AlbumsFeatured albumsRecensies

Spinvis – Be-Bop-A-Lula (★★★★): Zomer & weemoed

‘Be-Bop-A-Lula, she’s my baby’: met die gevleugelde woorden luidde Gene Vincent driekwart eeuw geleden per ongeluk het tijdperk van de rock ’n roll in. Vandaag gebruikt Spinvis minder per ongeluk diezelfde leuze om de zevende aflevering van zijn studiowerk onder thuis te brengen. Een kleine drie jaar na het herfstige 7.6.9.6 en ondertussen twintig jaar na zijn debuutalbum Spinvis, is deze Be-Bop-A-Lula een prachtig plakboek dat op het eerste zicht voornamelijk haar eclecticisme mee heeft, maar na een tweede blik ook blijkt uit te blinken in muzikale nauwkeurigheid, talige grandeur en de ontwapenende gevoeligheid waarmee Erik de Jong ook al in 2002 de weg naar ons collectief geheugen veroverde.

Plezier troef, tijdens het maken van de nieuwe plaat, legde de Jong de afgelopen al weken uit. Be-Bop-A-Lula is zo bijna een onomatopee voor gevoelens van blijheid en extase. ‘Voor de een betekent het niets, voor de ander alles. En precies dat is het idee.’ Om die gedachte extra kracht bij te zetten, schilderde hij tijdens het werken aan de plaat elke dag een uurtje aan een schilderij dat later de hoes zou worden, zonder zich zorgen te maken om bedoeling, resultaat of betekenis – enkel voor het plezier. Dat die cover er ondertussen heel zomers en plezierig uitziet, wil niet zeggen dat de plaat niet ook donkerte huist. Op een gewiekste en bijna diplomatieke manier worden lichtvoetigheid en zwaarte, feest en verdriet, met elkaar afgewisseld, vermengd en vergeleken.

Het vehikel voor dit constante contrasteren zijn veertien sterke songs, vervaardigd met nieuwe geluiden uit de bekende toolkit, straight outta Nieuwegein. Zo valt er een quasi kerkkoor in op het einde van het prachtige “Wie Zag Het Licht“, is er bescheiden ukelele op “Icarus” en schijnbaar een hele bigband op “Lang Zal Hij Leven“. Op die laatste lijkt het af en toe alsof “Last Nite” van The Strokes gaat beginnen, of horen we Electric Light Orchestra in de feestelijke opzwepende inkleding van het nummer – om maar te zeggen dat Spinvis z’n blik wijd open gehouden heeft tijdens het maken van deze plaat.

Het meest zomerse deel van Be-Bop-A-Lula kregen we al te horen in juni 2021 op de ep Sunon. Zo is er de gejaagdheid van “Tingeltangelhersenpan“, een track die met een miljoen samples en cowboyeske mondharmonica een perfect welkom is voor de wilde rodeo die deze plaat is. Schril contrast wordt een eerste keer geboden door de traag kabbelende drumbeat in “Wie Zag Het Licht“; het achteroverleunende ritme doet ons zelfs een beetje denken aan Balthazar of Damon Albarn. “Portugal” is een parel van een lied zoals er op Tot Ziens, Justine Keller bij bosjes staan. Triestig in beginsel, prachtig in uitvoering – of omgekeerd.

De samples zijn gevarieerder en gekker dan we ze ooit op ons bord kregen: de Franse gesproken tekst en kinderlachjes op “Icarus”; de eerste noten van het originele “Be-Bop-A-Lula” uit ’58 tijdens de allereerste seconden van het album; en de warenhuis-geluiden aan het einde van “Weg Zijn Doet Geen Pijn”, die het ontzagwekkende nummer weer laten eindigen in speelsheid en ironie; het soort juxtapositie waar je even van moet lachen. Titelnummer “Be-Bop-A-Lula” is een collage van samples, aaneengeregen door strijkers. Ook in de hoes van de plaat, het schilderij dat de Jong zelf maakte, zitten krantenknipsels – hij kan het gewoon niet laten.

