InstagramLiveRecensies

Rock Werchter 2025 (Festivaldag 3): Hoop voor de toekomstige headliners

© CPU – Jan Van Hecke

De derde dag van Rock Werchter was er eentje met een domper van formaat. Vierentwintig uur op voorhand liet headliner Sam Fender weten dat zijn gezondheid niet meezat en hij zijn kat moest sturen. Die kat kwam in de vorm van Nothing But Thieves, dat het slot van YUNGBLUD kreeg, waarop die weer door schoof naar de headlinerspot. Natuurlijk had de dag meer dan dat te bieden, zoals sterke optredens NOFUN!, Amenra en Beth Gibbons, maar de kroon werd toch gespannen door RAYE. De Britse ontpopte zich tot heerser van de weide met een sterke show en heel veel charisma. Dat het gisteren wat rustiger was, viel niet te ontkennen, want de tenten en weide oogden meer dan eens nogal leeg. Desondanks maakten de aanwezigen er het beste van, wat niet moeilijk was aangezien zowel RAYE als YUNGBLUD zich bewezen als (toekomstige) headliners van Rock Werchter.

JAZZ BRAK @ Main Stage

© CPU – Joost Van Hoey

We leerden JAZZ BRAK jaren geleden kennen als één vierde van het meest bejubelde hiphopcollectief van Belgische bodem: STIKSTOF. Met aanmoediging van die drie andere vierden – boezemvrienden Zwangere Guy, DJ VEGA en Astrofisiks – heeft Brusselaar Jasper De Ridder zich volledig toegespitst op zijn soloproject en bouwt hij zijn eigen geluid verder uit. De weide was opvallend leger dan anders, wat te verwachten viel op de enige niet-uitverkochte festivaldag. De last-minute annulering van Sam Fender deed daarbovenop het aantal aangeboden doorverkooptickets enkel peilhoog de lucht in schieten.

JAZZ BRAK rapte de weide een dik halfuur lang zijn eerlijk, zinvolle teksten toe. Een toffe start van de derde festivaldag, want die begon al snel met een eerste sitdown en moshpit. Zoals we het van de mannen van STIKSTOF gewoon zijn, staan vrienden en familie steeds centraal en werden die mee op het podium geroepen. Dochtertje Isa oogde dolblij toen ze het podium mocht betreden, waarmee de weide collectief bezweek. Wat wij onthouden van JAZZ BRAK? De duizend sympathiepunten die de rapper scoorde met zijn oprechte, karaktervolle presence.

JAZZ BRAK staat deze zomer nog op Rock Zottegem (11 juli), Het Groot Verlof (11 juli), Rock Herk (18 juli) en Boomtown (20 juli).

JACOTÉNE @ The Barn

© CPU – Jan Van Hecke

Af en toe gooit Rock Werchter wel eens een jong talent voor de leeuwen waar nog maar best weinig mensen van hebben gehoord. De negentienjarige JACOTÉNE uit Australië is eigenlijk nog maar net komen piepen en heeft als jong veulen nog niet al te veel mogen optreden op grote podia. Voor haar show in The Barn nam ze afstand van een volwaardige band en opteerde ze voor een live drummer die over de tape mocht spelen. Het podium oogde op die manier wel bijzonder leeg, maar JACOTÉNE vulde dat met een artistieke charismatische uitstraling en haar ongelofelijk straffe strottenhoofd. Een halfuur vullen met rake nummers lukte dan wel nog niet volledig, maar de Australische toonde wel haar potentieel aan de hand van een paar sterke tracks. Als laatste van de set konden “Stop Calling” en “What Did I Do?” alvast zeer bekoren en verwondert het ons eigenlijk dat deze nummers het nog niet tot op de radio hebben geschopt. Laat JACOTÉNE nog maar wat experimenteren en haar stem verder ontdekken, en dan kan ze zomaar even een nieuwe popheldin worden.

Matt Hansen @ KluB C

© CPU – Jan Van Hecke

Singer-songwriters met krulletjes bij de vleet afgelopen weekend, want tussen Blanco White, Dean Lewis en Mark Ambor, zat ook nog eens Matt Hansen gesandwicht. Wat hem onderscheidt van eerder genoemd lijstje is weliswaar niet per se duidelijk, ook niet nadat hij een halfuurtje lang de KluB C mocht opwarmen. De Amerikaan maakt namelijk makkelijke gitaarpop met de nodige dosis TikTok, al zou hij zich volgens zijn biografie specialer dan de rest moeten maken door zelf ook heel wat instrumenten te bespelen.

