The Messthetics & James Brandon Lewis – The Messthetics and James Brandon Lewis
De tijden van Fugazi mogen dan wel achter ons liggen, maar van de ritmesectie kunnen we nog steeds genieten. Zij vormt namelijk samen met gitarist Anthony Pirog het trio The Messthetics. Een eenzijdig etiket op de band plakken is onmogelijk, want de jazz is sterk beïnvloed door zijn oorsprong in de posthardcore. Dit jaar werd het trio aangevuld met saxofonist James Brandon Lewis en brachten ze samen een album uit. Het resultaat is zoals te verwachten een energiebom. Jazzrock van de bovenste plank die flink buiten de lijntjes durft kleuren, maar wel toegankelijk blijft. Die kwaliteiten zouden wel eens bij veel luisteraars kunnen resoneren.
Mundo Prestigio – Eterna Constanza
Spaanse muziek heeft het altijd een tikkeltje lastiger om buiten zijn eigen taalgrenzen door te breken. Zo kunnen we het aantal Spaanse bands die hier in Europa echt populair zijn en in het Spaans zingen op één hand tellen. Jammer, want er zit veel potentieel in die zuiderse muziek, zo bewijst ook Mundo Prestigio. De groep brengt de zomer in muziek en doet dat door telkens heel veel grooves te verwezenlijken in combinatie met altijd unieke stemmen. Zo zorgt de band op Eterna Constanza voor gastvocals die de ene keer heel zwoel klinken en de andere keer zijdezacht en zelfs op het einde wat hiphop en autotune bevatten, maar telkens met ruimte voor het zonnige en het zomerse. Daardoor gebeurt er heel wat boeiends op het debuut van Mundo Prestigio en blijven we met een nood aan meer achter.
Nala Sinephro – Endlessness
Een van de meest roerende spirituele jazzalbums van het jaar is zonder twijfel Endlessness van Nala Sinephro. Met muziek die zowel meditatief als extatisch is, prikkelt deze plaat ieder plekje van de geest. De Caribisch-Belgische muzikante, die nu in Londen woont, gooide al hoge ogen met haar debuut op Warp Records, maar Endlessness gaat nog een niveau daarboven. Opgebouwd rond een arpeggio die doorheen de volledige plaat terugkeert, zwellen strijkers aan, komt onvoorspelbare elektronica tevoorschijn en binden de drums losjes alles aan elkaar. Verwacht je aan een meeslepend geheel waarin elk van de tien delen een nieuw gevoel oproept.
Nice Biscuit – SOS
Nadat Nice Biscuit in 2018 nogal stilletjes een debuutalbum uitbracht, brachten de Australiërs nadien in 2021 twee geweldige ep’s uit. De sterren stonden dat jaar duidelijk uitzonderlijk goed voor de band, waarna het toch weer wat stiller werd. Dit jaar kwam er dan eindelijk een tweede album uit en dat brengt nog steeds dezelfde lekkere gerechten uit de vorige recepten. SOS gaat van trippy psychedelische muziek over naar zweverigheid en furieuze riffs. De nadruk ligt weliswaar op het eerste, waar de meerstemmigheid een groot aandeel in heeft. Dat horen we vooral in het begin van de plaat, die zich als een rustig beekje doorheen ons gehoorkanaal nestelt. Nadien schiet de band wel in gang met “Rain” om vervolgens ook wat fuzzy psychedelische sounds boven te halen. De dynamiek zit op die manier uitzonderlijk goed, wat van deze tweede Nice Biscuit-plaat een pareltje maakt.
Orlando Weeks – LOJA
Volgend jaar zal Orlando Weeks terug volop de kaart trekken van zijn band The Maccabees, maar ook dit jaar wist hij indruk te maken door een fantastische soloplaat uit te brengen. LOJA is al zijn derde album onder eigen naam en het blijft ongelofelijk dat zijn muziek zo onder de radar blijft. De man weet namelijk perfect zijn uniek stemgeluid naar voor te brengen op een bedje van zachte gitaren of piano, en zo te emotioneren. Zo heeft hij ook voor wat bekendheid gezorgd op zijn plaat met een feature van Rhian Teasdale van Wet Leg op “Dig” waar we zijn rauwe stem naar voor horen komen op een pulserend ritme. En op “Good To See You” maakt hij zelfs een uitstekende popsong. De sterkte ligt hem weliswaar in de intimiteit en die wordt over de hele plaat breed uitgesmeerd. Op die manier is deze plaat alweer eentje die de ziel blootlegt van Weeks, alsook eentje die wij met plezier omarmen.
Ravyn Lenae – Bird’s Eye
In augustus bracht Ravyn Lenae Bird’s Eye uit, haar tweede album en opvolger van Hypnos van twee jaar geleden. De zangeres maakte de wereld al nieuwsgierig door op voorhand twee singles naar buiten te brengen: een samenwerking met Childish Gambino en eentje met Ty Dolla Sign. Uiteindelijk verscheen dan die langspeler in haar geheel en die stelde allesbehalve teleur. Lenae bevindt zich in de r&b, maar wijkt met Bird’s Eye uit in verschillende andere genres. Opener “Genius” en “Love Me Not” dragen meer poppy elementen met zich mee, terwijl “Candy” en “Love Is Blind” iets zwoeler klinken en vooral in die laatste het r&b-gehalte heel hoog ligt. De Amerikaanse lijmt deze nummers met gemak aan elkaar dankzij haar unieke stem, waarmee ze zingt over het vinden van zelfvertrouwen en de beslissingen die daarmee gepaard gaan tijdens die zoektocht. Bird’s Eye is een enorm volwassen album dat aantoont dat Ravyn Lenae niet bang is om buiten haar hokje te treden.
