We kunnen het niet mooier maken dan het is: we leven momenteel nou eenmaal in moeilijke tijden. Het nieuws wordt gedomineerd door catastrofale natuurrampen en verwoestende oorlogen, terwijl de aarde steeds verder opwarmt en de polarisatie in de samenleving met de dag lijkt te verergeren. Hoewel de staat van de wereld wel degelijk deprimerend is, biedt het sommige artiesten ook voldoende inspiratie en motivatie. Kijk bijvoorbeeld maar naar Sophie Straat. De Amsterdamse zangeres heeft de afgelopen tijd flink naam voor zichzelf gemaakt met haar scherpe maatschappijkritiek, waarbij ze niet terugdeinst van complexe en belangrijke onderwerpen als politiegeweld en seksuele intimidatie. Ze verpakt dit in catchy, typisch Nederlandse volksliedjes met een knipoog, maar doet dit op zo’n manier dat de urgentie van haar boodschap niet verloren gaat. Onlangs kwam haar langverwachte debuutalbum Smartlap Is Niet Dood uit en wij spraken de Amsterdamse onder andere over die plaat, haar werkproces en haar muzikale doelen.
Je kaart in je muziek best moeilijke thema’s aan als gentrificatie en seksisme, maar benadert dat op een wat lichtere manier met een stevige knipoog. Hoe probeer je dit soort thema’s succesvol te benaderen op zo’n luchtige wijze?
Dat is juist een beetje hoe ik ermee om ga. Het is zeker wel met humor en met een knipoog, maar de boodschap is altijd wel gemeend. Ik denk ook dat als je zo’n boodschap wil overdragen, dat een beetje humor daarbij kan helpen, omdat mensen niet echt gaan luisteren naar boze mensen. Dat idee heb ik. Door het wat luchtiger te brengen denk ik ook dat ik het wat bespreekbaarder maak, maar die humor is natuurlijk wel tot een bepaalde mate want de onderwerpen blijven serieus. Wat ook helpt is om dingen soms niet zo letterlijk te brengen, zoals bij “Mooier Als Je Lacht“. Er gebeurt daar nog niet echt iets en je kan zelf invullen wat er gaat gebeuren, maar het blijft voor veel vrouwen herkenbaar en verschrikkelijk.
Is het ook een doel om middels je muziek zulke herkenbaarheid te creëren?
Dat is wel wat ik probeer, vooral met nummers als “Mooier Als Je Lacht”. Enerzijds ben ik dan huiverig, want misschien breng je dan van alles naar boven bij mensen. Dan kan het echt verschrikkelijk zijn om naar te luisteren. Anderzijds denk ik ook dat het wel een gevoel kan geven van: ‘oh, ik ben echt niet de enige die dat heeft meegemaakt.’ Daardoor kunnen we er misschien ook wel beter over praten met z’n allen in plaats van denken dat we het nooit aan iemand kunnen vertellen.
Hoe voelt het voor jou dat mensen zich zo erg in jouw muziek kunnen herkennen?
Dat vind ik heel belangrijk. Het is voor mij ook belangrijk dat ik het gevoel heb dat ik ergens bij hoor en niet alleen ben.
Zou je zeggen dat dat je voornaamste doel is?
Ja, ergens wel. Het protest staat sowieso voorop, daarna komt de muziek. Het doel is om een punt te maken, op wat voor manier dan ook en dan zie ik wel hoe ik dat verpak in een liedje of in een andere kunstvorm.
Het is een andere werkwijze dan de meeste muzikanten: daar is het muziek eerst en de boodschap later.
Dat snap ik ook wel goed, maar ik kan dat gewoon niet. Ik ben ook niet een muzikant op die manier. Ik hoor geen melodieën in mijn hoofd, wat veel muzikanten wel hebben. Dat vind ik wel heel cool om te zien, dat ze in de studio iets horen en daar meteen tekst op kunnen verzinnen. Voor mij werkt dat niet. Ik ben ook eerder iemand die projecten maakt dan dat ik muzikant ben. Elk liedje is een project in plaats van een muzikaal gegeven.
Hoe ziet het proces er dan uit?