Dat is ook alleen maar cool als je dat ook effectief dóét, want op een gitaar na bespeelde de man enkel het publiek met nummers die zelf ook niet per se iets van waarde hadden. De ingrediënten die Hansen gebruikte konden we al weken op voorhand opschrijven: een pulserende drumbeat, een akoestische gitaar en een stem die om de haverklap oversloeg voor extra dramatisch effect. Door zijn rode brilglazen zag de Amerikaan hoe er zo nu en dan wel wat animo was in de KluB C voor zijn nummers; iets wat hij beantwoordde door selfies uit te gaan delen op de eerste rijen bij “SOMEONE TO YOU”. Een handjeklap, een ‘woo-ooh-ooh’… Matt Hansen vinkte nummer per nummer alle cliché singer-songwritervakjes af. Zo ook toen hij “Iris” van The Goo Goo Dolls coverde – hoe cliché kan je gaan? – was onze maat eigenlijk al vol. De man had gelukkig nog wat zelfspot door het aan te kondigen als het beste lied van zijn set, omdat hij het niet zelf had gemaakt, maar toch. Matt Hansen was op die manier dus geen dertiende, maar veertiende of zelfs vijftiende in een dozijn.

almost monday @ The Slope

© CPU – Joost Van Hoey

De Amerikanen van almost monday zijn al een vijftiental jaar bezig met muziek maken, en toch doet de naam nog steeds geen belletje rinkelen bij het merendeel van het Belgische publiek. Met zijn indiepopsongs als “can’t slow down” en “sunburn” bracht het trio een vrolijk, zomers sfeertje naar The Slope, en deed het ons instant denken aan half•alive. Dat resulteerde in wat toffe gitaarrifjes en knallende drums – geen muziek die vernieuwend klonk, maar als de sfeer gewoon leuk is, hoeft dat ook niet altijd. De band rond frontman Dawson Daugherty leek vastberaden een gemoedelijk concertje op The Slope af te leveren en slaagde daar ook in.

Bright Eyes @ The Barn

© CPU – Jan Van Hecke

De grote opkomst was niet weggelegd voor Bright Eyes in The Barn. De band rond Conor Oberst (die ook een album met Phoebe Bridgers uitbracht) bracht inmiddels elf platen uit, maar ging er desondanks van uit dat de aanwezigen niet zouden weten wie er op podium stond. In het groot stond er ‘YOU ARE NOW AT A BRIGHT EYES CONCERT.’ op het scherm terwijl de groep materiaal bracht van over haar volledige carrière. “We Are Nowhere and It’s Now” vormde een mooi rustpuntje voor het stevigere “Jejune Stars”, maar ook hier was het moeilijk om het publiek echt mee te krijgen. Het mooie en met trompet gebrachte “I Won’t Ever Be Happy Again” kwam overeen met de uitstraling van de frontman, die toegaf dat hij op festivals nooit vroeg genoeg wakker was voor optreden om twee uur. Het warhoofd leek niet helemaal in de stemming en werd soms vocaal overschaduwd door de multi-instrumentalist aan zijn rechterkant. Hit “First Day of My Life” bracht wel wat los in de tent en daarna bleef het beperkte publiek toch wat enthousiaster. Het gaf de band zelf ook wat nieuwe energie, maar over het algemeen bracht Bright Eyes een niet al te memorable set op Rock Werchter. Misschien was het echt gewoon nog te vroeg voor Conor Oberst…

Tom Odell @ Main Stage

© CPU – Joost Van Hoey

Hello Tempest Road was misschien wel een van de slechtst bewaarde festivalgeheimen van de zomer, want al snel wezen alle pijlen richting Tom Odell. Deze zomer brengt de Britse chansonnier een nieuw album en dat zet hij in de kijker met een handvol ‘surprise’ shows op de grootste Europese festivals. Om iets na tweeën nam hij dus gisteren plaats op de Main Stage en dat trok een hele hoop mensen al vroeg richting de weide. De meningen over zijn optreden afgelopen zomer op hetzelfde podium liepen nogal uiteen en ook nu kon hij niet iedereen bekoren. Een paar nieuwe nummers moesten verplicht verwerkt worden in de setlist, terwijl het gros van de tienduizenden mensen toch vooral op dat ene lied zat te wachten. Tijdens “Parties” verliet hij voor de verandering eens zijn vertrouwde pianotoetsen voor een bezoekje aan de mensen op de eerste rij om bij het daaropvolgende “Heal” weer voor intimiteit te zorgen op het podium. Dat laatste bleek nog maar eens aartsmoeilijk, wat voor een stuk ook te wijten was aan een bijzonder tam publiek. Zelfs een beklijvend “I Know” en ontroerend “Black Friday” viel daardoor dood. Enkel bij “Another Love” kreeg Odell zoals te verwachten viel echt de erkenning die hem toestond. Zet hem maar eens in The Barn en je hebt op heel wat vlakken een anders optreden dat wel het potentieel heeft om als memorabel bestempeld te worden.

Tom Odell staat op donderdag 4 december in het Sportpaleis (dan AFAS Dome).

