Hot Mulligan – you’ll be fine (★★★½)
Waar Hot Mulligan op z’n debuutplaat Pilot (2018) nog rechttoe rechtaan poppunk met weinig onderscheidend vermogen schreef, bewijzen de Amerikanen twee jaar later heel wat meer in hun mars te hebben. you’ll be fine staat vol met geloofwaardige, tegendraadse nummers met rake teksten en een blend tussen mathrock en poppunk. De moeilijkere weg die Hot Mulligan op die wijze inslaat, leidt echter naar een veel interessante bestemming. Tijdens “Digging In” hoor je een uithaal van de fermste soort, tijdens “*Equip Sunglasses*” hoor je hoe een vlot gesprek tussen gitaar, basgitaar en drum klinkt. Op “SPS” zijn de heren voor ons net iets te ver gegaan in hun experiment, maar desalniettemin is you’ll be fine een zeer fijne plaat geworden.
KRANKk – Dark (★★★★)
Na het beluisteren van hun album denk je misschien anders, maar KRANKk is toch echt een Belgische band. Nochtans lijkt hun muziek rechtstreeks uit de donkere garages te komen van de Londense buitenwijken. We leerden het drietal kennen door hun samenwerkingen met andere Belgische artiesten zoals Miss Angel, Blu Samu en David Ngyah. Een klein jaar later brachten ze met Dark hun debuutalbum uit dat bol staat van knallende bassen en vettige grime. “Escape” zet dan ook meteen de toon voor wat nog zal volgen, een Burial-achtig nummer met een stevige bas en een sfeer die recht uit dat ene straatje lijkt te komen waar je geen voet durft in te zetten.
Voor “Don’t Forget” kregen onze landgenoten de hulp van de Britse mc’s Manga Saint Hilare en Coco die zeker nog wat extra rauwheid toevoegen aan het grimey sfeertje. Het meest dansbare nummer op Dark is dan weer “Crazy”, de al eerder uitgebrachte samenwerking met David Ngyah, wiens soulvolle stem even wat licht in de duisternis kan brengen. Een minpuntje vinden we wel dat dit nummer in totaal drie keer op de plaat staat, zij het dan wel in een dub- en refixversie, maar we zagen liever nog twee nieuwe volledig andere nummers. Op Dark krijgen we de Londense underground voorgeschoteld door een Belgisch trio. Van Burial-achtige bassen tot grime waar Skepta wel eens voor naar Antwerpen zou willen afzakken.
Deap Lips – Deap Lips (★★★)
De madammen van Deap Vally die niet op hun mond gevallen zijn en de heren van The Flaming Lips die vooral vallen voor psychedelische geluiden besloten de handen in elkaar te slaan en hun klanken genadeloos met elkaar te combineren. Deap Lips is hun eerste gezamenlijke plaat en die klinkt tot op zekere hoogte fascinerend. Dat kon ook bijna niet anders, met een dergelijke soundclash. Uiteindelijk klinkt de plaat vrij eclectisch en biedt ze een evenwicht tussen de twee oorspronkelijke groepen, al blijft die niet over heel de lijn boeien. Na een tijdje is het shockeffect wel uitgewerkt en begeven we ons liever naar albums van een van de twee bands. Een leuk experiment, maar niet zo enorm veel meer.
The Districts – You Know I’m Not Going Anywhere (★★★)
De laatste plaat van The Districts dateerde alweer van drie jaar geleden, hoog tijd dus voor wat nieuws in de vorm van You Know I’m Not Going Anywhere. Frontman Rob Grote, die zelf net uit een moeilijkere periode geklauterd komt, formuleert de bestaansreden van het album als ‘a dream for love to last foreverand yearning to postphone death’. Escapisme is de rode draad doorheen een album dat misschien niet altijd even boeiend overkomt, maar alleszins wel een paar geweldige nummers als “Cheap Regrets” bevat, die bewijzen dat de band zich niet wil beperken tot de platgewandelde paadjes van hun typerende indierock. Verwacht je aan een hoop boeiende soundscapes en eigenwijze songwriting, met daartussen helaas ook wat platte pannenkoeken van nummers die snel in de vergetelheid zullen belanden.
Eijer, Sneadr – Parkstad Paper & Mijnstreek Money (★★★★)
Je zou het misschien niet helemaal verwachten, maar er is ook lyrische Nederlandse hiphop. Vandaag gaan rappers als Lil Kleine, Boef en Bizzey met alle aandacht lopen, maar er is zeker ook echt talent dat onder de radar blijft. Eijer is daar eentje van. Samen met Sneadr maakte hij Parkstad paper & Mijnstreek Money. Een album met features van onder andere $keer en boos, en onze eigen Belgische Berry en Zwangere Guy. Een ijzersterk album dat qua sound doet denken aan oldschool nineties hip hop à la Biggie, Wu Tang en Mos Def. De flows zijn hypnotiserend, accentjes in overvloed en er zit diepgang in. Zeker de moeite!
RonnyHuana – Get Los III (★★★★)
De Antwerpse rapper met Marokkaanse roots RonnyHuana zet zijn veroveringstocht van de Belgische hiphopscene verder. Op nog geen jaar tijd bracht hij ons drie tapes. Get Loss, Get Loss, Pt 2, en nu dus Get Loss III. Hij wordt gepusht door grootmeester in de scene Zwangere Guy, die op Get Loss III meerapt op “Botsen”. Een onverbiddelijk ruwe track die de vibe van het hele album perfect samenvat. De instrumentals die RonnyHuana zelf maakt, klinken donker en gaan perfect samen met de agressieve raps van de Antwerpenaar. Ronny is een selfmade artiest die bezig is aan zijn weg naar de top, van de underground scene straight to the top. Een ding is zeker, van deze man gaan we nog heel wat horen in de toekomst.
Dan Deacon – Mystic Familiar (★★★★)
Componist, producer en singer-songwriter Dan Deacon is voor het eerst sinds Gliss Riffer uit 2015 terug met een nieuw album, zijn vele soundtracks niet meegerekend. Op Mystic Familiar, dat iets meer gecomponeerd en minder ruw klinkt dan oude albums als Bromst, weet Deacon met gebruik van synthesizers en effectjes allerlei laagje na laagje op te bouwen tot er een heuse wall of sound ontstaat. Die opeenstapeling van geluiden creëert een groots ‘wauw’-effect dat gedurende het hele album blijft weergalmen.
Canshaker Pi – Okay Decay (★★★★)
Deze editie van Beire Kort afsluiten doen we met een geweldig indierockalbum uit Amsterdam. Canshaker Pi klinkt bekend in de oren, maar boeit toch constant. Hun sound klinkt op nieuwe worp Okay Decay als een verzameling van het geluid van enkele helden in de indiescene, zoals Pavement en The Strokes. Dat lieten ze al aan ons horen op het punky “Potwash” en het onrustige “Glass”. Ook nummers als “Nest” en “Casual Chugger” overtuigen ons van het speelse, maar verrassende karakter van deze Amsterdammers.
Deze beire kortjes werden geschreven door Maxim Meyer-Horn, Gilke Geeraerts, Pieter Wilms, Renaat Senechal, Ann Mulleman, Laurens Collier, Jonas Rombout, Niels Bruwier, Wouter Vandeweyer, Joren Van der Plas, Laura Laman, Mathijs Vandenbogaerde, Jan-Willem Declercq en Stijn Grobet.