LiveRecensies

Sparks @ Koninklijk Circus (Cirque Royal): Muziek waarop je kunt dansen

© CPU – Bert Savels (archief)

Met The Girl Is Crying In Her Latte bracht Sparks dit jaar een sterk album uit en om dat te vieren trok de band meteen weer op tour. Het is dan ook niet lang geleden dat de Amerikaanse band in België speelde. De broeders Mael stonden namelijk een jaar geleden nog in de Ancienne Belgique, waar ze van hun optreden een halve theatervoorstelling maakten. Met het concert van vorig jaar en het nieuwe album in ons achterhoofd, zakten we met veel verwachtingen af naar het Koninklijk Circus, waar het middenplein voorzien werd van stoelen.

Vooraleer het de beurt was aan Sparks, kregen we om half acht al een bizarre opwarmer in de vorm van Mr. B. The Gentleman Rhymer. De zanger, die als instrumentatie enkel en alleen een banjolele meehad, opende met “Here Comes Bob” meteen met een nummer van de hoofdact, wat op zich al vrij vreemd is. Dat hij er, al dan niet bewust, door de simpele en altijd kinderlijk klinkende instrumentatie een liedje voor vijfjarigen van maakte, werd hem niet meteen in dank afgenomen door het verbouwereerde publiek. Het was naar alle waarschijnlijkheid niet zo serieus bedoeld, maar wij zaten er helaas wel mee. Wanneer hij met “All Hail The Chap” het publiek probeerde te laten meezingen, slaagde hij er ook maar in om enkele enkelingen zo ver te krijgen. Toch was het niet allemaal slecht, want met een Sparks-medley toonde hij wel aan dat hij muzikaal wel wat in zijn mars heeft. Hij bedankte de hoofdact ook nog voor de kans die hij van hen kreeg, want binnenkort gaat hij gewoon weer in lokale pubs in Kent spelen en dat is eigenlijk ook gewoon waar hij thuis hoort.

© CPU – Bert Savels (archief)

Een halfuurtje later was het dan eindelijk tijd voor Sparks en wanneer de zaallichten uitgingen begon meteen al wat gejoel. De begeleidingsmuzikanten van de broeders Mael namen in het donker plaats achter hun instrumenten en niet veel later verscheen ook Ronald zelf op het podium. Toch moest het feestje nog even worden uitgesteld, want er was precies een mankementje – nee, niet de merknaam Roland die hij in Ronald heeft veranderd – aan zijn piano. Eens dat verholpen was, besteeg ook Russel het podium en nadat ze het publiek gevraagd hadden of ze mochten starten en zij luidkeels ‘yes’ riepen, trapten ze zeer toepasselijk hun show op gang met “So May We Start”.

Het viel ook meteen op hoe goed bij stem en vooral hoe fit Russel nog was. Hij sprong als een gek op en neer en als de gekke entertainer die hij is, wist hij daarmee ook het publiek meteen warm te krijgen. Dat er ook een leuke lichtshow was, zowel op als achter het podium, zal daar ook bij geholpen hebben. Met “The Girl Is Crying In Her Latte” kregen we ook al snel materiaal van het nieuwste album en ook daar reageerde het publiek enthousiast op, want op de voorste rijen vlogen de armen al in de lucht en dat werd alleen nog maar heviger tijdens de klassieker “Angst In My Pants”.

© CPU – Bert Savels (archief)

Toch was het publiek niet altijd even enthousiast, want hoewel ze na een Franse bindtekst veel applaus hadden voor Russel, werd de aankondiging van “Beaver O’Lindy” een pak minder luid onthaald. Het is natuurlijk ook niet onlogisch, want het is een lied van op het tweede album, nog voor de grote doorbraak kwam met Kimono My House. Gelukkig werd dat door het tempo en de aanstekelijkheid van “Nothing Is as Good as They Say It Is” al meteen goedgemaakt. De leadgitarist kon zich daarop ook voor de eerste keer uitleven met een prima solo. We hadden bijna kunnen stellen dat al het nieuwe materiaal live uitstekend overeind blijft staan, maar “It Doesn’t Have To Be That Way” – en later ook “Escalator” -had net niet genoeg tempo om voortdurend onderhoudend te blijven, al werd hier en daar wel meegeklapt door enkele fans.

Gelukkig zijn de fans op een Sparks-concert altijd een beleving apart. Ondanks dat er stoelen werden voorzien op het middenplein, waren er op enkele open plekken samentroepende fans die daar samen een dansje placeerden, zonder daarbij anderen te hinderen. Dat was ook het geval tijdens “Balls”, waar rechts op het middenplein door een twintigtal mensen goed werd losgegaan en ook de eerste rij voor het podium recht veerde. Dat enthousiasme werd nog wat meer aangewakkerd tijdens een van de lievelingsmomenten van de fans, namelijk “Shopping Mall of Love” waarbij Ronald voor het eerst van achter zijn piano kwam en ook voor het eerst en voor het laatst van de avond zong. We mogen het gerust zelfs spoken word noemen, want hij zei zijn tekst over de liefde op zo’n morbide manier op, dat het een komisch hoogtepunt van de avond werd. Dat zijn broer er dan nog eens dolenthousiast op stond rond te springen, maakte het alleen maar grappiger.