Blanco White @ KluB C

© CPU – Joost Van Hoey

Hoe leg je de muziek van Blanco White uit aan iemand bij wie die naam nog totaal onbekend is? Denk aan folkmuziek als een weerspiegeling van zuiderse zachtheid. De Brit verruilde een tiental jaar geleden zijn thuisbasis voor het Spaanse Cádiz en die zonovergoten invloed sijpelt subtiel door in zijn werk. Met een ukelele in de hand en zijn warme stem die door de tent echode, dompelde White de tent onder in een dromerig sfeertje. Vanaf de eerste noten van “Colder Heavens” leek er zich een oase van rust te nestelen over KluB C – een welgekomen rustpunt in alle festivaldrukte. De zanger zelf oogde nogal stijfjes, waarbij interactie met het publiek voornamelijk uit bleef. Onze sympathie ging dan ook eerder uit naar zijn violiste, die het publiek élk nummer wist te raken met haar straffe, door merg en been gaande solo’s. Die strijkmomenten werden steeds beloond met een golf van warm applaus – zichtbaar ontroerend voor haar – dubbel en dik verdiend.

MRCY @ The Slope

© CPU – Jan Van Hecke

‘De spannendste band in het genre sinds Gabriels en SAULT’, stond er te lezen in de bio van MRCY, en dat prikkelt natuurlijk onze voelsprieten. Het duo uit het Verenigd Koninkrijk heeft het dan ook van geen vreemden; de bandnaam is een afgeleide van een Marvin Gaye-nummer, en ook vergelijkingen met Leon Bridges, Anderson .Paak en Little Simz rolden al over de tongen. Neosoul dus, voor als je nog niet mee was, en dat brachten Barney Lister en Kojo Degraft-Johnson een dik halfuur lang op enorm coole wijze naar The Slope.

Ondanks dat het terrein slechts bescheiden vol raakte, bracht het duo samen met zijn driekoppige begeleidingsband wel een lekker chille sfeer naar Werchter. Lekkere vibes om de derde festivaldag dromerig op gang te laten komen, waarbij vooral de hoge samenzang voor de nodige temperatuurpiekjes zorgde. Die liep zelfs almaar hoger op, doordat ook een saxofoon, extra percussie en tal van psychedelische effectjes zich in de strijd kwamen mengen. MRCY speelde met alle kleuren van de regenboog, waardoor er binnen de kortste keren een euforisch sfeertje over The Slope kwam te hangen. De band ebde en vloedde tussen opzwepend zwoel en suave, en trok zo zelfs wat meer kijklustigen aan. Bewogen werd er altijd, gelachen evenzeer. Festivalontdekkingen in de namiddag, altijd een plezier. Handjes in de lucht en grooven!

MRCY staat op woensdag 26 november in de Botanique.

Goldband @ Main Stage

© CPU – Joost Van Hoey

Goldband is inmiddels al enkele jaren een vaste naam op de Belgische festivalaffiches en dat levert steevast gemengde reacties op. De ene groep festivalgangers roept dat de hype intussen wel gepasseerd is, de andere kijkt vol enthousiasme uit naar een nieuw rondje meebrullen op Nederlandse hits als “Noodgeval” en “Witte Was”. Ondanks die verdeeldheid slaagden Karel, Boaz en Milo er toch in een grote opkomst te verkrijgen aan de Main Stage.

Maar echt: dit is een noodgeval! Kan er iemand deze band terug tot leven wekken of toch tenminste een dosis adrenaline toedienen? De voormalige bouwvakkers brachten bijna anderhalf uur lang hits als “Ja Ja Nee Nee” en “Alles Kapot”. Maar laat het duidelijk zijn: voor ons was dit optreden een nadrukkelijke ‘NEE’. Allesbehalve kapot, en al zeker niet energiek. Het voelde alsof de heren met bijzonder weinig goesting op het podium stonden en zich met tegenzin door hun set sleepten – het vuur leek uitgedoofd. Gedaan met de zotte toeren en taferelen die we vaak bij het trio zagen, zo leek het. Dat er desondanks wel sfeer was in het publiek, had eerder te maken met het feit dat een hoop mensen vooral gezellig zelf sfeer probeerde te maken binnen hun vriendenkring met een pintje in de hand. Met megahit “Noodgeval” leken de Nederlanders dan weer even tot leven te komen, tot het nummer middenweg onderbroken werd – met een vette knipoog naar Rock Werchter 2022 toen Boaz zijn hielbeen brak op de Main Stage. Een laatste poging om de set wat meer leven in te blazen met het ruigere “Mijn Stad” sloeg deels aan, want overal in het publiek gingen moshpits open – maar om eerlijk te zijn, kregen we de kriebels van de New Kids-vibe die het uitstraalde. Goldband sloot af met de boodschap ‘Stop de genocide’ – een duidelijk en krachtig signaal, dat meteen ook het enige zinvolle moment van de hele set bleek.

Goldband staat deze zomer nog op Rock Zottegem (11 juli), Beach Festival Nieuwpoort (20 juli), Suikerrock (3 augustus), de Lokerse Feesten (9 augustus) en Rijvers Festival (14 augustus).

Amenra @ The Barn

© CPU – Jan Van Hecke

Als de vraag op voorhand niet is of het goed zal zijn, maar hoe goed het dit keer zal zijn, dan weet je dat je met een straffe band te maken hebt. Dat Amenra er eentje van eigen bodem is, maakt het des te straffer. Met nog maar net vijf uitverkochte AB’s achter de kiezen mocht het vijftal gisteren te midden van zijn festivalzomer aantreden in een tot de nok gevulde The Barn. En hoewel de omstandigheden daarin ontegensprekelijk minder ideaal waren dan in eerdergenoemde zaal, wist de band nog maar eens te bewijzen hoe verdomd handig het is als je een concertzaal van een festivaltent op je weide hebt neergeplant, al was het maar om in de donkerte prachtig gebruik te kunnen maken van de geprojecteerde visuals.

