Het aantal albums dat wekelijks verschijnt, is meedogenloos hoog. Daarom is het onmogelijk om alles binnen de correcte tijdspanne van een degelijke review te voorzien. Gelukkig hebben we daar een oplossing voor ontwikkeld in de vorm van ‘Beire Kort’. Albums die de voorbije maanden uitkwamen, maar we nog niet recenseerden, worden hier in één alinea samengevat. Deze editie is alweer de 32ste en de zesde van 2021.
Knocked Loose – A Tear in the Fabric of Life (★★★★½)
Zonder enige aankondiging of single dropte Knocked Loose zijn nieuwe ep A Tear in the Fabric of Life, dit samen met een bijhorende kortfilm. Zanger Bryan Garris noemt het zelf ‘a passion project’. Knocked Loose staat normaal gekend om zijn persoonlijke, rechttoe rechtane teksten op beenharde hardcore. Met hun nieuwe ep daarentegen proberen de Amerikanen een meer experimentele en artistieke kant van zichzelf te ontdekken. Centraal staat het fictieve verhaal van een man die na een auto-ongeluk zijn partner verliest. Doorheen de ep sleuren de heren ons mee in een rollercoaster van depressie, schuldgevoel en rouw. Bijvoorbeeld in het tweede nummer, “God Knows”, voel je de wereld van het hoofdpersonage met iedere breakdown meer instorten. Het slotnummer “Permanent” is het perfecte verwoestende einde aan deze muzikale ervaring en laat je dan ook in stilte met een gevoel van wanhoop achter. A Tear in the Fabric of Life, gecombineerd met de bijhorende kortfilm, is een unieke ervaring die je niet mag missen
Duran Duran – FUTURE PAST (★★★½)
De iconische Britse band Duran Duran brengt nog maar eens een album uit! Daarmee overschrijden de mannen met veel gemak de kaap van maar liefst vijftien langspelers. Monsterhits zoals “Hungry Like the Wolf” of “Save a Prayer” (uit de ‘goeie ouwe tijd’) vinden we er jammer genoeg niet meer op terug, maar dat doet niets af aan de kwaliteit van het album. Op FUTURE PAST vindt de band zichzelf voor de zoveelste keer opnieuw uit. Ze gaat op zoek naar nieuwe klanken, maar verliest daarbij zeker zijn eigenheid niet. Duran Duran zet namelijk extra in op waar het goed in is: de synths! Een funky, meer ingetogen bliebje in combinatie met een leuke baslijn of een zeer aanwezige discoblieb waar we onmogelijk op kunnen stilzitten; FUTURE PAST heeft het allemaal. Bovendien bevat het album ook enkele features van onder andere Tove Lo, Ivorian Dole en Mike Garson, wat voor een fijne afwisseling en nieuwe vibe in de nummers zorgt. We kunnen besluiten dat zelfs deze vijftiende toevoeging aan het oeuvre van de band er geen te veel is.
Patches – Silver Foxes (★★★½)
Lotte Lauwers maakt al enige tijd furore met haar soloproject Patches en is tegenwoordig al aan haar tweede ep toe. Nadat ze bijna exact een jaar geleden Hot Enough uitbracht, heeft ze in 2021 rustig gezocht naar het pad dat ze wil bewandelen. Met Silver Foxes is nu duidelijk geworden dat de zwoele rode lichten stilletjes aan zijn gedimd en dat de Gentse nu vooral de dromerige randjes van haar eigen genre opzoekt. Lotte houdt het weliswaar redelijk donker, maar op haar tweede ep krijgen we vooral een gouden glitterrandje aan het geheel te horen. Zo glinstert “Food For Fantasy” nog altijd door onze gehoorkanalen en blinkt “This Is New” als een schattig spiegeltje in het maanlicht. Patches knipoogt hier en daar zelfs naar een Sylvie Kreusch en weet ons op die manier dus weer te overtuigen van haar talent.
