10. Yves Tumor – Heaven to a Tortured Mind
Onze top tien openen we met mogelijks de meest unieke artiest van het jaar. Weinigen zoeken de grenzen van hedendaagse muziek en kunst op zoals Yves Tumor – alias van Sean Bowie – dat doet. Op Serpent Music uit 2016 experimenteerde hij met ambient, club, noise en fonografie. Opvolger Safe in the Hand of Love werd omschreven als verschroeiend grenzeloos en ook Heaven to a Tortured Mind verzamelde allerlei unieke superlatieven. Yves Tumor kent in feite weinig tot geen grenzen. Heaven to a Tortured Mind opent met de enorm krachtige single “Gospel For A New Century”, die een soort kruisbestuiving tussen een Odyssee, rockopera en r&b waarmaakt op een manier die we ons niet durfden inbeelden. Het is diezelfde ondenkbaar geniale mix van stijlen en invloeden die het album een top tien-plaats opleverde.
9. Caribou – Suddenly
Caribou is het geesteskind van Dan Snaith, een Canadese dokter in de wiskunde met een uitstekend gevoel voor ritme. Onder deze naam bracht hij dit jaar met Suddenly een vijfde album uit, waar hij zuinig maar zorgvuldig omspringt met elke noot. Zijn melodieuze, psychedelische popnummers bevatten soms echte instrumenten, maar even vaak zijn ze meer voor een nachtclub geschikt. De nummers wiegelen heerlijk heen en weer tussen techno en retro, tussen pijn en plezier. Steevast zijn de nummers op Suddenly minstens even gelaagd en subtiel als zijn vorige werk. Ondanks dat Snaith alles zelf op zijn computer maakt, klinkt zijn schrijverschap kwetsbaar en organisch. Dit is zijn meest persoonlijke en zelfzekere plaat, eentje om drie keer na elkaar op te zetten.
8. The Chats – High Risk Behavior
Luid, catchy en Australisch? Dat kan tegenwoordig over veel bands gaan, maar slechts eentje daarvan sloop onze top tien binnen. Het is niet het geprezen King Gizzard & The Lizard Wizard, maar de drie deugnieten die zichzelf The Chats noemen die we hier aantreffen. Het drietal brengt ons luide, catchy punkrock en vooral een heleboel onzin. Met een ongeziene nonchalance en een totaal gebrek aan ernst zingen ze over soa’s, eten op café en het veel te warme Australië. Het zijn net deze simpele, met humor doordrenkte teksten die de punk van The Chats charmant en aantrekkelijk maken. High Risk Behaviour is zo’n album dat door z’n oersimpele punkfuriositeit en ‘balls to the wall’-attitude zal nazinderen, zeker live. Versterkers helemaal open en meebrullen maar!
7. Khruangbin – Mordechai
Het gepruikte Texaanse trio Khruangbin bracht het afgelopen jaar een ep uit met Leon Bridges, Texas Sun, alsook hun eigen Late Night Tales mixtape en, van belang voor deze eindejaarslijst, hun derde studioalbum Mordechai. Laura Lee, Mark Speer en Donald ‘DJ’ Johnson lieten andermaal hun stem horen, en dat mogen we na twee instrumentale albums letterlijk nemen met de toevoeging van spaarzaam gekozen vocals die samen met de muziek de laidback sound van Khruangbin blijven vormgeven. De groep heeft zijn invloeden uit onder meer het Midden-Oosten, funk, afrobeat en desert blues nog meer tot een samenhangend geheel gekneed zonder er oneer aan te doen en krijgt daarmee een welverdiende plaats in onze top tien van het afgelopen jaar.
6. Fiona Apple – Fetch the Bolt Cutters
Fiona Apple behoort al meer dan twee decennia tot de top van de singer-songwriters. De laatste jaren hebben we er echter weinig van gehoord, maar dat maakte ze meer dan goed door de plotse release van Fetch the Bolt Cutters. De plaat kwam voor het publiek als een donderslag bij heldere hemel en deed nieuwe en oude fans verbazen door haar directe en gevatte teksten, ruwe productie en onteruggehouden aanpak. Het wilde, maar vooral eerlijke album kan op het eerste gehoor een zware boterham zijn, maar laat je al snel niet meer los. Fetch the Bolt Cutters is een van de puurste, eerlijkste en gewaagdste vormen van songschrijven die we dit jaar gehoord hebben.
