InstagramLiveRecensies

Pukkelpop 2023 (Festivaldag 3): Van mysterie naar hysterie

© CPU – Ymke Dirikx

De derde dag van Pukkelpop begon nogal wisselvallig door de regen en dat liet iedereen plots een klein beetje panikeren. Gelukkig klaarde de hemel na de middag volledig op en werden we verwend met stralende zon en al even stralende muziek. Van vaste waarden tot nieuwe ontdekkingen en misschien wel dé acts van Pukkelpop 2023; er was voor ieder wat wils. Het begon alvast met een verrassing van formaat en op dat elan ging de derde dag van het festival ook verder.

Gotu Jim @ Lift

© CPU – Nathan Dobbelaere

De dag beginnen met een bitterzoet feestje, dat kon gisteren bij Gotu Jim in de Lift. De Amsterdammer moest heel vroeg opstaan om er stipt om twintig voor twaalf fris en monter op de planken te kunnen staan. Het motto van zijn show was toepasselijk voor de start van de dag: niet geslapen, wel gedoucht. Fris en fruitig ging het van start met “Wannsee” en “Me Dealer Heet Mark”. Het moest niet altijd even serieus zijn bij Gotu Jim en dat maakte het ook zo een leuke start van de dag. “Stop Drugs In Mijn Gezicht” droeg hij bijvoorbeeld op aan zijn moeder en voor zijn hitje “Stiekem Wil Ik DJ zijn” plukte hij iemand uit het publiek om af te studeren in een master koebel spelen. Naar het einde toe durfde Gotu Jim en zijn twee muzikanten instrumentaal iets meer buiten de lijntjes te kleuren, maar het feestje ging daarna in een beslissende fase met het zeer catchy “OEH” en nog zo’n kleine culthit “Emma”. “Ketaverse” liet Gotu Jim spijtig genoeg in Amsterdam, maar als kleine bis in de laatste minuut kon er toch nog “Oranje Etiket” vanaf. Een vermakelijk feestje dus om de dag op gang te trappen.

Compact Disk Dummies @ Main Stage

© CPU – Ymke Dirikx

Net als op Rock Werchter kregen de gebroeders Coorevits de eer om op Pukkelpop eerstdaags de Main Stage te openen. Op het vroege uur wist de band al veel enthousiastelingen naar het terrein te trekken. Het was vooraan wel een stuk minder drummen dan gisteren, want Billie Eilish zou geen tweede keer opdagen, al was er daardoor ook meer plaats om te dansen. En die ruimte werd ook goed gevuld met links-rechts schipperende heupen. De rilatine was Lennert ’s ochtends vergeten en bijgevolg liep hij als een Duracell-konijn heen en weer, beklom hij stellingen en toonde hij zijn sexy dansmoves. Om even op adem te komen, rustte die tussendoor nog even uit op een matras van mensen. De nummers volgden elkaar in sneltempo op, hemden op het podium gingen meer en meer open, net zoals de hemelsluizen, maar niemand die om dat laatste ook maar iets gaf.

Op zaterdag 25 november staat Compact Disk Dummies in de Ancienne Belgique, op vrijdag 19 april in De Roma.

Peuk @ Club

© CPU – Senne Houben

Voor een van de sterkhouders van de Belgische noiserock, Peuk, was de Club aardig vol gelopen, al zaten daar vermoedelijk ook wel wat schuilenden tussen die wilden ontsnappen aan de regengoden. Dat zou ook al verklaren waarom er tijdens de show redelijk weinig aandacht en veel gebabbel waar te nemen viel. Het trio speelde echter wel een heel strakke show. De ronkende gitaartonen en vlammende drums weerklonken prima in de Club, maar kregen jammer genoeg niet heel de tent mee in hun verhaal. Voor de toegewijde schare fans die zich had genesteld op de eerste rijen was het dan wel weer een memorabele set. Zeker de enkele rake klappen die de band nog verkocht met de laatste twee nummers zullen nog even blijven nazinderen. Om van een volledig geslaagd concert te spreken, was er echter toch net iets te weinig animo en beleving in de Club.

Op zaterdag 26 augustus staat Peuk op Farm Festival in Herentals, op zaterdag 16 september op Leffingeleuren.

Tarkastaja @ Marquee

© CPU – Ymke Dirikx

De meest besproken act van Pukkelpop was toch wel Tarkastaja. Volgens de informatie van het festival zelf een Finse act die liever mysterieus blijft, maar uiteindelijk lekten de afgelopen weken wel wat tips die neigden naar een set van een Belgische band. Tarkastaja betekent namelijk ‘inspecteur’ in het Fins, wat mensen al snel deed vermoeden dat we Clouseau zouden mogen ontvangen. De hype rond de act liet de Marquee alvast ferm vollopen en met “Fuck ‘em All”, de enige single op Spotify, ontstond meteen verwarring. Zou dit nu wel Clouseau zijn of toch echt een Finse act? Ons geduld werd nadien niet langer getest en op de tonen van “Nobelprijs” kwamen plots Koen en Kris Wauters vanonder de maskers. Clouseau dus, en die band bracht een hele resem aan hits mee naar Pukkelpop. De groep is al heel lang bezig, maar stond nu voor het eerst op de weide in Kiewit. Koen vertelde zelfs dat ze een jaar hadden gewerkt aan dit idee en met een bomvolle tent, was dat alvast een succes.

Het is weliswaar vreemd dat een act als Clouseau onder een pseudoniem moet worden aangekondigd, maar dat is wel iets typisch Pukkelpop. De organisatie gaat niet zomaar voor de klassieke nostalgie, maar wilt er nog iets extra’s mee doen. Eens duidelijk was dat Clouseau aan het spelen was, liep de tent alleen maar voller en ook de weide rond de Marquee stond bomvol. Mensen die nog half lagen te slapen in de tent, snelden naar de weide. De band heeft dan ook een karrenvacht aan hits en iedereen brulde alles van begin tot eind mee. “Vonken & Vuur”, “Anne”, “Ik, Jij, Hij of Zij” en ga zo maar door. En bij die laatste werden er zelfs danspasjes geleerd die iedereen in de tent uitvoerde. Het was waarschijnlijk ook al erg lang geleden dat Clouseau nog voor zo’n jong en enthousiast publiek speelde en daar was de groep zichtbaar van onder de indruk. Ook de band waarmee ze zich lieten omringen speelde strak: met blaassolo’s, leuke gitaarsolo’s en ook gewoon een volle sound, zorgde ze ervoor dat iedere hit nog net dat tikkeltje grootser klonk. “Domino” bracht een emotioneel en liefdevol einde aan de set, waarna nog een heel enthousiast applaus volgde. We kunnen nu al stellen dat Clouseau voor het eerste grote enthousiasme van de dag zorgde. Een aangename verrassing, zoveel is zeker.

julie @ Lift

© CPU – Nathan Dobbelaere

Pukkelpop profileert zich al jaren deels als een ontdekkingsfestival, waardoor er met regelmaat artiesten op de line-up staan waar je nooit eerder van hoorde. Zo ook julie, een driekoppige band uit Los Angeles, die op het middaguur zijn grauwe grunge en duistere shoegaze meebracht naar de Lift. Door de hype rond de geheime set van Clouseau was het echter niet over de koppen lopen voor de derde Europese show van de Amerikanen, al hadden de afwezigen niet per se ongelijk. De band verkeerde namelijk vooral in zijn eigen wereldje en maakte het niet bepaald makkelijk om het publiek daarin mee te nemen. Een kapotte Windows-achtergrond weerspiegelde misschien wel perfect hoe julie klonk: duister, ietwat onvoorspelbaar en bij momenten heb je geen idee wat je ermee moet aanvangen. Maar gelukkig waren er ook nummers die heel cool binnenkwamen, waardoor het potentieel van de erg jonge Amerikanen wel degelijk zijn neus aan het venster stak. Intensiteit en intrige waren de kernwoorden, al mocht een simpele ‘thank you’ tussendoor misschien ook wel eens voor wat luchtigheid hebben gezorgd. Dat gebeurde helaas niet en dus drong zich na een tijd een gevoel van ‘te veel van hetzelfde’ op. julie bleef in de Lift een klein uur borrelen in zijn eigen bubbel met enkele veelbelovende uitspattingen, maar echt ontploffen deed de band helaas nooit.