Volbeat – Servant Of The Mind (★★★)
Volbeat is een stadionband, maar dat betekent niet dat het zijn sound in die richting stuurt. Op Servant Of The Mind staan weliswaar enkele erg ‘cringy’ nummers, met “Dagen Før” als dieptepunt, aan de andere kant knalt Volbeat ook harder door dan we hen eerder al hoorden. Die vreemde dynamiek zorgt ervoor dat we een wat absurde plaat krijgen. Waar we heerlijke riffs horen op opener “Temple of Ekur” en “Shotgun Blues”, krijgen we ook wat bagger voorgeschoteld in de vorm van “The Devil Rages On”. Deze zogenaamde ‘fillers’ zijn er altijd bij platen van Volbeat, maar op deze plaat behoren ze tot een minimum, want een “Say No More” knalt bijvoorbeeld heerlijk door en dankzij die kracht blijft het ook hangen. Toch had de band beter wat gesneden in deze plaat om gewoon te knallen, maar je moet het grote publiek ook tevreden houden, hé?
Admiral Freebee – The Gardener (★★★)
Admiral Freebee heeft op zich geen introductie meer nodig, aangezien de man wereldberoemd is in België. Tom Van Laere werd vooral bekend dankzij zijn vrolijke en soms rakende countryrock, maar nadat hij een tijdje van de radar verdween, heeft hij het roer helemaal omgegooid. De Antwerpenaar heeft volop de kaart der elektronica en synths getrokken, wat er mogelijks voor heeft gezorgd dat zijn comeback een beetje onopgemerkt voorbij ging. Desalniettemin bracht hij met The Gardener een nieuwe plaat uit, die er zeker mag zijn. Hij wisselt op zijn zevende album dromerige synths af met chille beats en verwikkeld dat muzikale geheel met zijn kleurrijke stem. Dat zorgt voor een aantal plezante nummers zoals “This Dream of You“, “Coming of the Light” en “No One Can Stop Me Now“, maar af en toe dreigt het er een beetje te chill aan toe te gaan. Zo zijn we al vergeten hoe “Digital Blues” precies ging en is “Dream Avenue” alweer met de Noorderzon vertrokken. Hoe dan ook kan den Admiraal terugkijken op een geslaagd project, waarin hij nieuwe horizonten heeft verkend en ongetwijfeld een aantal hitjes aan overhoudt.
Hana Vu – Public Storage (★★★★)
Hana Vu wordt al enkele jaren gezien als de toekomst van de indiepop. Die titel helemaal waarmaken lukte de jonge Amerikaanse vooralsnog niet, maar daar lijkt post-corona verandering in te komen. Met Public Storage lost ze op 20-jarige leeftijd al haar derde langspeler en daarin weet ze meer dan ooit wat ze wil. De plaat telt twaalf nummers, die op een haast magistrale manier aan elkaar hangen. Gaande van de mix van ietwat stevige gitaren op “Anything Striking” tot het beklijvend emotionele “Maker“, Hana verkent tal van nieuwe en interessante paden, zonder haar eigenheid te verraden. De zangeres weet ons met Public Storage een dik half uur mee te zuigen in haar eigen wereld, waarin we geen enkel slecht nummer kunnen terugvinden. Prima werk van de jongedame!
Novastar – Holler and Shout (★★★½)
Joost Zweegers heeft op zich geen introductie meer nodig, gezien ’s lands grootste zalen geen geheimen meer hebben voor de Nederbelg en hij al in het voorprogramma stond van zowel Robbie Williams als Neil Young. Het staat dus als een paal boven water dat de man weet hoe hij een goed nummer moet schrijven. Dat hij dat trucje op zijn zesde plaat Holler and Shout nog eens tien keer overdoet, is dus geen verrassing. Gewapend met zijn piano, een akoestische gitaar en heel wat aanvullende en opzwepende instrumentatie weet de man je een dik half uur in zijn greep te houden. Gaande van vrolijke liedjes als “Crooked Court of Dreams” en “Your World” tot de ietwat intiemere popnummers als “Deep Are The Eyes” en “Holding Patterns“; telkens weet hij een manier te vinden waarop de melodietjes nog een tijdje door je hoofd blijven spoken. Novastar doet het met andere woorden alwéér.
