LiveRecensies

Doodseskader @ Ancienne Belgique (AB Club): Lucifer en Beëlzebub

© CPU – Mathias Verschueren

Wanneer je de naam Doodeskader voorleest met een diepe stem, vrees je meteen het ergste en plak je er gauw maar een of ander sinister muziekgenre op. Dit duo maakt kabaal voor twaalf, maar laat zich zeker niet in een genrehoekje stampen. Het is eigenlijk niet te geloven dat deze heren met amper twee instrumenten zo’n geluidsmuur produceren. Tim De Gieter (Amenra, Every Stranger Looks Like You) en Sigfried Burroughs (Kapitan Korsakov, PAARD., The K.) zaten in 2022 niet stil met de release van hun langspeler Year One en bijhorende singles die meteen de toon zetten van het thema van de plaat: innerlijke demonen die rondschoppen in het brein (“Still Haven’t Killed Myself”, “Alive & Not Well” en “It’s Not An Addiction If You Don’t Feel Like Quitting”). Hopelijk was de Gyproc en Ytong van de AB Club bestand tegen de releaseshow van Year One.

Traditiegetrouw geven de heren een (underground) hiphopartiest een kans in hun voorprogramma. Deze zomer werden we nog opgezweept door de rauwheid van de Antwerpse Kleine Crack voor hun optreden in Bar Bricolage, nu kreeg Brusselaar Jay MNG die kans. Zijn eerste plaat Space Jam stelde hij in 2019 al voor in de Beursschouwburg en Vendredi 13 was voor de Belgische hiphop een lichtpuntje tijdens de eerste lockdown. Jay MNG is rad van tong, zijn flows zijn hard en hij lispelt moeiteloos door alle talen van zijn stad. Deze kalme jongen zat in De Nieuwe Lichting van Studio Brussel in 2018 en entertainde de aanwezigen freestylend met zijn frisse bars in combo met oldschool beats. Hij nam ons als “Astronaut” mee “Op de maan”, waar we zeker “Niet Stressen” en gewoon “Stoom Afblazen”. Bovendien stelde hij zijn nieuwe single “UNDERGOUNDKINGZ” voor. De AB Club was bijgevolg opgewarmd en de Gyproc hing voorlopig nog aan de muren.

Onder impuls van enkele hiphopbeats wordt de projectiemuur achteraan de stage opgestart. In hun gekende aarzelende stijl nemen beide heren plaats naast elkaar en staren in het ongewisse, alsof ze wachten op de dirigent die het orkest opstart. Met “1745” worden de eerste tonaliteiten alvast gezet: ‘Year one, to kill or be killed’ en de hele boel stort zich meteen in een spiraal van sludge en lyrics met zoveel opgekropte agressie. De projecties achterin accentueren de belangrijkste woorden die Tim en Sigfried brullen in een caleidoscoop van psychedelische animaties. Het is een heel atypische en tegelijk ongemakkelijke combinatie, maar laat dat net de bedoeling zijn van Doodseskader. Met “Bloemen Noch Kransen” hebben ze op Year One weer één nummer met een Nederlandstalige titel. Deze boodschap, die we vaak terugvinden op rouwberichten, is even sarcastisch als luguber. Deze song contrasteert ingetogen momenten met brute ontploffingen van de scherpe basgitaar en schreeuwende stem van Tim. In de zaal is het duidelijk dat het voor enkele mensen de eerste keer Doodseskader is, aan de manier waarop ze wat ongemakkelijk staan te schuifelen, een beetje angstig naar wat ze aan het kijken zijn. De grote ‘I will never like you’ op de projectie doet daar niet veel beters aan.

Met “Lepers” draaien ze de tijd even terug naar het begin met hun debuutsingle. Eigenlijk is deze song al een klassieker geworden in het sludgegenre en velen in het publiek durven zich voor de eerste keer laten gaan. Vooral de apotheose, waarbij Sigfried even de bovenhand neemt, is even beangstigend als magistraal en de AB Club davert op zijn grondvesten. De laatste twijfelaars zijn nu echt wel overtuigd, sommigen verlaten de zaal terwijl anderen dichterbij het podium durven schuiven. Dat de muilperen van Doodseskader niet voor iedereen zijn, is nu wel duidelijk. De meest onverwachte momenten zijn de beste, want met “Tranendal” bereiken we (dan al) het hoogtepunt van de avond. Weer zo’n song met sinistere opbouw die je van in het begin bij de keel grijpt, je weer even laten ademen om je dan genadeloos dicht te knijpen. Maar wát een liveversie is dit. Ongezien. Bij het abrupte einde moet iedereen eventjes bekomen en zelfs Tim en Sigfried kunnen een beetje vocht gebruiken. ‘What a badass song’, horen we iemand zeggen in de zaal, en gelijk heeft hij. Het vervolg is “Alive And Not Well”, de eerste single van Year One, waarbij de diepe, getormenteerde stem van Tim ons meeneemt in zijn hoofd, waar het niet altijd even leuk vertoeven is. ‘If only you would fight for me instead of fucking up my life again’, de meesten onder ons kennen dit gevoel wel.

