Het ontdekken van nieuwe muziek zit in het DNA van Dansende Beren en zorgt ervoor dat we bijna dagelijks nieuwe artiesten uit binnen- en buitenland in de schijnwerpers plaatsen. Sommige acts laten zelfs zo een diepe indruk achter, dat we hen een extra duwtje in de rug willen geven. In januari stellen we daarom naar jaarlijkse gewoonte onze ‘Grote Beren van Morgen’ voor, waarmee we acts met veel potentieel in de schijnwerpers zetten en doorheen het jaar wat nauwgezetter volgen.
Na twee succesvolle edities in Trix met onder andere BLUAI, Ão en Porcelain Id, nodigden we dit jaar opnieuw acht opkomende artiesten uit voor een interview. Daarvoor kozen we voor het eerst De Roma als decor voor enkele portretten door onze fotograaf Nathan Dobbelaere. Iedereen die nood heeft aan de warmste muzikale knuffel, willen we voorstellen aan de Antwerpse groep I’m the hug.
Hoe zouden jullie je project voorstellen aan iemand die er nog niet vertrouwd mee is?
Simon (Michelena): Een samenraapsel van verschillende artiesten in één band die zachte, folk geïnspireerde muziek maken. Ik denk zoiets.
Abel (Ghekiere): We zijn gestart vanuit oude muziek van Mathilde. Dat was een soort van klein startpunt. Vervolgens zijn Simon en ik na een paar keer luisteren… (richt zich naar de rest) Goh, was het toen nog lockdown?
Mathilde (Luijten): We mochten toen al buitenkomen, maar uitgaan en zo zat er nog niet in. Om die reden zijn we de studio van Simon ingekropen.
Abel: Daar hebben we Mathilde overtuigd een aantal nummers samen te spelen en op te nemen. Meteen daarna zijn we eigenlijk gewoon samen muziek beginnen maken. Dan hebben we ook één keer opgetreden met ons drieën.
Mathilde: Oei, was Orlan daar nog niet bij? In mijn hoofd was hij er altijd al bij.
Abel: Na die eerste jamsessies met z’n drieën zijn we meer en meer als band muziek beginnen maken. Vervolgens is Orlan erbij gekomen. Op die manier vormden we een combinatie waarbij ieder zijn eigen inbreng had. Ook niemand houdt zich bij het uitvoeren van ‘maar één taak’.
Simon: Ja inderdaad, maar genregewijs… Hoe zouden we onze muziek concreet kunnen benoemen?
Mathilde: Ik denk dat indiefolk wel de juiste benaming is. Of dat is in ieder geval wat we hopen dat het is. Het mag dan misschien wel een samenraapsel van al onze verschillende achtergronden zijn, toch vinden we een ‘common ground’ in dat zachte en pure geluid. Dat brengt ons wel samen als muzikanten. In dat geluid hebben we elkaar gevonden, en dat maken we dan ook gewoon.
Orlan (Ghekiere): We spelen ook wel echt zacht.
Iedereen: Neen helemaal niet! Juist heel dynamisch! (lacht)
Wat zijn de basisingrediënten van jullie muziek? Welke elementen komen vaak terug?
Simon: Tekst. Als we het over een basisingrediënt hebben, dan is tekst toch wel het punt waaruit we vertrekken.
Mathilde: Tekst en stem, denk ik.
Abel: We proberen als muzikanten elkaar echt te ondersteunen. We gebruiken onze eigen muzikale sterktes om de sterktes van de rest nog meer in de verf te zetten, en bovenal om de stem te ondersteunen. Die stem wordt eigenlijk echt op een pedestal geplaatst. De instrumenten duwen de stem zachtjes naar boven.
Orlan: We kennen elkaar ook wel echt goed ondertussen, dus we weten allemaal wie wat brengt op muzikaal vlak. Als we dan ook samen aanwezig zijn, komt dat natuurlijk naar voren.
Simon: Ja, de basiselementen. Ik denk dan ook meteen aan instrumentatie. Gezien we echter allemaal van alles wat spelen, ook live, is het heel moeilijk om te zeggen ‘een nummer bestaat uit dit, dit en dit’. Het is eerder zo dat we vertrekken vanuit de stem en de tekst. Daarna stellen we ons de vraag wat er nog nodig is om het verhaal te vertellen, of juist wat er te veel aan is en in de weg staat van die stem en tekst.