DON BROCO – Amazing Things (★★★½)
DON BROCO is een band die erg veel inspiratie haalt uit de technologische ontwikkelingen die deze wereld allemaal met zich meebrengt. Met zijn vierde plaat Amazing Things belooft het in de titel al heel wat, en met vijf singles op voorhand uit te brengen, waren de verwachtingen wel heel hoog. De singles blijken ook wel het hoogtepunt op de plaat te zijn, want met de furieuze riffs, verrassende soundeffecten en vooral erg aanstekelijke refreinen blijven deze het makkelijkst hangen. Hierdoor blijven de albumtracks soms wat verdwaasd achter, met bijvoorbeeld het zachte “Anaheim”. “Bruce Willis” daarentegen, vernoemd naar de acteur, is dan weer een knaller van formaat. Zo is Amazing Things voor de helft wel gevuld met knallers die erg sterk binnenkomen en dat tilt het niveau van de plaat erg veel naar boven.
Jaubi – Nafs at Peace (★★★★½)
‘Spiritual jazz’ is zo een van die muziekcategoriseringen die volledig betekenisloos op moeilijk te labellen muziek geplakt wordt, in de hoop dat er wat in het rond geprojecteerd wordt. ‘Spiritual jazz’ kan echter even goed voor een openbaring zorgen. Hoewel de mate van openbaring natuurlijk van de persoon afhangt, ligt Nafs at Peace aan de andere kant van het spectrum. Zelfs voor jazzveteranen brengt Jaubi nieuwe ervaringen, nieuwe insteken en nieuwe perspectieven. Het canon van Pakistaanse jazz die hier bij ons bekend is, is dan ook tot nul te reduceren. Voor alles is er echter een begin. Voor Nafs at Peace is het makkelijk adjectieven als ‘futuristisch’, ‘dynamisch’ of ‘sereen’ boven te halen, maar het album zuigt je vooral mee in zijn muzikaal verhaal en omgeving. Laat het dat dan ook doen.
Ist Ist – The Art of Lying (★★★★)
Ist Ist heeft op het hedendaagse muzieklandschap nog maar nauwelijks een indruk gemaakt, maar maakt zijn albums met een grootse aanpak. Architecture was een van de meest underrated platen van vorig jaar, en ook nu vliegt Ist Ist met deze The Art Of Lying stevig onder de radar. Niets nieuws onder de postpunkzon hier, in tegendeel, de Manchester Sound die de vier Britten (deze keer echt uit Manchester) hanteren is even oud als het genre zelf. Gooien met ‘ze klinken als Joy Division’ klinkt meer als backhand compliment dan iets anders, maar Ist Ist is meer dan een Joy Division-coverband met een Ian Curtis-imitator als frontman. Het maakt donkere en dansbare postpunk, zo solide als maar kan.
Richard Dawson & Circle – Henki (★★★★½)
Als Richard Dawson een plaat uitbrengt, kan het altijd twee kanten uit. De man gaat ofwel te vreemd en absurd te werk waardoor de muziek onbeluisterbaar wordt, ofwel is het geniaal. Op Henki horen we die tweede kant van de man die het Weird World Records-label opstartte. Samen met de Finse metalband Circle creëert hij op Henki een wereld die zingt over verschillende planten op deze wereld, maar hij doet dat op zo’n betoverende manier dat het echt verbluffend interessant is. Nummers bouwen erg folkgericht op, maar doordat iedere song boven de vijf minuten afklokt, heeft elk van hen ook ruimte om zich te ontplooien. Hierdoor wordt op Henki niets overhaast gedaan en net daarin sluipt de pracht van deze plaat. Altijd valt er wel iets te ontdekken, met als hoogtepunt “Methuselah”.