Na de finale mokerslag van “Alive And Not Well” verandert Tim van gitaar om “I Hope You Find Joy In Your Ignorance” in te zetten. De tonaliteit wordt omgezet in een song vol onbegrip en frustratie, minder agressie en eerder ontgoocheling. Je kan boos zijn, maar ontgoocheling is vaak een meer diepzinnige emotie. De ingehouden woede van dit nummer laat je angstig wachten op een explosie van agressiviteit, maar het frustrerende aan ontgoocheling is dat deze gevoelens (te) vaak worden opgekropt, zoals ook dit nummer excelleert in enkele schreeuwen over ‘suffering minds’. In een vlaag van emotie spreekt Tim de AB Club voor het eerst toe: ‘Jullie leven onder de impressie dat jullie hier zijn voor ons, wij leven onder de impressie dat we hier komen voor jullie.’ Het typeert de onconventionele attitude en (valse) bescheidenheid van Doodseskader, als de duivel die aan je deur komt kloppen om hem je ziel te verkopen.

Met “Blood Feud”, de afsluiter van Year One, krijgen we een apocalyptische meeslepende song die (nogmaals) de synergie tussen Tim en Sigfried in de verf zet. In volgens ons toch een van de betere songs op het nieuwe album, krijgen we hier een mengelmoes aan sludge, geschreeuw, snerpende baslijnen en zelfs enkele Vlaamse zinnen in spoken word. Het doet wat denken aan de sound van Amenra die op zijn unieke manier ook sferen kunnen scheppen, met een angstaanjagende fataliteit. Het perfecte nummer om een album mee af te sluiten, sowieso. Met “It’s Not An Addiction If You Don’t Feel Like Quitting” openen beide heren als een engeltje en duiveltje, nogmaals hun eigen ziel en gaan op zoek naar de kracht en hoop om allerhande verslavingen op te geven. In het refrein wordt er wanhopig gesmeekt naar een beter leven, iets wat we niet meteen gewoon zijn van Doodseskader, maar de schreeuwen om hulp op het einde maken alles weer ‘goed’. Zowaar een vleugje optimisme deze avond, dat alles uiteindelijk wel weer goed komt?

Veel stof tot nadenken, maar die tijd krijgen we niet omdat we ineens de intro van “Meat Suit” horen, nog zo’n topper uit MMXX: Year Zero. Met de creepy vervormde stem van Tim worden we meegezogen in onze eigen mortaliteit: we zijn niet meer dan vleeskostuums die niets voorstellen op deze wereld. ‘I don’t even care, because there’s nothing to be won’ is dan ook niet zo’n blije gedachte. De onheilspellende stem barst vervolgens uit in een spervuur aan beukende riffs en ander omineus geweld. De baslijn staat als een huis en we zijn getuige van een erg sterke synergie van zang, gitaar en drums. Met “Sunblind” krijgen we nog zo’n bittere pil voorgeschoteld. Het nummer komt bewust traag op gang om de woorden helemaal binnen te laten sijpelen. De mens is geboren om zich door de lijdensweg van het leven te slepen, en die sfeer merken we ook tijdens de liveversie. Afsluiter “Still Haven’t Killed Myself” is weer zo’n zelfreflecterende song met verzen uit het diepste van de ziel. Ondanks alles wat er gebeurd is en hoe zwaar het was, we zijn er nog altijd. Na zo’n twee minuten barst de bom en lijkt het alsof we in de val van de duivel gelopen zijn. Onze ziel is verkocht en het doodseskader staat klaar om hun laatste kogelgordel leeg te schieten. We sluiten onze ogen en wachten op de pijn van de kogelregen, wanneer de song abrupt op zijn einde komt.

Voor we het weten hebben Tim en Sigfried het podium al verlaten, om iedereen verbouwereerd achter te laten. Net hun intentie natuurlijk, met deze atypische attitude lijken ze net als Lucifer en Beëlzebub die even snel verdwenen als ze verschenen, om eventjes de AB Club te verbouwen. Desondanks is deze band qua sfeer en setting een niet te missen ervaring om ze eens live aan het werk te zien. Vergeet dan wel je oordoppen niet!

Op 22 december staat Doodseskader in de Trix en op 22 februari in de Vooruit.

Setlist:

1745
Bloemen Noch Kransen
Lepers
Tranendal
Alive & Not Well
I Hope You Find Joy In Your Ignorance
Blood Feud
It’s Not an Addiction If You Don’t Feel Like Quiting
Meat Suit
Sunblind
Still Havn’t Killed Myself

79 posts

About author
Kind van de jaren '80 en '90 en daar ook een beetje blijven hangen...
Articles
Related posts
LiveRecensies

SLIFT @ Ancienne Belgique (AB Box): Intergalactisch stokbrood

Het aantal muzikanten dat je uit Toulouse kunt opsommen, blijft als Belg en zeker als Vlaming eerder beperkt. Toch is er een…
InstagramLiveRecensies

Zimmerman @ Ancienne Belgique (AB Club): Eerbare vrijage met zinderend slotakkoord

Simon Casier pakte z’n basgitaar en Bob Dylans doopnaam en werd Zimmerman. Achter die zweem van associaties en hoge verwachtingen bevindt zich…
InstagramLiveRecensies

DJ Shadow @ Ancienne Belgique (AB): Scratcht sneller dan zijn schaduw

Van jongs af aan beheerste Josh Davis, beter bekend als DJ Shadow, de kunst van het DIY-opnemen. Wat ooit begon op de…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.