere werk: cool en gedurfd, zonder poespas en met een ruw randje. Eentje om in het oog te houden!
Clipse – “Chains & Whips” (feat. Kendrick Lamar & Pharrell Williams)
Zo alom tegenwoordig als Kendrick Lamar was in 2024, zo beperkt was zijn inbreng in het muziekjaar 2025, op wat gastoptredens na. Zo ook bij hiphoproyalty Clipse, dat na meer dan vijftien jaar en een teleurstellend derde album, herboren leek met Let God Sort Em Out. Op “Chains & Whips” doet het triumviraat Malice, Pusha T en Kendrick Lamar wat je mag verwachten van zo’n opstelling: een splinterbommetje gooien, daarbij dan nog eens geholpen door de elektrische gitaar van Lenny Kravitz en een ‘freaky beat’ van Pharrell. De diss naar Drake-getrouwe Jim Jones maakt het nummer verder af. En zo werd 2025 toch ook weer een beetje 2024.
Cosmic Psychos – “I Like Beer”
Dat de lever van legendarische pubrockers Cosmic Psychos het nog niet begeven heeft, is een waar mirakel, want om de bierbuiken van Knight en McKeering valt moeilijk te kijken. Op café gaan is niet zomaar een passie voor de Australiërs, bier is het toppunt van het bestaan. Veel van hun nummers gaan dan ook over het nuttigen van de gouden spijs en sterker nog, hun recentste album heet I Really Like Beer. Single “I Like Beer” kregen we vooraf al te horen en zette gelijk de toon voor het album. Na een korte intro op de drums klinken een drietal minuten rauwe gitaren en schijnbaar dronken geschreeuw door de speakers. Veel meer dan die heerlijke gitaren, ‘I like beer’ en ‘I really like beer’ krijgen we niet te horen, maar dat maakt het nummer net zo grappig. Wie er niet genoeg van kan krijgen, raden we afsluitend nummer van het album “I Really Like Beer” aan; want dat is nog meer van hetzelfde, maar dan acht minuten lang.
Doechii – “Anxiety”
Soms zijn er nummers waarvan de kans groot is dat je ze hebt horen passeren, al dan niet onbewust. “Anxiety” van Doechii was er daar dit jaar een van en ging nog eens viraal toen ze het officieel uitbracht. De mix van haar eigen tekst met de sample van “Somebody That I Used To Know” werd al vier jaar eerder op YouTube uitgebracht – weliswaar enkel het refrein – en dit jaar kregen we de volledige versie te horen. De aanstekelijkheid in het refrein is nog steeds aanwezig, maar Doechii gebruikt de strofes om haar angst aan te halen om iemand van kleur te zijn in Florida door onder meer racisme en politiegeweld. Een nummer dat zowel aanstekelijk als dansbaar is, maar ook aanzet tot nadenken.
Drugdealer – “Real Thing” (feat. Weyes Blood)
Het is niet de eerste keer dat Drugdealer en Weyes Blood samenwerken en dat hoor je: “Real Thing” voelt opnieuw als een perfecte muzikale match. Met zachte viool, warme keys en akoestische gitaar creëren ze een meeslepende, aangename sfeer. Het nummer klinkt als de soundtrack van dat zeldzame moment waarop je iemand vindt die je echt ziet, begrijpt en waardeert.
ELLiS·D – “Drifting”
Vorig jaar stond ELLiS·D nog in deze lijst te pronken met het nummer “Humdrum”, terwijl het dit jaar de single “Drifting” is die hier een plaatsje verdient. Beide nummers zijn terug te vinden op Spill, de ep die dit voorjaar het levenslicht zag. Tijdens “Drifting” roept Dickson zich opnieuw op karakteristieke wijze heerlijk los, maar het zijn vooral de indrukwekkende drums en het vlijmscherpe gitaarwerk die de show stelen. Het resultaat is een hoogdynamische single met meerdere hoofdstukken.
Fat Dog – “Pray To That”
2024 was het doorbraakjaar voor Fat Dog, 2025 stond vooral in functie van zo veel mogelijk shows spelen. Of het op Rock Werchter, Glastonbury of Rock en Seine was, de tent ging steevast vol-le-dig met de grond gelijk. De aandachtige luisteraar ving terloops ook wat nieuwe muziek op, waarvan “Pray To That” de enige is die dit jaar ook een opgenomen versie kreeg. Veel nieuwigheden sinds WOOF. krijg je daarop niet te horen, al is het wel een beuker van jewelste. Gierende gitaren, synths en saxofoon én Joe Love die ‘Prrrrrrrrrrr’ schreeuwt: ook zonder te verrassen is “Pray To That” een beer van een single geworden.
Fcukers – “I Like It Like That”
Nee, da’s geen typfout, Fcukers schrijf je wel degelijk zo. En maar goed ook, want het weerspiegelt perfect de mix van je-m’en-foutisme en ruwheid die het duo zoveel kleurgeeft. Single “I Like It Like That” heeft bijna geen enkele andere tekst dan de titel al voorspelde, maar het pompt wel fantastisch lekker. De New Yorkers gooien tal van genres in de mix en maakten er een enorm aanstekelijk geheel van: we like it like that.
Floodlights – “The Light Won’t Shine Forever”
De Australische indierockers van Floodlights brachten dit voorjaar hun derde album, Underneath, uit. Op deze prachtige plaat schittert onder andere het opzwepende “The Light Won’t Shine Forever”. Het nummer kent in eerste instantie een rustige opbouw, maar ontpopt zich al snel tot een energieke song. Het krachtige refrein nestelt zich in geen tijd in je hoofd en smeekt erom luidkeels meegebruld te worden. Ondanks de schijnbaar duistere titel laat de song ons telkens opnieuw achter met een warm, hoopvol gevoel. Een absolute aanrader.
Fontaines D.C. – “It’s Amazing To Be Young”
Fontaines D.C. bevestigt met “It’s Amazing To Be Young” opnieuw waarom de band een van de belangrijkste rocknamen van het moment is. De single sluit naadloos aan bij de zwaarmoedige maar hoopvolle sfeer van het doorbraakalbum Romance. Met zachte gitaarlijnen en Grian Chattens herkenbare stem vat het nummer perfect de complexiteit van jong zijn samen. Zo blijft het Ierse vijftal zijn eigenzinnige wereld verder uitbouwen terwijl het succes blijft groeien.