Het droeg alleen maar mee bij aan het feit dat Amenra ons al van bij opener “Razoreater” bij het hart greep, om het instant uit onze borstkas te rukken. Het geluid dat uit Colin H. Van Eeckhout komt, is er overigens ook nog altijd eentje dat wetenschappelijk onderzocht zou moeten worden, om nog maar te zwijgen over de intensiteit waarmee hij en zijn band de nummers tot leven lieten komen. Een muur, een pletwals… noem het hoe je wil, alles waarmee de band in aanraking kwam, zou tot op het laatste bot richting de krochten van de aarde verdwijnen. “De evenmens” toonde voor het eerst iets meer dan de rug van de frontman, waardoor de verbinding tussen groep en publiek nog wat dieper verwortelde. Alleen dat is op zich al een ongeziene prestatie gezien de totaal ontoegankelijke sound. Maar de muziek dóét iets met je. Amenra krijgt ons op de knieën, zet het angstzweet in onze nek en het kippenvel op onze armen. Dat die beleving aan het rumoer op de rustigere momenten te horen niet tot achteraan de tent raakte, is meteen ook de keerzijde van de medaille van zulke bands op een festival. Amenra moet je ondergaan en wie daar gisteren voor openstond, werd met de grond gelijk gemaakt. Tot bloedens toe. Tot tranen bewogen.

Amenra staat op dinsdag 5 augustus op de Lokerse Feesten.

Faye Webster @ KluB C

© CPU – Joost Van Hoey

Voor wie van sad girl music houdt, had Rock Werchter met Faye Webster een heel goede naam in petto. De Amerikaanse bracht al vier albums uit, waarvan de eerste op haar zestien en kwam KluB C betoveren met haar melodieuze dromerige indiedeuntjes. Het wondermooie “Right Side of My Neck” kwam bijvoorbeeld al vroeg en werd opgevolgd door “Better Distractions” met prachtige piano in de outro en “Kind Of” met een saxofoon zo hemels als haar stem. De dromerige indiemuziek was er om helemaal bij weg te dromen en haar honingzoete stem maakte het nog eens allemaal veel beter. Faye Websters visuals waren een wasserette met rondvliegende zeepbellen waarbij haar muziek even zacht door de tent zweef. Zo nu en dan ging ze achteraan het podium staan om met de wind in haar haren wat gitaarwerk voor zichzelf te laten spreken, waardoor het nog dromeriger werd. Samen met haar muzikanten bracht ze op het juiste moment een harder nummer om daarna de gevoelige zieltjes in de tent nog te bekoren met nog wat bekender materiaal. Faye Webster kwam, zag en overwon de aanwezigen in haar typische zachte en gevoelige stijl.

Peter Cat Recording Co. @ The Slope

© CPU – Jan Van Hecke

Het is nooit te laat voor een eerste keer en zo stond er gisteren voor het eerst in vijftig jaar een band uit India op Werchter. In alle eerlijkheid zijn we bij Dansende Beren niet al te vertrouwd met het culturele landschap van een van de dichtstbevolkte landen ter wereld en zo namen we dus enigszins nieuwsgierig een kijkje aan The Slope. De band telt zeker op internationaal vlak tot een van de meest populaire exportproducten uit India, alleen wou de vonk gisteren lange tijd niet overspringen op Werchter. Welgeteld zes nummers kregen we als versnapering op The Slope en die bleken wel tof en smaakvol te zijn, maar voor de rest ook gewoon weinig onderscheidend. Eigenlijk kon Peter Cat Recording Co. nog het meest bekoren met zijn instrumentale intermezzo’s, al bleven de meeste benen nogal stijf staan kijken naar de band uit India. Een volslagen succes kunnen we de eerste passage van Peter Cat Recording Co. nu niet echt noemen, maar het is wel leuk dat ze op de een of andere manier wel Werchter-geschiedenis hebben geschreven.

Beth Gibbons @ The Barn

© CPU – Joost Van Hoey

Na de sad girl music van Faye Webster was het tijd voor de echte grote depressie. Zangeres Beth Gibbons maakte in het verleden deel uit van Portishead, een van dé triphopbands. Het duurde een eeuwigheid vooraleer ze een soloplaat uitbracht, maar vorig jaar was het zover. Een matig gevulde The Barn werd getrakteerd op muziek daaruit waarbij de toon al snel gezet was. Twee handen rond de microfoon, dichtgeknepen ogen en één been vooruit waren het handelsmerk van de zangeres die alle last, depressie en weemoed op haar schouders had liggen. De heldere stem ging gepaard met prachtige, gelaagde muziek die werd voorzien door zeven muzikanten. De ondermaatse lichtshow toonde aan dat lichtshows niet nodig zijn als een optreden goed is, en dit was adembenemend en pure pracht uit de hoogte hemels.

