De derde dag van Rock Werchter was er eentje met zowel regen als zonneschijn en zowel goeie als iets minder goeie optredens. Er ontstond dus een breed spectrum aan weersomstandigheden en optredens, maar uiteindelijk werd het wel een fijne dag waarbij de regen gelukkig niet de bovenhand nam. Doordat de volle The Barns dit jaar plots veel media-aandacht kregen, ontstond er toch wat paniek rond de tent en fans van Fred again.. trokken daarom nog vroeger naar The Barn, waardoor het probleem eigenlijk alleen maar groter werd. Desondanks heerste er zowel in desbetreffende festivaltent als voor de andere podia keer op keer een fijne sfeer, al waren de andere podia misschien iets minder bevolkt door die overdreven media-aandacht.
XINK @ Main Stage
Van ‘morning glory’ was er niet veel sprake in Werchter, maar gelukkig kon XINK de regenwolken verdrijven met zijn set. Dat het voor de meeste mensen een trip down memory lane was, is haast vanzelfsprekend, maar dat maakte het meezingen met nummers als “De andere kant” en “Denk aan mij” alleen maar leuker. De sceptici onder ons zouden kunnen denken dat een optreden van XINK dan ook niet meer is dan nostalgie, maar de vier deden het verre van slecht. Ze speelden redelijk stevig door, moesten zeker niet onderdoen voor een groot deel van de bands die hier de afgelopen dagen speelden en leverden een sfeervolle set af waarbij sommige nummers nog werden nagezongen nadat de band ze al had afgerond.
Tijdens het Engelse “It’s My Own Life” werd er een heuse sitdown georkestreerd en vervolgens werd de climax (zoals te verwachten) bereikt met “De vriendschapsband”. Geroep vanaf de eerste seconde en meezingen zoals we niet veel eerder deden: ja het eerste hoogtepunt van de dag met confetti. XINK bewees op Rock Werchter dat het meer is dan een herinnering en dat sommige teksten wat kinderachtig klinken uit de mond van een 33-jarige namen we er met plezier bij. Laat ons hopen dat Max vanavond “Voor eeuwig” nog eens live brengt tijdens Oscar and the Wolf.
Vintage Trouble @ The Barn
De naam Vintage Trouble deed bij heel wat mensen misschien niet meteen een belletje rinkelen, al zakten er wel een heleboel nieuwsgierigen af naar The Barn. De Amerikaanse soulrockband speelde in 2016 al eens op Rock Werchter, toen zelfs op het hoofdpodium, en eigenlijk is er in al die jaren niet zo gek weinig aan het viertal veranderd. Frontzanger Ty Taylor toonde zich opnieuw als een prima podiumbeest die de trucen van de foor aanwendde om wat beweging in een stroef publiek te krijgen. Met de nodige sympathie slaagde hij daar nog best goed in ook. Vooral in het begin van de set was er een leuke energie die aanstekelijk op de dansbenen werkte. Taylor liet het ook niet na om, met een humorvolle knipoog, het gloednieuwe album Heavy Hymnal in de kijker te zetten tijdens de bindteksten. Muzikaal haalden de nieuwe nummers vaker wel dan niet het tempo uit de set en vervaagde ook onze interesse. Voor het einde greep de band gelukkig terug naar “Knock Me Out”, om al headbangend toch nog het verschil te kunnen maken. Vintage Trouble was sympathiek en allesbehalve statisch, maar toch sloeg de vonk niet altijd over.
Mayorga @ The Slope
Nog voordat Mayorga met de titel van ‘De Nieuwe Lichting 2023’ ging lopen, was single “Girlcrush” al overal te horen. De band rond Helena Mayorga Paredes mocht de hype met andere woorden komen waarmaken op het kleinste podium van ’s lands grootste alternatieve muziekfestival. Dat de groep weliswaar slechts drie eigen nummers op haar palmares heeft staan, zorgde op voorhand misschien wel voor wat vraagtekens, maar op The Slope toonden de drie dames en heer aan dat er meer moois in het verschiet ligt. Dat was al te zien aan de podiumdecoratie in de vorm van twee roodfluwelen doeken en de dromerige outfits, maar ook aan de fijne vibe die van het podium afwaaide. Debuutsingle “Weekend Lover” deed het frisse briesje daardoor een tikkeltje zomerser aanvoelen en recentste creatie “All I Wanna Do” deed de temperatuur iets hoger oplopen. Een mooi moment volgde niet veel later toen Paredes “Lovesong” van The Cure opdroeg aan de eigenares van de melodica die ze gebruikte: haar negentigjarige oma, die inclusief rolstoel naar The Slope was afgezakt.