Foo Fighters – “Asking For A Friend”
Opeens bracht Foo Fighters vanuit het niets een nieuwe single uit. Uiteraard zal dat nummer het goed doen in de stadions en op de weiden. Er is dan ook niets nieuws onder de zon, maar dat hoeft ook helemaal niet. De band weet perfect hoe ze een goed, solide rocknummer in elkaar moet steken en dat is bij “Asking For A Friend” ook weer zo. Het klinkt zoals een goeie Pearl Jam of Temple Of The Dog, en daar kunnen we toch nooit boos om zijn.
Funk Tribu & Odymel – “Forbidden Voices”
Een Colombiaan en een in Zwitserland geboren Brusselaar lopen mekaar tegen het lijf, en… Nee, het is geen begin van een grap, wel van een ravebommetje dat ons door menige joggingbeurt heen heeft geloodst. Dat we daarbij onze eigen interpretatie gaven aan wat de vervormde stemmetjes in het nummer allemaal scandeerden: het zal wel zijn. Dat we daarbij zo vroeg op de ochtend menig voorbijganger óók iets zagen roepen: zeker. Geen idee of het wat positiefs was, maar die happy runner-look pakten ze ons sowieso niet af. Schijfje!
Gurriers – “Erasure”
2025 was het jaar van de Ieren, Gurriers was een van de vaandeldragers. In het zog van debuutalbum Come and See deed de band een reisje rond de wereld, maar werd er ook gewerkt aan gloednieuwe muziek. “Erasure” is de enige single die we al kregen voorgeschoteld, maar die landde als een baksteen in een glasbak. Naar goede gewoonte gieren de gitaren alsof de wereld op ontploffen staat, terwijl de vocals door merg en been scheuren. Gurriers verliest dus allerminst aan energie en slagkracht, en heeft weer een beresterke single aan zijn repertoire toegevoegd.
Hayley Williams – “Glum”
Hayley Williams schoof Paramore in 2025 terug aan de kant voor haar eigen verhaal, en leverde met Ego Death At A Bachelorette Party niet alleen een coole plaat op, maar eveneens een aantal coole singles. “Glum” schopte het tot in dit lijstje, net door de mix van melancholie en indie die de Amerikaanse zo goed samenbrengt. Een nummer dat de zangeres als persoon ook perfect omschrijft, zeker omdat er ook een catchy poprockrandje in verstopt zit.
HAIM – “Relationships”
De terugkeer van de zusjes HAIM werd groots gevierd in de vorm van een gloednieuwe release. “Relationships” markeerde het begin van een nieuwe albumcyclus en een heuse HAIM-zomer. De catchy melodie van de song sleurde ons meer dan eens door een dag die maar niet voorbij leek te gaan en laat dat nu net de kracht van de band zijn: ongecompliceerde popsongs die zich langzaam maar zeker in je geheugen nestelen.
Hedex, ArrDee & Digital Farm Animals – “Same Cycle”
ArrDee’s heerlijke British accent is op zich al een genot voor de oren, maar giet het over een Hedex-productie en je hebt goud in handen. Dat bewezen de heren al op “Liquor & Cigarettes” en dus wachtten we sinds de MHITR-set op Ultra Miami op “Same Cycle”. Het speelse optellen van ArrDee, het superaanstekelijke refrein en de naar Hedex’ normen gedeisde beats vormen een niet te weerstane cocktail. WHOOP!
Hiqpy – “Red Flag Magician”
De beloftevolle noorderburen van Hiqpy losten in 2025 maar met mondjesmaat nieuwe muziek. Met hun kruising tussen indierock en shoegaze boren de Amsterdammers alvast een heerlijk klinkende goudader aan. Prijsbeest “Red Flag Magician” nestelt zich zonder veel moeite in je oor met zijn uitstekende opbouw en catchy samenzang-refrein. Bij iemand waar je een zwak voor hebt, slaag je er op één of andere manier steeds in om alle aanwezige alarmsignalen te negeren, geeft frontvrouw Abir Hamam schuldig toe. Straffe truc van deze “Red Flag Magician”, dit doet alvast het beste verhopen voor een volledig album in 2026.
Inhaler – “A Question Of You”
Inhaler mag muzikaal gezien misschien niet de meest vernieuwende indieband zijn, maar wist in de loop der jaren wel al enkele hitjes onder die noemer te verzamelen. “A Question Of You” mag zonder enige moeite aansluiten in dat rijtje, al valt er op het eerste gehoor weinig verrassends te bespeuren. Een vrolijk gitaarlijntje en aanstekelijke drums nestelen zich moeiteloos in je gehoorgang – zeker nadat Studio Brussel het nummer grijs draaide. Al bij al is het gewoon een erg tof zomerhitje, en soms hoeft het niet meer te zijn dan dat.
Iona Zajac – “Bang”
Iona Zajac leverde dit jaar een single af die zich razendsnel in je hoofd nestelt en die je voor je het weet op repeat zet. Hij is meteen meezingbaar, zonder zijn scherpte te verliezen, en voelt als een perfecte introductie tot haar debuutalbum, waarvan het ook de titeltrack is. Haar stem speelt de hoofdrol, want die is krachtig en eigenzinnig met een emotionele directheid die elke zin laat binnenkomen. Het is precies die combinatie die “Bang” ook zo verslavend en sterk maakt.
Japanese Breakfast – “Orlando in Love”
In 2021 brak de Amerikaanse Michelle Zauner door bij het grote publiek met Jubilee, haar derde langspeler. Aan het prille begin van dit jaar, in de eerste week zelfs, kondigde ze een opvolger aan: For Melancholy Brunettes (& sad women). Dit deed ze met single “Orlando in Love“, een nummer vol bubbelende productie en melancholische violen. Het lijkt vaak op het punt te staan volledig open te breken, maar blijft toch bedeesd. Bovenal is het simpelweg een heel mooi nummer.
