LiveRecensies

Doodseskader + Kleine Crack @ Bar Bricolage: Gecontroleerde woede

© CPU – Mathias Verschueren (archief)

Binnen het wereldje van de zwaardere muziek is Doodseskader geen nobele onbekende meer. Het palmares van Tim De Gieter en Sigfried Burroughs is namelijk zeer uitgestrekt. Beide heren verleenden hun producer- en drumkunsten aan onder andere Amenra, Every Stranger Looks Like you, PAARD. en Kapitan Korsakov. Wie hen iets nauwer volgt, zal ook weten dat Sigfried betrokken was bij de liveshows van Fär. Fär was Tim zijn donker elektronisch duoproject met An-Sofie De Meyer. Toen we anderhalf jaar terug de debuutsingle “Lepers” op onze radar zagen verschijnen, kon ons geluk niet op. Dat de bandnaam al niet ingenomen was door een obscure metalgroep mocht een wonder heten. Vanwege de pandemie leek Doodseskader op een tijdelijk project, maar door de release van MMXX: Year Zero mag de groep gerust een blijver genoemd worden.

Intussen staat het eerste volwaardige album Year One in de steigers. De recente singles “GABOS” en “Still Haven’t Killed Myself” lieten reeds een sterke indruk na. Bijna exact een jaar geleden speelde Doodseskader nog in Gent voor een zittend publiek. Twee vaccinatiecampagnes later is het tij gekeerd voor een broeierige avond in Bar Bricolage. Het lijkt precies een trend te worden dat alternatieve hiphopacts mogen openen voor zwaardere muziekgroepen. Na IKRAAAN voor Amenra in Cirque Royal, mocht Kleine Crack het publiek opwarmen voor Doodseskader. Dat was een kolfje naar de hand van de Antwerpse rapper. Kleine Crack neemt immers geen blad voor de mond. Zijn debuut OF GA DOOD wijkt niet af van de atmosfeer waarin ook Doodseskader gewone stervelingen de stuipen op het lijf jaagt.

© CPU – Emiel Viellefont (archief)

In de geluidsdichte bunker van Bar Bricolage had Kleine Crack niet veel nodig om een opzwepende show te geven. Vergezeld door Kleine Kova aan zijn rechterzijde en producer Slagter op de achtergrond, was de rapper onvermoeibaar. Omdat de instrumenten van Doodseskader al klaarstonden, had het trio niet zoveel bewegingsruimte. Achteraf gezien bleek dat geen euvel te zijn. Kleine Crack drukte alle energie in zijn verzen. “LAAT MY MET RUST” zorgde voor een onprettig gevoel maar kan ons tegelijk blijven boeien. De uitstraling van Kleine Crack had daarbij iets weg van een dodelijk ongeval. Ondanks dat je je als toeschouwer nutteloos voelt, blijf je toch kijken als een debiele ramptoerist. Blackalicious maakte faam met “Alphabet Aerobics“, de Belgische versie is naar de hand van Kleine Crack. “ABC’s” gaf een heldere kijk in zijn leefwereld, de droge beats zorgden dan weer voor een hallucinerend effect. Na de taalles werd de show afgesloten met een eenvoudige rekensom. “VERSTOPPERTJE” deed de voorste rijen spontaan tot zes tellen en veroorzaakte ook een speelse moshpit. De eerste duivelstreken van de avond waren een feit.

© CPU – Mathias Verschueren (archief)

Van nummertje zes ging het zonder aarzelen onmiddellijk door naar 45. Tim strompelde nogal zenuwachtig het podium op en liet daarbij een verweesde indruk achter. De stress was nergens voor nodig want wanneer hij zijn keel openzette, zat alles van de eerste tel wel snor. De industriële sludgemetal heeft muzikaal gezien niet zoveel om het lijf, maar de geluidsmuur die Tim en Sigfried weten te bouwen, tartte onze verbeelding. In opperste concentratie walsten ze zich van de ene geschifte track naar de andere. De grijze en flashy visuals maakten alles grimmiger en zorgden net niet voor een epileptische reactie. “Meat Suit” en “Lepers” zaten vrij vooraan in de set, maar lijken intussen uitgegroeid te zijn tot ideale setafsluiters. De eerste singles waren dan ook de eerste herkenningspunten waarop de eerste headbangers hun nekspieren soepel lieten lopen.

Met een hese stem liet Tim weten om het even kalmer aan te doen. Kalm betekent bij Doodseskader echter niet minder luid. “Illusion of Self” was een mokerslag in het gezicht en dreef ons mee naar donkere gedachten waarvan we niet wisten dat we ze hadden. Ook bij de nieuwere tracks bleef het publiek respectvol luisteren. “Still Haven’t Killed Myself” deed het live beter als op plaat. Beide heren keken elkaar continu strak in de ogen waardoor de suïcidale teksten des te ingrijpender klonken. De broederlijke, muzikale verbintenis die ze twee jaar geleden aangingen, kreeg nu een torenhoog gestalte. Tim zijn getatoeëerde bast mag er op het eerste zicht angstaanjagend uitzien. Vanbinnen voelden we aan dat de man geen greintje kwaad in zich heeft. Doodseskader-shows zijn immers bedoeld om persoonlijke duivels te ontbinden en dat was in Bar Bricolage niet anders.

Deze zomer speelt Doodseskader op het zevendaags Valkhoffestival (18/07) in Nijmegen.

Facebook / Instagram / Bandcamp

Related posts
FestivalnieuwsMuzieknieuwtjes

Andromedik, Becky Hill, Wunderhorse, Channel Tres en meer naar Pukkelpop 2024

De paasvakantie is net voorbij, dus is ook de zomervakantie niet meer veraf. Hoewel de festivalzomer van 2024 nog moet losbarsten, belooft…
LiveRecensies

Doodseskader @ Kunstencentrum VIERNULVIER (Balzaal): Gruwelijk imponerend

Tim De Gieter en Sigfried Burroughs hebben intussen al enkele projecten op hun naam staan (Amenra, Every Stranger Looks Like You, Kapitan…
MuzieknieuwtjesUitgelicht

Dansende Beren en Bar Bricolage ontvangen Dad Magic, Lintworm en The Muttons

Heb je tussen alle festivals door nog wat plaats in je agenda voor komende zomer? Dan hebben we goed nieuws, want we…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.