Ik heb altijd eerst het onderwerp. Dan weet ik dat ik daar wat mee wil doen, zoals politiegeweld of het Nederlandse koningshuis. Dan ga ik er een verhaal van schrijven, het is net als een boekje schrijven. Dat kan vanuit de ik-vorm gaan, als het over mij gaat, maar het kan ook over iemand anders gaan of een groep mensen. Het kan vanuit het oogpunt van het probleem zijn of vanuit het oogpunt van degene waar dat probleem eindigt. Ik denk dat veel schrijvers ook zo te werk gaan met het schrijven van een boek. Dan ga ik echt letterlijk een verhaaltje schrijven.
Dan gaat Wieger (Hoogendorp, producer en gitarist van onder andere Straat en Goldband) ermee aan de slag. Ik heb altijd al wel een paar liedjes laten horen om te laten zien hoe ik wil dat het een beetje gaat klinken en dan kijkt Wieger wat er voor nodig is. Er staat een liedje op Smartlap Is Niet Dood dat over het koningshuis gaat waar van die koninklijke melodieën inzitten. Ik kijk eerst echt naar het verhaal, daarna pas naar de vorm.
Werkt deze werkwijze goed voor jullie waarin jij eerst dat verhaal bedenkt?
We hebben het ook zeker wel anders geprobeerd. Ik heb ook geprobeerd om echt de muzikant uit te hangen. Dat werkte echt voor geen meter. Ik doe dit dan helemaal samen met Wieger. Als hij zich dan gaat bemoeien met het verhaal of de vormgeving, dan denk ik van: ‘nee, nee, nee, jij begrijpt het niet!’ Hij moet zich gewoon bezighouden met de muziek, want ik begrijp dat onderdeel dan weer niet. Hij moet de muziek doen, ik de rest en zo werkt het voor ons.
We hebben echt geprobeerd om onszelf te bemoeien met de ander, maar we zijn er inmiddels echt wel achter dat we dat gewoon niet moeten doen. Ik kan ook wel gewoon zeggen dat ik iets niet vet vind en hij doet dat ook wel aan mijn kant, en daar komen we ook wel altijd uit. Uiteindelijk ben ik gewoon de schrijver, hij de componist. Het werkt niet altijd even goed. Zonder schuring, geen glans!
Zonder schuring, geen glans!
Het is geen geheim dat jullie een relatie hebben. Hoe is het om op professioneel vlak zo nauw samen te werken met iemand waar je ook heel close mee bent op persoonlijk gebied?
Het kan heel lastig zijn. We hebben eigenlijk bijna nooit ruzie, maar wel over werk. We proberen daar rustig over te praten, wat vaak niet lukt omdat we heel gepassioneerd zijn over de muziek. Het is gewoon lastig, maar dat is denk ik ook wel een beetje hoe het is. We proberen gewoon de passie en het temperament over het werk om te wisselen naar iets alledaags als ‘wat zullen we vanavond eten’. Het is ook wel heel bijzonder dat we dit samen kunnen meemaken.
Negen van de tien keer komen we er gewoon echt niet uit qua werk en moeten we het wegleggen en er later op terugkomen. “Mooier Als Je Lacht” bijvoorbeeld was eerst een zieke, gekke hiphoptrack, maar we voelden het gewoon niet en we wisten niet wat er niet klopte. Ja, toen hebben we het even weggelegd, van alles gedaan, van alles geprobeerd, saxofoons ingespeeld zelfs. Een week voordat het album af moest zijn hebben we het helemaal omgegooid en hebben we er een dreampop, shoegaze-liedje van gemaakt.
Het kan soms wel goed zijn om dingen even achterwege te laten en er later op terug te komen.
Ik denk ook wel dat het goed is om de tijd er even overheen te laten gaan. Die dagen horen er ook wel echt bij hoor, dat het echt niet lukt. Het is wel moeilijk om te relativeren dat het soms gewoon eventjes niet lukt.
Heb je dit soort momenten vaak gehad tijdens het maken van Smartlap Is Niet Dood?
Ja, heel veel. Het lukte heel vaak gewoon niet. Maar als het dan lukt, als het dan écht lukt, dan is het natuurlijk het beste gevoel dat er is! Als dat kwartje eenmaal valt…
Hoe lang ben je ermee bezig geweest?