Joey Valence & Brae – “SEE U DANCE” (feat. Rebecca Black)
Na PUNK TACTICS (2023) en NO HANDS (2024) kregen we van Joey Valence & Brae dit jaar het album HYPERYOUTH. Vanop die laatste kwam “SEE U DANCE” met Rebecca Black, ja van virale song “Friday”, als laatste single uit en die moest de richting van de nieuwe plaat vast cementeren. Er werd namelijk voor een gelaagde, meer technische aanpak gekozen en dat hoor je terugkomen in “SEE U DANCE”. De in-your-facebeats en keiharde bars maakten plaats voor een dansbare productie en een retro synthlijn die aan pophitjes van begin jaren 2000 doet denken. Dit in combinatie met Blacks zwoele zang en het recept voor een nostalgisch clubbanger is gevonden. Joey Valence & Brae spelen constant op haar vocals in, waardoor je niet anders kan dan aan het springen, dansen en meebrullen te gaan.
Jon Batiste – “BIG MONEY”
Met “BIG MONEY” maakte Jon Batiste ons warm voor zijn negende plaat – die tevens dezelfde naam heeft – en keerde hij terug naar zijn muzikale roots. Gezellige bluesrock vormt de basis van deze single en bevat ook een zekere aanstekelijkheid door de ritmische percussie. Qua zang doet Batiste het niet alleen, hij krijgt de hulp van niemand minder dan de kleindochter van Sam Cooke, The Womack Sisters. “BIG MONEY” straalt een warm gevoel uit en dat terwijl de zanger afgeeft op kapitalisme en superrijken. Een gelaagde single dus.
Jordan Rakei & Jalen Ngonda – “What It Gave Me”
Wat is er beter dan een nieuwe single van één neosoulheld? Een samenwerking tussen twéé neosoulhelden! Jordan Rakei en Jalen Ngonda vonden elkaar afgelopen jaar op “What It Gave Me” in een tijdloos geheel, waarin ze de groove vooral voor zich lieten spreken. Groots door de subtiliteit, en natuurlijk ook door het ontegensprekelijke talent dat beide heren in zich hebben.
Joy Crookes – “Pass the Salt” (feat. Vince Staples)
Begin dit jaar kregen we eindelijk nog eens nieuwe muziek van Joy Crookes te horen. Na haar indrukwekkende debuutplaat was het nogal moeilijk voor de Britse om echt internationaal door te breken, al lag dat niet aan haar muziek. Op “Pass the Salt” horen we de zangeres nog zwoeler dan eerder en de samenwerking met Vince Staples is dan ook een logische keuze. Dankzij combinatie van een heerlijke bas en percussie wanen we ons in een zwoele jazzclub en zo neemt Crookes ons net geen drie minuten mee op een aangename trip.
JPEGMAFIA – “PROTECT THE CROSS”
Na het indrukwekkende I LAY DOWN MY LIFE FOR YOU vorig jaar bracht JPEGMAFIA dit jaar een ‘director’s cut’ van het album uit. Daarop vinden we onder andere “PROTECT THE CROSS“, een nummer dat officieel uitkwam op de dag van Trumps inauguratie, maar eigenlijk op de gelijktijdige Martin Luther Kingdag, dat toevallig op dezelfde dag viel. Het nummer is semi-politiek van aard en verkent thema’s die aansluiten bij die van het album. Qua sound valt het op door metalachtige instrumentatie, harde bars en een opvallende beatswitch.
Kadavar – “Total Annihilation”
Soms weet je met een titel al wat je van een nummer kan verwachten en laat net deze single van Duitsers Kadavar er zo eentje zijn. “Total Annihilation”, oftewel volledige vernietiging, spreekt als naam al boekdelen. Het nummer is een zeven minuten lang epos van scheurende gitaren, snedige bassen, kletterende drums en manisch gezang. Je wordt nauwelijks rust gegund, want het blijft maar doorrazen aan een sneller tempo dan we van de doorgaans relaxte hardrockband gewend zijn. Na ongeveer vier minuten volgt er een zeldzaam moment van rust wanneer de band aan de hand van een zweverige brug en uitgerekte gitaarsolo opbouwt naar de laatste aanval op de trommelvliezen. Dan weet je wat er zit aan te komen: nog een laatste keer alles kaput!
Kae Tempest – “Statue In The Square”
Dreunende melodieën, politiesirenes en een vat vol grimmige poëzie. Kae Tempest gromt en schopt wild in het rond op “Statue In The Square”. Deze tekstuele splinterbom wordt rechtstreeks toegeworpen naar zowel de machthebbers als naar de goegemeente die met een scheve blik naar de LGBTQ-gemeenschap kijken. ‘They can shake their heads in despair. But we been here from the start and we ain’t going nowhere.’ Wat een broodnodige mokerslag van een nummer.
KI/KI & Storm Mollison – “Getting Ready For The Party”
De Nederlandse KI/KI was de voorbije jaren werkelijk alom tegenwoordig. Geen toeval, want de energie die ze in haar sets steekt, werkt hyperaanstekelijk. Dat mochten onder meer Dour en Extrema Outdoor dit jaar ondervinden. Was hitje “5 Mins Of Acid” vorig jaar nog een slow burner geschikt voor nachtelijke uitgelatenheid, dan mikte ze met “Getting Ready For The Party” resoluut op een snelle rush. Wij stonden na een goeie vier minuten en in party-outfit geregeld met de deurknop in onze handen. Bleken we gewoon achter brood te moeten gaan.
King Gizzard & The Lizard Wizard – “Deadstick”
Een opvallend rustig jaar op vlak van releases voor King Gizzard & the Lizard Wizard, maar daarom niet minder bewogen. De band speelde shows alsof het leven ervan af hing, en haalde intussentijd uit protest al zijn muziek van Spotify. Het zestal loste wel slechts één album, en dat is niet van de gewoonte. Phantom Island werd een duik in de wereld van orkestmuziek, wat zonder twijfel een van de beste singles van het jaar opleverde. Het plezier, de passie en het vakmanschap spatten rijkelijk van “Deadstick” af, met een van hun plezantste singles in jaren als eindproduct.
KNEECAP – “THE RECAP” (feat. Mozey)
Temidden van de hetze rondom zijn omstreden uitlatingen over Gaza en Palestina, bleef KNEECAP zich plichtsbewust uitlaten met springerige en sappige klanken en lines. Ons persoonlijke orgelpunt daarvan dit jaar: “THE RECAP” met drum-‘n-basstalent Mozey. Kan je tijdens deze koude, donkere dagen een energiebooster gebruiken? Zwier die vitamine D-pillen aan de kant en leg “THE RECAP” op. Snellere werking, gezonder en wie weet leer je er nog wat Iers van ook!
