2017 was het jaar waarin de wereld kennismaakte met Témé Tan. Als melting pot van verschillende genres wist het titelloze debuutalbum van zanger, producer en multi-instrumentalist Tanguy Haesevoets liefhebbers van onder andere moderne funk, elektronica, afropop, bossa nova, Braziliaanse grooves uit de sixties en zouk te verenigen. De lofzangen vertaalden zich in boekingen in alle uithoeken van onze aardbol.
Net wanneer de batterijen opgeladen waren om aan de zogeheten moeilijke tweede te beginnen, brak de gekende pandemie uit. Zoals zoveel artiesten gebruikte Témé Tan de vrijgekomen tijd en het vertraagde levensritme om de muziekindustrie op pauze te zetten en te herbronnen. Hij bouwde een eigen studio op het platteland en zette de vensters open om zo mogelijk nog meer invloeden te laten aanwaaien. Waar ten tijde van het debuut referenties als Konono N°1, Beastie Boys en MC Solaar circuleerden, mag je daar vandaag namen als Prince, Daft Punk, Gorillaz en Angèle bij rekenen. Niet toevallig zijn dat allemaal acts die pop voor ogen hebben, welk genre ze ook beoefenen.
Témé Tan is er met Quand il est seul bovendien in geslaagd een meer samenhangend album af te leveren. Popliedjes die hard of zacht op de heupen mikken vormen steeds de grondlaag, maar de afwerking varieert nog steeds. In samenspraak met producer Le Motel balanceert Témé Tan als een ervaren koorddanser tussen genres, en – goed nieuws – hij valt geen enkele keer van zijn zelf gespannen touw. De vooruitgeschoven single “TNMCP” maakte al een evolutie duidelijk. Congolese invloeden worden voortaan flink aangedikt met een elektronisch sausje. Het levert een hyperaanstekelijke single op die ons aan Chromeo doet denken.
Waar die eerste single nog lichtvoetig ons eraan herinnert dat je nooit de mens achter de muziek helemaal kent, laat Témé Tan op de andere elf tracks iets meer in zijn ziel kijken. Elk apart zijn het verhaaltjes die gevoed werden door Tanguy Haesevoets’ ecologische reizen en sociale doelen. Ze worden als spielerei gepresenteerd, maar je krijgt er gratis en voor niets een onderliggende boodschap bij. Zo gaat de nieuwste catchy en lichtvoetige single “Un grand plat de riz” eigen over zijn warme welkom in Mali, waar compleet onbekenden Haesevoets binnen de kortste keren uitnodigden voor het avonddiner. Die simpele menselijke connectie laat Témé Tan contrasteren met de moeilijke relatie die Europa heeft met migratiegolven.
Met de reizen naar verre buitenlanden kwamen ook de verwantschappen met andere artiesten bovendrijven, met een paar opvallende collaboraties tot gevolg. Zo is de Congolees-Canadese artiest Pierre Kwenders te horen op het funky “Pancake”, waarin Témé Tan Lingala en Engels vermengt wanneer hij het over verlangen heeft. Nog een opvallende samenwerking is die met Elisapie, een in Montréal gevestigde inukartieste die het afsluitende “O.Y.” een extra dimensie geeft. Inuk betekent ‘echte mens’ het Inuktitut, de taal van de Eskimo’s. Tekstueel luistert de song als een therapeutische sessie om over een break-up te komen. Of het om een echte liefdesrelatie met een persoon dan wel met de muziekwereld gaat, laat Témé Tan aan onze verbeelding over. “O.Y.” legt op prikkelende wijze een geslaagde comeback neer.
Témé Tan was lange tijd van het voorplan verdwenen – wij waren hem eerlijk gezegd zelfs een beetje vergeten – maar vindt met Quand il est seul meer dan ooit zijn stem en evenwicht. Met deze frisse, nieuwe start in de winkelrekken hopen wij dat een massa mensen Témé Tan opnieuw gaat omarmen.
Met de shows die eraan komen, zit dat er dik in. Je kan Témé Tan gaan aanschouwen op 15 november in Cactus Club Brugge, op 23 november in de AB in Brussel en op 7 december speelt hij in Democrazy in Gent. Alle speeldata vind je op zijn website.
Facebook / Instagram / Website
Ontdek “Pancake”, ons favoriete nummer uit Quand il est seul, in onze Plaatje van de Plaat-playlist op Spotify.