© CPU – Johan Poelmans
Dour gaat dit weekend zijn laatste dagen in, maar aan een zomerse sfeer en onuitputbare muziekschatten was er op dag vier geen gebrek. Eerder deze week schreef de VRT dat Vlaamse artiesten niet snel de oversteek kunnen maken naar het Waalse livecircuit. Vaste waarden Coely en dEUS bewezen daarentegen dat als je muziek goed gebracht wordt, een andere taal geen barrière hoeft te zijn. Daar tegenover denken we dat marcel en Wyatt E. het ook goed zouden doen in Vlaamse velden. Verder schuimden we quasi elk podium af om ofwel de grond onder onze voeten te laten daveren of springend te dansen. Hoe later het werd, des te intenser de muziek ook werd. Hetzelfde gold voor de wereldberoemde kreet ‘Doureuh’ die we een jaartje moesten missen, maar alweer een kanjer van een oorworm is.
marcel @ La Petite Maison
© CPU – Johan Poelmans
‘Noisy pot-pourri from belgiuuuum’, we konden ons met marcel geen beter bandje inbeelden om op zaterdag het prut uit onze oren te spelen. De Waalse noiserockband nam zijn rol om de eerste aanwezigen wakker te schudden zeer ernstig. Tegen wil en dank zijn de tenten op Dour onduidelijk aangegeven, maar verdwaalden konden de weg naar La Petite Maison vlot vinden. In plaats van een klassieke backdrop stond marcel in koeien van levensgrote en kleurrijke letters lichtgevend te branden. Marcel zelf speelde recht door en de zanger had met zijn zonnebril iets weg van Viagra Boys’ Sebastian Murphy, al had hij een iets meer energieke uitstraling. De overige bandleden lieten ook geen uitgebluste indruk na en dreunden erop los of hadden iets melancholisch. De combinatie van frisse zomerbriesjes en snedige rock van eigen makelij was een goede start van een weekendje lang ‘doureuh’.
marcel speelt morgen (16/07) op Boomtown en 21 juli op La Belge Fête.
Liew Niyomkarn @ Rockamadour
Verborgen tussen de zwarte containers ligt dit jaar de Rockamadour, een intieme plek waar evengoed stierengevechten gehouden zouden kunnen worden, zo leek het wel. In de zanderige arena liet Liew Niyomkarn zo’n honderd festivalgangers tot rust komen met haar alternatieve klanken. Weg van alle festivaldrukte weerklonken de bekende krekel-, vogel- en kikkergeluiden die we van Niyomkarn gewoon zijn, afgewisseld met elektroakoestische loops. We konden, samen met de andere genodigden in deze oase, genieten van extra lange sets die soms begin noch einde leken te hebben. Terwijl de geluiden rondom ons organisch in elkaar overvloeiden, konden we ook twee soorten luisteraars spotten. De ene groep was in een soort meditatiestaat – want laten we eerlijk zijn, de muziek leende zich er perfect toe – terwijl de andere groep dit als een rustig moment beschouwde om even bij te kletsen. Deze experimentele geluidsexpositie bracht zeker een fijne afwisseling tussen de festivaldrukte op Dour.
Wyatt E. @ Le Garage
© CPU – Johan Poelmans
Le Garage mag dan wel Dour’s kleinste podium zijn, het gaat er daarom niet minder luid aan toe. De reïncarnatie van de Cannibal Stage en La Caverne is ‘de nieuwe tempel voor gitaarmuziek’. Gitaarmuziek is op Dour een experimenteel begrip en dat onderstreepte het Luikse Wyatt E. Op dag vier van Dour was niet alleen het weer wispelturig. Wanneer kampeertenten dreigden los te waaien, was Le Garage een uur lang in de ban van een forse Sahara-wind. Uitgedost in zwarte gewaden en woestijnhoofddoeken rekte Wyatt E. slechts één luidruchtige noot. Daardoor stelde ze het publieks’ geduld meer dan op de proef. De twee drummers zorgden echter voor voldoende variatie om niet in te dommelen. Wie dat wel deed, kon op zijn twee oren slapen. Niet alleen de muziek bleef eentonig, ook het volume schoot nooit de hoogte in. Niettemin werd alles enorm strak gespeeld, maar lijkt Wyatt E. ons eerder een mysterieuze kliek priesters die het best in de donkerte regeren.
Lazuli @ Le Labo
Onze trip naar het Verre Oosten zette zich verder in Le Labo. De Lazuli die hier het kwik deed stijgen, was niet te verwarren met de Franse, progressieve rockgroep. De Lyonnaise zangeres tapt daarentegen uit een ander vaatje en werd eerder vergeleken met Bad Bunny en Rosalía. Met haar zwoele dansmoves en furieuze blik begrijpen we die vergelijking volkomen. Kwartgevulde tenten zijn op Dour eerder de regel dan uitzondering. Lazuli had daar hiphopgewijs een amusante oplossing voor: laat gewoon een MC draaien en de festivalgangers zelfstandig het feestje op gang trekken. Eens La Labo begon te smeulen, kwamen zij en haar twee danseressen in knalrode outfit het podium opgelopen en was de set reeds geslaagd. Gedurende de hele show hoefde niemand zich te verschuilen achter diens onzekerheden. Enkele enthousiastelingen mochten het podium beklimmen en haalden hun beste twerkbewegingen naar boven. Verder zong Lazuli loepzuiver en was haar choreografie op nagenoeg geen fouten te betrappen.