Mathilde: Ik denk ook dat het ermee te maken heeft dat we nog niet lang bezig zijn. Het is allemaal nog heel pril. Ik denk dat de manier waarop we momenteel muziek maken heel intuïtief is en misschien ook niet doordacht. (lacht) Niet dat we niet nadenken over wat we spelen hé, maar eerder omdat het gewoon opkomt en we voelen dat we op dezelfde denkpiste zitten ten opzichte van het gevoel dat we willen meegeven en ter woord brengen. Dat is dan dat warme, zachte, knuffelige. Dat is de rode draad in alles wat we maken, dat het een bepaalde intimiteit meegeeft.
Abel: Dat komt ook wel uit een bepaalde melancholie.
Mathilde: Ik denk dat we allemaal heel melancholisch zijn.
Abel: Als je bijvoorbeeld de muziek van Keaton Henson neemt, waar Mathilde veel inspiratie uithaalt, dan is het eigenlijk gewoon muziek die je neerslaat voor een paar dagen. Het leuke is dan, dat als we muziek met band maken, het gewoon allemaal heel plezierig kan worden.
Hoe is het project ontstaan?
Simon: Het zaadje is zeker veel vroeger geplant dan we daarnet vertelden. I’m the hug is wel ergens na het soloproject van Mathilde ontstaan.
Abel: Ja, eigenlijk was het zo mei-juni 2022.
Simon: We zaten op café en toen hoorde ik dat Mathilde muziek had. Abel vond die supergoed, maar Mathilde wilde er niets mee doen. Abel en ik voelden dat we er wel iets mee wilden doen. De basis ligt dus wel echt bij Mathildes soloproject.
Orlan: Jullie hebben Mathilde eigenlijk keihard geforceerd. (lacht)
Mathilde: Ik denk ook dat het in het begin iets heel speels was. In de zin van: ‘We zijn allemaal goede vrienden’. En we gingen ook veel samen op stap, dus maakten we bijgevolg ook samen muziek. Het was volgens mij wel nooit van bij het begin een idee om een band te starten.
Abel: Neen inderdaad, want we waren alle drie van: ‘Oké, we maken samen muziek, maar we gaan dit nooit uitbrengen.’ (lacht)
Simon: Het idee was ook van: ‘Als we dit op SoundCloud of Bandcamp kunnen plaatsen… Amai dat zou al een overwinning zijn.’
Abel: Dat komt ook omdat Antoine Plouvier van All Wet Studio al in onze kennissenkring zat. We kennen hem supergoed en Simon heeft ook al verschillende keren met hem samengewerkt. Dus dan was er ook het gevoel van: ‘Oké, laten we dit nu ook gewoon eens goed doen.’ We hebben daar wel lang over getwijfeld.
Simon: Ik denk dat dat was omdat we met drie een soort opstelling hadden aangenomen, waar we dan een stuk of zes demo’s mee hadden opgenomen in mijn studio. Dat was echt in de pure zin van ‘een demo’. Daarna hadden we voor het eerst met Orlan gespeeld in het Huisfeest, omdat we merkten dat we toch een vierde getalenteerde persoon nodig hadden – wat Orlan zeker is. Ik denk dat we daar het zelfvertrouwen gekregen hebben en inzagen dat de muziek meer verdiende en er meer in onze muzikale zoektocht zat.
Abel: Vanaf het moment dat we samen begonnen te spelen, hoorden we ook welke geluidjes we er aan konden toevoegen, tot zelfs een saxofoon.
Mathilde: Daar heeft Simon spijt van. (lacht)
Simon: Ik denk wel echt dat doordat Orlan erbij is gekomen, de muziek meer laagjes kreeg en er veel meer mee te doen was.
Orlan: Dat krijg ik wel niet genoeg te horen. (lacht)
Hoe is de muzikale sound van het project geëvolueerd? Waar gaat de muzikale reis naartoe?