R.A.P Ferreira – The Light Emitting Diamond Cutter Scriptures (★★★★½)
Rory Fereirra gaat met vele pseudoniemen door het muzikale leven, waarvan R.A.P Ferreira een van de nieuwere is. ‘Milo’ is misschien zijn bekendste, zover je een rapper die zich al een decennium knus in de underground heeft gevestigd bekend kan noemen. The Light Emitting Diamond Cutter Scriptures is het vierde project onder die R.A.P Ferreira-naam, en het tweede van dit jaar. Een stuk concreter dan die voorganger Bob’s Son, lijkt dit korte album op het eerste zicht de zoveelste te zijn in een rij van een abstracte hiphop die voorbije jaren explodeerde, à la Earl Sweatshirt, MIKE of Quelle Chris. Alleen, R.A.P. Ferreira is niet zomaar iemand die enkel zijn trage stoffige beats doorsloft, maar iemand die net meer te vertellen heeft dan hij misschien zelf beseft. The Light Emitting Diamond Cutter Scriptures grijpt je een klein half uur vast, en laat niet echt meer los.
Makthaverskan – För Allting (★★★)
De Zweedse band Makthaverskan brengt al jaren een unieke blend tussen donkere indiepop en postpunk. Je zou vermoeden dat zo’n combinatie zwartgallig je gehoorkanalen binnendruist, maar niets is minder waar. Op För Allting, intussen het vierde album van de band, bewijst Makthaverskan opnieuw dat het er als geen ander in slaagt om melancholie, rock en pop met elkaar te verzoenen. Dat allemaal wordt gedragen door de intussen herkenbare stem van frontvrouw Maja Milner, die de diverse geluiden op dit album in elkaar laat overlopen. Echte aanraders zijn de nummers “This Time” en “Closer“, maar beter luister je het hele album van begin tot eind. Een paar keer zelfs, liefst!
Helado Negro – Far In (★★★½)
Het aantal albums van Helado Negro is al niet meer op een hand te tellen, maar hoe meer platen hij uitbrengt, hoe beter ze worden. Op die manier is Far In alweer een nieuw hoogtepunt in de carrière van de man. Op deze nieuwe plaat smijt hij psychedelische soundscapes in een blender en maakt hij er zwoele songs van. Hoewel de plaat meer dan een uur duurt, blijf je wel gezellig luisteren. Net omdat de nummers ook perfect op de achtergrond passen, maar evengoed plots verfrissend in het oor springen. Zo is er “Outside the Outside”, dat heel catchy in het oor blijft hangen, en is er goed nagedacht over de volgorde van de plaat over de vijftien nummers. Als Negro op dit niveau blijft presteren, zal er binnenkort een plaat van het jaar aankomen.
Pip Blom – Welcome Break (★★)
De Nederlandse band Pip Blom heeft intussen geen introductie nodig. Het groepje muzikanten achter de gelijknamige twingtigster maakt intussen al vijf jaar aangename indiepoprock. Wat wel nieuw is, is dat de band voor het eerst een beetje teleurstelt. Welcome Break is intussen al het derde album op rij, en het lijkt erop dat we het zotste van Pip Blom reeds gehoord hebben. Elk nummer op het nieuwe project klinkt fijn, maar lijkt ook wel hard op eender welk ander nummer. Zo versmelten deze elf tracks tot een moes zonder identiteit. Het moesje blijft lekker, maar we weten jammer genoeg niet echt wat we gegeten hebben.
