Als artiest heb je maar één kans om jezelf te bewijzen aan de buitenwereld. Althans, zo lijkt het toch, want er zijn altijd uitzonderingen. Toch valt de impact van een debuutalbum niet te onderschatten, zeker in deze tijden waar ep’s en singles bij de vleet worden uitgebracht nog voor er sprake is van dat eerste album. Vandaar dat we ook ieder jaar de beste debuutalbums in de kijker willen zetten. We pikten er twintig uit die nog in geen enkele andere van onze lijstjes te vinden zijn en die jullie zeker nog moeten checken dit jaar.
Bat Eyes – Bat Eyes
Al sinds 2019 smeedde Koen Wijnant aan het zelfgetitelde debuutalbum van Bat Eyes en dit jaar kregen we eindelijk dat tien song tellende album in onze schoot geworpen. Het Gentse viertal tapt gretig uit het vaatje waar bands als The Lemonheads en Pavement het heilige water uit dronken. Het jaren negentiggevoel is nooit ver uit de buurt en de gezonde dosis melancholie aangevuld met de dromerige indierock draagt hier enkel aan bij. Wie graag verdwaalt in een zweem van nostalgie, zal met dit debuut op zijn wenken bediend worden. Bat Eyes zorgt met singles als “Forever Wasted” en “Nowhere Here” voor een aanstekelijke vibe, waardoor het zelfbenoemde album voorbij is voor je het goed en wel beseft. Met een kleine tour doorheen Europa op de planning in het voorjaar zou 2023 het jaar van de doorbraak kunnen betekenen voor deze indierockformatie.
Body Type – Everything Is Dangerous but Nothing’s Surprising
Met Everything Is Dangerous But Nothing’s Surprising had Body Type al meteen een lange titel voor zijn debuutalbum. De plaat verscheen dit jaar, maar had er eigenlijk twee jaar geleden al moeten komen, net na de release van hun twee debuut-ep’s jaren eerder. De keuze om uit te stellen, legde de band alvast geen windeieren. Het viertal brengt namelijk een prachtige postpunkplaat waarbij ook aangetoond wordt dat er in Australië een scene begint te ontstaan. Muzikaal horen we het midden tussen Dry Cleaning en Wet Leg, maar dan zonder alle hype. Toch geeft Everything Is Dangerous But Nothing’s Surprising een boeiende luisterervaring dankzij de mix van verschillende vocals, waardoor ieder nummer een ander verhaal vertelt. Songs als “The Brood” en “Buoyancy” zorgen voor de energie, terwijl “Futurism” en “An Animal” ook aantonen dat er zachtheid sluipt in de sound van Body Type. Op die manier krijgt iedereen wel zijn ding te horen en daardoor kunnen we het debuut van de Australiërs alvast als een van de betere van het jaar beschouwen.
Brimheim – can’t hate myself into a different shape
De Deense muzikante Helena Heinesen Rebensdorff doet bij sommige mensen misschien een belletje rinkelen onder haar artiestennaam Brimheim, maar voor het grote publiek bleef ze het afgelopen jaar toch wat onder de radar. Dat neemt niet weg dat haar debuutplaat can’t hate myself into a different shape staat als een huis. De voorbije jaren maakte Brimheim bij muziekliefhebbers al wat indruk met sterke singles als “Exquisite Bliss” en “Call It What You Want”, nummers waarin neerslachtige en donkere teksten uitgesponnen worden op popgevoelige melodieën. Op de elf nummers van can’t hate myself into a different shape bouwt ze verder op dit elan en zwemt ze vlot doorheen diverse genres als shoegaze, rock, alternatieve pop en elektronica. Een plaat die niet gauw gaat vervelen en die zeker en vast je aandacht verdient!
Charles – Until We Meet Again
Charlotte Foret won enkele jaren terug The Voice Belgique, maar dat de vloek van een zangwedstrijd haar niet zou deren, liet ze dit jaar op een spectaculaire manier zien. Na haar eerste ep Falling While Rising, kwam ze dit jaar met haar debuutalbum Until We Meet Again op de proppen. Het zelfvertrouwen dat ze op die elf nummers tentoonstelt, komt in haar poprock helemaal tot uiting en toont haar ambitie als artieste. Charles maakt muziek voor de twee uiterste emoties. De momenten waarop frustraties de bovenhand nemen en even alles aan de kant schuiven nodig is, maar ook de sentimentele momenten waarop de wereld soms stil lijkt te staan. Daaruit put ze op onder andere “Systematic” en “Never Fair” duidelijk kracht, maar stelt ze zich tegelijk op “Didn’t Get To Say Goodbye” aanzienlijk fragiel op. Het verwondert ons daarom niet dat haar veroveringstocht haar met dit album langs onder meer een bomvolle The Barn op Rock Werchter en een uitverkochte Ancienne Belgique bracht.
