Het lijkt een koortsdroom uit een ver verleden, maar het is nog maar van vorig jaar geleden dat King Gizzard & The Lizard Wizard haar verwoestende tweedaagse passage doorheen de AB maakte. De Europese tournee die de band netjes documenteerde onder de noemer Chuncky Shrapnel bundelde de thrashmetal van Infest The Rats’ Nest en de eco-psychedelica van Fishing For Fishies in een show waar we tot op vandaag nog niet over uitgepraat zijn. De intro zou nog een paar paragrafen kunnen doorgaan, maar laat ons eerlijk zijn: de discografie van de Aussies spreekt voor zich. In de enorme diversiteit aan muzikale kronkels waar de al even diverse groep aan bandleden zich ondertussen aan waagde is er één album dat we graag nog een keertje aanhalen: Flying Microtonal Banana. Drie jaar geleden intussen waagde de band zich daarop aan een verkenning van het microtonale toonstelsel, een onderneming die hen naast culthit “Rattlesnake” duidelijk ook honger naar meer opleverde. K.G., ondertiteld met ‘Explorations into Microtonal Tuning, Volume 2’, is een album dat zich met nog meer overgave stort op de Midden-Oosterse psychedelische sound, en zich desondanks een opvallend gebrek aan individuele hoogvliegers wel profileert als een ijzersterk conceptalbum.
King Gizzard & The Lizard Wizard opent de rangen gesluierd in geheimzinnigheid, met “K.G.L.W”. Stu’s dwarsfluit doorbreekt op kousenvoeten de stilte en maakt de weg vrij voor “Automation”. Het Arabische timbre van de gitaar woelt hier meteen loeihard door het brandende woestijnzand dat je plots onder je voeten voelt. De immer profetische toon waarmee Stu een digitaal dystopium schetst, raast als een zandstorm over de instrumentale woestenij, terwijl jij je afvraagt of je moet buikdansen of headbangen.
“Minimum Brain Size” doet er een schepje bovenop en overtuigt je van het buikdansverhaal. Zijdezacht glijden de woorden van Stu over de hypnotiserende riff terwijl de harmonica van Ambrose zijn herkenbare stempel drukt op het nummer. ‘You’re weaker than you know’, klinkt het fluisterend, terwijl het akoestische gedender op de achtergrond evolueert naar een wild swingend Anatolisch strijdlied. De band lijkt zich ondergedompeld te hebben in Turkse psychedelica uit de sixties, en brengt daar haar eigen versie van: catchy, heroïsch en groovy. Het is dag en nacht verschil met “Straws In The Wind”. Het nummer heeft meer weg van een dromerige, oosters getinte ballade dan de koortsdromen die eraan vooraf gingen, al mist het geen doel.
De typerende stem van Ambrose mompelt zich galmend een weg naar “Some Of Us”. Het regent sidderende synths en harrewarrige effecten, die desondanks hun talrijke aanwezigheid in de schaduw gezet worden door de fluit van Stu die naar het einde van het nummer toe steeds meer zijn toevlucht zoekt tot het experiment. Desondanks het feit dat je nog geen millimeter ruimte gehad hebt om te ademen tussen alle opwindende en bevreemdende passages, moet het ‘potverdriedubbeltjes’-moment nog komen.
“Onthology” werkt met gevoel voor spektakel toe naar “Intrasport”, een nummer waarop de band zich waagt aan Oosterse… spacedisco. Maakte je hiervoor nog het argument dat de boel klonk als een gerecycleerde versie van Flying Microtonal Banana, dan is K.G. de volledige vliegende fruitmand. De strakke drummachine die na Eric Moore ook Cavs volledig overbodig maakt, bonkt met veel geweld de bezetting van de muren, terwijl het het strijkorkest is dat samen met de eighties-getinte synthlijntjes op bijna kitscherige manier aanmoedigen om falafels te bestellen in plaats van pizza. “Oddlife” is het logische vervolg, een nummer dat gas terug neemt van de disco-experimenten, Cavs zijn drumprivileges terug geeft, en vooral weer wat meer gewicht in het kamp van de riff legt. Het klinkt als een brugje tussen twee uitersten, met “Honey” in het verstek.
Het gaat misschien raar klinken gezien het het minst gewaagde of unieke nummer van de bende is, maar “Honey” gaat naar alle waarschijnlijkheid het langste blijven plakken. Honingzoet en zacht als babybilletjes biedt het nummer een oase van rust doorheen een destructieve tocht door de woestijn, al blijkt je lot onontkoombaar: “The Hungry Wolf Of Fate”. De straalhemel kleurt hier bloedrood, en jij donkerpaars, terwijl je gewelddadig gewurgd wordt door een stel gespierde trashriffs die onder begeleiding van een orkaan aan basdrum en wahwah een punt zetten achter het album.
K.G. is het zestiende studioalbum van King Gizzard & The Lizard Wizard. Je zou denken dat er na jaren van experimenteren wel eens een einde komt aan de inspiratie, en de band in herhaling valt. Niet vandaag, zo blijkt. Sterker nog, K.G. is opnieuw staalhard bewijs dat de band ook zonder de input van Eric Moore springlevend is, en zich terecht de meest opwindende psychrockband van het moment mag (blijven) noemen.
Naast K.G. brengt King Gizzard & The Lizard Wizard vandaag ook Live In San Francisco ’16 uit, een livealbum opgenomen op het moment dat de band tourde met Nonagon Infinity.
Facebook / Twitter / Instagram
Ontdek nog meer muziek op onze Spotify.