Shannon Lay – Geist (★★★)
Als Shannon Lay niet bezig is met in de Freedom Band van Ty Segall te spelen, dan maakt ze mooie, zachte indiefolkmuziek. Met Geist brengt ze alweer haar vijfde plaat uit en ook nu staat die bol van rustgevende, simpele liedjes die ze enkel met haar gitaar en soms wat extra instrumenten (zoals strijkers) brengt. Dat zoiets natuurlijk niet altijd blijft boeien, is een feit, maar toch horen we op Geist heel mooie liedjes waarvan we week worden. Denk maar aan de titeltrack of de twee openingssongs. Verder laat Shannon Lay ons vooral genieten van haar mooie stem en dat is ook iets wat we in deze kille temperaturen zeker kunnen appreciëren.
Irreversible Entanglements – Open the Gates (★★★)
Irreversible Entanglements luister je niet zomaar tussendoor. Deze Amerikaanse jazzband zuigt altijd meteen je aandacht op, en doet dat ook op het nieuwste album Open the Gates. Het is het debuutalbum van de groep en misschien wel zijn sterkste werk tot nu toe. De prekende, contemplatieve parlando van Camae Aweya dreunt vanaf het eerste nummer op je neer en wordt heftig ondersteund door de gekste saxofoonsolo’s, zwoelste trompetgeschal en meest opzwepende percussiestukken. Vaak wringt het, maar daar put Irreversible Entanglements duidelijk kracht uit. Open the Gates is een ervaring die je bijblijft, zoveel is zeker.
The World Is a Beautiful Place & I Am No Longer Afraid to Die – Illusory Walls (★★★★)
Het was alweer van 2017 geleden dat The World Is a Beautiful Place & I Am No Longer Afraid to Die, een band met een veel te lange naam, een album uitbracht. Toch blijkt de band in die vier jaar tijd zichzelf ontworpen te hebben aan een nog rijkere sound waarbij de emo-postrock die ze voordien bracht iets frisser en intenser doorkomt. Hierdoor klinkt Illusory Walls als een van de meest diverse platen die ze al uitbracht. Zo heb je bijvoorbeeld “We Saw Birds Through the Hole of the Ceiling”, dat zich initieel als ballad profileert maar uiteindelijk tamelijk noisy uit de hoek komt. En zo wordt je als luisteraar alle kanten uit gesleurd, maar ligt de nadruk wel op de emotionele intensiteit en die blijft zoals steeds altijd aanwezig.
Marta del Grandi – Until We Fossilize (★★★★½)
De Italiaanse Marta Del Grandi is dit jaar pas vanuit de hemel op ons neergedaald, en daar zijn we haar ongelofelijk dankbaar voor. Nog maar drie singles heeft ze op haar naam staan, die alle drie pronken op haar debuutalbum Until We Fossilize. Als geschoolde jazzzangeres weet ze je te betoveren, ontroeren en in slaap te wiegen. Dat laatste is trouwens een compliment. In een wereld vol drukte en stress doet het ongelofelijk veel deugd om gewoon eventjes alles te kunnen vergeten en weg te soezen. Dat is exact wat Marta Del Grandi ons biedt, en wat ons betreft mag ze dat nog een paar keer opnieuw doen.
Elton John – The Lockdown Sessions (★★½)
Elton John is niet de eerste artiest die een lockdownplaat maakte, en zal zeker niet de laatste zijn. Toch is de wereldberoemde Brit er in geslaagd om misschien wel het minst samenhangende lockdownproject in elkaar te steken. The Lockdown Sessions telt zestien nummers, waarvan er zes al elders verschenen waren. Daarnaast krijgen we maar liefst 22 andere artiesten te horen, die ervoor zorgen dat dit album letterlijk all over the place ligt. Een funky disconummer met Dua Lipa? Check. Een ontroerende ballade met Rina Sawayama? Check. Autotune rap met Young Thug en Nicki Minaj? Zelfs daarvoor deinst de 75-jarige artiest niet terug. Stuk voor stuk zijn het aangename nummers, maar als album is er nagenoeg geen coherentie te vinden.