deathcrash – Return
deathcrash nam het herculeswerk op zich om met een debuutalbum te komen dat evenveel inspiraties neemt uit postrock, midwestern emo, posthardcore en postmetal. Het minimalistische genre slowcore zit hier zowat tussenin verscholen, maar Return wiegelt soms zo veel heen en weer dat het niet onder die term te vatten valt. Hoewel er tussen de twaalf tracks ook enkele traditionele slowburners staan, belichamen songs als “Sundown”, “American Metal” en “Was Living” heel goed deze dynamiek, terwijl “Matt’s Song” en “What To Do” het zo intiem houden dat je de regenbui op het dak van de opnamestudio bijna kan horen. We merken dus duidelijk de invloeden van onder andere Explosions in the Sky, American Football, Slint en Amenra, al zorgt de atypische, maar stabiele uitvoering van die stijlen toch voor een onverwachte ervaring. Het biedt de Londense band oneindig veel mogelijkheden om met zijn talent een eigen uitgesproken geluid te ontwikkelen!
DITZ – The Great Regression
Een van de lawaaierigste debuten dit jaar kwam vanuit Bristol. Vijf jaar na het eerste album van stads- en genregenoten IDLES, zou DITZ wel eens een mooie opvolger kunnen worden. Hun geluid draait dan ook niet bepaald rond de pot. Loeiharde postpunksongs met de nodige portie noise en een schreeuw hier en daar vallen wel vaker in de smaak bij ons, maar de mannen hebben duidelijk nog net iets meer in huis, wat hen redelijk uitzonderlijk maakt. Recht door zee, niet te veel tierlantijntjes, maar vooral enorm veel potentieel. DITZ is een band voor de toekomst.
Ethel Cain – Preacher’s Daughter
Verre van een van de bekendste albums in deze lijst, maar misschien wel een van de beste, is het debuutalbum van Ethel Cain. De Amerikaanse zangeres kreeg een strenge katholieke opvoeding, iets dat duidelijk naar voren komt in de teksten en albumhoezen van de artieste, en is daarnaast ook nog eens een transvrouw met autisme. Haar muziek heeft iets weg van trage rockmuziek met dromerige aspecten en soms hoor je ook wat folk of kerkelijke invloeden. Preacher’s Daughter is een mix van verschillende genres, dus er een label opplakken is niet evident. Desondanks kunnen we toch meedelen dat het album bij momenten adembenemend is en ons bij de keel grijpt. Met 75 minuten is het debuut van Ethel Cain zonder twijfel aan de lange kant, en bij een eerste luisterbeurt dus misschien te lang, maar na verloop van tijd is elke minuut het waard.
Horsegirl – Versions of Modern Performance
Horsegirl was al enkele jaren in veel lijstjes terug te vinden als een band om in de gaten te houden. Matador Records zag al vrij snel het talent van dit indietrio en hees het aan boord in 2021. Datzelfde jaar verscheen single “Billy”, die door Rolling Stone uitgeroepen werd tot ‘nummer dat je gehoord moet hebben’. Het drietal uit Chicago vindt op Versions of Modern Performance ergens het evenwicht tussen grauwe gitaren, shoegaze en kleurrijke, mooie vocale melodieën die je doen wegdromen. Nora Cheng en Penelope Lowenstein verdelen de zangpartijen mooi tussen elkaar. De combinatie van poppy, grungy gitaargeweld en een fuzzy, hypnotiserende sound maken dat dit debuut tot op het einde blijft boeien.
Jockstrap – I Love You Jennifer B
Natuurlijk kon deze I Love You Jennifer B niet ontbreken in onze lijstjes! Black Country, New Road schopte het onverbiddelijk tot de ‘Numero Uno’ in onze album top 50. Jockstrap, het zijproject van BCNR-violiste Georgia Ellery en mede-Windmillenaar Taylor Skye, toont minstens even veel muzikale genialiteit als die overwinnaar. Op dit debuutalbum horen we de meest vernieuwende popmuziek in allerlei richtingen kaatsen. De productie is ongelooflijk, de mengelmoes van invloeden des te meer. Toch weet elk nummer een eigen universum te scheppen. I Love You Jennifer B is een eigenwijs popalbum vol “Greatest Hits” waarbij de creativiteit zo groot is dat we enkel kunnen denken “What’s It All About?”: een heerlijk gevoel.
Lander & Adriaan – Lander & Adriaan
Lander Gyselinck heeft er een mooi jaar opzitten. De drummer, die we kennen van onder andere STUFF., bracht maar liefst twee albums uit. Eentje met rapper Zwangere Guy en eentje met toetsenist Adriaan Van De Velde. Hun album, Lander & Adriaan, draaide uit op een eigenzinnige mix van grotendeels instrumentale muziek die live nog energetischer, intenser en magnifieker leek (zeker als je weet dat het duo voornamelijk optrad in het midden van concertzalen met een uitbundig publiek rondom zich). Of er ooit een tweede album van deze twee aankomt weten we niet, maar we zouden het in ieder geval niet erg vinden! De muziek is om je duimen en vingers bij af te likken, en je dansbenen in de strijd te gooien.
Lees verder op de volgende pagina!