De frontvrouw maakte in dat nummer overigens ook meer dan duidelijk over wat voor een sterk stemgeluid ze beschikt, om meteen daarna ook haar gitaarkunsten in de kijker te spelen. Datzelfde briesje zorgde overigens voor wat extra cool, want in een golfje van donkere nummers werd er in het publiek vooral uitgekeken naar een ontploffinkje in de vorm van “Girlcrush”. Het vuur werd echter net wat vroeger aan de lont gestoken toen het voorlaatste nummer ontaarde in iets dat tussen energiek en furieus lag, waardoor de rode loper mooi werd uitgerold voor dat herkenningspunt. Dat dat lied misschien een beetje verdronk in enthousiasme vergeven we de band, want de handjes gingen de lucht in en Mayorga mocht terugblikken op een fijne set. Jammer was echter dat de voortdurend over het podium wandelende fotografe een continu storend element was, maar eenmaal al die kleinigheidjes van de baan zijn, lijkt het dus helemaal goed te komen.
Danielle Ponder @ KluB C
Om de sterren van de hemel te zingen, moet het niet eens donker zijn. De Amerikaanse soulzangeres Danielle Ponder was twee jaar geleden nog een advocate, alvorens met veertig de sprong te wagen voor een leven vol en rond muziek. De sprong loont alvast, zo bleek, want begeleid door een driekoppige band speelde ze een meer dan solide set. Haar stem had in het begin nog wel wat moeite om boven die band te kunnen uittorenen, maar uiteindelijk greep de geluidsman toch nog tijdig in. Vanaf dan had Ponder het publiek letterlijk aan haar lippen hangen en voelden we haar ook steeds meer groeien. De triestige en depressieve nummers speelde ze zoals ze zelf verklaarde in het begin, met het erg knappe “Someone Like You” als speerpunt.
Ze ging verder op een positieve noot en deelde vooral een boodschap van liefde en kracht. “So Long” ging bijvoorbeeld over haar moeizame weg naar de muziek en het moment waarop ze de sprong waagde. Ook haar meest recente single “Roll the Credits” imponeerde en begeesterde de KluB C zodanig dat de zaal vanzelf begon te klappen en mee te zingen. Dan weet je dat je een verdomd goede show aan het neerzetten bent. Ze bedankte met een erg fraaie versie van “Creep”, waar werkelijk alle uithalen verbluften en voor kippenvel zorgden. Danielle Ponder was een aangename verrassing zo vroeg op de dag.
The Opposites @ Main Stage
Waar een groep als The Opposites vorig jaar vrij hoog op de Main Stage van Pukkelpop werd geprogrammeerd, moesten de Nederlanders het in Werchter met wat minder doen. Ondanks dat het vroege namiddaguur van een regenachtige zaterdag niet de ideale setting bleek voor een klein uurtje Nederlandstalige feestnummers, was het aan de vlakte voor het hoofdpodium ‘een grote klerebende’. We merkten dus dat het marginaliteitsgehalte serieus de hoogte in werd gekrikt, al leek de weide zich daar weinig van aan te trekken. De handjes hingen zowat permanent in de lucht terwijl de Nederlanders een beetje meeriepen over hun nummers. The Opposites ging met andere woorden puur om entertainment, met twee wall of deaths en een ‘eh-oh’-moment bij “Smack My Bitch Up” van The Prodigy.
Tussen al het ge-MC en wat onnodige ‘covers’ van Daft Punk en Fred again.. waren er natuurlijk ook eigen herkenningspunten zoals “Slapeloze Nachten” en “Licht Uit”, waarbij Willy en Big2 dan toch wat meer moeite deden om zelf wat te rappen. Verder zouden we nog een hardcoreversie van laatstgenoemd nummer krijgen, gingen de T-shirts nog de lucht in op “Insomnia” van Faithless en was “Thunder” vanzelfsprekend een energiebommetje, maar dat is het nummer op zowat elke doorsnee Chiro-fuif ook. Op muzikaal vlak trok de set van The Opposites op geen kloten, qua sfeer schuurden de Nederlanders met de maximumscore. Hoort het duo daarom thuis op de Main Stage Rock Werchter? Dan toch honderd keer liever voor de zoveelste keer Goldband.
Op vrijdag 4 augustus staat The Opposites op de uitverkochte openingsdag van de Lokerse Feesten.
City and Colour @ The Barn
Waar The Barn het ’s avonds met overvolle tenten moet doen, is het tijdens de dag altijd gemoedelijk rustig. Zo ook bij City and Colour, dat met een mild gevulde tent aan zijn set begon. De mensen die besloten om daar niet heen te gaan, namen weliswaar de verkeerde beslissing, want de Canadese band rond Dallas Green bracht een prachtige set vol emotionele rocknummers. De muzikanten die hem omringden, hadden allemaal een baard en een hoed, waardoor de americanarockvibes heel duidelijk aanwezig waren.