Jungle by Night – Algorhythm (★★★)
Jungle by Night is al lang niet meer aan zijn huzarenstuk toe. Sinds 2009 maken de Nederlandse artiesten al funky jazz en intussen hebben ze al zes albums op hun naam staan. Algorhythm vormt als zevende langspeler de kers op de taart, want op net geen 50 minuten haalt Jungle by Night alles uit de kast. Wat blijkt? In die kast is behoorlijk veel te vinden! De nietszeggende titels als “E17 Snack” en “Destination A2” blijven wel mysterieus, want eeuwig stilzwijgend klinkt deze band instrumentaal. Gelukkig is de bezetting van blazers, synths en percussie interessant genoeg om ons af te leiden en aan het dansen te krijgen. Zeker “Where Are We Going” en “Force” zullen bij ons een tijdje op repeat blijven staan!
Sasha Keable – Intermission (★★★)
De Britse zangeres Sasha Keable is vastberaden om volgend jaar uit te groeien tot een van de grootste revelaties en treft met haar nieuwe ep daarvoor te perfecte voorbereiding. Naast een zeer opvallende samenwerking met de meesterlijke Jorja Smith, herbergt Intermission zes fijne nummers die ergens tussen soul en pop liggen. Haar verleidelijke stem lijkt moeiteloos de toonladder te verkennen, terwijl smaakvolle arrangementen voor een zeer ontspannen sfeer zorgen. De nummers zijn stuk voor stuk klassevol, maar in zijn geheel mist het project nog wat variatie doordat alle nummers in dezelfde sfeer blijven hangen. Sasha Keable is echter een talent dat je absoluut in de gaten moet houden, want deze stem kan nog miljoenen mensen ontroeren. Althans dat gevoel krijgen we toch dankzij Intermission.
FUR – When You Walk Away (★★★)
Al sinds 2017 is FUR bezig aan het werken richting een debuutplaat en op 5 november dit jaar verscheen die eindelijk. Het album kwam er weliswaar iets te lang na hun momentum, waardoor het wat over het hoofd werd gezien. Toch staan er enkele heel leuke indierockliedjes op die erg catchy binnenkomen, maar vooral de inspiraties niet verbergen. Zo horen we de jaren zestig doorschijnen en komen ook de nillies duidelijk naar voren bij de refreinen die, bij momenten, tamelijk glad zijn. Net die meligheid zorgt er echter voor dat ook When You Walk Away een leuk plaatje is om te beluisteren. Zo is er een duidelijke mix tussen Britpop van Supergrass en Oasis, waardoor je al meteen weet welk publiek FUR probeert te bereiken. Potten zal niemand er mee breken, maar als je hem opzet op een ‘normie’ feestje zal je niemand horen klagen, en dus kunnen wij deze plaat best appreciëren.
The Zephyr Bones – Neon Body (★★★★)
Met leden uit Spanje en Chili weet je dat een band heel zuiders klinkt. Bij The Zephyr Bones komt daar nog eens een psychedelische vibe bij. De groep brengt met Neon Body een tweede plaat uit en die klinkt even zwoel als je kan verwachten. Het gaat van zomerse liedjes zoals “No One” en “Afterglow”, naar meer groovy songs als “Velvet”. We horen invloeden uit de eighties door de synthsounds die wat gladjes naar voor komen, maar hierdoor klinken de nummers net iets zonniger. Ook het tempo op de plaat zit er zeker niet naast, wat ervoor zorgt dat je de plaat altijd vol aandacht beluistert en soms zelfs eens je voeten aan het bewegen brengt. Neon Baby maakt hierdoor zijn naam helemaal waar en blinkt uit in kitsch op een frisse en fruitige manier.