Coely @ Boombox
© CPU – Sam De Boeck (Archief)
Als je soul, pop, R&B en hiphop in een blender zou steken, dan heb je een mix waarmee je Coely perfect zou kunnen omschrijven. De Antwerpse zangeres-rapster verzekerde in de Boombox een uitbundig feest dat alles van die mix behelsde, ook al kwam het traag op gang met “My Tomorrow” en “Run It Up”. De nummers uit haar nieuwe album Alive, die vooral het eerste deel van de set in beslag namen, waren bij het overgrote deel van het publiek onvoldoende gekend. Toch haalde Coely en haar band – die trouwens netjes gescheiden werd van de zangeres achter een lichtgordijn – alles uit de kast om het feest te doen losbarsten. Wie bij “Nightcall” nog niet vrijwillig aan het meespringen was, deed dat ongetwijfeld toch door de houten vloer die het bijna begaf onder het feestgedruis. Ook de sterke liveperformance, de netjes afgewerkte lichtshow en de tussenkomst van onder andere Shaka Shams konden de meerderheid wel overtuigen. We werden bovendien getrakteerd op extra uitgesponnen versies van “Fruit Of Bantu” en “Don’t Care” waarbij Coely meermaals in interactie ging met het publiek. Het alom bekende “Celebrate” sloot dit feest met spetterend vuurwerk af, waarvan ook haar zoontje kon meegenieten. Zelfs al kende je Coely niet, je was hier hoe dan ook aan het juiste adres voor een daverende show.
Coely staat op 4 augustus nog op Suikerrock, op 5 augustus op Dranouter en op 9 september op Manifiesta in Oostende.
dEUS @ The Last Arena
© CPU – Johan Poelmans
Na 28 jaar afwezigheid mocht God nog eens neerstrijken in Dour. dEUS kreeg recent weer media-aandacht door de artistieke videoclip van “How To Replace It“. Dat Barman de gelijknamige track zou inzetten in een kreeftenpak zagen we evenwel niet aankomen. Ondanks dat de setlist weinig verrassingen bood, hielden de evergreens van de Belpop het zowel spannend voor zichzelf als het publiek, dat vooral samentroepte aan de linkerzijde van de The Last Arena. Aan de rechterzijde waren de lege plekken vooraan het podium een akelig zicht. We zijn er hierdoor nog altijd niet over uit of een hoofdpodium wel degelijk nut heeft op een festival als Dour. Barman en co lieten het alleszins niet aan hun hart komen en bewezen andermaal dat ze geboren zijn voor zulke podia. Ook het weer zorgde voor idyllische taferelen. Terwijl een donderwolk over het podium trok, vochten de zon en regen een robbertje om de sfeer. Naarmate dEUS de ene klassieker na de andere uit haar mouw schudde, overwon de warmte. Zo werd dEUS’ show toch eentje zonder smetjes.
dEUS tourt dit najaar door Europa en houdt op 8 november halt in de Tilburgse 013. Een kleine week later, op 16 november, speelt dEUS hun enige Belgische show van het najaar in de gloednieuwe Luikse concertzaal OM Concerts.
Σtella @Le Labo
Een onverwacht bezoek brachten we aan Le Labo waar de Grieks geïnspireerde band Σtella voor een bescheiden publiek optrad. Dat er nog veel plaats was in de tent, was voordelig voor de dansruimte die de festivalgangers maar al te graag benutten bij nummers zoals “Another Nation” en “Titanic”. Het publiek genoot zichtbaar van de indiepop die deze Griekse popartiesten brachten én van de heldere en krachtige stem van frontzangeres Stella Chronopoulou. Ook de performance van de gitaristen was indrukwekkend, al kregen ze af en toe te maken met storingen. Hoe meer het optreden vorderde, hoe uitbundiger het publiek reageerde, en dat deed de band zichtbaar deugd. Met “Up & Away” – van hun gelijknamige album – sloten ze deze geslaagde vijfenveertig minuten af.
Cymande @ La Petite Maison
De documentaire Getting It Back: the Story of Cymande was vorig jaar de kroniek van een halve eeuw Cymande. Partisan Records! releaste een reissue van het zelfgetiteld debuut uit 1972. De Britse oerfunkband was oorspronkelijk actief tot 1975, maar diens discografie bleef actueel door het gesample van internationale hiphopsterren. Terwijl de zon haar laatste warmtestralen over de weide verspreidde, bracht Cymande de goede vibes naar La Petite Maison. Welke leden nu al dan niet deel uitmaakten van de originele bezetting deerde wellicht enkel de connaisseurs. Niettemin kreeg de legendarische groep een vrijgeleide om ons allemaal mee te nemen naar de seventies. Wars van alle hedendaagse muziektrends die Dour een platform biedt, was het aangenaam om zo ook eens ‘back to basics’ te gaan. Wat Iggy Pop was op Rock Werchter, deed Cymande op Dour: ‘let the good times roll’.