5. Sufjan Stevens – The Ascension
Ook dit jaar wist Sufjan Stevens de perfectie te evenaren. In maart bracht de Amerikaanse muzikant samen met zijn stiefvader Aporia uit. De new age plaat bestaat bijna volledig uit instrumentale nummers, waardoor je zelf een verhaal kon verzinnen bij de dromerige muziek. Op het tweede wapenfeit dat Stevens dit jaar pleegde vertelt hij de verhalen, en het klinkt anders dan we van hem gewoon zijn. De folkmuziek behoort al enige tijd tot het verleden, maar voor The Ascension gooide de muzikant ook metaforen, personages en dergelijke overboord. In de plaats daarvan krijgen we eerlijkheid te horen. Zo wordt er gezongen over gelukkig willen sterven en de teleurstelling in de Verenigde Staten. Deprimerende en zware thema’s komen dus rijkelijk aan bod, maar zo nu en dan is er nog plaats voor een vleugje liefde.
De gelaagde elektronica die bijna anderhalf uur in beslag neemt, gaat alle mogelijke richtingen uit. Sufjan Stevens maakte voor The Ascension grotendeels gebruik van één keyboard, maar hij heeft er alles uitgehaald. Zo klinkt hij het ene moment bijna funky, maar zijn er evengoed nummers waar soundscapes de bovenhand nemen. Toen we dit album aan het begin van de herfst voor het eerst te horen kregen, waren we even enthousiast als een kind dat kerstcadeaus uitpakt. Waar een cadeau na enkele ogenblikken echter volledig uitgepakt en zichtbaar is, blijven we nieuwe elementen ontdekken in The Ascension. De details die de muzikant ook deze keer in zijn muziek steekt, lijken eindeloos en zo horen we luisterbeurt na luisterbeurt nieuwe elementen. Het duurde vijf jaar vooraleer Sufjan Stevens opnieuw met een volwaardige soloplaat naar buiten kwam, maar het was het wachten meer dan waard.
4. Slift – Ummon
De hoogste Franse notering in onze top vijftig kenden we toe aan Slift. Een – nu nog – vrij onbekende band uit het gezapige Toulouse. Het Franse drietal is echter allesbehalve gezapig. We vermoeden dat ze het woord zelfs niet meer kennen in Toulouse, want Slift is namelijk honderd procent pure apocalyps. Alles in puin, enkel zo kan je Ummon juist omschrijven.
Het album is een verschroeiende riffstorm die je meer dan een uur meezuigt in het fuzzy spacerockuniversum van Slift. Stel jezelf Hawkwind voor, maar dan in een modern jasje en heel wat luider en agressiever. Het album opent met titeltrack “Ummon”, die onmiddellijk de toon zet voor wat je te wachten staat. Een bezwerende intro, zwoele drums en dan een immense opstoot van jewelste: we zijn vertrokken. Het nummer galmt, kraakt en piept tot het manische gezang de baan van het nummer stabiliseert. Naast overdonderende riffs vind je op het album ook zweverige, psychedelische ruimtesoundscapes, die je rakelings langs planeten meevoeren. Zo voelt het zesminutenlange “Altitude Lake” bijzonder gewichtsloos. Die ijle passage wordt opgevolgd door de gecontroleerd chaotische achtbaan “Hyperion”. De manier waarop Slift moeiteloos van zweverige soundscapes naar oorverdovende fuzzrijke uitbarstingen gaat is fenomenaal. Het album getuigt van een ongelofelijke klasse. Het is een ongeziene storm van lawaai en belooft een bijzonder glansrijke toekomst voor het Franse drietal.
3. Porridge Radio – Every Bad
Er was dit jaar geen enkel Brits album dat ons zo in onze zetel heeft geduwd als Every Bad van Porridge Radio. Hun tweede plaat is een intense muzikale ontbolstering geworden, waarmee de groep uit Brighton zich definitief bij de grote reuzen van hun genre heeft geheven. Vanaf de eerste tonen van “Born Confused” tot de laatste seconden van slotnummer “Homecoming Song” zuigt Porridge Radio je in zijn ban.
Every Bad is een intense en emotionele trip door de gehavende ziel van frontzangeres Dana Margolin, die je keer op keer rechtopstaande haren bezorgt. De intensiteit van haar stem in combinatie met de geweldige opbouw van de nummers levert elf meeslepende en overdonderende songs op die haast niemand onberoerd laten. Every Bad is een tijdloos album dat zijn relevantie met de jaren alleen maar zal zien toenemen. Thank you for making us happy!
