“De man die zich verzon” heet een van de mooiste nummers op 7.6.9.6, de nieuwe plaat van Spinvis. Het zou een liedje over Erik de Jong zelf kunnen zijn. De man vond zichzelf twee decennia geleden opnieuw uit op zijn zolderkamertje. Hij was toen eenenveertig. Twintig jaar en tien platen later neemt hij ons op zijn bagagedrager opnieuw mee naar de fragiele sfeer van het allereerste Spinvisalbum, een home record dat de laatbloeiende Nederlandse liedjessmid indertijd eigenhandig in elkaar knutselde.
Het nieuwe album 7.6.9.6 kwam op een gelijkaardige manier tot stand: in de isolatie van de lockdown, zonder invloed of hulp van buitenaf. Zelfs de mix deed de Jong zelf. Om het in zijn eigen woorden te zeggen: ‘Opeens was er niks meer wat hij niet kon / De man die zich verzon’. De Jong is een manusje-van-alles: hij ontwierp voor de gelegenheid ook een prentenboek waarin hij terugblikt op de afgelopen twintig jaar Spinvis. Het boek is te vinden bij de speciale uitgave van het album; een reden te meer om de plaat fysiek in huis te halen en niet alleen te streamen.
Eind augustus kregen we al een voorsmaakje uit 7.6.9.6. De Jong loste toen de ep Scherven van jou, met een greep uit de songs die nu ook op 7.6.9.6 prijken. De beste greep, dachten we na een eerste luisterbeurt, maar dat bleek te snel geoordeeld. Hoe meer je de plaat draait, hoe meer de liedjes je bekruipen, om je vervolgens dagenlang niet meer los te laten. Een ervan draagt de titel “Parel”, maar er staan er wel meer op die die naam waardig zijn.
De Jongs maandenlange isolatie mondt uit in een eclecticisme dat ons meeneemt langs fanfares, kerkkoortjes, strijkertjes, rammelende gitaartjes en drumcomputertjes. We kijken bewust niet op een verkleinwoordje meer of minder, want zelfs wanneer Spinvis de symfonische toer op gaat, blijft het klein en lo-fi klinken. Het gaat echt wel alle kanten op. De plaat is even wispelturig als de coronamaatregelen van de veiligheidsraad, en toch draagt elk nummer de instant herkenbare Spinvisstempel.
Wie niet van de partij is, is Richard Krajicek. Met diens strak besnaarde tennisracket mikte de Jong nog op onze nostalgische dansvoeten, maar zijn nieuwe album beroert vooral de ziel. Met zijn zo kenmerkende melancholie oogst hij kroppen in de keel aan het tempo van een gevorderde moestuinier. Misschien nog het meest met de titelsong “7.6.9.6”, waarin hij aan een handvol eenvoudige zinnen genoeg heeft om je hart in honderd stukken te breken. ‘Je bed was nog warm / Ik lag een tijd / Ik was jou’. Wat een nummer.
Zoals gezegd is van dansbare synthpop à la “Krajicek” op het album weinig spoor. “Stuntman” neigt aanvankelijk wel naar een volle dansvloer, maar moet het naderhand vooral hebben van de leegte. Of wat er volgens Spinvis achter het filmdecor gebeurt: helemaal niets. ‘De horizon zit los en de hemel is weg / De zon is van karton en ze lachen zo nep’. Met “Hollywood” gaat hij door op het filmthema. Het nummer drijft op een uit Grandaddy’s The Sophtware Slump opgedoken kapot drumcomputertje, maar het zijn vooral de engelachtige samenzang en de beheerst gezongen teksten die het hem doen. Ook hier zit weer humor in de tristesse: ‘Lijkt op Travolta / Maar heeft het nooit gemaakt in Hollywood’. Dit is Spinvis ten voeten uit.
In de instrumentenwinkel van de Jong lijkt er wel meer kapot dan alleen het drumcomputertje van “Hollywood”. Zowat elk instrument klinkt alsof er al iets was afgebroken vooraleer hij het in handen kreeg. Dat zelfs de breakbeats in “Paon” breekbaar klinken, is een te gemakkelijk woordspelletje dat de minimalistische woordkunstenaar zelf nooit zou maken. Een hele plaat lang kiest hij zijn woorden even zorgvuldig als zijn noten en schept zo opnieuw een mooi hoofdstuk in zijn volkomen uniek universum. De vis is grijs, maar nog lang niet uitgesponnen.
Spinvis heeft een reeks coronaproof concerten gepland voor komend najaar en voorjaar, ook in ons land. Het eerste in rij is op 13 oktober in AB. Als we op deze plaat mogen afgaan, wordt het iets om naar uit te kijken. Vintage Spinvis, jawel.
Ontdek nog meer muziek op onze Spotify.