Deijuvhs @ Backyard

© CPU – Senne Houben

En toen was er regen. Het contrast met de stralende zon van gisteren kon gisteren middag niet veel groter zijn. De kans dat er daarom nog geen honderd man klaar stond voor de Londense punker Deijuvhs (uitgesproken als day-u-vhs) was redelijk groot. Ook een bescheiden dj-set door de man zelf voor het optreden slaagde er niet in om veel volk te trekken. Aan hun hart zouden Deijuvhs en zijn band dat echter niet laten komen, want zonder veel aarzelen vlogen ze er meteen stevig in. Het publiek had echter wat meer tijd nodig om warm te raken en een smeekbede om een moshpit werd dan ook niet meteen beantwoord. De man achter de draaitafels kroop dan maar zelf tussen de twijfelende menigte, waardoor er toch af en toe wat gebots en gebeuk aan te pas kwam. Muzikaal viel er bovendien helemaal niets op aan te merken. De mix van razendsnelle riffs met wat elektronica en hiphop was even hard als gelaagd en is in se een straffe smeltkroes van heel wat genres samen. De aanwezigen konden getuigen: ook de zaterdag van de Backyard ging stevig van start.

Prins S. en De Geit @ Dance Hall

© CPU – Nathan Dobbelaere

Hollandse absurditeit is wel al langer een dingetje in het muzieklandschap en al zeker als het uit Den Haag komt. Neen, dit jaar geen Goldband op Pukkelpop, maar wel Prins S. en de Geit. Met een eerste album en een rijzende ster onder de arm reizen frontman Scott Beekhuizen, componist/gitarist Marne Miesen en producer Daniël Ortgiess nu doorheen de Lage Landen, met gisteren ook een tussenstop in de Dance Hall. De matig gevulde tent keek weliswaar nog vrij verward naar een in autotune gedrenkte “Rood Staan Hard Gaan”, waarna de bassen het overnamen en Beekhuizen zich als aimabel figuur opstelde. Het hielp wel, want met “Wat Jij Wil” maakte de steeds voller lopende Dance Hall zijn naam voorzichtig aan waar. Faithless-knipoog “Ik Mis Mijn Kerk” kreeg alsmaar meer volk aan het dansen en springen waardoor de speakers ook steeds meer opengedraaid werden. Het gabbergehalte werd een tikkel groter toen “De Duck” zijn intrede deed, met als gevolg dat de volledige tent plots op zijn kop stond. ‘Hoe gekker, hoe liever’ moet ongetwijfeld het motto van Prins S. en de Geit zijn, want na een keiblij tripje naar de kinderboerderij was er werkelijk geen houden meer aan de beestenboel, die in groep van links naar rechts bleef springen. De planché moest bekomen na de doortocht van de Nederlanders, wat bewijst dat het hier om een overwinning van jewelste ging. Gek én geniaal.

Op vrijdag 22 december staat Prins S. en De Geit in Trix.

Tom Odell @ Main Stage

© CPU – Ymke Dirikx

De muziek van Thomas Peter Odell, alias Tom Odell, distantieerde zich voorbij jaren wat meer van de mainstream en daar maakte meezingbare pop wat meer plaats voor ingetogen pianoballads met een elektronische toets. Door een angststoornis die zich ontwikkelde, baadt zijn sound de laatste tijd eerder in een melancholisch sopje. Voor de ene wat saai, voor de ander een magische en welkome vernieuwing. Zaterdag koos de zanger voor een gezonde mengeling van oud en nieuw waardoor er voor iedereen wat wils was. Zijn stem klonk fragiel, alsof die op punt stond ieder moment te knakken, maar zover kwam het nooit. Echt tot hun recht kwamen de nummers nooit in open lucht, een programmatie in de tent zou daar meer toe bijdragen, maar daarvoor is “Another Love” de kwelduivel. Logischerwijs spaarde de Brit (wiens interactie overigens soms wat te Amerikaans aanvoelde), die hit tot op het einde op. De weg daarnaartoe was gezapig, soms meezingend, soms handenklappend, maar nooit tot in de ziel.

Nabihah Iqbal @ Lift

© CPU – Nathan Dobbelaere

De Londense muziekscene blijft een van de meest pulserende ter wereld en daar kon Nabihah Iqbal ons alles over vertellen. De zangeres was lange tijd een van de best bewaarde geheimen uit de Britse wereldmetropool en dat geheim is zich stilaan meer en meer aan het ontplooien. De Lift stond dan wel niet tot de nok gevuld, maar wie er was liet zich wel meeslepen in een van de meest eclectische optredens van heel het weekend. Iqbal zelf had geen behoefte om in de schijnwerpers te staan en dat maakte dat de andere drie bandleden een even groot aandeel kregen in haar show. Bijzonder was vooral hoe dat ze een balans vond tussen muzikaal uitdagend en toegankelijk genoeg, om zo verschillende soorten muziekliefhebbers te kunnen bekoren. Zo kon het contrast tussen het jazzy “Sunflower” en het shoegazy “Lilac Twilight” haast niet groter zijn, en toch leken die tegenpolen zich telkens weer opnieuw aan te trekken. Er werd zelfs een cover van Deftones gespeeld in een zeer sterk eigen jasje, alvorens ze met “Zone 1 to 6000” ten slotte een paar minuten over tijd ging. Nabihah Iqbal was wat een show op Pukkelpop anno 2023 hoort te zijn; beklijvend, charmant en prikkelend.

Op maandag 20 november staat Nabihah Iqbal in de Botanique, op dinsdag 21 november in het Wintercircus in Gent.

Bombay Bicycle Club @ Marquee

© CPU – Ymke Dirikx

Van 2014 was het geleden dat Bombay Bicycle Club voet aan grond zette in België. Door de pandemie werd de comebackshow rond album Everything Else Has Gone Wrong geannuleerd en hierdoor moesten de Belgische fans heel wat langer wachten op de mooie indierockmuziek van het viertal. Ondertussen zit er een nieuwe plaat in de pijplijn en samen met enkele klassiekers werd er in vijftig minuten heel wat leuke muziek gespeeld in de Marquee. Live werd de band ook nog eens bijgestaan door twee extra muzikanten, waardoor de sound heel wat voller klonk. Saint Clair bracht op die manier een leuke extra met haar zachte fluwelen stem. Dat viel het meest op bij bijvoorbeeld “Lights Out, Words Gone” en daar mocht ze zelfs eens op de voorgrond treden.