Simon: Ik denk dat je meer diepgang terugvindt in de nieuwe nummers. Zeker als we die demo’s vergelijken met hun herwerkingen die in de studio zijn opgenomen. De nieuwe nummers zijn ook diepgaander.
Abel: We zijn nu ook gewoon meer een band. Helemaal in het begin was het Mathilde haar muziek, waarvan we dan twee nummers opnamen. Daarna zijn we gewoon onze sound als band beginnen zoeken. Nu is het echt muziek met een soort identiteit van ons allemaal.
Orlan: Los van het opnemen en inspelen, willen we die diepgang ook live zoveel mogelijk overeind houden.
Simon: Ik denk dat als je ons die vraag binnen twee jaar stelt, er zeker een uitgebreider antwoord op komt. Misschien is de evolutie nu vooral om live meer ons plekje te zoeken of te vinden binnen het nummer.
Zijn er artiesten waar jullie inspiratie uit putten op muzikaal of tekstueel vlak?
Mathilde: Ik denk dat ik wel een lange en harde liefde heb voor indiefolk. Abel heb ik daar vermoedelijk mee aangestoken, waardoor het vlammetje wat overgesprongen is. Simon heeft er ook al veel in gevonden. Ik weet niet wat Orlan daarvan denkt. (lacht)
Orlan: Ik heb daar nooit aandacht aan gespendeerd, tot pas een jaar of twee geleden – misschien zelfs minder. Het was ook Abel die mij Adrianne Lenker en zo leerde kennen, waardoor ik honderd procent in de diepte van die put gevallen ben. Daarna ben ik er niet meer uitgeraakt. Het is zot hoe snel dat in mij gegroeid is. Ook door zoveel te luisteren heb ik het genre mezelf op korte tijd eigen gemaakt. Ook in het spelen. Daarvoor had ik wel een beetje een idee hoe eraan te beginnen, maar had ik echt niet die sfeer of dat gevoel in mijn muziek kunnen steken.
Abel: Ja wij waren jazzsnobs. (lacht)
Simon: Dat is waar. (lacht)
Mathilde: Ik denk dat Adrianne Lenker en Big Thief sowieso grote voorbeelden zijn. Ik denk dat wij ook wel meer luisteren naar echte folk, zelfs bijna americana. Maar ja, zeker Keaton Henson vind ik persoonlijk, qua tekst en die complete kwetsbaarheid die die heeft, heel mooi.
Abel: Eigenlijk is er niets puurders dan wat hij doet.
Mathilde: Ja, van die artiesten die zich volledig blootgeven. Hayley Heynderickx ook…
Simon: Andy Shauf!
Wat zijn tot nu toe de grootste mijlpalen in jullie carrière?
Simon: Dat we nog bestaan! (iedereen lacht)
Abel: Dat is niet waar jong!
Simon: Ik denk het uitbrengen van de muziek. Het maakt niet uit of het nu die ep of de eerste single was; gewoon dat de muziek naar buiten werd gebracht. Ook het feit dat we de show in De Roma aandurfden.
Abel: We hebben daar heel lang over nagedacht, want de show in de Amor was uitverkocht, dus was er de vraag of we het aandurfden om in de foyer van de Roma te staan. Ja, dat was wel echt een crazy avond.
Mathilde: Ik blijf het soms gek vinden dat andere mensen behalve wijzelf naar de muziek luisteren. En dat mensen het al dan niet mooi vinden. Het is gewoon gek dat het buiten onze vier hoofdjes bestaat, en ik ben daar zo dankbaar voor. Ik ben daar heel trots op. En ja, De Roma was gewoon heel prachtig.
Orlan: Die was echt gek. We hebben na de show zitten rondlopen in de grote zaal vol verwondering en trots.
Welke obstakels of uitdagingen kwamen al op jullie pad?
Orlan: Sietse Willems (zanger van Meltheads, nvdr.) die mijn naam niet kent. (lacht)
Abel: Het vertalen naar het livegebeuren misschien. Daar hebben we wel echt aan moeten sleutelen. Vooral omdat we allemaal andere manieren hebben van repeteren. Orlan en ik zijn het bijvoorbeeld gewoon vanuit ons project om de juiste vibe te vinden en te vertrouwen op improvisatie…
Orlan: Zo van: ‘We zien wel.’
Abel: Het komt altijd wel goed, omdat we elkaar vertrouwen. Natuurlijk zit je hier met een andere soort muziek en een andere vorm van repeteren, dus dat was wel zoeken naar hoe we dat moesten doen. Uiteindelijk is dat wel snel opgelost geraakt.
Simon: Het moeilijkste was inderdaad wel de vertaling naar het livegebeuren. Je hebt maar twee handen. In de studio is dat helemaal anders. Dat is beetje de valkuil van in een studio zitten; dat je gewoon maar begint te bouwen en te bouwen, en zaken te dubbelen in een octaaf of zo… Maar daarna sta je op een podium en besef je hoeveel handen je hebt, en dat je niet alles kan doen wat je eerder in de studio deed. We spelen ook veel instrumenten, dus dat is zowel ons pluspunt als het negatieve eraan. Een soundcheck duurt dan ook heel lang, want om een goede sound voor alles te krijgen en ervoor te zorgen dat je je comfortabel voelt bij alles op het podium, is het wel even zoeken.
Abel: Ik hoop vooral dat het nooit een automatisme wordt. Nu zijn we allemaal zo nog van: ‘Wow, zulke mooie noten en stem.’ Een beetje de verliefdheidsfase. Dat wil ik zeker niet kwijt.
Simon: Ik geloof wel dat die periode zal komen. Dat de verliefdheid zal verdwijnen, maar het eerder een ‘houden van’ wordt. Dan leer je ook hoe je nummers kan vertalen en ze nog steeds genoeg zijn, maar je kan het niet weerhouden dat het in de vingers gaat zitten.
Wat is tot nu toe de mooiste fase of het mooiste moment geweest van jullie project?
Abel: Ik denk dat we wel graag willen spelen en dat dan ook de focus is.
Simon: Ik vind de leukste fase wel het opbouwen en opnemen van de nummers. Wat niet wilt zeggen dat het spelen niet zalig is; hè.
Abel: Eigenlijk is de mooiste fase gewoon die van het afgelopen half jaar geweest. Dat is al alles geweest.
Mathilde: Voor mij zijn ook de livemomenten de mooiste fasen, want dan voel ik mij het dichtst bij jullie. In de studio doet iedereen zijn eigen ding en creëer je wel samen, maar op een manier blijft dat steeds heel individueel. Op het podium voel ik altijd, of zeker toch die twee keer dat wij gespeeld hebben, van: ‘Argh, we zijn hier met z’n vieren samen en ik kan jullie megahard vertrouwen’, en dat voelt heel liefdevol.
Simon: Ik denk, sorry Orlan, dat de periode wanneer we bij mij in de studio zaten ook heel mooi was. Dat was superleuk, want we waren een beetje aan het aftasten en alles voelde zo kwetsbaar. We waren dingen aan het opnemen waarvan we niet eens wisten of het ooit zou uitkomen. We deden het allemaal voor onszelf om een leuk productje te maken.
Abel: Ook het zoeken, want bijvoorbeeld een moment dat ik dacht: ‘Misschien kunnen we klarinet erin verwerken’, dus haalde ik mijn klarinet boven en begon ik heel melancholisch-depressieve tonen te maken, en was iedereen van: ‘Oeh neen, Abel stop. Moet dit nu echt?’.
Simon: Maar tegelijk was dat juist zo mooi, want dan konden we aftasten wat er wel kan en wat niet. Daarvoor hadden wij nog nooit in de studio samengezeten.
Mathilde: Neen inderdaad, toen hadden we die intimiteit ook gewoon nog niet. Aan iedereen tonen wat voor muziek je maakt, is eigenlijk ook een beetje je blootstellen aan elkaar. Dus dan was dat ook aftasten.
Simon: “My house” is daar het mooiste voorbeeld van. Dat was eerst een simpel nummer, en dan vroegen we ons af om drums toe te voegen. En dan die baslijn. En dan backings. Dan werd het toch meer indiepop, en achteraf veranderden we dat ook weer.
2023 komt tot een einde. Hoe zouden jullie de afgelopen 365 dagen omschrijven?
Abel: Het is wel echt crazy geweest.
Orlan: Een beetje ongeloofwaardig eigenlijk.
Mathilde: Een beetje een ‘fever dream’.
Simon: Maar tegelijk zitten we nog maar aan de start van alles, dus is het echt fijn dat het zo tof kan aanvoelen.
Abel: Ja, ik denk dat we tot aan De Roma echt het gevoel hadden van: ‘Dit was het dan.’
Mathilde: Ik denk dat we heel hard het gevoel hadden van: ‘Als het nu stopt, dan was het leuk en zien we nog wel.’ Dat gevoel blijft ook wel een beetje hangen, dat het eigenlijk elk moment weer kan stoppen.
Met welke ambitie kijken jullie naar 2024?
Simon: Oei, ambitie…
Orlan: Ik kijk nu vooral uit naar het vele spelen met hen op veel verschillende plekken. Misschien ook nog wat nummertjes opnemen. Een nog wat grotere Beer worden.
Zijn er al concrete dingen waar jullie naartoe werken?
Simon: Ik denk nog meer muziek uitbrengen en nog wat meer spelen op plaatsen die misschien al dan niet bekend zijn.
Mathilde: Ja, begin januari spelen we samen met Loverman in Hnita.
Abel: We gaan ook wat nieuwere nummers opnemen die live echt supernice aanvoelden. Het handige is dat we gewoon weer in de studio kunnen kruipen. We moeten er allemaal nog niet te veel over nadenken.
Simon: Volgend jaar wordt vooral chill. Het is een comfortabel gevoel dat we niet naar de grote dingen moeten toewerken, maar gewoon onszelf kunnen blijven.
Mathilde: Ja, en nog verder zoeken en ontwikkelen. Nog meer onze eigen sound vinden.
Wat is de ultieme droom?
Mathilde en Abel: Ik denk dat ik die van Simon al weet.
Simon: Ja, ik denk het ook. Allemaal samen…
Iedereen: Het voorprogramma van Andy Shauf. (iedereen lacht)
Simon: Ja, als dat zou lukken, dan zou ik zo blij zijn.
Mathilde: Ik denk dat ik te voorzichtig ben voor een grote droom.
Abel: Er was een moment dat we eigenlijk nog niet eens bestonden en nog niet De Roma ingepland hadden, waarbij we droomden dat we misschien in het voorprogramma van Florist mochten spelen. Dat is voor mij ook al de grootste inspiratie geweest, dus dat zou echt geweldig zijn. Full circle moment.
Simon: Zijn al onze dromen voorprogramma’s? Allez, even iets anders.
Orlan: I’m the hug-sokken uitbrengen. Of in de AB spelen. Niet de club, maar de mainstage volledig uitverkopen. Neen, ik vind het nu eigenlijk wel echt fijn. Ondanks dat iedereen de leukste periode zonder mij vond. Zijn er nog andere ‘Grote Beren’ waar ik mij bij kan aansluiten? (lacht)
Mathilde: Nog een andere droom die we hebben, is in twee kerken spelen.
Simon: De Sagrada Família?
Mathilde: (lacht) Neen, we hebben afgelopen zomer op Leffingeleure Rozi Plain gezien in een kerk. Dat was zo mooi en toen waren we allemaal van: ‘Dit moeten wij zijn.’ De andere kerk was op Left of The Dial.
Fan van I’m the hug? Volg hen op Instagram en Spotify.
De Grote Beren van Morgen 2024
Maandag 1/1 – Dressed Like Boys
Dinsdag 2/1 – ISE
Woensdag 3/1 – STEVE
Donderdag 5/1 – Dad Magic
Vrijdag 6/1 – Fat Dog, Elmiene, Picture Parlour, mary in the junkyard en HotWax
Maandag 08/01 – Eosine
Dinsdag 09/01 – MAVEE
Morgen ontdek je de volgende ‘Grote Beer Van Morgen 2024’
Foto’s door Nathan Dobbelaere
Interview door Frauke Van Coile
Speciale dank aan De Roma