Het is een kunst om een nummer te maken dat over niks, maar dan ook helemaal niks gaat, en toch een hele meute mensen in het zweet te jagen terwijl ze elke letter van dat nummer van begin tot eind mee joelen. Het is een kunst die de Australische outback-punkers van The Chats als geen ander beheersen, vraag het maar aan Pukkelpop, of recenter nog, aan Kavka. Doorbreken deed het trio van de Sunshine Coast met hun virale hitsingle “Smoko”, en twee ep’s later is de tijd nu ook aangebroken voor een volledig album. Van dat album losten ze eerder al vijf (!) clusterbommetjes van nummers en een hilarische infomercial waarin het drietal je aanmoedigt om hun album te gebruiken als vuilblik, of het simpelweg te ruilen voor drugs.
De typerende, catchy punkrock van The Chats bevat eigenlijk maar drie essentiële ingrediënten: een totaal gebrek aan ernst, een versterker die al het glas in je veranda doet barsten en een ros nektapijtje. Meer moet dat gewoon niet zijn. Dat blijkt ook meteen wanneer “Stinker” de rangen van High Risk Behaviour opent, en je meteen vol in je gezicht stampt met een lading ratelende baslijnen en agressieve drums. Het gaat ongemeen hard vanaf seconde één, net als op “Drunk And Disorderly”, met zijn op hol geslagen bas, en een verwoestende tsunami aan gitaar die klinkt alsof Josh met zijn auto doorheen de vitrine van een nachtwinkel knalt. Wie zich hier het duwen en meebrullen nog kan bedwingen, raden we desondanks de actualiteit toch een bezoekje aan spoed aan.
Ben je op zoek naar wat The Chats nu zo’n aantrekkelijk punkgroepje maakt, dan zoek je het best ook een keer in de richting van hun teksten. Ze zijn casual, humoristisch, en gaan over zo ongeveer alles dat oftewel luid meebrulbaar of hoogst herkenbaar is. Nu, hopelijk komt “The Clap” je niet al te bekend voor, gezien het rauwe, bemodderde nummer over niets minder dan een soa gaat. Als het maar hard gaat, denkt de band, en wie zijn wij om hen ongelijk te geven. Met dezelfde mindset kwam ook het furieuze “Identity Theft” tot stand, een hoop luide punk-vuiligheid over internetfraude tijdens het kopen van drugs op obscure websites.
Dat de band het ook over de klassiekere boeg kan gooien, horen we dan weer op “Guns”. Een nummer waarop geen risico’s genomen worden, zoals dat trouwens vaak het geval is op het album, maar de groep er wel gewoon steenhard tegenaan gaat met een vingervlugge baslijn en een erg catchy riff. ‘The kids need guns!’ schreeuwen The Chats, en wij schreeuwen intussen om een T-shirt dat niet doordrenkt is van het zweet.
‘60% of the album is written about actual things, and 40% of the album we’ve gone nuts with it’, aldus Josh. Onze gok is dat “Dine And Dash” zich tot dat eerste deel kan rekenen. Het is een hilarisch, stevig en catchy nummer dat netjes uitlegt hoe bassist Eamon een restaurant uit spurt zonder te betalen. Nog nummers over eten nodig? The Chats got you covered. “Pub Feed”, misschien wel een van de beste nummers op de hele plaat, staat stijf van de energie en slingert een sloopkogel van een riff doorheen je trommelvliezen wanneer de gevleugelde woorden ‘All I want and all I need, all I crave is a good pub feed!’ de grond onder je voeten doen daveren. Strakker dan dit nummer wordt het niet, je tinnitus kan er over meespreken. “Ross River”, de ideale opvolger van “Pub Feed”, houdt het tempo verzengend hoog terwijl een lijvige, grove riff je de indruk geeft dat je tegen 120 doorheen de bebouwde kom vlamt, op zoek naar een dokter voor de Ross River Fever die je net opgelopen hebt.
Het hele album klinkt onmiskenbaar Australisch, je gaat een bende IJslanders immers nooit zo bevlogen horen schreeuwen over een zonneslag zoals The Chats dat doen op “Heatstroke”, en ook het iets gedurfdere “4573” drukt een diep Australische stempel op je gehoorgang, verwijzend naar de postcode van ‘Sunny Beach’ waar The Chats koppig weigeren te vertrekken. Het nummer start minder intens dan de anderen, maar maakt dat ruimschoots goed door na een twintigtal seconden met heel veel goesting in je gezicht te ontploffen. De buizen van de versterker smelten ter plekke, en eerlijk, wij hadden ook niet gedacht dat het meebrullen van de postcode van een schunnig surf-gehuchtje zo verdraaid leuk kon zijn.
Wanneer de nummers op het album gemiddeld slechts twee minuten duren hoeft het niet te verbazen dat het einde er sneller aankomt dan je verwacht. Dat stoort allerminst, gezien de kort-maar-krachtig-mentaliteit van de band zonder twijfel een belangrijk deel uit maakt van het vurige karakter van hun muziek. ‘Don’t tell me what to do’ moet de groep gedacht hebben, en of ze daar ook een nummer over gemaakt hebben: “Do What I Want”, dat al in 2018 als single verscheen, is misschien wel dé meezinger van de plaat, maar is anderzijds niet het meest boeiende of opzwepende nummer in hun repertoire. Hetzelfde geldt jammer genoeg ook voor het oerklassieke staaltje punkrock dat de rangen van High Risk Behaviour sluit. “Better Than You” overstroomt van inspiratie noch power, maar is wel een perfect nummer om luidkeels mee te joelen met een fris pintje in je hand. En eerlijk, is dat niet waar het hier allemaal om draait?
High Risk Behaviour gaat ongetwijfeld nog een tijd blijven nazinderen, zeker live, en betonneert de reputatie van The Chats als furieuze, oer-Australische butt-punkers. Luid? Check. Catchy? Dubbelcheck. Schaf jezelf een nektapijtje en een paar afgedragen Vans aan, want als dit niet cool is weten wij het ook niet meer.
The Chats breekt op 30 oktober de Botanique in Brussel af.
Ontdek nog meer muziek op onze Spotify.