Op het showcasefestival ESNS Exchange kregen vorige week tal van artiesten de kans om hun internationaalwaardig talent te bewijzen en op de affiche pronkte ook Avalanche Kaito. Een ander mooi plekje kreeg de band in ons eindejaarlijstje van beste ep’s van 2022 met hun ep Dabalomuni. De aantrekkelijke, futuristische mengelmoes die we daarop horen is de legering van Kaito Winse, een Burkinese griot en multi-instrumentalist, en het Brusselse duo Nico Gitto en Benjamin Chaval, die samen noise- en postpunk maken. Avalanche Kaito vuurde gisteren hun geweldig luide lawine af in het zolderkamertje van de Beursschouwburg, maar eerst mocht Brusselse band Tuvalu de zaal warm maken.
Tuvalu speelde drie kwartier lang muziek, maar niet enkel dat kwantitatieve aspect maakte het voorprogramma tot een volwaardig concert. Hoewel de band nog in een onontdekt hoekje zit, was dit optreden niet zomaar een kijk in hun repetitiekot, maar wel een zorgvuldige en geconcentreerde liveperformance. Emy de Nardi, Charlotte Bona en Bárbara Branco brengen postpunk op een poppy, feministische manier. Veelal leidde Emy met een stevige tred op de drums de nummers in, waarna zelfzekere gitaren voor nog meer jeugdige pit zorgden. De dromerige spreekzang van Charlotte en de schreeuwzang van Bárbara maakten het tot een geheel dat deed denken aan liedjes als “Deceptacon” van het eveneens driekoppige Le Tigre. Als de band hun talenten nog meer uitspeelt op hun aankomende nieuwe muziek en daarnaast meer promokansen als deze kan strikken, kunnen ze zeker en vast subtiel meesurfen op de hype van Wet Leg en co.
Na het lange voorprogramma was het voorafgesproken tijdsschema wat irrelevant geworden. Zo was niemand nog echt zeker wanneer de Burkinees-Brusselse groep zich de avond eigen zou beginnen maken. In de zaal vormden zich babbelkringetjes, tot die plotsklaps — met hier en daar een zichtbare hartverzakking — ontbonden werden door het brutale lawaai uit de gitaar van Nico Gitto en de drums van Benjamin Chaval. Wanneer zij zich na enkele minuten grondwaarts wijdden aan hun loopmachines en elektronicapanelen, ging het mathrockgeluid over in een psychedelische sound en kwam ook Kaito Winse op. Dat deed hij uiteraard niet zomaar vanuit de backstage, maar van achterin de zaal terwijl hij a capella zong. De toon van onvoorspelbaarheid was gezet.
In wat volgde waren we getuige van een onconventionele, energieke mix van rauwe postpunk en traditionele West-Afrikaanse muziekelementen. De zang van griot Kaito Winse klonk heel poëtisch en vertellend, maar het ritme zat er altijd in. Doorheen zijn ronde getoonladder, gefluit en percussie sneden de gitaarpartijen en drums van Nico en Benjamin. Mede door het visuele contrast, met Kaito aan de linkerkant en de rockers aan de rechterkant van het podium, leek het soms alsof we in een festivaltent stonden en de boxen van de naburige stage erdoor hoorde knallen. Toch had het muzikale contrast een samenhorig effect en dat was ook te zien aan het bewegende publiek. Iedereen kwam aan zijn genre-prefererende trekken in deze onvoorspelbare lawine aan geluiden.
Was er dan nog iemand die het niet helemaal snapte, dan loste Kaito dat wel op. De Burkinees is een ware entertainer die zijn zelfvertrouwen en enthousiasme losjes kan overbrengen op het publiek. Meermaals maande hij aan om iets mee te zingen. De uitgelaten samenhorigheid die hoogtepunt “Toulele” daardoor teweegbracht, op een random woensdagavond, riep zo automatisch een Brussels sfeertje à la Couleur Café op: je weet nooit echt waar het naartoe gaat, maar het losbandige zelfvertrouwen van de artiest doet je geloven in een goede afloop.
Met “Le Grand-père” kwam er nadien een kalm, filmisch nummer dat dreigend overkwam. De onstuimige eerste helft van de set had de spanningsboog van het publiek jammer genoeg iets te kort gemaakt voor tien minuten aan ambient sounds, omgeven door rookmachines en warme lichten. Na afloop van het nummer klonk dan ook heel wat meer geroezemoes dan bij de eerdere unaniem bewonderende applauzen. Dat leek ook gitarist Nico niet ontgaan te zijn en zo volgde een zelfrelativerend mopje dat de aandacht weer naar het podium zoog: ‘Jullie hebben inderdaad gedanst naar de titel van het nummer: zoals een opa.’ Vervolgens maakten naar jolijt van het publiek de snelle ritmes hun terugkeer en daarop liet ook Kaito Winse zijn acrobatische danspasjes los, zowel op het podium als in het publiek.
Over de hele avond was er veel te zien en te horen uit de klankkast van verborgen getalenteerde muzikanten. Het was dan ook geen verrassing dat na meer dan een uur Avalanche Kaito de nagenoeg overprikkelde Beursschouwburg ook wel een beetje klaar was met het dansen-op-niet-weten-wat-komen-zal. Toch had dat vast meer te maken met de kracht van Avalanche Kaito om van een weekbrekend uitje een verrassend energieke avond te maken. Met hun unieke mix van genres blaast de band zo een heerlijk verfrissende wervelwind door het Belgische muzieklandschap.