De laatste keer dat King Gizzard & The Lizard Wizard vertoefde in een Belgische concertzaal is geleden van oktober 2019, toen voor een dubbelconcert in de Ancienne Belgique dat al snel hopeloos uitverkocht was. Voor een gemiddelde band is dat niet zo’n buitengewoon lange afwezigheid, maar de Australische bende ongeregeld lijkt op een ander tempo te leven. Vier jaar geleden is voor de Australiërs acht(!) platen, talloze live-albums en bootlegs, en een veranderende line-up geleden. Het is moeilijk te zeggen welk album de band nu precies komt voorstellen in het Koninklijk Circus, want ze lijkt sindsdien met een geheel nieuwe catalogus van down under te zijn gekomen.
Verleden oktober zagen Changes, Laminated Denim en Ice, Death, Planets, Lungs, Mushrooms and Lava het levenslicht, terwijl Omnium Gatherum eerder in het jaar het aanzienlijke albumcanon aanvulde. Dat is weliswaar nog verre van een garantie dat die albums ook effectief uitgebreid aan bod zullen komen. Met een discografie van ondertussen 23 albums kan je uren spelen en de fans van King Gizzard zijn het soort dat met alle plezier wat Red Bulls of koffies achterover kapt om het concert tot diep in de nacht te kunnen trekken. Voorspellen met welke setlist King Gizzard zou komen opdraven is dus weggelegd voor wiskundigen.
Eigenlijk bestaat er voor King Gizzard & The Lizard Wizard geen beter voorprogramma dan de Londense band Los Bitchos. De Britse girl group heeft met de loop der jaren al een fameuze livereputatie weten opbouwen, voor het laatst nog in de Botanique tijdens Les Nuits. Hier en daar klinkt het eens wat meer gezapig, dan al terug wat meer uitgelaten. Los Bitchos kreeg als taak het opwarmen van het reeds talrijk aanwezige middenplein en kreeg zo al een klein feestje in gang, al is een King Gizzard fans hand op dat vlak gauw gevuld. Het bleef allemaal nog mooi binnen de perken, maar tijdens hun laatste nummer, een cover van King Gizzard’s “Trapdoor”, kreeg de band wel het gezelschap van niemand minder dan Stu Mackenzie, Mr. Gizzard himself. Die gooide op zijn dwarsfluit alles in de strijd en stal op die manier al even de show. Om het aankomende volksfeest al wat warm te krijgen, deed Los Bitchos dus wat het moest doen.
Hoewel King Gizzard niet erg voorspelbaar genoemd kan worden, is het welgeweten dat “Rattlesnake” een geliefkoosde opener is. En zo geschiedde. Lang hoefden moshpitopportunisten dus niet te wachten om hun gram te halen. Het onaflatende tempo en de drijvende drumbeat van drummer Michael Cavanaugh waren genoeg om het ellenlange desertrocknummer van een moshpit te voorzien. Een vijftiental minuten aan ‘Rattlesnake! Rattlesnake!’ bleek op het eerste zicht voldoende om dat hypnotiserend repetitief nummer uit het systeem van de band te kunnen krijgen, al zou later blijken dat niets minder waar was.
Vervolgens zette de band een van vele schijnbewegingen in. Het is om te zeggen, er werd graag geteased naar het begin van een bepaald nummer, om dan met volle vaart in een ander te vliegen. Zo ook met “Automation” en “Honey”, waar eerst “Muddy Water” en “Sleep Drifter” respectievelijk te horen waren vooraleer de microtonale lijn definitief doorgetrokken werd. De liefelijke akoestische ballade “Honey” kreeg toch wat meer tanden in de livecontext, wat een beetje pracht van dat nummer wegnam, maar de moshpit moest uiteraard verzadigd blijven. En toch, de poeslieve teksten van “Honey” die een rock-‘n-rollbehandeling kregen hadden iets koddigs.
Het was in het eerste deel van het concert microtonaliteit dat de klok sloeg, vanop de geliefde albums Flying Microtonal Banana, K.G. en L.W. De funky desertrock van “Nuclear Fusion” waar ritmes vanuit de Arabische wereld doorheen kropen, tot aan de zang van frontman Stu Mackenzie toe, behoort net zoals “Rattlesnake” tot een van de fan favourites. Het was pas na “O.N.E.” dat er andere genres aan de beurt kwamen. De aanstekelijke synthloop van “Magenta Mountain” zette dat nummer initieel aan de kant van de groovy psychedelische pop, maar het duurde niet lang vooraleer een bepaalde spanning opbouwde. Het was hier dat King Gizzard kon jammen en het klonk alsof de bandleden de muziek daar ter plekke voor de eerste keer uit hun instrumenten persten. De losse maar loeiharde prog waar de band geleidelijk aan mee kwam opzetten, werd vooraleer onderstreept door een intense Cavanaugh die op drums de overhand nam.