Met “Meant To Be” werden meteen al heel wat harten gebroken en daarna vertelde Green ons dat er ook wel gedanst zou worden. De iets meer aanstekelijke songs met een leuke groove gaven een ander facet van de muziek weer, al bleef de fragiele stem van de man wel altijd overheersen. Op die manier fladderde City and Colour als een vlinder door een pracht van een rockset, waarbij gitaarsolo’s af en toe konden, maar ook intieme momentjes werden ingebouwd. Op die manier deed zijn sound ook wat denken aan Strand of Oaks, maar dan net iets minder aaibaar en met iets meer hartzeer. Hierdoor zat de dynamiek volledig goed; zeker toen we op het einde zagen dat The Barn alleen maar voller raakte en iedereen een fijne ontdekking leek te hebben gedaan. Op zijn 41 staat City and Colour misschien wel aan de vooravond van een grote doorbraak.
Op vrijdag 13 oktober staat City and Colour in De Roma in Antwerpen.
Dead Poet Society @ The Slope
Voor de allereerste show van Dead Poet Society op Belgische bodem zakte er verbazingwekkend veel volk af naar The Slope. Een vol pleintje was voor de groep uit het verre Boston echter allesbehalve intimiderend. Met veel kunde en gretige riffs kregen de heren iedereen al bij de eerste liedjes vlotjes mee en bouwden ze vooral een aangenaam gitaarfeestje, waarbij we ons verstand even op nul konden zetten. Zeer complex werd de stadionrock dus nooit, al zorgden een paar leuke twists toch ook wel voor coole momenten. “.SALT.” stak er op die manier even bovenuit met dat duistere randje dat als een donkere wolk boven The Slope hing. Voor opklaringen zorgden ze zelf wel met het catchy “Lo Air”, dat klonk als een samenwerking tussen Royal Blood en Nothing But Thieves. “.intoodeep.” knoopte als slotstuk alle losse eindjes nog eens aan elkaar en werd met een behoorlijke explosiviteit gebracht. Dead Poet Society was springlevend en solliciteerde meteen naar een plekje op het hoofdpodium.
Mimi Webb @ KluB C
We konden schuilen voor de regen met opkomend talent Mimi Webb en haar fijne popmuziek. De leuke deuntjes zorgden vanaf het begin voor heel wat sfeer en nummers als “Freezing” brachten dan ook heel wat energie met zich mee. Het publiek zwaaide enthousiast mee wanneer erom gevraagd werd en ook zingen was niet al te moeilijk voor de vrolijke fans. Een tof optreden dus, met een hele hoop zomerse popsongs, maar na een tijdje kwam het wat te braaf over. Na een nummer of twee konden we al voorspellen dat de rest van het optreden zeer gelijkaardig zou zijn en we kregen ons ongelijk niet bewezen.
Dat Mimi Webb soms wat op safe speelt, leek echter geen probleem voor het aanwezige publiek dat duidelijk genoot van het concert. Voor “Dumb Love” dook Mimi eventjes richting een ballade en daarna kwamen er veelbelovende drumintro’s, maar de muziek daarna was dan vaak minder krachtig dan de richting waarin het leek heen te gaan deed uitschijnen. Desondanks bleven nummers als debuutsingle “Before I Go” zeker overeind staan en werd deze zelfs ontzettend goed herhaald dankzij de hier toch krachtige uitvoering. Mimi Webb speelde geen enkel slecht nummer, maar na verloop van tijd misten we een verrassingselement of leuke twist. Dat het dus wat voorspelbaar was, weerhield zowel de zangeres en haar band als de KluB C er niet van om er een toffe tijd van te maken.
Interpol @ Main Stage
Interpol is zo’n band waarvan het lijkt dat ze ieder jaar wel op een Belgisch festival staat. Toch was ook dat alweer van 2019 geleden, toen op Rock Zottegem. Met een album dat net geen jaar oud is onder de arm, onderneemt de groep uit New York opnieuw een festivaltour. Op de Main Stage van Rock Werchter begon het wat te druppelen toen de band het podium opkwam, maar dat gooide geen roet in het eten. Waar de weide niet geheel gevuld was bij het begin, kwam het publiek toch snel naar voor om een glimp op te vangen van Paul Banks en kompanen. Interpol behield alleszins zijn cool met de voorste regionen die langzaam maar zeker wel volledig volliepen.