 

De liedjes zijn zodanig mooi uitgewerkt en aangekleed dat ze onze zintuigen in verwarring brengen; we kunnen de scènes ruiken en voelen: de avondzon op het koele balkon in “Portugal”, het desolate landschap in “Weg Zijn Doet Geen Pijn”, de zweetdruppels op de slapen van de personages in het graan op “Oogstlied”. Op “Icarus” gaan de woorden de klankpoëzie van Van Ostaeyen achterna, en horen we een kleine erfenis van de Jong’s samenwerking met dichter Simon Vinkenoog: ‘zingzingzing / factor twintig keer / wat een prachtig weer / hou van jou luchtbedblauwe hemelzee’.

Met “Oogstlied” zit er net voor het einde van de plaat nog een easter egg in de mouw van de Jong; een hink-stap-sprong die het geheel op de valreep nog een beetje uit evenwicht brengt. De song knipoogt naar de blues van Lead Belly en naar de worksongs uit Amerika. Holle, repetitieve drums, luide kreten en een onheilspellende rif maken dit oogstlied tot een beklijvend anthem: ‘Het verhaal zal altijd verdergaan / Slapen in het graan / De horizon brandt.’

De spreidstand tussen sérieux en lichtvoetigheid; tussen de harp op “Weg Zijn Doet Geen Pijn” en het meeknikbaar riffje van “Lente ’22”; tussen ‘God, droomde u dit land’ en ‘In de keuken is het altijd koud’, is verslavend. De Spinvis-stempel staat op deze plaat zowel gedrukt op eerder hapklare songs – “Paradijs” is een oorwurm; zo dansbaar als Metronomy, zo tekstueel goed berekend als Eminem – als op een gekkig instrumentaal stuk als “Kalix Berna”.

Onze tingeltangel hersenpan suist tevreden, want net voor Pasen is deze hele plaat in feite een mand vol easter eggs: er is geen opvulling; er zijn heel veel coups de foudre. Het album zit vol nieuwigheden, maar voelt toch als thuiskomen bij de vintage Spinvis van de eerste platen. Stilistisch durft de Jong het verder zoeken; voor de rest blijft hij dicht bij huis. Het recept is intussen bekend en succesvol bevonden, en dus wordt de ingrediëntenlijst herschreven, uitgediept, verfijnd. Meer koortjes, meer samples. Be-Bop-A-Lula is op die manier misschien nog steeds minder experimenteel dan Goochelaars & Geesten (2007) – hoe kan het ook anders – maar stukken gekker dan 7.6.9.6. en Trein Vuur Dageraad (2017).

Gene Vincent heeft in 1958 zichtbaar plezier op het podium; kijk maar hoe hij schalks lacht naar de gitaren zo rond de minuut op de bekendste opname van zijn “Be-Bop-A-Lula”. De gevoelige, soms weemoedige teksten ten spijt, druipt het plezier ook van deze langspeler hier – het is zelfs net die tweespalt die zo goed werkt. De zon schijnt permanent op deze plaat, maar sommige liedjes zijn zo schoon dat ze eventjes schaduw werpen. Wij worden week van Spinvis zoals we week worden van kattenfilmpjes; door gelach, door teergevoeligheid, en in het beste geval door allebei, all at once.

De Jong en band nemen een zomer de tijd om Be-Bop-A-Lula in de vingers te krijgen. In september begint Spinvis aan een uitgebreide clubtoer die meermaals halt houdt in Nederland en België.

Website / Facebook / Instagram

Ontdek “Oogstlied”, ons favoriete nummer van Be-Bop-A-Lula, in onze Plaatje van de Plaat-playlist op Spotify.

Related posts
2023Featured albumsFeaturesInstagramUitgelicht

De 10 beste Nederlandse albums van 2023

Dat er in de Benelux afgelopen jaargang veel kwaliteitsmuziek uitkwam, konden we al lezen in de twintig beste albums van Belgische bodem….
InstagramLiveRecensies

Spinvis @ Cactus Club: Groter dan grootse kleinkunst

Soms breekt er een hart, soms blaft er een hond, soms krijgen we de kans om de geniale tingeltangelhersenpan van Erik De…
Nieuwe singlesOude Bekenden

Nieuwe singles Spinvis - "Het volgende moment" & "We kunnen niet zoveel"

September. Weg zomer. Voordat we het weten haalt de routine ons in en zitten we weer in de dagelijkse sleur. Wie kan…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.