“Floating on a Moment” was al niet minder dan prachtig te noemen, maar toen het zachtjes openbrak, rilden de haartjes op onze rug eventjes recht. De stem van Gibbons begeleidde ons door een surreëel bos, al waren daar drie tassen thee voor nodig. De zachte muziek ging net iets harder tijdens “Rewind” en werd zelfs bijna aanstekelijk tijdens “Tom the Model”, een oude samenwerking met Paul Webb. Het optreden van Beth Gibbons was al om de vingers bij af te likken, maar toen “Roads” en “Glory Box” van Portishead aanbraken, ging het in overtreffende trap. De tent was muisstil om te horen hoe Beth Gibbons als enige die nummers perfect wist uit te voeren, vol van emotie in haar stem. Het voelde aan als iets ongelofelijks en onbeschrijfelijks, als hét moment van de dag waarbij veel mensen duidelijk geraakt waren. Dat de zangeres nadien vrolijk lachte en het podium al klappend verliet, leek zo vreemd, alsof alle depressie en negativiteit er was uit gezongen. Toch waren we blij om Beth Gibbons eventjes te zien lachen, want de donkere gevoelens en negatieve emoties die ze doorheen het optreden overbracht waren zo sterk en overtuigend dat we dachten dat de zangeres geen glimlach te bieden had.

Damiano David @ Main Stage

© CPU – Jan Van Hecke

Vorig jaar nog de grote headliner op vrijdag met Måneskin, dit keer mocht hij het op eigen houtje komen proberen op datzelfde podium. Om dus maar te zeggen dat Damiano David meer dan een zoveelste dingetje in het muzieklandschap is. De Italiaan heeft om te beginnen de uitstraling ook gewoon enorm mee en had op vlak van programmatie de wind ook helemaal in de rug. Makkelijk verteerbaar, hier en daar een radiohitje; dat zat dus op voorhand wel goed.

En ook op het podium viel er op zich weinig op aan te merken, weliswaar evenzeer in positieve als negatieve zin. Damiano David liet zich omringen met een vrij uitgebreide band, inclusief achtergrondzangeressen, wat voor een solide show zorgde die zich nooit echt wist te onderscheiden van de rest. Eerste grote momentje van animo was dat waarop de Italiaan zich ontdeed van zijn bovenkledij, een volgende kwam er bij een cover van Mark Ronson (feat. Miley Cyrus), “Nothing Breaks Like a Heart”. Niet veel later passeerde ook “Too Sweet” van Hozier als naar eigen zeggen rock-‘n-rollmomentje, maar als het die twee covers zijn die achteraf gezien het verschil maakten op een set van nog geen drie kwartier, dan weet je eigenlijk ook al genoeg. Damiano David werd namelijk alsmaar platter, alsmaar voorspelbaarder en vooral alsmaar meer van hetzelfde. Op het einde was daar met “Born With a Broken Heart” wel nog dat hitje dat iets te vaak over de radiogolven surfte afgelopen jaar, maar ook dat was slechts een voetnoot in een voor de rest vooral platte set. Niet goed, niet per se heel slecht. Gewoon… aanwezig.

Damiano David staat op donderdag 2 oktober in Vorst Nationaal.

Gurriers @ The Slope

© CPU – Joost Van Hoey

De Ierse bands blijven het goed doen op Rock Werchter. Gurriers voegde zich gisterenavond in dat illustere rijtje met een vrij degelijk concert. Drie heren uit de band bezochten in 2017 het festival als bezoeker, dus ze wisten wel van het belang om het goed te doen. Hun start was er eentje die veel energie bevatte. “Nausea” en “Close Call” schudden een suffe weide wakker en ontketenden een eerste stofwolk van de dag aan The Slope. Gurriers bleef compact spelen en dat maakte minimale foutjes in “Dipping Out” ruimschoots goed. Ook Gurriers sprak als een van de vele bands zijn steun uit voor Palestina, maar wou voor de rest vooral met zijn muziek een statement maken. En dat lukte ook. Voor “Top Of The Bill” bouwden een viertal mensen een toren in het publiek en dat terwijl de band aan een venijnig tempo bleef doorspelen. Als laatste brachten ze nog een furieuze versie van “Come and See”. De stofwolk raasde nog eens door The Slope en Gurriers kroonde zichzelf tot de koning van de dag op het kleinste podium van Werchter. Wie de smaak te pakken had, mag beginnen uitkijken naar een nieuw album, maar ook naar hun passage op Leffingeleuren.

Gurriers staat op zaterdag 13 september op Leffingeleuren.