© CPU – Bert Savels (archief)

Heel veel rock kregen we niet voorgeschoteld en dat was natuurlijk ook niet het hetgeen we op voorhand verwachtten. Toch was het aangenaam dat de gitaren tijdens “We Go Dancing” voor het eerst voor langere duur in overdrive gingen. De titel gaf ook al weg wat nog zou komen, want tijdens “Music That You Can Dance To” ging iedereen rechtstaan om – je raadt het al – te dansen. Vooral op de eerste rijen was het enthousiasme zeer merkbaar door mensen die hun ledematen zodanig rondzwaaiden dat we even vreesden dat ze op het podium zouden belanden. Gelukkig werden we daarvan gespaard en toen het publiek nog niet goed en wel neerzat, veerden ze alweer recht voor “When Do I Get to Sing “My Way””. Russel trok zich ook op aan het extatische publiek en haalde nogmaals zijn beste dansbewegingen boven. Dat hij vervolgens wat op krachten moest komen, werd wel heel makkelijk verdoezeld door een publiek dat maar bleef applaudiseren.

Terwijl het publiek bleef rechtstaan mocht ook Ronald Mael traditiegewijs zijn beste danspasjes tonen tijdens “The Number One Song In Heaven”. Dat hij daarna weer in alle ernst en sereniteit ging neerzitten, maakte het wederom een grappig moment. Veel kon daarna niet meer misgaan met zo’n enthousiast publiek en de opeenvolging van de meest dansbare nummers. Dat de grootste hit “This Town Ain’t Big Enough for Both of Us” nog volgde, maakte het feestje vanzelfsprekend helemaal compleet. Het refrein werd meegeschreeuwd door het publiek en wederom werden we verbaasd door hoe dicht de stem van Russel nog bij de studioversie van bijna vijftig jaar geleden aanleunt. Als een soort terugblik op het afgelopen anderhalf uur werd door enkel de twee broers ook het korte “Gee, That Was Fun” nog gespeeld, waarna ze van het podium verdwenen.

© CPU – Bert Savels (archief)

Het kostte een drietal minuten aan applaus vooraleer de band terugkwam. Met “My Baby’s Taking Me Home” kregen we het enige nummer van de avond dat op het meesterwerk Lil’ Beethoven staat en hoewel we er liefst wat meer hadden gehad, konden we niet klagen met de setlist en evenmin met de uitvoering van het lied. Je moet het maar kunnen om honderdenvier (!) keer de zin ‘my baby’s taking me home’ te kunnen zingen zonder dat het gaat vervelen. Hier en daar zong het publiek ook mee, wat door de constante herhaling van de zin natuurlijk een pak evidenter was. Ook afsluiter “All That” werd meegezongen en door het anthemgehalte leverde dat ons kippenvel op. Russel vertelde voordien ook dat de terugblikkende song telkens wat triester wordt, maar werd wel bedolven onder de liefde van het publiek, dat hem na afloop ook de hand schudde. Hij beloofde hen nog om zo snel mogelijk naar België terug te keren, al weet je natuurlijk nooit wanneer het de laatste keer zal zijn. Russel oogde heel de avond nog uiterst fit, dus laat ons hopen dat het nog niet de laatste keer was.

Sparks gaf de fans vanavond een soort muzikaal carrièreoverzicht, waarin zowel  oud en nieuw werk hun plaatsje vonden. De band speelde nummers van maar liefst veertien verschillende albums en gezien een setlist van ‘maar’ twintig nummers is dat des te straffer. Het wist daarmee ook de veelzijdigheid van de band aan te tonen, van glamrock, naar dancepop en alles daartussenin. Sparks heeft het allemaal gedaan en blijft het nog steeds op hoog niveau doen. Russel Mael is nog altijd zeer goed bij stem en Ronald Mael zit nog steeds even onveroerbaar achter zijn keyboard als vijftig jaar geleden. We kunnen enkel en alleen maar hopen dat we het laatste van Sparks nog niet gezien hebben.

Setlist:

So May We Start
The Girl Is Crying in Her Latte
Angst in My Pants
Beaver O’ Lindy
When I’m With You
Nothing Is as Good as They Say It Is
It Doesn’t Have to Be That Way
Balls
Shopping Mall of Love
The Thoughest Girl In Town
Escalator
We Go Dancing
Bon Voyage
Music That You Can Dance To
When Do I Get to Sing “My Way”
Number One Song in Heaven
This Town Ain’t Bigh Enough for Both of Us
Gee, That Was Fun

My Baby’s Taking Me Home
All That

 

450 posts

About author
Ik moet dagelijks 'ok boomer' aanhoren
Articles
Related posts
InstagramLiveRecensies

Keane @ Koninklijk Circus (Cirque Royal): Hitparade van verwachtingen en angsten

Dat Keane ondertussen thuishoort in het lijstje van de meest succesvolle groepen die het Verenigd Koninkrijk voortbracht de laatste twintig jaar, mag…
Features

Record Store Day 2024: Tien releases om naar uit te kijken

Zaterdag 20 april is het alweer Record Store Day; de dag waar menig liefhebber van vinylplaten en alles wat ermee te maken…
InstagramLiveRecensies

Loreena McKennitt @ Koninklijk Circus (Cirque Royal): Op bezoek in de kerk van McKennitt

Het is al meer dan dertig jaar geleden dat Loreena McKennitt haar doorbraakalbum The Visit op de wereld losliet. Ter gelegenheid daarvan bracht…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.