Antoine Wielemans – Vattetot (★★★★)
De naam Antoine Wielemans zal in elk geval in de zuidelijke helft van het land bij velen al een belletje doen rinkelen. Met Girls in Hawaii, waarvan hij co-frontman is, maakte hij enkele van onze favoriete platen van de voorbije twee decennia. Het is evenwel al van Nocturne uit 2017 geleden dat die groep nog nieuw werk uitbracht, wat Antoine tijd gaf om een lang aanwezig idee eindelijk uit te werken: het maken van een soloplaat in het Frans. Hiervoor trok hij richting het Normandisch kustplaatsje dat het album zijn naam gaf. Muzikaal ligt Vattetot in dezelfde lijn als Nocturne, maar dan met subtielere instrumentatie die de teksten voor zich laat spreken. We onthouden vooral het wonderlijke “De l’or” en uitgesponnen “Blanche”, maar ook in zijn geheel is dit de perfecte soundtrack voor een rustige zondagmiddag. Antoine overdondert niet zoals hij dat met Girls in Hawaii al deed, maar beloont vooral wie meermaals luistert.
IOSONOUNCANE – IRA (★★★★½)
Sardiniër Jacopo Incani begint stilaan, dankzij vorig album DIE, internationaal door te breken met zijn unieke combinatie tussen Italiaanse canzoni en psychedelische elektronica. Zo stond hij normaal gezien op het helaas geannuleerde Eurosonic en voegde hij er enkele Europese shows (waaronder in La Madeleine) aan toe. Ondanks die doorbraak blijft Iosonouncane (Italiaans voor ‘Ikbeneenhond’) ontzettend eigenwijs, getuige zijn nieuwste en misschien wel meest ambitieuze worp IRA. Het is een twee uur durend album vol industrieel gedreun, lang uitgesponnen ambient en de neerslachtige stem van Incani hemzelve in zowel Frans, Italiaans, Arabisch als Engels. Net als deze grote hoeveelheid aan talen bevat het album ook een brede waaier aan invloeden (onder andere jazz, Noord-Afrikaanse folk, techno en die vertrouwde Italiaanse muziekgeschiedenis) waarvan Incani één eigen geheel maakt. Dit alles maakt van IRA een uitdagende en zwaarmoedige luisterbeurt, maar ook een ontzettend meeslepende.
death’s dynamic shroud.wmv – Faith in Persona (★★★★)
Vaporwave wordt nogal snel weggeschreven als een meme waarin vorm en voorkomen boven muzikale inhoud lijken te staan. Het klopt dat een formularische methode nogal snel wordt gehanteerd in de manier waarop vaporwaveartiesten samples gebruiken. Wat uitgerekte vergeten softrock of liftmuziek, een beetje reverb erop en klaar. death’s dynamic shroud.wmv bewijst met de regelmaat van de klok (iedere maand brengt het trio iets uit voor zijn abonnementhouders) dat vaporwave zoveel meer kan zijn dat dat. Hun novemberrelease, Faith in Persona, mikt niet op vergeten muziek, maar net op de hitlijsten van vandaag. Samples van nummers van Olivia Rodrigo, Dua Lipa en Taylor Swift worden volledig herdacht tot een dromerige nieuwe popervaring vol glitches en epische hoogtepunten. Hiermee tonen ze de kracht van het hergebruiken van alledaagse muziek.
desert sand feels warm at night – 新世界の弟子たち / New World Disciples (★★★★)
Vaporwave hoeft niet altijd om samples te gaan. Dat bewijst de Britse William Hallworth-Cook maar al te graag. In plaats van te duiken in oude opnames, nam Hallworth-Cook zelf vocalen op, die hij baseerde op Chinese pop uit de jaren ’80 en ’90. New World Disciples staat vol trage mastodonten van intense rust. Het roept dan ook gevoelens op van nachtelijke kuiertochten door immense landschappen. Het is middernachtelijke muziek die het best werkt in een rustige, warme omgeving. Dat het album uitsluitend zelf gecomponeerd en ingespeeld is, voegt enkel toe aan die magische ervaring.