Phoenix @ The Last Arena
© CPU – Johan Poelmans
Naast een gevarieerde line-up vol aanstormend talent heeft Dour nog steeds oog voor gevestigde indie-acts die weinig van hun glans verloren hebben. Phoenix was afgelopen zomer één van de toppers op Primavera Sound en met Alpha Zulu deden ze de Ancienne Belgique tweemaal vollopen. Openen met je grootste of bekendste hit is altijd een gewaagde zet. “Lisztomania” kopte onmiddellijk binnen en met een volledige LED-schermproductie speelde Phoenix precies een volwaardige headlineshow. Het was dus ergens zonde dat de groep dat niet gewoon mocht doen bij valavond. De blitse beats en neonkleurige verlichting straalden immers een zwoele zomernacht uit. Nee, Phoenix mocht The Last Arena daarentegen laten dansen en puffen onder een lichtblauwe hemel. Daardoor was ze wel de ideale achtergrondmuziek van een apéro aan de bars die talrijk bezet waren.
Yung Lean @ Boombox
© CPU – Lennert Nuyttens (Archief)
Een single twee keer viraal laten gaan met een tijdsperiode van bijna tien jaar tussen, daarvoor moet je aan het adres van Yung Lean zijn. In 2013 ging “Ginseng Strip 2002” de wereld rond via YouTube, en in 2022 was het niet weg te denken van TikTok. Heel wat jongeren vonden zo de weg naar deze nog steeds heel jonge Zweedse rapper, en zijn populariteit vertaalde zich in een volle Boombox. Met zijn lange zwarte jas dook hij mysterieus op tussen de rook en de flitsende beelden op de achtergrond. Helaas voor Yung stonden de bassen niet goed afgesteld, waardoor onder andere “Afghanistan” en “Diamonds” bijna onverstaanbaar boven onze hoofden verdwenen. Ook de performance zelf van Yung Lean wankelde bij de hits zoals “Agony” en “Ginseng Strip 2002”. Het publiek trok zich dat duidelijk niet aan en kon niet genoeg krijgen van het fenomeen dat na elke single herhaalde dat hij graag in België was. In een fluctuerende set van een uur kregen we wel een mooie variatie uit zijn albums.
Caribou @ La Petite Maison
© CPU – Chris Stessens (archief)
Het futuristisch dansfeest ging verder door in La Petite Maison. De Canadees Dan Snaith of Caribou draait intussen ook twintig jaar mee en zakt wel vaker af naar onze (festival)podia. Afgelopen jaar hypnotiseerde hij ons op CORE, Pukkelpop en in de AB. Nachten op Dour duren daarentegen iets langer dan elders. Caribou kreeg de eer om op zaterdagavond de overgang van licht naar donker in goede banen te leiden. Net zoals bij Cymande eerder op de avond ging de volledige tent lekker loos op trippy drumbeats, hetzij ditmaal in een moderner jasje. Het publiek werd mettertijd één zweterige massa die zich gewillig overgaf aan de grillen van de multi-instrumentalist. Over de show en bijhorende lichtproductie valt er ook weinig negatief aan op te merken. Elke noot of flikkering kwam geen seconde te vroeg of te laat. Hierdoor was het geheel misschien wat te steriel, maar dat deed geen afbreuk aan de reacties van de toeschouwers.
Klakmatrak @ Le Garage
Toen we bij het einde van STAKE zagen dat ze over tijd speelde, konden we ons amper inbeelden hoe Brent Vanneste nog een uur lang zou performen als Klakmatrak. De kloeke frontman was nog maar pas terug geland van het Litouwse Devilstone of de taxi stond al klaar richting Rock Herk om erna door te rijden naar Dour. Helemaal in het begin leek Klakmatrak meer een gimmick dan een dj-act te zijn, maar toen Le Garage uitpuilde, viel niets meer te stoppen. Het werd een uur lang doldwazerij waarbij iedereen zijn demonen ontbond, inclusief Vanneste en brulboei Dreeten Van Maris. Het is geen geheim dat Dour een festival met twee gezichten is maar door ook Klakmatrak te programmeren, kreeg het begrip ‘luid’ eveneens een nieuwe dimensie op het podium dat gitaargeoriënteerd is. ’s Nachts mogen de gitaren daarentegen volledig overstuur gaan. Vannestes ‘gitaarspel’ getuigde toch van zekere vakkundigheid, want je moet eerst kunnen spelen om solerend “My Heart Will Go On” à la 100 Gecs te verkrachten. Het springkasteel en de bijhorende fans die er een potje in mochten springen, maakten de zestig minuten volledig geschift.
Deze recensies werden geschreven door Cédric Ista en Tessa Vermeulen.
Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!