Openen deed de band met een heerlijk duo “Eat, Sleep, Wake (Nothing but You)” en “Shuffle” waarbij al meteen een positieve sfeer overheerste. De muziek van de band klinkt erg zonnig en ligt makkelijk in het gehoor, wat ervoor zorgde de tent al snel heerlijk meebewoog. Waar de Marquee in het begin niet volledig gevuld was, werd er naarmate de set vorderde alleen maar meer volk verwelkomd. Hierdoor kon de band klassiekers als “Evening / Morning” en “Luna” perfect op het publiek afvuren. Die eerste speelden ze nota bene zonder de twee extra leden wat de kracht ten goede kwam. Enkel de cover van Selena Gomez’ “Lose You to Love Me” was een verkeerde keuze die wat ons betreft ook nog een extra eigen nummer had mogen zijn. Uiteindelijk was het speelse “Always Like This” de gedroomde afsluiter en maakte Bombay Bicycle Club een erg fijne en zomerse comeback.

Op zaterdag 25 november staat Bombay Bicycle Club in De Roma.

The Priceduifkes @ Backyard

© CPU – Senne Houben

Nijlense punktrots The Priceduifkes draait al enige tijd mee in het circuit en speelde al shows ver buiten de landsgrenzen. Bij de grote massa zijn de mannen anderzijds nog niet heel gekend en het viel dan ook op dat er hoofdzakelijk trouwe fans samenhokten. Nadat Tom Odell eindelijk uitgezongen was, kon daar lijnrecht tegenover (letterlijk als figuurlijk) PDS de energie kwijt in de regen; een meer dan ideale setting overigens. Aanvankelijk was het nog wat aftasten. Gelukkig stuurde “Send It” de eerste circlepit aan en een verschroeiend slot, beginnende bij “I.K.A.W.” maakte dat er uiteindelijk weinig overbleef van de Backyard. Concullega-punkrockers en Kempenaren van Captain Kaiser zagen dat het goed was en zondag mogen zij proberen dat te overtreffen. Met andere woorden: de lat ligt hoog.

RORI @ Dance Hall

© CPU – Nathan Dobbelaere

Het blijft toch opvallend welke tweedeling er bestaat qua muziek over de taalgrens heen in ons Belgenlandje. De Waalse RORI is wel een van de revelaties van het Zuiden van het land en eerder mocht ze al het voorprogramma van MEROL in OLT verzorgen om de taalgrens al wat te verminderen. In Vlaanderen hunkert ze duidelijk naar bekendheid alvorens de set van start ging en zo liet ze dan ook een barcode naar haar socials op het scherm projecteren. Op zich had de Franse alles te bieden wat nodig zou moeten zijn om een publiek een klein uur lang te kunnen boeien: aanstekelijke popsongs, een zuivere stem, een foutloze band en een frontvrouw waarvan het plezier afspatte. Het straalde allemaal alleen niet echt af op het publiek, want een constante in-, maar vooral uitstroom van mensen zette het op de been. De nieuwe Angèle lijkt ze vooralsnog niet te zijn, al is het ook niet zeker of die ambitie er ook is.

Op dinsdag 7 november staat RORI in de Ancienne Belgique.

Joost @ Main Stage

© CPU – Ymke Dirikx

De twee handen van Joost Klein passen al enkele jaren als gegoten op de buik van Pukkelpop. Na een overdonderende doortocht in 2019 en een bevestiging vorig jaar, was het eigenlijk al een publiek geheim dat de Nederlander ook voor deze editie gewoon terug zijn plekje op de Main Stage zou opeisen. De hype mocht nu misschien wel iets minder groot zijn, toch had er een gigantische massa zich verzameld voor het hoofdpodium. Die fronste meteen de wenkbrauwen toen vijf mimespelers, inclusief Joost, een gekke act opvoerden op “Billy Jean” van Michael Jackson. Absurditeit al ten top, beloond met een knaller in de vorm van “Ome Robert” en een massa die een dozijn maal ‘Suck my dick bitch!’ scandeerde. ‘Doe ik het een beetje goed?’, vroeg de Nederlander terwijl een van zijn kompanen achter hem aan een schilderij begon. Het antwoord was “Antwoord” dat aanschuurde met memetechno en uiteindelijk uitmondde in een soort therapiesessie en een reeks gigantische pits op “Door De Kerk” en “Meeuw”. Een Belgische liefdesverklaring, een bijna-haksessie met een securityman op “Summervibes 2019” en wat later kwam de zon er definitief door; de ideale setting voor een handvol circlepits met Crazy Frog.

De Vieze Asbax-remix van “Fryslân Bop” knalde de Main Stage letterlijk aan gort, om dan nog maar te zwijgen over die van “Friesenjung”. “Florida 2009” kreeg de weide en Joost dan weer tot tranen toe bewogen, waarna Acid voor een aardbeving zorgde met “Go, Acid!”. Vieze Asbak maaide alles dan met zijn eigen versie kapot, terwijl het daaropvolgende “The Winner Takes It All” Pukkelpop in extase en met een vleugje ongeloof en verwarring achterliet. Met nog een dikke ‘fuck you’ naar Reuzegom van Acid en wat reclame voor Joosts show in de Lotto Arena beloofde de Nederlander volgend jaar terug te komen. Een laatste keer én in de avond. Iets waar elke Pukkelpop-ganger nu al naar uitkijkt, want Joost Klein oversteeg gisteren opnieuw de waanzin. Je moest erbij zijn om het te snappen.

Op zaterdag 25 november staat Joost in de Lotto Arena.

Fousheé @ Club

© CPU – Senne Houben

Het heeft geen zin om Fousheé moedwillig in een hokje te steken, want ze schopt ons er samen met haar drie bandleden gewoon vierkant weer uit. Gelukkig was iedereen wel gewoon welkom op haar eerste show op Belgische bodem en dat in een redelijk goed gevulde Club. De eigenzinnige artieste had een veelzijdige festivalset voorbereid en die veelzijdigheid uitte zich al redelijk vroeg in de set. Van punkster tot charmante singer-songwriter, Fousheé liet ons met haar verschillende facetten kennismaken. Haar set was daardoor soms net iets te overweldigend, maar ook nooit echt saai. Ze speelde op een akoestische gitaar een paar nog onuitgebrachte nummers van een hoge kwaliteit, al kreeg ze er wel niet iedereen mee stil. Eenmaal de gitaar terug veilig was opgeborgen, kwam ze terug iets potiger en heviger om de hoek. Een structuur of houvast vinden was moeilijk in het korte uur, maar Fousheé bood in het ‘diepe einde’ met een hoop autotune wel nog eens voldoende prikkels om een blijvende indruk na te kunnen laten.

Jessie Ware @ Marquee

© CPU – Ymke Dirikx

Op vlak van stijlvolle popshow kreeg Angèle gisteren stevige concurrentie van Jessie Ware, die in de late namiddag neerstreek in de Marquee. De Britse maakte vorig jaar nog indruk toen ze met What’s Your Pleasure? langs de festivals trok, maar helaas liet ze België toen links liggen. Nu is er met That! Feels Good! zelfs al een opvolger, waarmee ze klaarblijkelijk zelfs nog een stapje hoger mikt. Positieve vibes voorop met naast de zangeres zelf een hoofdrol voor haar beweeglijke band met achtergrondzangers/-dansers. In combinatie met de krachtige stem van Ware bouwden zij zowaar een plezant feestje in de tent, waarbij energie en plezier centraal stonden. Dat de Britse in al dat gedruis steeds bleef uitpakken met een klok van een stem, was daarom des te indrukwekkender. Ook als het gaspedaal wat werd losgelaten bleef de zangeres voor indrukwekkende momenten zorgen, zoals bijvoorbeeld met een cover van Chers “Believe” dat de Marquee niet alleen liet meezingen, maar ook aan het dansen kreeg. Discovibes ten top dus, met een nummer als “Spotlight” als perfect voorbeeld, want je hoorde de glitter haast je gehoorkanalen binnen dartelen. Een uur lang cruisede Jessie Ware door haar set, met “Save a Kiss” als mooi orgelpunt. Een erg fijn uurtje dus in de Marquee, waarbij meewiegen geleidelijk aan evolueerde in jezelf bevrijden en overgeven aan de dansvloer.

joe unknown @ Lift

© CPU – Senne Houben

Er zijn grofweg drie types artiesten: zij die geen interactie hebben met het publiek, zij die wel een gezonde wisselwerking bekrachtigen met de fans en types à la joe unknown. Gemiddeld om het anderhalf lied – ja, ook soms middenin nummers – liet hij zijn dj op de pauzeknop drukken om zijn publiek op te zwepen. Letterlijk en figuurlijk werd dan alles uit de kast gehaald om hen op te hypen, waaronder ook een fles whiskey. In het begin was dat nog wel leutig, maar na pakweg de vijfde interventie hadden we het wel echt begrepen. Soms een domper op de feestvreugde, want we hadden verdomd veel zin om de Lift te nemen naar de Britse underground. De rhymes van joe kwamen niet binnen, maar de ranzige en grille bassen dan weer wel. Vooraan was het al testosteron en adrenaline dat de klok sloeg, achteraan vond je eerder sceptische blikken. Vooraf hadden wij hoge verwachtingen van deze show, maar we bleven wat op onze honger zitten. ‘Who the fuck is joe unknown?’ We zijn er in alle eerlijkheid nog niet veel wijzer op geworden.

Pinkshift @ Backyard

© CPU – Nathan Dobbelaere

Pinkshift kwam voor Pukkelpop voor het eerst naar het Europese vasteland om er haar posthardcore voor te stellen. De vier bandleden stonden al iets voor de show begon op het podium terwijl Joost Klein in de verte nog lawaai maakte. Eens het geluid daar doofde, werd er bij Pinkshift meteen een geluidsmuur gemaakt. De vele mensen die aan de Main Stage stonden, deden weliswaar niet de overstap richting Backyard waardoor de weide voor het podium goed leeg bleef. Aan de energie van de frontvrouw zal het niet gelegen hebben. Ze probeerde namelijk het publiek in gang te krijgen, al lukte dat maar na een halfuurtje wanneer de songs meer naar hardcore neigden. Voordien slabakte de set nogal wat met veel toeschouwers die gewoon van de gelegenheid gebruik maakten om even te zitten. Pinkshift bleef weliswaar aan een verschroeiend tempo doorknallen, al waren de songs te weinig memorabel om een echte indruk na te laten.

Turnstile @ Main Stage

© CPU – Nathan Dobbelaere

Het blijft vreemd om hardcorebands als Turnstile op een Main Stage te zien staan. Waar vroeger stagediven een constante was tijdens hun shows, moest iedereen nu netjes achter het hek blijven staan. Minder intens gaat het er daarom meestal niet aan toe, aangezien hun songs uiteraard nog steeds even beenhard blijven en er nog heel gemakkelijk moshpits verschijnen. Het valt ook moeilijk te ontkennen dat de band absoluut in staat is om een heel grote menigte te bespelen. Dat er echter wat verlies aan authenticiteit gepaard gaat met de groei van de band, is ook niet verrassend. Vergeleken met de shows de vorige jaren, zelfs nog op Rock Werchter vorig jaar, was het duidelijk dat de band zich qua setlist gisteren een stuk meer probeerde aan te passen aan het volledige publiek. Niet dat (neo-)klassiekers als “Real Thing” of “BLACKOUT” daarom verdwenen uit de set, maar tussen die uitbarstingen van agressie kwam er vaker dan anders een momentje van rust, zij het met songs als “ALIEN LOVE CALL” of een te lange (maar erg knappe) drumsolo. Wanneer de band aan het beuken gaat, blijft ze wel nog steeds een van de boeiendste en brutaalste gitaarbands van de afgelopen tien jaar. Conclusie: Turnstile is nog steeds heel sterk, maar is stilaan zijn niche aan het ontgroeien. Een probleem is dat, zoals ze gisteren bewees, ook helemaal niet.

MUNA @ Club

© CPU – Senne Houben

Wie gisteren nog met heimwee terugdacht aan de doortocht van boygenius, kon tegen etenstijd terecht in de Club. Daar stond met MUNA een gelijkaardige band op het programma, niet in het minst omdat ze getekend is onder het platenlabel van Phoebe Bridgers. Aanvankelijk was er echter niet zoveel belangstelling voor de eerste voet op Belgische bodem van de dames, al leek dat al na opener “What I Want” volledig onterecht. Het voorste gedeelte van de tent sprong namelijk al guitig mee met de band, waarna stilstaan al snel volledig van de tafel met opties werd geveegd. De opzwepende droompop werd alsmaar meer afgekruid met energie en enthousiasme, want de vonk tussen podium en tent bleef maar overslaan. Al snel werd dus duidelijk dat MUNA simpelweg een prima show afleverde, waar de band zelf ook zichtbaar van genoot. Dat uitte zich in het uurtje in enkele mooie en zelfs grappige momenten, zoals toen een fan een zelfgemaakte handdoek cadeau deed of toen de bassist plots verdwenen was en hij onder zijn voeten kreeg toen hij terug verscheen. Een opblaasbaar paard zou dan nog de Club verkennen op de tonen van “Anything But Me” en hit “One That Got Away” zorgde voor euforie. MUNA zorgde kortom voor een heel erg leuke set in een uiteindelijk toch aardig volgelopen Club en dan zijn die gelikte Amerikaanse clichés niet eens zo erg.

Gryffin @ Dance Hall

© CPU – Ymke Dirikx

Toegegeven, wij stonden er niet echt om te springen om naar Gryffin te gaan kijken. Vele pukkelpoppers hadden daar duidelijk wel zin in, waardoor de Dance Hall voor het eerst op zaterdag wat voller stond. De dj stuurde zijn eigen muziek in, maar ook bijvoorbeeld Guetta’s “Titanium” baande zich een weg in de tent. Er werd kwistig omgesprongen met kanonnen en vuur, en een hele hoop visuals projecteerden op het netvlies. De Amerikaan nam hier en daar een gitaar ter hande of legde zijn vinger op de keys, al was het maar om het showelement te doen gezien die uitspattingen muzikaal niet bijster veel bijdroegen. Rond het middenstuk van Gryffins speelduur had reeds heel wat volk het begeven en dat begrepen we maar al te goed: elk nummer was van hetzelfde laken een broek, en nog een en nog een, tot het stof niet meer te recycleren viel.

Nothing But Thieves @ Marquee

© CPU – Nathan Dobbelaere

We moeten er geen doekjes om winden: Nothing But Thieves heeft een abonnement op vluchten naar ons land. De band rond Conor Mason staat gemiddeld drie keer per jaar op een Belgisch podium, met vorig jaar nog maar een uitschieter van maar liefst vijf shows. De laatste van die vijfklapper was op de Main Stage van Pukkelpop en nu mochten de heren, hetzij met een nieuwe plaat onder de arm, ietsje later de Marquee voor hun rekening nemen. Best vreemd dus dat het in een tent te doen was, gezien de gigantische populariteit van de band. Het was bijgevolg drummen om te zien hoe “Welcome to the DCC” er meteen boenk op was. De sfeer zat goed en Nothing But Thieves hield de tent bij het nekvel. “Futureproof” jaagde de temperatuur nóg wat omhoog, terwijl “Is Everybody Going Crazy?” een strakke lazershow over onze hoofden jaagde. Mason liet iedereen zijn strot opentrekken met “Trip Switch”, om daarna het gaspedaal een beetje los te laten met “Particles”. Bij zo’n nummer komt zijn stemgeluid natuurlijk nog wat beter uit de verf, wat toch nog altijd het beste wapen van de band is. Bij “Sorry” had Nothing But Thieves dat wapen niet eens nodig, daar de Marquee de tekst hoor zich nam.

Menig festivalganger voelde zich met andere woorden als een vis in het water bij de Britten. Een vis die dankzij “Unperson” uit zijn bokaal werd gekatapulteerd om met “Tomorrow Is Closed” op eigen houtje aan het springen te gaan en bij “Overcome” de kieuwen uit zijn lijf te zingen. Datzelfde gebeurde meteen daarna opnieuw met “Impossible”, hetzij met een geheel andere sfeer. Mason en het publiek waren ondertussen één geworden, want na een tripje richting “Amsterdam” herinnerde ze ons eraan waarom het zo geliefd is op de Belgische festivals. We waren de heren dan wel even beu gezien na vorig jaar, maar de kleinere setting hielp hen om wat meer terug te keren naar de basis: energie en intensiteit in een zweterige omgeving. De Britten kroonden zichzelf dus opnieuw tot publiekslievelingen met een set waarin ze gewoon deden waar ze goed in zijn.

Op zaterdag 3 februari staat Nothing But Thieves in de Lotto Arena.

Dave Okumu & The 7 Generations @ Lift

© CPU – Senne Houben

Voor velen was Dave Okumu niets meer dan een nobele onbekende, maar Pukkelpop bleek dan toch nog over een paar echte fijnproevers te beschikken die hun weg naar de Lift vonden. Als frontzanger van The Invisible begon het in 2006 allemaal voor de veelzijdige Brit, alvorens hij ook als muzikant en producer van onder meer Adele, Amy Winehouse, Grace Jones en Jessie Ware naam en faam verwierf in muzikantenkring. Tussen al dat studiowerk door voor andere artiesten stampte hij dit jaar met zijn begeleidingsband The 7 Generations ook nog eens een gloednieuw album uit de grond genaamd I Came For Love en dat kregen we bijna in zijn volledigheid te horen op Pukkelpop. In de knus gevulde tent draaide het om groove, het verspreiden van liefde en het creëren van een gevoel van eenheid. In alle drie opzetten sloeg hij met verve en dat zonder echt uitbundig of gewild excentriek te moeten zijn. De beste synopsis voor het optreden vormde het nummer “The Struggle” waar zowat alle stijlen die Okumu lief had in verwerkt zaten. Vingers en duimen werden afgelikt rond etensuur dankzij Dave Okumu en zijn zeven generaties.

Pongo @ Dance Hall

© CPU – Nathan Dobbelaere

Nog niet veel vuurwerk in de Dance Hall tot zo ver op zaterdag, tijd om het over een ander boeg te gooien. In juli stond de Angoleens-Portugese Pongo nog op Dour en een dikke maand later deed ze haar uiterste best om de Pukkelpop-tent op gang te trekken. Dat lukte ook aardig en het leek zo dat ieder individu zin had om dat sprankeltje Afrika in zichzelf aan te spreken. Genoeg plaats was er om te twerken, met de armen te zwaaien en ritmisch op de grond te stampen, zeker nadat de zangeres een groep vrijwilligers op het podium riep om samen met haar “Wegue Wegue” van moves te voorzien. Nadat ze terug tot plebs werden gedegradeerd, overtroffen Pongo’s eigen danseressen dat met verve. De hele zaal werd begeesterd door de toch wel imposante frontvrouw en niemand wiens bewegingen dreigden stil te vallen. Halverwege de set liet de zangeres zich bijstaan door een jong meisje om Pukkelpop te voorzien van zang. Na al dat sexy in het rond springen was het wel enigszins verbazingwekkend dat juist dit optreden voor het knuffelmoment van de dag zorgde.

Op donderdag 5 oktober staat Pongo in Het Depot, op vrijdag 6 oktober in Cactus Club.

Alice Longyu Gao @ Backyard

© CPU – Ymke Dirikx

De prijs voor de vreemdste set van Pukkelpop zal ongetwijfeld naar Alice Longyu Gao gaan. De Chinese kwam al heel vreemd op door te verkondigen dat ze een stand-up comedyshow zou brengen in plaats van een muzikale act. Dat zorgde natuurlijk voor heel wat vreemde blikken bij het nog niet al te talrijk aanwezige publiek. Uiteindelijk kwam haar monoloog van een aantal minuten toch tot zijn eind door te verkondigen dat ze liefde en vrede moet brengen op het festival. Eens de muziek dan toch start, is het een mengelmoes van alles en nog wat. Zo zingt ze op de melodie van “Party Rock Anthem” en ook stevige gitaren zijn nooit ver weg. Echte instrumenten zijn er weliswaar niet, maar aan empathie en beleving geen gebrek. Zo kunnen we de set als een botsautoset omschrijven waarbij je alle kanten uitvliegt en nadien eigenlijk niet weet of dat nu wel de moeite was.

Limp Bizkit @ Main Stage

© CPU – Ymke Dirikx

Een optreden van Limp Bizkit kan de twee kanten op gaan: of het is het heel vermakelijk of het is heel ergerlijk. Met een wispelturige en moody frontman als Fred Durst in de rangen moet je nu eenmaal geluk hebben, maar kijk: gisteren troffen we hem aan in een bijzondere goede beu. Uitgedost in een funky shirt en een uberdimensionale goudketting trok hij nog voor het eerste nummer te hebben ingezet twee jonge fans op het podium, en dan wist je eigenlijk al dat de band in een zeer vrijgevige bui was. Die generositeit was ook te merken aan de songkeuze, want Limp Bizkit skipte hun meest recente album STILL SUCKS volledig en haalde liever een uur lang de geliefde klassiekers boven. “Take A Look Around” passeerde zo als tweede nummers reeds de revue en schudde de weide wakker.

Niet dat Pukkelpop echt een wake-up call nodig had, want eigenlijk al vanaf het begin van de set zat de sfeer er meer dan behoorlijk in zeer ten vreugde van Durst en co. Maar niet alleen hij ging met de aandacht lopen. Gitarist Wes Borland haalde een aantal verschroeiende riffs uit zijn gitaar en bewees zo op onder meer “Hot Dog” dat de groep muzikaal nog steeds stevig in haar schoenen staat. Veel mensen zagen ze gisteren voor het eerst aan het werk, zo bleek uit de openlijke enquête die Fred Durst hield, en de nieuwkomers hadden duidelijk zin in wat beukwerk. “Rolling” zorgde her en der voor moshpits en bleek de ideale opwarmer voor “Break Stuff”. De ravage van Woodstock 1999 bleef gelukkig uit, al ging het wel heel stevig te keer in het publiek. Limp Bizkit anno 2023 is hoe je het draait of keert gewoon een prima band om je te vermaken op een festival (als ze er zelf zin in heeft tenminste).

Amyl & The Sniffers @ Club

© CPU – Senne Houben

Punk is tegenwoordig een van de belangrijkste exportproducten geworden van Australië. Naast The Chats is Amyl & the Sniffers daarvan dan ook de belangrijkste vertegenwoordiger met al enkele moddervette en staalharde albums achter hun naam. We kunnen er veel over zeggen, maar in feite is het redelijk simpel: de kans dat de Club na een uur nog recht zou staan was bijzonder klein. Al vanaf de eerste minuut vlogen ledematen alle kanten uit en werd het bordje met ‘No crowd surfing’ op prachtige wijze genegeerd. “Security” zorgde er zo al snel voor dat de plankenvloer sterretjes zag, “Got You” liet ook al vroeg een vleeshoop ontstaan en “Hertz” maakte het geheel nog net een tikkeltje gekker. Het zweet gutste van eender wiens rug, maar aan een momentje ademhalen dacht de band allesbehalve. Ook al hadden ze naar eigen zeggen liever bij Limp Bizkit geweest, toch brak Amyl & the Sniffers met heel veel precisie de tent volledig af. Down Under boven op de derde dag van Pukkelpop.

Joji @ Marquee

© CPU – Senne Houben

Rnb singer-songwriter Joji lijkt aan het Napoleoncomplex te lijden, aangezien hij op het podium van de Marquee nog een verhoog van twee à drie meter liet bijbouwen. Samen met zijn begeleidende band torende hij hoog boven iedereen uit. De gitarist en drummer stonden respectievelijk rechts en links van de zanger, een schavotje lager, waardoor enkel de middenbeuk goed zicht op hen had. Voor de andere toeschouwers was het meer zoeken vanwaar die drums en gitaarriffs kwamen. In de zaal hadden we op voorhand gerekend op een grote groep geborenen na het jaar 2000. Dat viel nogal mee, maar zoeken naar dertigplussers was het ook wel. Iedere song werd op bijzonder creatieve wijze ingeleid door de Japanse Australiër. Zo leidden de woorden ‘I need your attention’ een kabbelend “ATTENTION” in. Na ‘Belgium, I can’t get over you guys’ zette hij “CAN’T GET OVER YOU” in en op de zinsnede ‘I need you to give me love’ volgde – u raadt het nooit – “Gimme Love”. Allen werden ze enthousiast onthaald door een toch wel toegewijd publiek, waarvan beide handen elkaar continu vonden. De hoogste noten van afsluiter “Glimpse of us” liet Joji handig over aan zijn fans. Wat de microfoon en het statief altijd maar tussen zijn benen kwamen zoeken, suggestieve bewegingen incluis, is de enige vraag die achteraf nog blijft nazinderen. Dat, plus wat er op de onderbroeken stond die de zanger het publiek in gooide.

Nia Archives @ Lift

© CPU – Ymke Dirikx

De Lift is de plek waar zaken te ontdekken vallen, maar soms gaat de populariteit hen voor de wind en dat was te zien bij Nia Archives. De tent stond namelijk afgeladen vol nog voor ze aan haar set begon en iedereen wachtte vol spanning wat er zou gebeuren. Uiteindelijk kwam de dj alleen het podium op om een uurtje keiharde breakbeats te draaien. Toch is enkel draaien niet haar enige kenmerk, want ook haar stem is uitstekend. Ze kan namelijk uitstekend zingen en dat toonde ze bij momenten met flair. Ze deed het eenmaal in het begin waarna ze een goeie veertig minuten het beste van een dj-set toonde. Hevige breaks en een constant gelijk tempo waren haar deel waardoor de tent nooit leeg liep en de temperatuur alleen maar steeg. Songs als haar herwerking van “Heads Will Roll” zorgden voor uitzinnige momenten in de set en toen ze op het eind meer ging zingen, kregen we ook enkel maar respect voor haar. Ze stond namelijk niet enkel heel enthousiast te draaien, ook toen ze voor haar tafel verscheen zweepte ze iedereen op. Met “Forbidden Feelingz” en “Baianá” werd de uitstekende set zwoel afgesloten. Hieruit kunnen we concluderen dat Nia Archives binnen de kortste keren grotere tenten zal aankunnen.

High Vis @ Backyard

© CPU – Nathan Dobbelaere

Qua jonge bands in de hardcorepunkscene zijn er weinig die tegenwoordig zo veel belangstelling krijgen als High Vis. De sound van de band werkt dan ook bijzonder goed, al valt er moeilijk een label op te plakken. Hardcore, postpunk en een stevige dosis Britpopklassiekers zitten allemaal wel ergens vervlochten in het geluid, wat zorgt voor redelijk intense en meeslepende liveshows. Geen verrassing dus dat er heel wat volk verzamelde voor de Backyard. Al van bij de opener was er zowel bij de eerste rijen als op het podium een enorme blijk van passie en appreciatie, tot op het punt dat fans letterlijk op mekaar kropen om hun helden van nog dichterbij te kunnen zien. Ook hier werd het crowdsurfverbod dan ook lustig genegeerd, tot groot jolijt van het gezelschap op het podium. “Walking Wires”, “Trauma Bonds” en “Choose To Lose” stonden bovendien bol van de emotie en de intensiteit, net niet tot op het punt dat tranen begonnen te vloeien. De muziekwereld heeft het eigenlijk al langer door, maar High Vis kwam op Pukkelpop met andere woorden nog maar eens bevestigen dat ze zonder enige twijfel een van dé gitaarbands van de komende jaren kunnen worden.

Op zondag 15 oktober staat High Vis in de Ancienne Belgique.

Rema @ Dance Hall

© CPU – Nathan Dobbelaere

Waar was Rema? In ieder geval niet op tijd in de Dance Hall. Een paar afrohitjes moesten ons alvast warmdraaien voor de nieuwe rijzende ster uit Nigeria. Na tien minuten rustig dansen kwam er dan toch een teken van leven en namen zijn bandleden plaats aan de achterkant van het podium. Showman Rema vloog er letterlijk en figuurlijk in, ware het niet dat de geluidsmix nogal rampzalig was. De voortekenen stonden dus allesbehalve goed voor de rest van het optreden. Nadat we de hoop op beterschap eigenlijk al hadden opgegeven, klaarde de sound toch nog op. ‘This is a Rema party’ vertrouwde hij de volgelopen danstempel toe en het werd inderdaad toch nog een feestje. Zwoel werd het met “Beamer (Bad Boys)” en ook de band was intussen al wat beter ingegrooved in het optreden. Rema zelf toonde zich meer en meer een showman en liet de tent uit z’n dak gaan bij “Charm”. Instorten deed de set niet, maar je voelde wel dat iedereen zat te wachten op “Calm Down”. Door tien minuten te laat te beginnen ging Rema een beetje over zijn tijd. De stagemanager was hem gelukkig mild gestemd en liet hem over tijd gaan met het bloedhete “Bounce”. De apotheose kwam er ten afsluiting met de wereldhit en iedereen smeet nog eens hun beste heupbeweging in de strijd. Voor Rema moest je dus geduld hebben, maar zoals wel vaker dit weekend loonde het geduldig wachten!

Luude @ Boiler Room

In de Boiler Room stonden er de hele dag drum-‘n-bass-dj’s geprogrammeerd. Omdat het onmogelijk is om ons daar een hele dag te parkeren, kozen we onze dj’s uit en gingen we eens piepen bij Luude. De man staat tegenwoordig bekend wegens zijn remixes van bekende nummers zoals “Big City Life” en “Down Under” en live was dat zeker niet anders. Zo haalde hij liedjes van Arctic Monkeys en Florence & The Machine door de mixer om er iets stevig en vettig van te maken, maar kon hij evengoed danceklassiekers als “Satisfaction” van Benny Benassi nog smeriger maken. Op die manier werd er anderhalf uur heel wat energie en kracht geserveerd waarbij iedereen de beentjes heel hard in het wild gooide.

Anne-Marie @ Main Stage

© CPU – Ymke Dirikx

Voor de doorsnee muziekliefhebber lijkt het alsof de allergrootste successen van Anne-Marie alweer vijf jaar achter ons liggen en haar programmering als voorlaatste op de Main Stage bijgevolg nogal hoog gegrepen is. Wie echter al eens graag naar de commerciële radio luistert, weet dat de zangeres ook vandaag nog de miljoenen streams aan elkaar rijgt. En laat dat soort muziek nu ook het perfecte lokaas zijn voor de gemiddelde Pukkelpop-ganger. De show was dan ook perfect afgestemd op dat publiek, met liedjes over toxische relaties en jezelf kunnen zijn. “Alarm” warmde de weide, mede door de vlammen, op voor een uurtje meezingen. Alles werd al van bij het begin uit de kast gehaald, zo ook co2-kanonnen bij “Don’t Leave Me Alone”. De grote popclichés dus; een rijtje waar ook haar muziek perfect in past. “2002” was een eerste grote meezinger, en dus liet Anne-Marie het ook veelal aan de weide over. Helaas zakte de vrij intense set daarna helemaal in met een paar rustige nummers zoals “Perfect” en “Our Song”. “Unhealty” bracht de sfeer gelukkig terug doordat iedereen cowboygewijs iets boven het hoofd moest lassoën, een nummer dat werd opgevolgd door de echte hits.

“Ciao Adios” en “Rockabye” brachten menig tienermeisje aan het tieren en zorgden voor een zee aan smartphoneschermpjes, de herwerkte versie van “What Is Love” vatte de hele set dan weer perfect samen: makkelijke muziek die verkoopt en aanslaat. Anne-Marie op de Main Stage was inderdaad plat, voorspelbaar en niet bijster origineel, maar zowel zij als Kiewit amuseerden zich. En dan is een hit als “Friends” met bakken confetti ook hetgeen je kan verwachten als afsluiter.

Dry Cleaning @ Club

© CPU – Senne Houben

Dry Cleaning heeft de afgelopen jaren al heel wat Belgische podia afgeschuimd, dus kon ook Pukkelpop uiteraard niet achterblijven. Hoewel het viertal ook onder die grote noemer van postpunk valt, is het live geenszins een harde bedoening. De redelijk rammelige en noisy nummers zijn hoofdzakelijk door het gezapige gebrabbel van frontvrouw Florence Shaw eerder bestemd voor een meer ontspannen concertervaring om rustig bij mee te knikken. In de Club was dat niet anders. Hitjes als “Gary Ashby” en “Strong Feelings” kregen de menigte wel wat in beweging, maar momenten waar heel het publiek volledig werd meegesleurd in het verhaal van Dry Cleaning bleven uit. Een uurtje was dan ook wel ruim voldoende, want naar het einde toe was het toch meer een kwestie van aandachtig proberen te blijven dan aan de lippen van de frontvrouw te hangen. Dry Cleaning stelt nooit echt teleur, ook gisteren niet, maar een hoogtepunt is de band rond Shaw zelden.

‘’][‘’\/\/(({O})) SSS}}{{EE\\_\\_ @ Lift

© CPU – Ymke Dirikx

‘’][‘’\/\/(({O})) SSS}}{{EE\\_\\_ is puur stilistisch gezien ongetwijfeld de opvallendste naam op de affiche van Pukkelpop 2023, al bleek dat niet de enige reden waarom het duo in het oog sprong. Het zag er namelijk naar uit dat Two Shell, zoals je al die gekke tekens uitspreekt, een tent aan de overkant van de steenweg was gaan stelen, om daarin zijn set te draaien. Doordat de Lift vol rook hing en er subtiele graffiti op die tent was aangebracht, leverde dat al meteen coole beelden op. Samen met wat trippy visuals zorgde het er meteen ook voor dat de tent werd omgedoopt tot een of andere donkere, Berlijnse ravebunker. Het begon allemaal wat donker en een beetje onwennig, maar geleidelijk aan kregen de twee schimmen het publiek wel hevig aan het bewegen. Dat aan de hand van opzwepende ritmes die uitspattingen kenden binnen de drum-‘n-bass en techno, maar even goed pop, dance en jungle. Na een klein halfuur verlieten de leden, weliswaar afwisselend en gemaskerd, de tent om de vocals voor hun rekening te nemen; uiteindelijk kwamen we zo zelfs tot een ietwat vage versie van Billie Eilish’ “What Was I Made For”. Two Shell was dus nogal speciaal in de Lift, maar de relatief weinige mensen die er waren amuseerden zich wel een uur lang. Hardcore, hyperpop en zelfs naar gabber neigende tracks passeerden de revue: de Amerikanen gooiden alles op een hoop en pakten uit met een vreemde doch aanstekelijke combo. Een belevenis, want zelfs “Party Rock Anthem” van LMFAO kwam voorbij.

Steve Lacy @ Marquee

© CPU – Senne Houben

Een a-typische popster die er geen wou zijn dartelde neer op de weide van Pukkelpop in de gedaante van Steve Lacy. Als een van de boegbeelden van The Internet scheerde hij al vaker hoge toppen, alvorens ook met zijn solowerk stevig door te breken. Zijn nummers sieren inmiddels de afspeellijsten van miljoenen, overwegend jonge fans, en maken van hem een van de meest geliefde alternatieve artiesten in r&b-land. In de Marquee was het niet toevallig dus behoorlijk druk toen hij met “Static” zijn set opende. Zijn band had hij weggemoffeld achter twee LED-blokken en zo eiste hij in het begin vooral zelf de aandacht op. Een ietwat rommelig gebrachte “Helmet” was een kleine teleurstelling, die echter al gauw werd weggeveegd met een sterke versie van “Buttons”.

Steve Lacy had zijn set voor een kleine ronde langs de Europese festivals wat aangepast om de vaart er in te kunnen houden. Met resultaat! “Lay Me Down” stilde onze honger naar iets meer power en energie, terwijl “Some” lekker groovy en speels was. Een van de uitblinkers van de set werd “Playground”, een nummer waar de funk à la Prince ervan af spatte. Ook “Infrunami” was een goedgemikte voltreffer die als meezingertje heel wat harten deed smelten. En dan waren daar nog die twee grote hits: “Bad Habit” en “Dark Red”. Als een verplichte ronde liet hij het niet uitschijnen door ze in een iets losser jasje te steken. Steve Lacy mag met zijn coole zonnebril op de neus gerust terugblikken op een meer dan fijn optreden als je het ons vraagt.

Ben Böhmer (live) @ Dance Hall

Net voor middernacht stond Ben Böhmer in de Dance Hall. Moederziel alleen stond hij de net niet propvolle tent te woord met zijn progressieve housemuziek. Lijntje per lijntje bouwde de Duitser de nummers zorgvuldig op om zo iedereen in trance te proberen krijgen. Alle liedjes kenden een gelijkaardige opbouw: een steeds luider wordende beat op hetzelfde monotone deuntje. Kleurrijke visuals en flikkerende lichten werkten als katalysator en zo zoog de dj ons mee in een soort comfortabele koortsdroom. Interactie met het publiek was er niet en dat was maar goed ook, want het zou ons alleen maar uit het ritme gehaald hebben. Heel erg vernieuwend was het allemaal niet wat we aanschouwden. Fijn intermezzo, echt blijven hangen gaat het echter niet doen, want daarvoor was het niet memorabel genoeg en zat de sfeer niet helemaal op de hoogte zoals die graag hadden gewild.

Stick To Your Guns @ Backyard

© CPU – Nathan Dobbelaere

Als afsluiter van de Backyard stonden de hardcorepunkers van Stick To Your Guns geprogrammeerd. De fans van Turnstile konden zich nog even verheerlijken aan de krachtige punk van de mannen uit Californië. Dat ze er geen gras over lieten groeien, werd meteen duidelijk toen bij de eerste nummers al een circlepit ontstond. Die pit sloot gedurende het volledige concert niet meer en de energie van de groep bleef ook intens. Korte, maar krachtige nummers was het motto en iedereen die nog een laatste restje energie in zich had, liet zich ook niet kennen. Ook een shout-out aan de organisatie was een mooie extra. Het geschreeuw en de harde gitaren verkochten als zoete broodjes en zo hadden de hardcorefans ook een fijn einde van hun festivaldag.

Op 6 december speelt Stick To Your Guns in De Vooruit.

Osees @ Club

© CPU – Nathan Dobbelaere

In de Club stonden legendarische garagerockers gepland. Osees kende al veel gedaantes en stond ook al meerdere keren op Pukkelpop. Dit keer mochten ze opnieuw de Club afsluiten en dat deden ze op hun eigen intense manier. Want doekjes die wonden ze er niet om. Van bij het begin lieten John Dwyer en co zich niet kennen en zat de energie op een heel hoog niveau. “I Came From The Mountain” mocht de debatten openen en zo zat het meteen goed in de tent. Naar goede gewoonte werd er iets te vroeg afgetrapt en daardoor was de tent nog niet helemaal vol. Gelukkig vulde het zich heel snel met een publiek dat zich steeds meer in de moshpit smeet. Daar was het vuur echt voelbaar, zeker ook door de warmte. Dat Osees na hun snedig eerste halfuur dan even gas terugnam, schiep een welgekomen meerwaarde. Dwyer had wel last van technische mankementen en reageerde zich dan maar al te graag af op zijn materiaal. Gelukkig had dat geen gevolgen voor de set die na “Sticky Hulks”, een rustiger nummer van een dikke tien minuten, weer in gang werd geschoten door “Withered Hand”. Het hek was terug van de dam en bezweet verliet iedereen uiteindelijk het laatste concert in de Club van Pukkelpop op zaterdag, dj’s niet inbegrepen.

Chase & Status (dj-set) @ Boiler Room

© CPU – Nathan Dobbelaere

Op een dag waar de Boiler Room een hele dag drum-‘n-bass serveerde, konden de koningen van het genre uiteraard niet ontbreken. Voor degenen die hun skankbenen na middernacht nog steeds niet volledig hadden versleten, stond er nog een heel stevig feestje gepland. Veel voller kon de Boiler niet staan, maar dat kunnen we moeilijk een verrassing noemen met een naam als Chase & Status. Met wereldhits als “No Problem” en “Blind Faith” is het dan ook niet heel moeilijk om een hele tent te doen botsen, maar de moddervette remix die ze bijvoorbeeld van “No Problem” speelden maakte het geheel nog een stuk steviger dan het bij de studioversie klinkt. Met nog een stevige moshpit als afsluiter deed Chase & Status dus exact wat ze moesten doen: Pukkelpop nog eens extra hard doen gaan.

2ManyDJs @ Marquee

© CPU – Senne Houben

De gebroeders Dewaele kennen Pukkelpop als hun broekzak, want is het niet als Soulwax, dan spelen ze de boel wel plat als 2ManyDJs. Dat laatste was ook gisteren het geval, toen de heren uit het Gentse de Marquee op slot mochten knallen. Dat gebeurde uiteindelijk met niet veel meer dan een – verrassing – simpele dj-set, maar wel eentje met kwaliteit. Toch ging het er in het begin vrij moeizaam aan toe, maar eenmaal onder stoom hadden de Dewaeles de tent helemaal mee. We kregen een dik uur lang de legendarische Soulwax-remixes en zoveel meer. Dan eens de klassiekers met onder meer Iggy Pop, ABBA, New Order of The Chemical Brothers, soms eens eentje uit eigen huis in de vorm van “Cliché” van Charlotte Adigéry & Bolis Pupul, een andere keer weer nieuwe sterren als ROSALÍA of Caroline Polachek. Een reusachtige discobal verlichtte middenin de set de tent, de knallende beats deden de rest. 2ManyDJs blijft artisanaal te werk gaan met plaatjes en liet de, weliswaar niet bepaald volle, Marquee stampen. Bij deze dus de vraag of de broers tot nationaal erfgoed gerekend kunnen worden. Ze verdienen het al zeker en vast.

BICEP (live) @ Dance Hall

© CPU – Nathan Dobbelaere

Voor wie op de late avond nog een beetje jus in zijn dansbenen over had, kon gisteren onder meer een bezoekje brengen aan het Noord-Ierse duo Bicep. De twee timmerden afgelopen jaar een zeer sterke liveshow in elkaar en deden daarmee reeds Rock Werchter en de Lotto Arena daveren. Wie ze toen al eens zag, die wist op voorhand dat ze niet louter aan wat knoppen zouden draaien. Visueel pakte Bicep immers uit met een tamelijk goed uitgewerkte show met flitsende visuals, een paar lasermachines en sobere lichteffecten. Als versterkend middel aan de beleving droeg het alvast bij aan het magisch sfeertje dat er hing en waar het prettig vertoeven was. Bicep bouwde hun show ook slim op en liet de boel een paar keer gecontroleerd ontploffen om dan tegen het einde iets steviger te kunnen uithalen. Na die uithaal zalfde Bicep met een prachtige uitgetrokken versie van hun dance-classic “Glue”. De euforie bereikte zijn piek en op die hoogte bleven we nog een tijdje hangen met “Apricots” en “Water” alvorens de lichten van de Dance Hall aansprongen en we ons een nieuw stekje moesten zoeken om de nacht te kunnen vieren.

Onze recensie van Angèle lees je hier.
Alle recensies van Pukkelpop 2023 lees je hier.

Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!

Deze recensies werden geschreven door Lucas PalmansNiels BruwierSimon Meyer-HornSimon Vyverman en Johannes Hulpiau.

Related posts
FeaturesMuzieknieuwtjes

Lokale Helden keert terug met een zesde editie!

Naar tweejaarlijkse gewoonte zet VI.BE opnieuw heel wat lokale muzikanten in de kijker tijdens Lokale Helden. Op 27 april worden in elke…
FestivalnieuwsMuzieknieuwtjes

Andromedik, Becky Hill, Wunderhorse, Channel Tres en meer naar Pukkelpop 2024

De paasvakantie is net voorbij, dus is ook de zomervakantie niet meer veraf. Hoewel de festivalzomer van 2024 nog moet losbarsten, belooft…
AlbumsFeatured albumsRecensies

Compact Disk Dummies – The Signal (★★★★): De ideale soundtrack voor zomerse uitbundigheid

Compact Disk Dummies heeft geen introductie meer nodig als vaste waarde binnen de Belgische muziekscene. De broers Janus en Lennert Coorevits braken…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.