Knives – “THE DAGGER”
Wie live al eens op Knives is gebotst, is daar gegarandeerd niet ongeschonden uitgekomen. De woeste mix van zware gitaren, punkattitude en de rauwe rap van frontman/energiebom Jay Schottlander doet al vanaf de eerste minuten moshpits ontstaan. Niet zelden met het openingsnummer van album Glitter al meteen stevig in je gehoorkanalen gedreven. De saxofoon die er als een misthoorn over hangt, geeft het nummer nog een extra dreigende lading, waardoor we al bijna een gans jaar verslaafd zijn aan deze verzameling snijwerk.
Kokoroko – “Closer To Me”
“Closer To Me” van het Londense septet Kokoroko groeide voor velen uit tot de soundtrack van de zomer. Het nummer straalt warmte uit en zet je van begin tot einde in beweging. Meeslepende synths en opvallende trompetten verdelen het nummer in drie dynamische delen, waardoor het blíjft verrassen. Ideaal om volledig op los te gaan op een zonnig festivalmoment. Zoals Rock Werchter volgend jaar. Als het weer wat mee wil tenminste.
Lady Gaga – “Abracadabra”
Een groots spektakel in de AFAS Dome wist vriend en vijand te verbazen, maar 2025 was meer dan enkel dat voor Lady Gaga. Zo toonde ze met haar MAYHEM dat ze ook na al die jaren nog steeds uiterst relevant is. “Abracadabra” gaf ons daarbij niet alleen een choreografie om U tegen te zeggen, maar bracht ons ook terug naar de jaren 2000. Dancepop met een duister randje klonk ook anno 2025 nog steeds opvallend verslavend en dan geven we ook met plezier toe: Gaga doet het nog steeds!
Lana Del Rey – “Henry, come on”
De laatste jaren is het erop of eronder voor Koningin der Melancholie Lana Del Rey, maar met “Henry, come on” schoot ze duidelijk wél in de roos. De single diende het uithangbord te worden voor een nieuw album dat er tot op heden niet kwam, maar wist ook op zichzelf indruk te maken. De Amerikaanse nam ruim de tijd om haar discours te voeren en steunde daarbij op dromerige strijkers- en harpklanken. Als je naam Lana Del Rey is, hoef je zelfs niet meer vernieuwend uit de hoek komen om te overtuigen en dat bleek alweer in 2025.
Lewis Capaldi – “Survive”
Afgelopen jaar konden we een beetje het comebackjaar van Lewis Capaldi noemen. Enkele jaren geleden stopte hij met touren, al bracht hij twee jaar geleden wel ook nog Broken By Desire To Be Heaven. Naast de deluxeversie van die plaat, een livealbum en wat covers, was het wachten tot dit jaar om echt nieuwe muziek te horen. En die kwam er in de vorm van “Survive”. Een lied waarin Capaldi trouw vasthoudt aan zijn vaste formule: een gitaar en zijn breekbare stem waarmee hij zichzelf blootgeeft. De Brit sleept ons met gemak van begin tot einde mee en toont aan dat hij terug is zoals we hem kennen.
Lily Allen – “Pussy Palace”
Lily Allen was afgelopen jaar zowaar relevanter dan ooit, en dat door de enorm sterke plaat die West End Girl was. Daarin vertelt de Britse zangeres over hoe ze ten onder ging aan haar relatie met Stranger Things-acteur David Harbour, met “Pussy Palace” als meest expliciete verhaal. De catchy droompopsong vertelt het verhaal van hoe de man hun buitenverblijf gebruikte als seksparadijs, waar hij tal van andere vrouwen uitnodigde. Speciaal gedrag, maar tegelijkertijd ook mooi en subtiel bijtend verwoord in een al even coole single.
Lola Young – “One Thing”
Lola Young zal waarschijnlijk altijd het meest gekend zijn dankzij “Messy”, maar haar een onehitwonder noemen is iets te kort door de bocht. Dat bewees ze dit jaar opnieuw met “One Thing”, een track waarop r&b en de stem van de Britse hand in hand gaan. Door middel van toffe drums, een zwoele gitaar en leuke synths laat Lola Young ons genieten zonder al te veel zorgen. Misschien een minder hoog hitgehalte, maar daarom niet minder leuk.
Loyle Carner – “all i need”
Met “all i need” toont Loyle Carner zich opnieuw van zijn meest introspectieve kant. Op een warme, gitaar gedreven productie laat hij zijn gekende, bedachtzame flow samensmelten met een meer alternatieve sound, waardoor het nummer even kwetsbaar als hoopvol aanvoelt. De herhaling van de titelzin werkt bijna bezwerend en onderstreept de emotionele eerlijkheid die Carner al jaren zo typeert. Zonder grote gebaren, maar met des te meer gevoel, levert hij een single af die langzaam binnensijpelt en bewijst dat groei ook in subtiliteit kan zitten.
Mandy, Indiana – “Magazine”
We zijn ondertussen een aantal jaar verder, maar er valt nog altijd geen rode draad te vinden doorheen Mandy, Indiana. De band met wortels in Engeland en Frankrijk bracht met “Magazine” afgelopen jaar de leadsingle van zijn tweede plaat uit, waarin chaos nog steeds primeert. Pompende industrial-techno, maar evengoed metalriffs en een vleugje postrock: dit is een band die je moet beleven.
Marianne Faithfull – “Burning Moonlight”
Eind januari namen we helaas afscheid van de legendarische zangeres Marianne Faithfull, bekend van onder meer “The Ballad of Lucy Jordan”. Zoals dat bij grote artiesten wel vaker gebeurt, betekent haar overlijden gelukkig niet dat er geen verse muziek meer opduikt. Dit voorjaar verscheen bijvoorbeeld nog de nieuwe ep Burning Moonlight. De titeltrack bouwt langzaam op met een sobere gitaar en Faithfulls unieke stem, waardoor het nummer meteen een ontwapenende kwetsbaarheid uitstraalt. Zonder veel franjes, maar met subtiele accenten, ontpopt “Burning Moonlight” zich zo tot een ingetogen maar krachtige single.