Dat de band een nieuw album had, viel er weliswaar niet aan te merken. Op de setlist stonden namelijk voornamelijk songs uit Antics, dat volgend jaar zijn twintigste verjaardag viert. Hierdoor kregen de fans wel enkele klassiekers te horen zoals “Evil”,”Slow Hands” en “C’Mere”, maar Interpol bleef wel altijd zijn droge zelf. Dat de regen na een tijdje ook ophield, zorgde ervoor dat ook wij droog bleven en zo was er toch een connectie tussen publiek en band. Verder speelde Interpol namelijk, zoals wel vaker, heel stoïcijns zijn donkere rock zonder dat er daarbij iets boeiends gebeurde. De sound klonk altijd goed en de muzikanten blijven natuurlijk rasartiesten, maar het miste, zeker op een grote Main Stage, toch iets extra’s om echt te begeesteren. Maar om te lanterfanten en luieren op het gras was de muziek van de Amerikanen zeker geschikt.
blackwave. @ The Barn
Na twee nagenoeg uitverkochte doortochten in het OLT Rivierenhof mochten de heren van blackwave. gisteren aan hun redelijk gevulde festivalzomer beginnen. Met een derde plaat in de vorm van no sleep in LA onder de arm en een deluxe-versie van datzelfde album onderweg was er vanzelfsprekend genoeg materiaal om voor te stellen, en wat beter om je daarvoor te laten flankeren door een zevenkoppige liveband? Daarbovenop ook nog eens een relatief grote productie en heel wat positieve vibes meenemen klaarblijkelijk, want in een tot de nok gevulde The Barn – de rode kruisjes waren alweer ruim op voorhand aanwezig – was blackwave. niet van plan om spelletjes te spelen. “back on track” was meteen een fijne voorzet, “GoodEnough” de binnenkopper.
Jay, Willem en band zouden op die manier een uurtje doorgaan; surfend op golfjes van chille eb en energieke vloed, maar het allerliefst op de gulden middenweg daartussen. Bij “The Antidote” kreeg de blazerssectie zijn moment in de schijnwerpers, en dat was meteen ook het startschot om het tempo wat op te drijven. “a-okay” dompelde The Barn onder in een groove die alsmaar intenser werd en zorgde zelfs voor een euforiebommetje. Iets dat werkte als een rode lap op een stier bij de heren, want zij wilden hun grote droom (op Rock Werchter staan) nog wat meer glans geven. Ze doken daarom voor “cracked screen” het publiek in, met als doel de pit een eerste keer te openen; iets wat overigens met veel succes lukte. En die energie bleef in de lucht hangen, want met “Whasgood?!” zette The Barn het meteen daarna op een springen en werd nog maar eens duidelijk hoe mooi een symbiose tussen band en zaal kan zijn. Jay en Willem zagen in ondertussen ontbloot bovenlijf nog hoe twintigduizend festivalgangers de heupen, handjes en stembanden losgooiden op “BIG Dreams” en “elusive”, waarmee een set in indrukwekkend stijgende lijn in een definitieve plooi lag. Positieve energie op en top. Een minutenlange emotionele ovatie was hun verdiende deel.
blackwave. staat op vrijdag 4 augustus op Campo Solar in Damme, donderdag 17 augustus op Pukkelpop in Hasselt, zaterdag 26 augustus op Rock Ternat en op zaterdag 2 september op Crammerock in Stekene. Later is de groep nog te zien op 18 november in Trix, 27 november in Het Depot en 20 december in de Vooruit. Tickets voor die zaalshows zijn te koop vanaf 5 juli.
STONE @ The Slope
STONE is al een tijdje een van de meeste urgente bands van het moment. Niet alleen in thuisland het Verenigd Koninkrijk worden de heren her en der gezien als ‘the next big thing’, ook in België wordt het viertal uit Liverpool stilaan opgepikt. Voor The Slope stond een behoorlijke grote massa voor de nieuwkomers, die op de tonen van drum-’n-bassheld Dimension opkwamen. Van nervositeit was er geen sprake en met een rammer als “I Let Go” openden ze het kanon met een zeer luide knal. De lontjes waren behoorlijk kort, zo bleek, want ook bij nieuwste single “I Gotta Feeling” en “Left Right Forward” spatte de energie en het charisma er vanaf. Frontman Fin Power maakte tevens ook indruk met zijn frisse uitstraling en overgave, die op een groter podium zeker ook tot zijn recht zou komen. “Money (Hope Ain’t Gone)” zette The Slope helemaal in vuur en vlam, en kreeg iedereen tot op de achterste rijen mee. Fin Power waagde zich ook aan wat crowdsurfen tijdens “Waste” en “Leave It Out”, wat zodanig stimulerend werkte dat er nog heel wat anderen volgden. STONE bewees haar urgentie en gaat ongetwijfeld nog een paar mooie jaren tegemoet.