Twee jaar ongeveer. Ik merk ook dat er veel liedjes op staan waar ik inmiddels een beetje overheen gegroeid ben, maar ik denk dat het maken van een album ook wel een proces is van jezelf overgeven aan de tijdgebondenheid.
Lukt het om te accepteren dat dat er ook bij hoort?
Wat ik vooral moeilijk vind, is dat het album al helemaal af is sinds juli. Dan gaat dat eerst nog naar de drukker en dan moest ik tot maart wachten totdat het uit is. Dan ben ik er ook wel een beetje overheen en dat vind ik echt heel moeilijk om mee te dealen. Ik weet niet zo goed hoe ik ermee moet omgaan. Aan de andere kant heb ik ook wel: als een liedje echt vet is, dan blijf ik het zelf ook leuk vinden. Dat heb ik wel met een paar tracks op het album. Daar ben ik zo blij mee en daar blijf ik zelf ook graag naar luisteren. Dan weet je dat iets echt goed is.
Welke zijn je favorieten?
“Mooier Als Je Lacht” vind ik wel echt een van de betere. “De Vergiffenis” vind ik ook heel erg goed, wat gaat over abortus. We zeggen niet letterlijk het woord ‘abortus’, maar het is wat meer impliciet en wel echt een beladen liedje. Ook “De Stad Is Van Ons” vind ik heel erg leuk.
Ben je niet bang dat mensen je een beetje zien als een gimmick omdat je maatschappelijke problematiek probeert te verpakken in een behapbaar jasje en dat ze je ernstige boodschappen niet serieus nemen?
Als mensen mij zien als een gimmick, dan moeten ze dat maar doen. Er zijn ook gewoon heel veel mensen die het wel vet vinden. Je hebt altijd mensen die het niet leuk vinden en mensen die het dan wel weer leuk vinden. Dat maakt me niet zoveel uit. Het gaat om de boodschap en er zijn ook mensen die niet achter de boodschap staan. Ja, dan is dat maar zo, dan heb ik die luisteraars niet.
Degenen die bijvoorbeeld naar mijn clubtour komen, die zijn het er al mee eens. Je hoeft niemand echt meer te overtuigen. Op een festival is het anders met mensen van buiten de bubbel. Daar lopen mensen rond en misschien kan je ze overtuigen. Je kan ze nog wat bijbrengen.
Als mensen me zien als gimmick, dan moeten ze dat maar doen.
Dus samenhorigheid creëren en mensen echt iets bijbrengen, dat zijn je grootste muzikale doelen.
Ja, en ik zou ook wel willen dat het bij de politiek terecht komt. Dat ze er Kamervragen (vragen van parlementsleden aan ministers of staatssecretarissen in de Nederlandse Tweede Kamer) over gaan stellen.
Denk je dat je muziek echt de Nederlandse politiek zal bereiken en dat er dan verandering komt?
Dat hoop ik wel. Waar ik me heel erg aan erger is dat er Kamervragen komen over dingen die eigenlijk helemaal niet belangrijk zijn. Daar irriteer ik me dan echt aan. Waar maken we ons dan druk om? Mensen worden verkracht in de trein, waarom komen er daar geen Kamervragen over?
Hoe probeer je in dit soort tijden toch de hoop te bewaren?
Dat is een hele goede vraag. Dat is ook gewoon heel moeilijk. Ik weet het niet. Ik denk dat het voor mij een manier is om gezond te blijven, dat ik erover blijf schrijven en zingen, dat ik enigszins hoopvol blijf.
Er zijn in Nederland veel muzikanten tegenwoordig die ervoor openstaan om over dit soort moeilijke thema’s te zingen en het zo bespreekbaarder te maken. Hang Youth staat hier bijvoorbeeld bekend om, maar jij staat ook op de voorgrond hierbij.
Ja. Dat is ook wel heel leuk.
Even iets anders. Heb je zin in je komende clubtour? Wat kunnen we verwachten van deze tour?
Heel erg. Ik vind het wel echt leuk om op te treden en op festivals te spelen. Het wordt een soort feministisch slagveld. Veel harder en veel meer mezelf, denk ik ook. Ik heb mezelf in de afgelopen jaren echt ontwikkeld als artiest. Eerst was ik kunstacademiestudent, nu ben ik gewoon geëvolueerd tot zangeres en artiest. Het is geen kunstproject meer, maar wel echt een muziekproject. Het gaat ook wel anders zijn omdat het nu grotere zalen zijn dan op de vorige clubtour. Ik heb er heel erg veel zin in om echt een verhaal op het podium te vertellen.