Marlon Hoffstadt & KI/KI – “Losing Control”
Er was geen ontkomen aan KI/KI en Marlon Hoffstadt. Als deze twee zwaargewichten dan ook nog eens samen een track droppen met een herkenbare sample erin, dan is de kans groot dat je eraan hangt voor de rest van het jaar. Exact dát gebeurde toen de Nederlandse ravekoningin en de Duitse Daddy Trance het acidtrance-anthem “Losing Control” loslieten. ‘Anyplace, Anywhere, Anytime’, zoals landgenote Nena zong.
Medium Build – “Drug Dealer”
Nicholas Carpenter van Medium Build durft zijn mond open te trekken in een land waar een verdacht scheetje tegenwoordig al wordt gemeld aan oranje smurf en zijn trawanten. Carpenter wordt verliefd op zijn mannelijke drugdealer en zijn barvrouw. Hij mag zelfs zijn drugs eerst eens proberen voor hij overgaat tot een eventuele aankoop. Medium Build begint dit magistrale nummer rustig en zelfs een beetje bedeesd, maar laat het volkomen uitbarsten. Knap gedaan!
Midlake – “The Ghouls”
‘Heeft het zin om verder te gaan en hoe kan Midlake als band zichzelf blijven overstijgen?’ Dat vroegen de leden van Midlake zich in een crisismoment af. Dit scharniermoment leidde gelukkig tot het onvermijdelijke en bevestigende antwoord in de vorm van “The Ghouls”. Een weelderig nummer dat zich wentelt in de gelaagde folkrock waar Midlake zo goed in is, en in ieder aspect de puntjes op i zet. Het grijpt je vier minuten lang vast met zijn levendig tempo en de urgente zang van Eric Pulido. Midlake is nog lang niet dood en begraven.
MOULD – “FRANCES”
Slechts twee minuten heeft dit jonge trio uit Bristol nodig om een rocknummer te laten ontsporen in pure chaos. Wat ingetogen begint, barst plots los met rauwe vocalen, snijdende riffs, zware drums en een pompende baslijn. De energie is onmiskenbaar en werkt aanstekelijk. Als je een adrenalineboost nodig hebt, dan moet je “FRANCES” van MOULD zeker opzetten.
Mumford & Sons – “Rushmere”
Met “Rushmere” keerde Mumford & Sons begin dit jaar terug naar zijn akoestische wortels. Het werd een folkrocksingle, waarin de band nostalgisch terugblikt en zijn vroege sound nieuw leven inblaast. Marcus Mumfords warme, stuwende zang zweeft boven banjogedreven ritmes en ritmische drums, met een refrein dat uitnodigend en meeslepend werkt. Absoluut geen heruitvinding, maar wel hetgeen waar de fans van het eerste uur op zaten te wachten.
My Morning Jacket – “Squid Ink”
Als My Morning Jacket ooit een radiohit zou hebben, dan zou het wel “Squid Ink” moeten zijn. Waar de band live alles graag breed laat uitwaaieren en het experiment de vrije ruimte geeft, is de albumversie van “Squid Ink” één gebalde brok knaldrang van drie minuten. Een dijk van een riff, een funky en groovy ritme en Jim James die de boven- en onderkant van zijn stembereik opzoekt. En in de laatste minuut mogen de gitaren alsnog stevig maar gecontroleerd uithalen. Sterk werk!
Nala Sinephro – “Grand Prix”
Nala Sinephro heeft al twee gerenommeerde spirituele jazzplaten op haar conto. Dat ze dit jaar de soundtrack van een film over een worstelaar, The Smashing Machine, zou componeren, zagen we niet aankomen. Het resultaat is echter hoogstaand, tilt het niveau van de film op en blijft ook zonder beeld overeind. Dat bewees leadsingle “Grand Prix“.
Nourished by Time – “BABY BABY”
Met de release van The Passionate Ones was 2025 een nieuwe mijlpaal voor Nourished by Time. De single “BABY BABY” is een energiepiek op de plaat waar Marcus Brown zich maatschappijkritisch uit op de tonen van een chaotische en eclectische productie.
Nu Genea – “Sciallà”
Wanneer de temperatuur tot onder het vriespunt daalt, raden wij aan om nog eens “Sciallà” van Nu Genea op te zetten. Telkens weer slaagt de groep erin de zomer te verpakken in een aanstekelijk, warm lied. Dit keer doet ze dat door het gebruik van gezellige blazers die een hoofdrol opeisen, een subtiele bas en mooi gezang. Een ritme waarbij stilzitten moeilijk is, maar we wel de kou buiten meteen vergeten.
Parcels – “Yougotmefeeling”
Wie hartje winter graag de zon nog eens wil voelen, kan altijd terecht bij Parcels. In 2025 was het vooral single “Yougotmefeeling” die voor de warmte en het plezier zorgde. De groove werkt ongezien aanstekelijk, maar tegelijkertijd hebben de Australiërs er ook meer dan ooit een vorm van toegankelijkheid aan weten toe te voegen. Zelfs op de grijste dag zorgt deze single voor een danspasje.
Patrick Wolf – “Limbo” (feat. Zola Jesus)
Opeens is daar zo’n samenwerking tussen twee artiesten die je niet zag aankomen, maar waar het credo ‘1+1=3’ ongelofelijk hard op van toepassing is. “Limbo” is een euforisch nummer dat tekstueel veel donkerder is dan de wervelende arrangementen doen vermoeden. Het is een duet dat er geen is, want de teksten lopen bewust langs elkaar heen als een koppel dat op het einde volledig naast en door elkaar loopt te praten. Muzikaal klinkt dit relationele vagevuur echter geweldig. Wolf ontpopt zich tot een ware Lee Hazlewood met zijn diepste stem en krult deze op sublieme wijze rond de ijle en zo herkenbare zang van Zola Jesus.
Paul Kalkbrenner & Stromae – “QUE CE SOIT CLAIR”
Met “QUE CE SOIT CLAIR” sloegen Paul Kalkbrenner en Stromae de handen in elkaar voor een donkere, broeierige clubsingle die even onverwacht als doeltreffend binnenkwam. Over een dreunende boilerroombeat en mysterieuze elektronica behoudt Kalkbrenner moeiteloos zijn herkenbare signatuur, terwijl Stromae op monotone maar beklijvende wijze zijn boodschap brengt over liefde zonder grenzen of voorwaarden. De samenwerking die we allerminst zagen aankomen, maar daarom niet minder konden waarderen.