Hermanos Gutiérrez @ KluB C

© CPU – Jan Van Hecke

De gebroeders Gutiérrez belichamen zowat het stereotiepe beeld van de Latinoman: een grote zwarte moustache, een hoed op het hoofd en een zuiderse gitaar in de hand. Met hun Ecuadoraans-Zwitserse roots is dat natuurlijk niet zo gek. Het was The Black Keys-frontman Dan Auerbach die het potentieel van het duo spotte en uiteindelijk leidde tot hun optreden in KluB C gisterenavond. Hermanos Gutiérrez nam de tent al tokkelend mee op een muzikale reis door Latijns-Amerika. Gemoedelijk en gezellig, dat wel – misschien zelfs iets té gezellig, want heel wat toeschouwers leken het optreden vooral te beschouwen als goede gelegenheid voor een babbeluurtje met een rustgevend muziekje op de achtergrond. Anderen zagen de zachte klanken dan weer als excuus voor een namiddagdutje net buiten de tent. De sfeer zat ergens tussen siësta en salonmuziek, waardoor het snel duidelijk werd dat Hermanos Gutiérrez moeilijk tot zijn recht kwam in een grote festivaltent als KluB C. De muziek van het duo vraagt om stilte, aandacht en een intiemere setting – niet om rumoer en vliegende pinten. In een kleinschalige concert zou het magische gitaarspel ongetwijfeld beter landen.

RAYE @ Main Stage

© CPU – Joost Van Hoey

RAYE kwam met haar mix van jazz, blues, soul en r&b naar een rockfestival. Dat lijkt in theorie heel riskant, want zou bijvoorbeeld Gent Jazz geen betere locatie zijn daarvoor? De zangeres bewees echter al gauw dat ze de goed gevulde weide helemaal ten meester was met haar enorm sterke en meeslepende show. De zeer charismatische Britse verklapte al snel dat haar vorige passage op Rock Werchter een van haar favoriete shows ooit was en sloot af met te zeggen dat deze nog beter was. Dat terwijl RAYE het zichzelf niet gemakkelijk maakte door enkele nieuwe nummers te spelen, waarbij de openingssong zo eentje was. “Where the Hell Is My Husband” was echter meteen een schot in de roos dankzij haar uitgebreide band en sterke stem. De vocale uithaal op het einde verklapte al dat RAYE van dramatische eindes houdt en bij “Oscar Winning Tears.” ging ze zo eventjes in de overtreffende trap. Te dramatisch? Bijna, maar ook heel goed.

Charmant als RAYE was, hemelde ze graag haar eigen muziek op, zonder ooit maar even arrogant over te komen. “Suzanne” werd zo bijvoorbeeld aangekondigd als ‘quite nice’, terwijl ze bij “Ice Cream Man” op voorhand vertelde dat ze het lied heel moeilijk vindt om te zingen. Het lied over seksueel misbruik en verkrachting werd toch zeer goed gezongen, waarbij beelden van wenende mensen op de schermen niet konden ontbreken. RAYE had duidelijk de volledige weide mee in haar emoties, welke die ook mochten zijn, en dan moest het zogenaamde clubgedeelte nog aanbreken. “Secrets” bracht het publiek aan het dansen en het zeer coole “Black Mascara.” deed armen ritmisch in de lucht bewegen (met een geweldig goed getimede minuut van regen erbij), maar het was toch slotsong “Escapism.” die alles samenbond. De hiphop-invloeden maakten het concert van de zangeres helemaal af en vatte inhoudelijk de show mooi samen. RAYE bedankte het publiek vele malen en uitgebreid, maar in feite bracht zij gewoonweg een van de allerbeste shows van het weekend. Met jazz, blues, soul en r&b zomaar eventjes een van de beste sets op een rockfestival brengen? Da’s rock-‘n-roll.

Elbow @ The Barn

© CPU – Jan Van Hecke

We zien de heren van Elbow maar al te graag passeren in ons Belgenlandje. Al jarenlang is de band een vaste waarde op de affiche van Rock Werchter en dat voelt het vijftal uit Manchester zelf ook zo aan. Frontman Guy Garvey gaf eerder al aan dat de band een bijzondere relatie met België heeft – eentje die ze in geen enkel ander land op datzelfde niveau lijkt te ervaren. Die speciale verbinding resulteerde gisterenavond in een overvolle The Barn.

Naar goede gewoonte brachten de Britten een warm en geborgen gevoel mee naar de tent, en dat was in grote mate te danken aan het geweldige charisma en aanstekelijke enthousiasme van Garvey. Hij is het type man dat je gewoon als je plezante nonkel zou willen. Daarnaast komen de prachtige gitaren van Elbow gewoon ongelofelijk goed tot hun recht in The Barn. Uitschieter was zijdezachte publieksfavoriet “Lippy Kids”, een ode aan het jong zijn, die ieder optreden steevast raak slaat bij het Belgische publiek – en dat was gisteren niet anders: The Barn floot en zong gelukzalig mee. Topschijf “Grounds for Divorce” vormde dan weer het uptempo tegengewicht als meezinger. Het vijfde huwelijk tussen Elbow en Rock Werchter kreeg een bitterzoet slot met “One Day Like This” als ultieme afsluiter, gevolgd door een oorverdovend applaus. Op naar het volgende!