Paolo Nutini @ Main Stage
De hype rond Paolo Nutini was nooit groter dan afgelopen maanden. De Schotse singer-songwriter met Italiaanse roots bestijgt in het algemeen dan ook vrij weinig de podia, dus als hij langskomt, moet je de kans met beide handen grijpen. Dat hij naast die mythische aura ook nog eens een sterke livereputatie heeft én met Last Night In The Bittersweet alweer een plaat was om U tegen te zeggen, hielp natuurlijk bij de anticipatie die rond zijn set op de Main Stage hing. Verrassend was het dus allerminst dat er heel wat volk zich had verzameld aan het hoofdpodium, dat het aan het begin van de set veelal bij goedkeurend knikken hield. “Lose It” was nochtans een scheurend binnenkomertje en “Cherry Blossom” was een groove, maar Nutini had wel eventjes nodig om de afstand met het publiek te overbruggen.
“Acid Eyes” bleek het perfecte dooimiddel, waardoor de Nutini-trein definitief vertrokken was en iedereen die er niet opgesprongen was achterbleef. “New Shoes” vertoonde randjes Springsteen en “Candy” zorgde hier en daar voor wat enthousiaste spreekkoren, maar over het algemeen heerste vooral het gevoel dat de set gewoon wat voortkabbelde. De echo van het a capella gestarte “Iron Sky” doorkliefde plots echter de weide en het leek even alsof iedereen zijn adem inhield. Hier stond iets te gebeuren. Werchter ontplofte voorzichtig, al was de sfeer erna wel helemaal anders. Afsluiter “Shine a Light” baadde in een waas van euforie, met nog een ietwat opzwependere outro tot gevolg. Paolo Nutini betoverde een uur lang enkel zij die dat wilden, waardoor we geneigd zijn te zeggen dat de man beter tot zijn recht was gekomen in The Barn – al is dat een ander debacle. Hoe dan ook ging de fan met een gevuld hart door naar de volgende set, voor de niet-fan bleek de muziek van de Schot fijne achtergrondmuziek.
Sofi Tukker @ KluB C
In de KluB C van Rock Werchter konden we de meest unieke acts zien. Waar we eergisteren al overdonderd werden door The Hu en Wardruna, waren er ook gisteren weer acts waarvan onze verrassingsboog de hoogte ging. Sofi Tukker was er daar eentje van, want het duo bestaande uit Sophie Hawley-Weld en Tucker Halpern bracht een verschrikkelijk dansbare set. Nochtans leek dat eerst niet het geval te zijn toen “Drinkee” als eerste nummer werd gespeeld. Sophie startte met een gitaar, terwijl Tucker zijn beats over het geheel liet weerklinken. Op die manier werd al meteen duidelijk dat hier een show zou komen waarvan we overdonderd zouden worden.
De gitaar werd na dat eerste nummer meteen opgeborgen en wat volgde zou een dj-set zijn. Althans, dat dachten we. Want het was niet zomaar een dj-set. De twee muzikanten zouden ons namelijk van de ene verrassing in de andere doen vallen. Bij een eigen versie van “What Is Love” van Haddaway doken er plots ook dansers op en op die manier werd de muziek van Sofi Tukker live ook richting een hoger niveau getrokken. We zouden een klein uur worden getrakteerd op heerlijke elektronische beats, fantastische choreografieën en natuurlijk ook de nodige publieksparticipatie. Denk maar aan een moment waarbij ‘Simon says’ ook passeerde en het hele publiek moest doen wat Simon zei. Op die manier verveelde Sofi Tukker nooit, al was het na een tijdje wel wat monotoon, zeker ook toen we begonnen te twijfelen over de echtheid van het gezang. Het deerde het publiek niet, want dat liet zich volledig gaan en danste alles uit het lijf. Afsluiter “Purple Hat” bevestigde dat dansbare nog maar eens en ook het duo liet nog eens zijn beste moves zien. Een sfeervol concert, zoveel is zeker.
Sigur Rós @ The Barn
Dat een optreden van Sigur Rós op een festival niet in de perfecte context plaatsvindt, is jammer genoeg haast vanzelfsprekend. De muziek van de IJslandse band ging gepaard met het geluid van menig babbelaar, maar dat weerhield de band er niet van zijn ding te doen. Door de gezellige setup met lampjes rond de vier muzikanten – waarvan er eentje zich achter een soort van gordijn met touwen bevond – ontstond er een vrij intieme sfeer, wat mooi samenging met de rustigere nummers aan het begin van de set. Ze voelden breekbaar aan en het gebabbel brak de liedjes dan soms ook effectief in stukken. Desondanks bracht Sigur Rós “Svefn-g-englar” wel tot een goed einde en werden we er zelf wel eventjes stil van. Het lied bloeide naar het einde toe eventjes kort open, waarna er een hardere sound uit de met strijkstok bespeelde gitaar kwam.
Sigur Rós knalde aanvankelijk enkele keren rustig en op een vrij bedeesde manier, maar begon steeds meer over te gaan naar een stevigere sound. Hierdoor werd het gekwetter gelukkig voor een deel overstemd en bij een uptempo nummer met een goeie baslijn werd er naarstig meegeklapt. Het publiek werd op die momenten echt meegezogen in het magische universum van Sigur Rós, dus het was duidelijk dat de groep dat wel kan wanneer ze niet overstemd wordt door Sigur Rós-‘fans’, en misschien vooral door fans van Fred again.. die door de door de media gecreëerde hysterie rond ‘een volle The Barn’ nog vroeger naar de tent afzakten. Tijdens de bisronde schakelde de groep nog eens over naar stevigere nummers met veel harde en chaotische drums die samen met de flitsende lichtshow een sterk einde van een mooie, diverse set van Sigur Rós vormden.
Just Mustard @ The Slope
Shoegaze kan als ondervertegenwoordigd genre overkomen op Rock Werchter. Aan Just Mustard om die vertegenwoordiging de lucht in te krijgen. The Slope was helaas niet echt volgelopen voor het vijftal uit Ierland. Toch was de muziek op dat uur en het moment ideaal. Het droomde wat weg door de heel mooie stem van Katie Ball. De zangeres stond er wat stoïcijns bij en deed ons met haar tamboerijn ook denken aan Liam Gallagher. Gelukkig waren er ook gigantische wall of sounds die voor een geweldige sfeer zorgden. Op The Slope klonk dat precies ook allemaal wat luider, waardoor we echt in ieder lichaamsdeel die gitaren voelden binnenkomen. Alleen is zo’n soort muziek natuurlijk moeilijk om een publiek mee te krijgen. Luistermuziek, ja, maar echte sfeer was er niet. Gelukkig waren de muzikanten uitmuntend en konden we zelfs al zittend volledig in een wolk van mysterie belanden. Just Mustard was misschien niet de juiste band voor Rock Werchter, maar het is duidelijk dat er veel potentieel in het vijftal zit.
Machine Gun Kelly @ Main Stage
Waar moet je na een show van Machine Gun Kelly over beginnen? Met deze vraag doken we achter onze laptop om dat uur en een kwartier dat de man op het podium stond in woorden te kunnen bevatten. De Amerikaanse rapper is tegenwoordig een rockster en trachtte zich ook zo te gedragen. Dat begon met het bestijgen van een überdimensionale piramide tijdens beginnummer “papercuts” en eindigde met een mot in het gezicht van een Mexicaanse fan die daarvoor speciaal heel wat zeemijlen over de oceaan vloog. Het was een eventrijk optreden, maar een ding werd toch al snel duidelijk: Machine Gun Kelly had een ‘weird day’. Dat ‘slechtgezind zijn’ was aanvankelijk nog redelijk grappig en onderhouden, maar het hielp hem niet bij het feit dat het gros van de Werchter-gangers hem niet serieus nam. Een klimpartij tijdens “nothing inside” in de Front of House kon daar ook niet veel aan veranderen.
The Gunner had zich op voorhand klaarblijkelijk behoorlijk wat moed ingedronken en dat had nogal een negatief gevolg voor zijn optreden. Zijn poging tot het spelen van “Free Fallin” ging volledig de mist in en zo haalde hij de akoestische gitaar alweer van zijn schouder nog voor hij goed en wel vetrokken was. Ook de andere nummers misten de strakheid die hij tijdens zijn show in de Paleis 12 kon of vooral wou brengen. “bloody valentine” had de weide effectief eens helemaal kunnen meekrijgen, maar liet het na door een nogal slordig spel. Ook zijn band was meer bezig met show verkopen en kon die toestand van Machine Gun Kelly niet opvangen. Tijdens “5150” speelde hij met zijn kapotte wijnglas als plectrum op de elektrische gitaar, met een snee in zijn vinger als gevolg. Dat belette hem niet om al bloedend zijn set af te werken. Voor “FLOOR 13” liet hij de gitaar eens achterwege en rapte hij erop los, al kon hij ook deze keer geen vuist maken.
Zijn klimpartij had Machine Gun Kelly al achter de kiezen en dus hield hij het voor “my ex’s best friend” nog redelijk braafjes. Een kind dat op de eerste rij stond kreeg een bezoekje van de rapper en toverde dan toch nog een glimlach op zijn gezicht. Amper twee minuten later verkocht hij een Mexicaanse fan een gevraagde vuistslag in zijn gezicht en daarna ondertekende hij zelfs nog een paar borden. Het humeur was even verdwenen en de Kelly die we hadden verwacht kwam bovendrijven. Al bij al stelde Machine Gun Kelly hoe dan ook teleur op dat grote podium en werd het om de foute redenen een memorabel optreden. Jammer, want dat hij er iets van kan toonde hij ons amper negen maanden eerder nog in Brussel.
DOPE LEMON @ KluB C
De vorige keer dat Angus Stone langskwam op de weide van Werchter, was dat in de grotere tent en werd hij geflankeerd door zusje Julia. Gisteren moest de Australiër het in zijn eentje doen onder de noemer DOPE LEMON; een band wiens muziek het woordje ‘zomer’ net niet uitschreeuwt. Dat Rock Werchter helaas te kampen kreeg met vrij wisselvallig weer, kon de pret gelukkig niet drukken. Stone is namelijk de in persoon getreden vorm van cool, want strak in het pak, inclusief modieuze hoed en zonnebril, dompelde hij de KluB C onder in zijn trippy wereldje. Het leek echter alsof het publiek daar initieel niet zo heel veel zin in had. “How Many Times” werd gigantisch intrigerend gebracht, maar hoewel het tijdens het nummer vrij kalm bleef, volgde er gelukkig wel groots applaus.
Gelukkig kwam DOPE LEMON meteen daarna met herkenningspunt “Marinade” en onder de kleuren van de regenboog ontving Stone bijgevolg een eerste handjeklapmoment. “Hey You” surfte mee op die groovy energie, de band sprak over zijn liefde voor België en zo was de trein toch vertrokken. Dat kwam langs een kant doordat de band zijn gitaren steeds verder opendraaide, zoals bijvoorbeeld op het schurende “Coyote” en langs de andere kant alsmaar meer liefde begon uit te stralen met het daaropvolgende “Kimosabé”. Liefde geven en liefde krijgen, want na een swingend ritje met de “Rose Pink Cadillac” stak “Uptown Folks” de keet in brand. De ongelofelijk epische outro en het feit dat voor afsluiter “Home Soon” een reeks dansers met als hoofd een kat, tijger of citroen erbij werd gehaald, bevestigden onze conclusie: DOPE LEMON in de KluB C was als een groovy kabbelend beekje. Maar dan gevuld met vloeibare lsd en steengoeie muzikanten.
Xavier Rudd @ The Barn
Met een rustig streepje muziek beginnen kan al eens moeilijkheden opleveren op een festival, zeker wanneer een groot deel van het publiek staat te wachten op een dance-act. Toch slaagde Xavier Rudd er al snel in om het publiek voor zijn kar te spannen eenmaal hij van zijn microfoon verschoof naar zijn didgeridoo. Het coole instrument en een simpele beat deden de tent al gauw wat bewegen en tijdens “Culture Bleeding” – waarvoor de multimuzikant achter het drumstel kroop – was er zelfs sprake van een waar feestje. Een gastzanger jutte het publiek nog wat meer op met zijn attributen en daarna wisten ook kalme, idyllische nummers het publiek zelfs warm te houden.
In tegenstelling tot Sigur Rós kreeg Xavier Rudd het publiek dus een stuk makkelijker mee, misschien doordat het ondanks die didgeridoo wel een stuk toegankelijker was dan het vorige concert in de tent. Ook de politieke teksten als ‘Get up, stand up, stand up for your rights’ konden op redelijk wat enthousiasme rekenen, terwijl Rudd opnieuw vanachter de drums vocaal vergezeld werd. Het moet gezegd worden dat de sinter-songwriter met een sterke setlist naar Rock Werchter trok, waardoor er veel afwisseling was tussen de verschillende soorten liedjes. Daarbij komt dan nog eens dat Rudd enorm authentiek overkwam in zijn teksten en uitstraling, wat natuurlijk ook overtuigend werkte. Pure emoties werken altijd goed, en zo wist ook het wonderbaarlijke “Spirit Bird” te overtuigen met een unieke mix tussen emotioneel en euforisch. Ondanks dat verre van alle aanwezigen in The Barn er waren voor Xavier Rudd, was het toch een uiterst geslaagd concert waarbij het publiek wel echt meeging in de wereld van de man.
Touché Amoré @ The Slope
Het is duidelijk dat The Slope dient als plaats om de iets hardere genres te parkeren. Dat was ook zeker het geval bij Touché Amoré, dat met zijn posthardcore een bepaalde furieuze sfeer meebracht. In de veertig minuten die de set lang was, werden er nergens compromissen gesloten en bleef de energie hoog. Dat begon al meteen met meest gestreamde nummer “Flowers of You”. Dat we geen hits moesten zoeken bij de band, was dus al meteen duidelijk, al konden we dat ook wel raden. Meezingen is niet gemakkelijk als alle teksten worden gescreamd en dus kwam frontman Jeremy Bolm op een bepaald moment met het idee om de herkenbare tekst van “Palm Dreams” voor te zeggen, zodat het publiek ook zijn stembanden kon testen. Dat was eigenlijk niet echt nodig, want vooraan stond de moshpit in vuur en vlam. Dat de regen tegen het einde van de set met bakken uit de lucht kwam vallen, kon de sfeer niet bederven. De band bleef strakke riffs en furieuze sounds voortbrengen, waardoor Touché Amoré ook bewees dat posthardcore en screamo zijn plek heeft op Rock Werchter.
Adekunle Gold @ KluB C
Van Lagos naar Werchter! Adekunle Gold kwam de Nigeriaanse eer hooghouden in een KluB C en moest daarvoor een harde strijd aangaan met Oscar and The Wolf op de Main Stage, een grote hoop wachtende mensen in The Barn voor Fred again.. en een uitpuilende Casa Bacardi. Wel beste mensen, wie er niet bij was, die miste een van de zwoelste feestjes van deze Werchter-editie. Adekunle Gold werd omringd door een goede liveband, inclusief twee blazers, die de temperatuur in de KluB C deed stijgen. “5 Star” was een uitstapje naar een feestje in een luxe suite waar iedere bezoeker welkom was, “Do You Mind?” liet zelfs de meeste stijve harken soepel dansen en voor “Sinner” gingen de gsm-lampjes de hoogte in. Adekunle Gold ontpopte zich op die manier tot een van de verrassingen van deze editie, die ondanks een minder volle tent wel de aanwezigen aan het dansen kreeg. “Party No Dey Stop” was een feestelijk zoete cocktail met rijkelijke aroma’s die onze zintuigen prikkelde. De promotie voor zijn nieuwe album was haast overbodig aan het worden, omdat de KluB C al lang fan was geworden van de Nigeriaan. Zijn band overtrof zichzelf ook nog eens bij het laatste “Be High” en vormde zo het zoveelste hoogtepunt van een amusante set. Adekunle Golds debuut op Belgische bodem was hopelijk niet zijn laatste!
The Murder Capital @ The Slope
De Ieren van The Murder Capital mochten na hun geslaagde passage in 2018 nog eens wederkeren naar Werchter, maar deze keer als afsluiter van The Slope. Het gros van het volk zat natuurlijk in en rond The Barn te dansen en dat leverde de band een opvallend karig publiek op. Aan de stoïcijnse speelstijl veranderde dat desondanks niets en zo zetten de heren in net iets minder dan uur een behoorlijk strakke show neer. De mix van hun eerste twee albums zorgde voor een sterke cohesie en gelaagdheid waar ontbolstering en ingetogenheid elkaar verfijnd afwisselden. Ze haalden zelfs nog eens “Crying” boven, een nummer dat de laatste tijd vooral uit de setlist geweerd werd. Voordien liet “For Everything” de voorste fans in een circlepitje ronddraaien als een kolk op zoek naar nog meer begeestering. “Ethel” beklijfde dan weer met die fraaie opbouw en “Don’t Cling To Life” bewees zichzelf als een sterke eindsprint richting finish. The Slope had wat meer volk mogen verwelkomen voor The Murder Capital, maar wie erbij was, werd niet teleurgesteld door een van de sterkste Ierse livebands van het moment.
Op vrijdag 13 oktober staat The Murder Capital in de Botanique te Brussel.
Dean Lewis @ KluB C
De KluB C mocht op zijn laatste adem op zaterdag nog eens een volle tent verwelkomen. De Australische Dean Lewis was heel blij nog eens op Rock Werchter te zijn en dat was klaarblijkelijk wederzijds. De fans omarmden hem van bij het begin en lieten de magische woorden ‘best crowd I ever had’ over zijn lippen rollen. Zo braaf als hij ook klonk, het werkte gisteren wel allemaal heel erg goed in de setting. De sequel van “Be Allright”, genaamd “Hurtless”, omarmde iedereen en ook “Lost Without You” liet de haartjes op onze armen rechtstaan. Soms leek het wel alsof hij Snow Patrol in een Tom Odell-jasje wilde steken (en daarmee bedoelen we allesbehalve iets slechts). Met zijn nummers sloeg hij immers heel vaak raak, zo ook tijdens het breekbare “Half a Men”. Velen konden de opwelling van traantjes konden niet meer tegenhouden bij “How Do I Say Goodbye”, net zoals bij die andere gigahit “Be Allright”. Geaccompagneerd door een saxofonist kreeg het nummer nog een leuke draai, al bewaarde Dean Lewis, zoals hij zelf zei ’the best for last’. “Waves” golfde door de KluB C en ebde zo de massa op een gezwinde manier naar buiten. Dean Lewis speelde een van zijn beste shows ooit en dat zijn woorden die we niet hadden verwacht uit te typen op Rock Werchter.
Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!
Onze recensie van Muse lees je hier.
Onze recensie van Oscar and the Wolf lees je hier.
Onze recensie van Fred again.. lees je hier.
Alle recensies van Rock Werchter 2023 lees je hier.
Deze recensies werden geschreven door Lucas Palmans, Robbe Rooms, Niels Bruwier en Simon Meyer-Horn.