Perfume Genius – “No Front Teeth” (feat. Aldous Harding)
Vanuit de liefde voor producer John Parish kwamen Perfume Genius en Aldous Harding met elkaar in contact. Dat dit tot een samenwerking zou leiden, stond in de sterren geschreven en het resultaat is dit uitstekend duet, geplukt uit zijn nieuwste worp Glory. “No Front Teeth” is zelfs wat steviger dan we van Perfume Genius gewend zijn. Het fijnbesnaarde begin ontaardt langzaamaan in een beklemmende koortsdroom vol gitaargeweld en ritmeveranderingen met de hemelse stem van Aldous Harding als terugkerend houvast. Het nummer kreeg ook een bevreemdende video mee waarin verlangen en geweld in een Lynchiaanse cocktail met elkaar verweven worden.
Petey USA – “As Two People Drift Apart”
Peter Martin, alias Petey USA, foefelde tijdens die ene pandemie een beetje met TikTok, zette er muziekjes op en ziedaar, een nieuw sterretje was geboren. De man doet volledig en eigenzinnig zijn goesting en met deze song maakte de man een nummer dat evenwel had kunnen gecomponeerd worden door Jan Hammer. Een synthlijn die als een rode draad door de schijf is gevlochten en dat gekke geluid in schril contrast met de tekst die gaat over mensen die je graag ziet uit het oog verliezen.
PinkPantheress – “Illegal”
‘My name is Pink and I’m really glad to meet you!’ Het is bijna onmogelijk dat je het afgelopen jaar geen TikTok of Instagram Reel zag waar “Illegal” van PinkPantheress de soundtrack van voorzag. De Britse maakte namelijk een gigantisch aanstekelijke popsong, met armpjes richting de UK grime, hyperpop en andere underground genres. De ‘oeh-oeh-oeh-oeeeh’ blijft voor de rest van de dag in je hoofd!
Portugal. The Man – “Denali”
‘Guatemala, no unity for ghosts in the sugar cane’. Wat is dat in godsnaam? Een stukje tekst uit een van de allercoolste nummers ooit gemaakt. Een keiharde heavy metal riff in combinatie met dat iele falsettostemmetje van John Gourley is echt de max tot in het kwadraat. We hebben “Denali” van Portugal. The Man al meer dan honderd keer opgelegd, onze luchtgitaar bovengehaald en meegebruld tot de buren er bang van werden. Fantastisch!
Psychedelic Porn Crumpets – “March on for Pax Romana”
Psychrock van de allerbovenste plank. 2025 was alweer een productief jaar voor de Australiërs van Psychedelic Porn Crumpets, dat met Carpe Diem, Moonman en Pogo Rodeo twee uitstekende albums opleverde. De vettigste en prettigste single die daaruit voortkwam, is zonder meer “March on for Pax Romana“. Dreunende riffs, pompende drums en bassen en scheurende vocals. Veel meer dan dat hoeven we eigenlijk niet te zeggen. Luister en headbang!
RAYE – “WHERE IS MY HUSBAND!”
Dé sensatie op Rock Werchter 2025 wist moeiteloos haar stempel te drukken op het voorbije jaar. Jazz, soul en r&b-invloeden ontmoeten elkaar op het aanstekelijke “WHERE IS MY HUSBAND!” dat ondanks de titel opvallend euforisch klinkt. Of de Britse een helpende hand nodig heeft om haar man te vinden, laten we graag in het midden, maar dat de lichtjes dramatische insteek gehoor vond bij heel wat muziekliefhebbers staat buiten kijf.
Royel Otis – “car”
Als je het ons vraagt, mag “car” zich zonder twijfel tot uitschieter van het album hickey kronen. Royel Otis klinkt hier op z’n paasbest: lichtvoetig, zomers en relaxed. Het is zo’n zonovergoten nummer dat schreeuwt om door je autoboxen te knallen met de ramen wagenwijd open, en nog voor je het goed en wel beseft, nestelt het refrein zich zo hard in je hoofd dat meezingen al een automatisme geworden is.
Sampa The Great – “Can’t Hold Us” (feat. Mwanjé)
Er zijn veel artiesten, en zeker hiphoppers, die zich al eens ’the great(est)’ dopen. Eigen stoef stinkt, maar bij sommigen toch wat minder dan bij anderen. Ten bewijze: Sampa The Great, die dit jaar haar herinterpretatie van de Zamrock uit haar thuisland Zambia teasede met het geweldige “Can’t Hold Us“. Niet alleen een teaser voor een nieuwe plaat trouwens, maar een regelrecht anthem voor vrouwelijke emancipatie. Wij konden er geen genoeg van krijgen, nu de rest van de wereld nog.
Searows – “Photograph of a Cyclone”
Searows was afgelopen jaar toch wel een van de rijzende sterren. De Amerikaanse singer-songwriter mag onder meer Ethel Cain, Tamino en Gracie Abrams tot zijn fans rekenen, en laat dat nu de perfecte combinatie van invloeden zijn om “Photograph of a Cyclone” mee te omschrijven. Prachtige singer-songwriter die je meteen bij de keel grijpt en meesleept in een melancholie waarvan je niet wist dat ze bestond.
SIENNA SPIRO – “You Stole The Show”
Ze verkocht in een mum van tijd de Ancienne Belgique uit, maar heeft slechts een paar nummers achter haar naam staan. En toch mag je SIENNA SPIRO gerust rekenen tot een van de grote doorbraken van afgelopen jaar. Single “You Stole The Show” was een prachtige schakel in die overwinningstocht, waarin de Britse zangeres het midden vond tussen pakweg Celeste en Billie Eilish. Innemend, en goed voor een krop in de keel.
Sigrid – “Jellyfish”
Dit jaar konden we eindelijk de vruchten plukken van de vele maanden die Sigrid in de studio doorbracht. “Jellyfish” mocht zich als eerste een weg naar ons hart en onze favoriete playlists banen. Het leek alsof de Noorse noot per noot een wereld tekende die alleen in de mooiste tekenfilms bestaat. De frisse, speelse song bleek de perfecte introductie van het nieuwe hoofdstuk dat we later ook in z’n geheel konden ontdekken als There’s Always More That I Could Say.