Die knetterende ontplooiing zette een nieuwe hoofdstuk in: die van de ruige kantjes. Cavanaugh kondigde met een double bass groove dat de tijd voor Infest The Rats’ Nest aangebroken was, en de moshpit sprong (letterlijk) nog eens in actie op de tonen van “Planet B”. Ook “Self-Immolate” werd ingezet met zo’n krachtige en stompende intro op drums, al is het zicht van een op blote voeten wandelende Stu Mackenzie die de onderste regionen van zijn stem opzoekt en door een van de meest vlijmscherpe en strakke riff die je kan verzinnen vlamt, ronduit komisch. Dat soort riffs zijn veelal weggelegd voor de Slayers en Metallica’s van de wereld en niet, wat niet anders kan omschreven worden als, zes Australische surfgozers. En toch, dat is in één beeld de King Gizzard-identiteit.
De overgangen tussen de nummers in deze naadloze set gingen nooit gepaard met een stijlbreuk of waren nooit klungelig te noemen. Integendeel. En toch eindigde King Gizzard ergens compleet anders dan waar het begon, tot op het punt dat je jezelf afvraagt hoe we daar geraakt zijn. Schoolvoorbeeld was de medley “I’m In Your Mind” / “I’m Not Your Mind” / “Cellophane” / “I’m in Your Mind Fuzz” die feilloos in mekaar overliep. Allemaal nummers vanop het album I’m In Your Mind Fuzz uit 2014, een van de eerste creatieve pieken van de band. Zonder veel moeite liep door die medley ook een nummer als “The Dripping Tap”, van vorig jaar. Dat nummers met acht jaar tussen met weinig moeite in de blender gestoken worden, toont misschien dat de band met de jaren af en toe in herhaling durft te vallen. Dat zal de paar honderd moshers die op dat moment vrijwillig een hersenschudding ondergaan echter worst wezen. Doorheen de moeiteloze overgangen had je zelfs nog nummers die terug schenen te verwijzen naar mekaar, zoals die dekselse “Rattlesnake” waar de band zelfs na een vijftien minuten durende versie maar geen genoeg van kreeg. Noem het muzikale intertekstualiteit, om de voorste rijen terug wat op te kunnen zwepen.
De laatste paar nummers waren ondertussen aan zo’n verschroeiend tempo voorbijgevlogen, met zo goed als geen ademruimte, dat een rustpunt welkom was. En alsof de band zelf aanvoelde dat het zijn decibel-quota ondertussen al lang behaald had, dook het in het zwoele en vibrerende “Ambergris”. De set kroop naar de twee uur toe toen het funky “Ice V” ingezet werd. Tijdens de lange stukken aan zangloos gitaarspel van dat jazzrocknummer merkte je wel dat het vat stilaan af begon te geraken bij het publiek. Maar een eindmeet haal je in stijl, dacht King Gizzard. Afsluiter “Boogieman Sam” vormde weer de basis van een constant veranderende medley. Onder andere flarden van “Going Up the Country” van Canned Heat en “Hells Bells” van, wie anders, AC/DC, de Australische nationale trots, werden in dat knallend nummer gepropt.
Wat geweldig is aan een band als King Gizzard, is dat je zelfs na een concert van twee uur nog met een twintigtal nummers zit waarvan je denkt dat ze ze nog hadden moeten spelen. Passeerden niet de revue: geen enkel nummer van albums als Butterfly 3000, Polygondwanaland, Gumboot Soup, en zelfs hun moderne klassieker Nonagon Infinity; nummers als “Head On/Pill”, “The River”, “Mars For The Rich” en “Slow Jam 1” et cetera. En die lijst is voor iedereen anders. Zo veel verschillende genres betrekt King Gizzard in zijn eigen mythos en zoveel verschillende smaken trekt het aan. Met zo’n gigantische smeltpot kan je niet anders dan uit velen één creëeren en uit één velen. Muzikale kameleons, minder dan dat kan je ze niet noemen.
Niet dat het Koninklijk Circus te vergelijken is met een bruine kroeg of dergelijk klein grut, maar het is de vreugde van vele fans dat deze groep waarschijnlijk nooit in een Sportpaleis zal verschijnen. Wat het eigenlijk verdient, maar dat de leut er volledig zou uitnemen. In het Koninklijk Circus kan je een volksfeest uitbouwen op perfecte schaal, niet te groot, niet te klein. Het collectieve talent van King Gizzard is haast generational te noemen. Het is het soort band die de heersende leuze in de muziekindustrie dat ‘rock dood is’ ten ruste legt. Het is ook het soort band dat met dat kleine beetje ironie zou gaan lopen en niet meer zou omkijken.
Wie King Gizzard & The Lizard Wizard ook live aan het werk wil zien, kan op zondag 20 augustus terecht op Pukkelpop.
Setlist:
Rattlesnake
Automation
Honey
Nuclear Fusion
O.N.E
Magenta Mountain
Planet B
Self-Immolate
I’m In Your Mind
I’m Not In Your Mind
Cellophane
I’m In Your Mind Fuzz
The Balrog
Ambergris
Cut Throat Boogie
Ice V
Boogieman Sam
Dit beschrijft de sfeer van gisteren volledig. Wat een set.
1 kleine correctie: “Work This Time” is niet gespeeld. Ik vermoed dat je Ambergris bedoelde.
https://www.setlist.fm/setlist/king-gizzard-and-the-lizard-wizard/2023/cirque-royal-koninklijk-circus-brussels-belgium-bbb915a.html
@Nick Maertens hey! ja bedankt! zoals ik omschreef, de set was zodanige een medley dat ik het verkeerd gehoord zal hebben. bedankt voor je hulp.