Hoe is de overgang voor jou gegaan van kunstacademiestudent naar de artiest die je nu bent?
Ja, het is raar dat het opeens aansloeg en dat het plots gezien werd als een muziekproject. Dat ik een manager, een band, een tour en een festivalseizoen kreeg. Alles kwam heel snel achter elkaar en dat was heel gek. Het was nooit bedacht om dít ermee te doen. Het begon gewoon als een afstudeerproject. Die overgang was eigenlijk ook wel gewoon heel leuk. Het past ook bij me, denk ik. Ik vind het ook heel leuk om te doen.
Heb je altijd al een passie gehad voor muziek of begon dit pas tijdens het afstuderen?
Dat is echt bij het afstuderen begonnen. Ik was wel bezig met muziek, maar meer low key. Ik hield wel van muziek, maar er zijn zoveel mensen die echt van muziek houden, dus het was niet bijzonder. Het was ook echt een ontdekking van: ‘oh, dit is wat ik wil doen!’ Ik studeerde dus fotografie en ik dacht mijn hele leven dat ik fotograaf wilde worden, maar nee. Toen kwam ik in een muziekstudio en besefte ik me dat dit wel echt is wat ik wil doen.
Denk je dat dit is wat je de rest van je leven wil doen?
Nu nog wel voor een tijd. Ik weet niet wat ik voor altijd ga doen. Ik geloof niet echt in ‘voor altijd’, maar voorlopig wil ik nog wel muziek maken.
Ik weet niet wat ik voor altijd ga doen. Ik geloof niet echt in ‘voor altijd’.
Sommige mensen weten al hun hele leven dat ze alleen maar muziek willen maken.
Ja, Wieger bijvoorbeeld. Sommige mensen zijn er echt voor geboren. Bij mij viel het kwartje pas later, dus ik weet niet of ik hetzelfde als hen erin sta.
Misschien is het juist ook wel cool dat je er later bent ingerold omdat je andere perspectieven meeneemt, zoals uit je fotografieachtergrond en je tijd op de kunstacademie.
Er is op zich ook wel gewoon veel overlap met wat ik op de kunstacademie heb geleerd en met wat ik nu doe. Daar heb ik bijvoorbeeld echt geleerd om met een concept bezig te zijn. Wat ik daar deed met film en fotografie, ben ik nu eigenlijk in een nieuw jasje aan het steken. Het is precies hetzelfde proces. Het is allemaal verhalen vertellen.
Denk je dat jouw achtergrond je ook wel een beetje een edge geeft?
Niet per se, maar ik denk dat het me wel iets geeft van diepgang en dat het me beïnvloedt in hoe ik dingen benader, zoals ik net al uitlegde over mijn werkproces. Soms ben ik wel jaloers dat ik niet gewoon dat melodietje hoor, maar daarom is het fijn om samen te werken met iemand die dat wel heeft.
Wat ook respectabel is, is dat je je sterk vasthoudt aan je idealen en niet slachtoffer lijkt te worden van de kapitalistische muziekwereld.
Ik probeer ook geen sell-out te worden. Ik wil het liefst een beetje underground blijven. Maar ik wil ook gewoon op het grote podium van Lowlands staan, dus wat dat betreft, spreek ik mezelf een beetje tegen.
Hoop je dat mensen later naar je muziek van nu terugluisteren en zeggen dat het de protestmuziek van deze tijd is geweest?
Dat lijkt me fantastisch als dat blijft hangen en mensen het voor altijd blijven luisteren. Dat zou wel mijn einddoel zijn, dat het echt duurzaam is.
De allerlaatste en misschien wel meest belangrijke vraag om mee af te sluiten: als je nu een karaokenummer moest doen, welke zou je dan zingen?
“Love On Top” van Beyoncé.
In het voorjaar gaat Sophie Straat op clubtour in Nederland. De precieze data daarvan zijn te vinden op haar website. Op vrijdag 4 augustus staat de Amsterdamse op Suikerrock in Tienen, waar ook landgenoten MEROL en Goldband te zien zijn.