Sleaford Mods – “The Good Life” (feat. Gwendoline Christie & Big Special)
Toen we “The Good Life” van onze favoriete Nottinghamians Sleaford Mods voor het eerst oplegden, leek dat nummer perfect aan te sluiten bij de rest van diens catalogus, met Jason Williamson die zijn gal spuwt over laidback beats van Andrew Fearn. Tot het koortje van Big Special invalt en we onze oren extra spitsten. En dan moest de showstopper nog komen: de passage van actrice Gwendoline Christie, die hier haar zangdebuut maakt. Nu ja, zang… Meer een woeste orkaan die je moet gehoord én gezien hebben om het te geloven. Een geschifte samenwerking op papier, maar zonder meer een memorabele song.
sombr – “12 to 12”
We schatten de kans vrij tot zeer klein in dat het refrein van de catchy TikTok-hit “12 to 12” je gehoorkanalen nog niet heeft weten te vinden. De negentienjarige sombr is intussen niet meer weg te denken uit de hitlijsten, en daar is een gegronde reden voor: deze single klinkt dansbaar, vrolijk en vooral onweerstaanbaar aanstekelijk. Klaar voor een Belgisch festivalpodium, als je het ons vraagt.
Stereolab – “Aerial Troubles”
Hoewel de experimenteerdrift van het legendarische Stereolab een tikkeltje ingetoomd is op zijn nieuw werk, brengt het na jaren afwezigheid nog steeds de hoge kwaliteit die we van de band gewend zijn. Geen radicaal nieuwe paden, maar wel vintage Stereolab! De groep is helemaal terug en hopelijk voorgoed.
Steve Lacy – “Nice Shoes”
Beetje een vreemd nummer qua tekst, maar dat is exact wat Steve Lacy eerder ook deed vlak voor Gemini Rights werd aangekondigd. Deze single is een eerste teaser voor een nieuw album en toont hem vocaal in topvorm. Muzikaal lijkt hij hier zijn twee werelden te verzoenen: de intieme indie en r&b van zijn debuut en de meer toegankelijke pop van zijn laatste plaat. Een herhalende beat bouwt spanning op, waarna keys binnensluipen en alles eindigt in een vertraagde finale met funky gitaar en hogere zang. Een subtiele knipoog naar zijn beginperiode en vooral een nummer dat doet uitkijken naar volgend jaar.
STONE – “NEVER AGAIN”
STONE laat met “NEVER AGAIN” horen dat het sterker en compromislozer terug is dan ooit. Het nummer barst van de energie, met stevige drums, een razendsnelle baslijn en een mantra die zich meteen vastzet. Catchy passages worden afgewisseld met ruige uitbarstingen en verrassende tempowisselingen die het nummer voortdurend op scherp zetten. Zo bevestigt STONE zijn reputatie als explosieve rockband die perfect thuishoort op de grootste podia.
Sub Focus – “On & On” (feat. bbcyclose)
Sub Focus had gelijk: ook na driekwart jaar zit het riedeltje van zijn oorwurm met bbyclose nog altijd “On & On” in ons hoofd. Vocals die niet alleen perfect matchbaar zijn met andere nummers, maar ook nog eens als gebakken eitjes in een ongeoliede pan in ons hoofd blijven plakken, maken van dit nummer een van de meest meegezongen dnb-hits van het jaar.
Suki Waterhouse – “Dream Woman”
Suki Waterhouse is héél veel, maar was afgelopen jaar vooral zangeres. De echtgenote van Robert Pattinson bracht een paar singletjes uit in 2025, waarin ze haar innerlijke Lana Del Rey bovenhaalde. “Dream Woman” werd ondergedompeld in een vat dramatiek en melancholie, maar heeft eveneens een aangenaam poppy randje, waardoor je haast niet anders kan dan helemaal meegesleept te worden in haar verhaal.
Tame Impala – “Dracula”
2025 betekende eveneens de (langverwachte) terugkeer van Kevin Parker in de gedaante van Tame Impala. Op “Dracula” heeft Parker opnieuw de balans gevonden tussen herkenbaarheid en experiment. De single ademt dankzij de bevreemdende geluidseffecten een psychedelische, bijna horrorachtige sfeer uit, maar heeft vooral een oersterk en catchy refrein waarop stilstaan onmogelijk lijkt.
The Beaches – “Last Girls At The Party”
Dat de dames van The Beaches niet vies zijn van een goed feestje, bewezen ze afgelopen zomer nog met een aanstekelijke set op de Main Stage van Pukkelpop. Dat ze zo’n feestje mee zouden afsluiten, verbaast ons eveneens allerminst. De aanstekelijke uptempo single “Last Girls At The Party” nestelde zich dankzij een simpel, maar efficiënte riff heel vlotjes in onze gehoorkanalen waarbij we je uitdagen om eens te proberen dit refrein niet mee te zingen als het passeert.
The Dare – “LCA”
Een jaar na het grote succes van What’s Wrong With New York had The Dare nog een handvol extra’s in petto. De Amerikaanse dj, producer en simpelweg artiest bracht een dj-ep uit, maar eveneens een deluxeversie van zijn debuutplaat. “LCA” was daar een mooie toevoeging van, want eveneens gedrenkt in hoekige beats en nonchalance blijft de man gewoon zichzelf: lights, camera, action én dan: hardgaan.
The Format – “Holy Roller”
‘Van waar herkennen we die stem op “Holy Roller” weer?’ Na wat opzoekwerk valt onze frank: van “We Are Young“, een mega-hit uit 2011 die we nog steeds meekelen in de vroege uurtjes. Anderhalf decennium later herrijst de zanger van FUN. met The Format uit zijn as. Hij bewijst op “Holy Roller” dat hij nog steeds over het muzikaal vernuft beschikt om heerlijk aanstekelijke songs te schrijven die zich makkelijk onderscheiden van andere.
The Horrors – “More Than Life”
The Horrors bracht een kanjer van een plaat uit met Night Life en dit nummer is zeker een van de beste schijven tot nog toe. Postpunk zoals het moet, met tentakels naar de new wave en de gothic. Hadden de leden van The Horrors in de jaren zeventig geleefd, hadden ze zo naast een icoon als Joy Division kunnen staan. “More Than Life” is daarvan een markant, opmerkelijk en indrukwekkend bewijs.
THUMPER – “Middle Management”
Een van de meest underrated bands van het moment keerde dit jaar eindelijk terug, en vuurde al vier sterke singles af op gewilligen en ongewilligen. THUMPER combineert bevreemdende garagerock met vreselijk aanstekelijke hooks, wat drie jaar geleden het fantastische Delusions of Grandeur opleverde. De nieuwe plaat staat geagendeerd in 2026, en we durven nu al zeggen dat “Middle Management” hét hoogtepunt zal vormen. Tien minuten lang vuren de Britten riffs en zaligheden op je af, tot het na een minuut of zes tot een waanzinnige climax komt. Bijzonder sterk werk van het gezelschap, dat dringend meer aandacht verdient.
Tom Smith – “Life Is For Living”
De sympathieke frontman van Editors sloeg dit jaar een nieuwe richting in met zijn eerste soloplaat There Is Nothing In The Dark That Isn’t There In The Light. “Life Is For Living” is een van de opvallendste singles van dat album dankzij zijn warme gloed en aanstekelijke eenvoud; een nummer dat je zomaar op een zomeravond onder de blote sterrenhemel rond een kampvuur met je beste vrienden plaatst. Benieuwd wat dat live zal geven in KluB C op Rock Werchter volgende zomer!
Tyler Ballgame – “I Believe In Love”
Met zijn warme retro vibes en zorgeloze charme is deze “I Believe In Love” zo’n nummer dat vanzelf blijft hangen. Alles voelt licht en oprecht aan, zonder dat het de drang heeft om groots te zijn of al te diep in de liefde te gaan. Tyler Ballgames liedjes zijn het soort dat je gewoon in afspeellijsten zet zonder er al te veel bij na te denken. Daarna duikt het steeds opnieuw op, omdat het net dat beetje extra sfeer geeft aan elke lijst.
Whitney – “Dandelions”
De terugkeer van Whitney bleef een beetje onder de radar, en dat is best jammer te noemen. De groep uit de Windy City bracht namelijk niet alleen een coole plaat uit, maar keerde met de singles ook terug naar zijn roots. “Dandelions” was daar een prachtig voorbeeld van, net doordat het duo het allemaal gewoon zijn gangetje liet gaan. Gezellig kabbelend op een bedje van drums en blazers: zo hebben we het graag.
Wunderhorse – “The Rope”
Met “The Rope” toont Wunderhorse dat het succes van Midas moeiteloos wordt doorgetrokken. De single bouwt verder op de vertrouwde akkoorden en spanningsopbouw, maar klinkt dit keer opvallend hoopvoller. Dankzij een eenvoudige maar doeltreffende structuur groeit het nummer uit tot een compacte muur van geluid. Rauw gezongen vocals en gelaagde intensiteit maken van “The Rope” een meer dan waardige toevoeging aan het repertoire van de band.
Y – “Why”
Y heeft dit jaar met “Why” zeker laten horen hoe meeslepend variatie kan zijn. Het nummer trekt je van begin tot einde mee door slimme wendingen en een rijke instrumentatie die duidelijk de bovenhand neemt. Alles voelt dynamisch en doordacht, waardoor je vanzelf begint mee te bewegen op het snelle ritme. Met voorlopig slechts één ep op zak klinkt dit als het werk van een band met veel meer in huis en eentje om volgend jaar absoluut in de gaten te houden.
YUNGBLUD – “Hello Heaven, Hello”
Weet je nog die keer dat YUNGBLUD het van oorspronkelijk niet geprogrammeerd tot headliner schopte op Rock Werchter? De Brit ging op zijn nieuwste plaat Idols de richting uit van Taylor Swifts “All Too Well (10 Minute Version)”, zij het volledig op zijn eigen manier, en leverde met “Hello Heaven, Hello” een rockanthem van maar liefst negen minuten af. Een knaller van een setopener op Rock Werchter, en tegelijk het nummer waarmee YUNGBLUD de gouden medaille in Studio Brussels De Eindafrekening behaalde. Petje af voor deze rockster!
Zac Henderson – Fever”
Bijna helemaal onderaan het lijstje, maar enkel omdat het alfabet nu eenmaal van a naar z gaat. “Fever” is een onwaarschijnlijk knap nummer van een vrijwel onbekende liedjesschrijver uit Tasmanië. Henderson schreeuwt het uit, koortsig van allesverslindende verliefdheid. De man legt de ene laag op de andere en laat ons een van de allerbeste songs van het voorbije jaar horen. Leer die zanger zeker kennen! Beschouw het gerust als een kerstgeschenkje.
Zach Bryan – “Blue Jean Baby”
“Blue Jean Baby” is volgens Zach Bryan zelf een oude demo omgevormd tot een halve song. Dat deze single gerust wat langer mocht duren, kunnen we alleen maar beamen, maar verder spatten de passie en het talent er zoals gewoonlijk vanaf. De mondharmonica liet hij dit keer achterwege, maar met sprankelende gitaren, levendige drums en zijn ijzersterke stem bewijst Bryan opnieuw hoeveel muzikaal vuur hij in zich heeft. Het resultaat is een opgewekte, licht melancholische americana-single waar we maar geen genoeg van krijgen.
Zara Larsson – “Midnight Sun”
Zara Larsson is al langer dan dit jaar een ster, maar onderstreepte die status in 2025 nog wat nadrukkelijker. Album Midnight Sun was niet minder dan een sterke popproductie, wat ook de titeltrack nog eens in de verf zette. Met een knipoog naar haar Scandinavische afkomst pakte de Zweedse zangeres uit met enkele sterke vocale uithalen, maar eveneens een catchy randje. Niets aan te merken op deze ‘never ending midnight sun’!
Al deze singles goten we daarbovenop nog eens in een Spotify-playlist voor eindeloos veel luisterplezier!
Deze lijst werd samengesteld door alle beren. De recensies werden geschreven door Niels Bruwier, Lucas Palmans, Elisa Cogneau, Géraldine Santy, Simon Vyverman, Leni Sonck, Jan Kurvers, Johannes Hulpiau, Jan-Willem Declercq, Koen Dignef, Stijn De Belder, Noha Kaldi, Bram De Meyer, Kenny Claeyé, David Vanholsbeeck, Julie De Keyser, Liese Vanherwegen en Pieter Wilms.