NOFUN! @ The Slope

© CPU – Joost Van Hoey

Geen plezier meer op Werchter? Dat is een stelling waar NOFUN! smakelijk mee moet lachen. Het negenkoppige collectief uit verschillende uithoeken in de Verenigde Staten zorgde voor georganiseerde chaos op The Slope en bracht met zijn nummers een energie naar de Vlaams-Brabantse weide die we nog niet eerder hadden gezien dit jaar. Samen met een paar duizend mensen namen we een duik in de prille discografie van het gezelschap en die sprong in het water was niet alleen verfrissend, maar ook nog eens bijzonder onderhoudend. Op een of andere manier slaagde het gezelschap erin om hun chaos zo aanstekelijk te brengen dat we een band begonnen te voelen met alle negen bandleden. De drummer en de gitarist waren ons inziens een geslaagde toevoeging en brachten punk en rock in het optreden. Voor het vullen van 55 minuten was het nog iets te vroeg voor NOFUN!, maar op ruim veertig minuten ontketende het onafhankelijke collectief wel een zeer plezant feestje op Rock Werchter.

Nothing But Thieves @ Main Stage

© CPU – Jan Van Hecke

Het was toch even slikken toen gisteren tijdens de show van Green Day het nieuws binnen sijpelde dat Sam Fender zijn komende shows had geannuleerd ten gevolge van beschadigde stembanden. Het is het type nieuws dat je als organisator liever niet krijgt zo kort voor een show, maar de boekers hebben snel geschakeld en Nothing But Thieves bereid gevonden om de ontstane leegte te vullen. Dat was voor de duidelijkheid geen evidentie, want de Britten zijn eigenlijk momenteel niet eens op tour.  Maar goed, als Werchter belt dan neemt Nothing But Thieves op en zo stonden ze dus in de prime time op een van de grootste festivals van Europa.

Dat ze überhaupt gevraagd werden is het resultaat van een sterke aanloop van ruim tien jaar. Hun set op Rock Werchter voelde als de bekroning voor het geleverde werk en toonde bovenal dat de Britse band klaar is om effectief dergelijke plekken op de affiche op te eisen. Met een autoritaire set draaiden ze het gemis van het wegvallen van Sam Fender om tot hun eigen moment. Wat ons opviel, was dat ze zowel jong en oud verzameld kregen voor hun neus en ook nog eens meekregen op nummers als “Is Everybody Going Crazy?” en “If I Get High”. Voor “Sorry” kregen ze het zelfs voor elkaar dat het publiek de markante strofe van Sam Fenders “Seventeen Going Under” meezong. Een fijne steunbetuiging, al pakten Conor Mason en co vooral zelf hun moment met de juiste nummers op de juiste plaats. De gedroomde headliner voor de vijftigste editie was Nothing But Thieves niet, maar die gedachte lieten ze zelf smelten voor de zon.

Cymande @ KluB C

© CPU – Joost Van Hoey

Fans van Kings of Leon of Sam Fender die niet per se stonden te springen om diens vervanger Nothing But Thieves aan het werk te zien, vonden gisterenavond misschien wel hun gading bij Cymande. Niet dat het geluid van Caraïbische duiven – want dat betekent de bandnaam – wél in lijn lag met dat van de familie Followill, maar met meer dan vijftig jaar op de teller en erkenning van onder meer De La Soul en Wu-Tang Clan mochten we gerust van een bende levende legenden spreken. Ondanks dat het misschien niet de meest besproken act van de affiche was, zorgden de omstandigheden alsnog voor een volle tent. Wat gedruppel en de toevoeging van Nothing But Thieves zullen bij heel wat festivalgangers een change of plans hebben teweeggebracht.

Eentje die in dat geval ongetwijfeld goed had uitgepakt, want Cymande maakte er een enorm coole vibe van in de KluB C. De band stelde meteen ook het record van Iggy Pop van afgelopen donderdag wat scherper door nog oudere leden te hebben. En die ongedwongen gemoedelijkheid droeg alleen maar meer bij aan het spelplezier dat de band uitstraalde. Alsof het lot ermee gemoeid was, vloog er ook effectief een verdwaalde duif rond in de tent en we hopen oprecht dat ook die genoot van de zalige saxofoonsolo’s en warme samenzang. Er hing met andere woorden liefde in de lucht en die werd alleen maar zwoeler, net doordat Cymande de psychedelica ook meer en meer toeliet – tot de dwarsfluit toe. We zouden nog getrakteerd worden op een fantastische drumsolo, waarna de vibes alleen maar cooler werden. De set kabbelde, maar nooit in de negatieve zin van het woord. Dit was wegdromen op zaterdagavond, de heupen permanent loswiegen, hier en daar een two step, en uiteindelijk een handje in de lucht. Cymande heeft het woord ‘cool’ uitgevonden.