2. Run the Jewels – RTJ4
Naast een tergende pandemie weerspiegelde de ogenschijnlijk simpele hashtag ‘BLM’ een andere blijvende problematiek in 2020. Hetgeen hier en nu leeft, werd perfect belichaamd in dit muzikale meesterwerk. Run The Jewels-kopstukken El-P en Killer Mike schuwen de moeilijk aan te kaarten taboeonderwerpen anders ook niet, maar op RTJ4 vallen meerdere puzzelstukken samen. Doorgaans liet een nieuw album niet lang op zich wachten, maar na jaren van muzikale ambacht gecombineerd met groeiende verwachtingen, voelden de mannen dat het tijd was om dit jaar op inspirerende en weergaloze manier te kleuren.
Institutioneel racisme, politioneel geweld, toenemende polarisatie… Woorden schieten niet tekort bij Run The Jewels, want ze leggen deze en nog meer pijnpunten in onze maatschappij bloot. Was de woede bij de Amerikanen op hun voorgaande albums nog zeer uitgesproken, werd die nu gekanaliseerd en draagt een enorm strakke productie van El-P de profetische woordenwals van Killer Mike. Een brandend actuele plaat, en dan nog het meest in hun eigen bakermat. De tikkende tijdbom is ontploft, en daar heeft RTJ4 een niet te onderschatten aandeel in. Ze verzilveren hier niet alleen een tweede plek, maar – veel belangrijker – een langverwachte kentering in een vierkant draaiend mondiaal systeem.
1. Phoebe Bridgers – Punisher
Op haar tweede soloplaat Punisher wist Phoebe Bridgers angstaanjagend dichtbij perfectie te komen. Gehuld in een skeletkostuum gaat de Californische haar zelfgeschreven apocalyps tegemoet. Het leek wel alsof Bridgers het verloop van 2020 in een glazen bol had gezien, want het zou ons niet verbazen mochten we opeens een billboard tegenkomen met daarop ‘the end is near’. Bridgers weet de nummers op een subtiele manier aan elkaar te rijgen, waardoor het geheel vele malen groter is dan de som der delen.
Phoebe Bridgers legt haar (zwarte) hart op tafel en verovert zo moeiteloos de ziel van de luisteraar. Dat de forte van Bridgers ook ligt in het schrijven van sterke teksten is geen nieuws, al lijkt ze die kunst tot een nieuw niveau verheven te hebben op Punisher. De woordspelingen en sterke oneliners worden afgewisseld met zinnen die duizend-en-één betekenissen kunnen hebben en daarmee geeft Phoebe haar denkbeeldige pen ook even door aan de luisteraar, opdat deze ook een eigen verhaal bij de nummers kan schrijven. Het lijkt wel alsof alle puzzelstukjes samenkomen op Punisher, want ook Conor Oberst (waarmee ze een album uitbracht onder de naam Better Oblivion Community Center), Julien Baker en Lucy Dacus (waarmee ze de supergroep boygenius vormde) figureren op het album dat zich gaandeweg ontplooit als de perfecte plaat. De finale veldslag van de apocalyps wordt gevoerd op “I Know the End”, waarop euforie en chaos met elkaar op de vuist lijken te gaan. Met Punisher zet Phoebe Bridgers haar foutloze parcours verder. Na spoken (op debuutplaat Stranger In The Alps) en skeletten maken we ons wel zorgen hoeveel er op de volgende plaat nog overblijft van Bridgers in menselijke vorm. Al zou het ons ook niet verbazen mocht de amper 26-jarige tegen die tijd een goddelijke status bereikt hebben met een eigen kerk.
Wil je nog even een reis door het muzikale jaar ondernemen? We kozen uit elk album één nummer (behalve uit het album van The Microphones, dat niet op Spotify te vinden is) en goten alles in een afspeellijst op Spotify. Geniet ervan!
Deze lijst werd samengesteld door alle beren. De recensies werden geschreven door Matthijs Vandenbogaerde, Antoon Derijcke, Niels Bruwier, Leni Sonck, Simon Meyer-Horn, Ann Mulleman, Julie Heyvaert, Jan Kurvers, Jasper Verfaillie, Jan-Willem Declercq, Anne-Leen Declercq, Simon Proost, Martijn Minne, Kenny Claeyé, Tibo De Leenheer, Lucas Palmans, Anthe Lainé, Robbe Rooms, Renaat Senechal, Bauke De Langhe, Babette Rogiers en Ann-Frédérique Lorquet.
Ontdek onze 25 favoriete albums hier.