sonhos tomam conta – corpos de água
Op corpos de água vindt de Braziliaanse band Lua Viana het genre sambagaze uit. Dit is een mix van de dromerige black metal van Alcest of Deafheaven met old school Braziliaanse popgeluiden. Dit is al het zesde album van sonhos tomam conta, maar het eerste waar ze noemenswaardig afwijkt van de westerse genrebubbel rond emo en posthardcore. Deze schijnbaar tegenstrijdige stijlen en de vijf features vormen op het album een heel interessante cocktail en het puike schrijverschap maakt het geheel helemaal af. Een bossanova-interpretatie van Simon & Garfunkels “Scarborough Fair / Canticle” toont ook voor niet Portugees-sprekenden aan dat Viana er politieke statements maakt, hier specifiek tegen de onderdrukking van de Palestijnen. Enkele rustige en enkele door metal geïnspireerd momenten maken dit album voor iedereen de moeite waard.
Albumreviews: Beire Kort #44: sonhos tomam conta – corpos de água (★★★★)
The Southern River Band – D.I.Y
We zouden al eens platonisch kunnen stellen dat The Southern River Band kan muteren tot de redder van rock-‘n-roll. Het Australische viertal brengt op D.I.Y allesbehalve een vernieuwend geluid, maar wat het acht nummers lang doet, doet het gewoon uitstekend. Met onvervalste riffs en regelmatig puike snelheden gooien de heren permanent de vlam in de pan. Het ijkpunt van hun derde plaat vormt “Stan Qualen”, dat meer dan zes minuten lang een gitaarvuurwerk in onze oren ontsteekt. The Southern River Band toont op D.I.Y bovendien ook een melodische kant, zonder al te ver af te wijken van zijn geliefkoosde rocksound. We adviseren dan ook om de duivelshoren in de lucht te steken, de versterker op luid te zetten, een fles whiskey te openen en D.I.Y zijn werk laten doen.
Still House Plants – If I don’t make it, I love u
Still House Plants heeft al een aantal kilometers op de teller, maar dit jaar raakte alles in een stroomversnelling. Hun album If I don’t make it, I love u werd opgepikt in online kringen en sommige muziekpers, wat de band meer aandacht gaf. Die plaat is een verdere verkenning van het unieke geluid dat het trio al een aantal jaren aan het ontwikkelen is. De experimentele rock van Still House Plants klinkt grillig, koud en abstract, maar bovenal urgent. Frontvrouw Jess Hickie-Kallenbach zingt haar eerlijke teksten met een diepe oerstem, de gitaar klinkt hoekig en de drums worden droog maar krachtig geslagen. Op If I don’t make it, I love u doen de leden datgene waar ze goed in zijn nog beter, en dat levert veel liefde voor deze plaat op.
This Is The Glasshouse – 867
Dat This Is The Glasshouse inspiratie haalt bij Black Country, New Road, viel zelfs al op te merken aan de titel van zijn tweede album: As Small as Ants. Exact zestien maanden later bracht de band uit het noorden van Canada een fijne update van haar sound met het zeventig minuten durende 867. De tien tracks zijn dus telkens nogal lijvig, maar dat valt niet op door hun indrukwekkende eclecticisme. De songs eindigen immers vaak totaal elders dan waar ze begonnen, zonder aan samenhang te hoeven inboeten. Meermaals bouwen indrukwekkende riffs op naar een epische crescendo’s met een cavalcade van koperblazers! Terwijl sommige nummers neigen naar punk of (post)rock met urgente vocals, frissen anderen de tracklist op door het juist heel zacht en melodieus te houden. Verder zijn enkele noemenswaardige kenmerken van dit album de metrische modulatie, de huiselijke veldopnames en de accenten van ietwat obscure instrumenten zoals glockenspiel, vibrafoon en klavecimbel. Zeker een van de interessantere albums uit deze onverwachte hoek dichtbij de noordpool!
worlds greatest dad – Better Luck Next Time
Als het aan de titel van de plaat van worlds greatest dad zou liggen, dan mag je hem overslaan, maar hij blijkt meer te zijn dan eentje die je zomaar kan inwisselen. Better Luck Next Time staat namelijk bol van de uitstekende indierocksongs met een duidelijke emotionele vibe. Opener “Twenty Deer” is nog een slow burner, waarna “KO” net iets meer aanstekelijkheid in het geheel probeert te steken. Op die manier gaat de plaat ook verder met een reeks aan songs die veel grootse klanken in zich hebben en daarmee een stukje americana in het geheel laten komen. Er wordt weliswaar ook doorgerockt op bijvoorbeeld “Bike Song” terwijl een nummer als “Taking One For The Team” toch net iets meer op de emoties mikt. Op die manier is er wel een duidelijk verhaal in deze tweede plaat van worlds greatest dad te vinden, die zeker een aanrader is voor fans van emotionele indie.
Wil je nog even een reis door het muzikale jaar ondernemen? We kozen uit elk album één nummer en goten alles in een afspeellijst op Spotify. Geniet ervan!
Deze lijst werd samengesteld door alle beren. De recensies werden geschreven door Niels Bruwier, Simon Meyer-Horn, Lucas Palmans, Elisa Cogneau, Renaat Senechal, Wiebe Vangansbeke, Stijn De Belder, Bryan Boomaars en Jan Kurvers.

