Maribou State @ The Barn

© CPU – Jan Van Hecke

Maribou State stond nog niet lang terug driemaal in De Roma, maar had geen moeite om ook The Barn te laten vollopen. Britten Chris Davids en Liam Ivory zetten samen met twee livemuzikanten het concert in gang en meteen werd er wat bewogen in de tent. Het publiek had duidelijk zin in de groovy en aanstekelijke muziek, waarbij gastzangeres Talulah Ruby zich soms op het podium waagde. Waarom ze constant op dezelfde twee vierkante meter ijsbeerde weten we niet, maar ze zong hier wel beter dan in De Roma, wat haar eerste shows met de band waren. “Otherside” vormde zo al vroeg in de set een hoogtepuntje opgevolgd door een chiller stuk, waarbij we ons in een relaxe zomerbar waanden in plaats van op de dansvloer. Het werkte niet even goed als de uitbundigere muziek, maar gelukkig herpakte Maribou State zich snel. Ook een technisch probleem lieten de vier muzikanten zich niet aan het hart komen en ze speelden zelfs eventjes samen op één compact instrumenteneilandje. Hoe verder in de set hoe uitbundiger de muziek werd, al dan niet met live vocals. Het publiek begon ook meer te dansen naarmate de set vorderde en zo werd het feest alleen groter en het concert beter. Geen slechte start voor Maribou State, maar het optreden ging over het algemeen wel in stijgende lijn.

Wisp @ The Slope

© CPU – Joost Van Hoey

Er wordt over shoegaze weleens gezegd dat het tot de verleden tijd hoort, maar daar is Wisp het niet mee eens. Met als bouwjaar 2004 zou je haar wel eens durven onderschatten; haar nummers klonken behoorlijk volwassen en compleet. Veel volk kreeg ze op het late uur van de dag niet meer op de been, maar wie er stond was wel redelijk invested en ging makkelijk mee in de nochtans iets minder makkelijke nummers van Wisp. Haar bandleden speelden het cool uit en Nathalie Lu was ook al iets meer zeker van haar stuk in vergelijking met haar optreden op Pukkelpop van afgelopen jaar. Dat comfort hoorde je ook in nummers als “Sword” en “Get back to me”. Het fuzz-pedaal werd goed ingetrapt om de muziek zo dromerig mogelijk te maken, waarbij de bezwerende wolken op de achtergrond wel wel paid actors leken. Als frisse wind kon dit wel tellen, al moest je er wel open voor staan op dat uur van de dag.

Wisp staat op maandag 27 oktober in de Botanique.

Barry Can’t Swim @ KluB C

© CPU – Joost Van Hoey

Het een-tweetje Maribou State – Barry Can’t Swim was er eentje dat heel wat lustige dansbenen aansprak en zo stroomde de KluB C makkelijk vol om de zaterdagnacht weg te dansen. We zeiden vorig jaar op Pukkelpop al dat Joshua Mainnie zijn naam kon ontgroeien en zich misschien wel eens kon ontpoppen tot de nieuwe Michael Phelps. Die rol is de Schotse dj en producer deze zomer met gemak aan het waarmaken. De man kreeg namelijk een tot de nok gevulde tent voor zijn neus en was vastberaden om die tot de laatste persoon in beweging te krijgen.

Geflankeerd door twee extra muzikanten vuurde hij vanop zijn verhoogje de ene schijf na de andere af en voor we het goed en wel beseften doorkliefden tal van lasers de KluB C. Het hek raakte relatief snel van de dam dankzij “Kimbara”, want vanaf dan stond niemand nog maar één seconde stil. Barry deed op zich niets heel geks; sterker nog, het bleef heel lang zelfs gewoon binnen dezelfde lijntjes, maar daar maalde op zaterdagavond eigenlijk niemand om. Heel wat mensen zullen na de Sam Fender-cancel ongetwijfeld het verdriet van zich hebben willen afdansen en zo was de euforie zowat permanent voelbaar. “Still Riding” wakkerde dat vuur nog wat verder aan met een UK jungle-intermezzo, en zo volgde het ene bommetje het andere op. “How It Feels” was een zoveelste zucht van verluchting die de handjes in de lucht kreeg. Zeker toen de Schot zijn innerlijke Fred again.. losliet op “Different” en het geheel vloeibaarder maakte, onderstreepte hij wat op voorhand in de sterren stond geschreven: wie al dansend de nacht in wilde zwemmen, was bij Barry Can’t Swim aan het juiste adres. “Sunsleeper” was uiteindelijk zelfs nog de nodige sprong in het diepe die ervoor zorgde dat Werchter waardig de nacht in werd gestuurd.

Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!

Onze recensie van YUNGBLUD lees je hier.
Alle recensies van Rock Werchter 2025 lees je hier.

Deze recensies werden geschreven door Lucas Palmans, Simon Meyer-Horn, Robbe Rooms en Liese Vanherwegen.

Related posts
LiveRecensies

Rock Zottegem 2025 (Festivaldag 1): Stof feestje

Na een herfstig intermezzo is de zon wederom van de partij, juist op tijd om het tweede festivalweekend van de zomer van…
AlbumsFeatured albumsRecensies

Barry Can't Swim - Loner (★★★½): In de donkerte

‘Nog altijd ni? Zo fokking moeilijk is dat toch ni? Wa ne loser eigenlijk!!’ Het was een van de reacties toen Barry…
FestivalnieuwsMuzieknieuwtjes

15 keer nieuw voor Crammerock!

Nu Rock Werchter definitief achter ons ligt, kan je wel stellen dat we middenin de festivalzomer zitten. Flash forward naar begin september,…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *