Toulouse ken je waarschijnlijk als die gezapige stad in het zuiden van Frankrijk, of als naam van dat schattige dikkertje uit de Aristokatten. SLIFT, afkomstig uit Toulouse, is alles behalve gezapig en schattig. Wie afgelopen zomer aanwezig was op Psych over 9000 –wij alleszins wel– zag de Franse lawaaimakers ongetwijfeld live aan het werk, en weet dat het geen katjes zijn om zonder handschoenen (of ja, zonder oordoppen) aan te pakken. Doorheen een geestverruimend thema van fuzzy space-rock lanceerde de band al twee kleppers van albums in onze richting, waarvan het recente La Planète Inexplorée met momenten wel heel erg doet denken aan de mysterieuze krautrock die Oh Sees tegenwoordig aan de lopende band produceert. Op de beste manier uiteraard. Met UMMON volgt voor SLIFT al hun derde plaat, en die klinkt -hoe kan het ook anders- tien decibel luider dan je modale zondagnamiddagalbum. Het is een verschroeiende riffstorm waaraan gewoon niet te ontsnappen valt, met een buitenaardse dosis hypnotiserende fuzz die dient als raketbrandstof voor de heuse verkenning van het universum die je te wachten staat.
“Ummon”, titeltrack van het album, is meteen een grote jongen van zes minuten lang. De aanzet van het nummer is niet van de poes. Meteen slooft SLIFT zich in het breed uit met een riff die galmt, kraakt en piept, alvorens de vocals de boel komen stabiliseren. Het klinkt als de daverende lancering van een Saturnus V-raket die ergens in het tweede deel van het nummer in een adembenemende baan rond de aarde terecht komt, en die tendens zet zich ook verder op het bezwerende “It’s Coming…”. De weelde aan gitaren lijkt van alle kanten te komen, en neemt het volledige nummer over zodra de sjamanistische vocals doorheen de mix echoën. De fuzz en wah-wah staan roodgloeiend, en stellen niet teleur.
De raket die SLIFT lanceerde bij de aanzet van hun album scheert op “Thousand Helmets of Gold” rakelings langs de maan. De buitenaards klinkende synths die zich her en der doorheen een van de machtige riffs van het nummer klieven desoriënteren je op de meest aanstekelijke manier, maar het beste deel van dit nummer schuilt misschien wel in het aanstekelijke drumwerk dat klinkt als een smaakvolle mix tussen Drop van Thee Oh Sees en het dromerige Somnium van Jacco Gardner. Waar “Thousand Helmets of Gold” stopt, neemt “Citadel on a Satellite” het naadloos over. Het blijkt geen rauw en schreeuwerig nummer, maar eentje dat flirt met de gewichtloosheid. De daverende fuzz maakt plaats voor een breed uitgesmeerde space-soundscape waar menig sciencefictionregisseur nog wat van kan leren. Dat natuurlijk allemaal alvorens de gitarist per ongeluk zijn volledige setje pedalen activeert en de versterker prompt in de fik vliegt. Geen erg, zeggen we dan. Zolang het maar verdomd goed blijft klinken, en dat doet het.
SLIFT bewijst zich voortdurend als meester van gecontroleerde chaos, waarbij de overgang van woelige naar ijle passages even beklijvend klinkt als andersom. Neem nu “Hyperion”. De gewichtloosheid die in het vorige nummer nog van kracht was, slaat hier abrupt om naar een mensencentrifuge van een nummer waarin 6G aan agressieve riffs je ogen weid open sperren. Op het einde van het nummer, wanneer de statische vocals over het geluid van uitdovende raketmotoren galmen, voel je je bovendien overvallen met een gevoel van pure revelatie. Dat gevoel zet zich ongebreideld door over het adembenemende “Altitude Lake”, de navel van het album, en misschien wel het meest psychedelische nummer dat UMMON rijk is.
De volgende halte is “Sonar”, en die heeft zijn naam niet gestolen. De pulserende golf aan gitaren in combinatie met de glibberige synthgeluiden heeft wel degelijk wat weg van taferelen die je te horen zou krijgen in een duikboot. De kracht van het nummer ligt hem echter in de oorverdovende stilte die halverwege valt, waarna elk instrument druppelsgewijs weer opbouwt naar een volgend hoogtepunt. En van hoogtepunten gesproken, wie een streepje Pink Floyd wel weet te appreciëren, kan zich volledig kwijt in het harmonieuze, 60’s-geïnspireerde “Dark Was Space, Cold Were the Stars”. De tocht huiswaarts is nu definitief afgeblazen, en op “Aurore aux coffins” blijkt dat heel duidelijk. Alsof het ruimteschip van SLIFT zich tegen warpspeed doorheen de leegte van de kosmos beukt. De futuristische, ontwrichte gitaarlijn kronkelt en schokt van de adrenaline terwijl een groots setje vocals het geheel alsnog overklast. Wat een nummer.
Waar “Son Dông’s Cavern” misschien te weinig meerwaarde biedt ten opzichte van zijn voorgangers doet rode lantaarn “Lions, Tigers & Bears” dat wel. Het tempo gaat opvallend de hoogte en in de intensiteit die de drummer daarmee opwekt houdt de boog dertien (!) minuten strak. De exotische synths krijgen carte blanche en profiteren daar maximaal van, terwijl de strakke baslijn je tel na tel meer in het zweet pomp. Het album eindigt hard en rauw met opnieuw een flinke dosis fuzz, waarna de nasmeulende gitaarelementen eindelijk hun rust verdienen.
SLIFT heeft met UMMON een machtig en bezwerend psychedelisch album in elkaar gebokst dat geen seconde weet te vervelen, desondanks de speeltijd van meer dan een uur. De moeiteloosheid waarmee de band totale chaos doet losbarsten en deze dan wonderwel opnieuw weet te controleren doet bijna magisch aan, en getuigt van grote klasse. Chapeau!
Ontdek nog meer muziek op onze Spotify.