Op de derde dag van Rock Werchter stonden pop en elektronische muziek centraal. Met headliners Imagine Dragons en Twenty One Pilots had de organisatie twee nieuwere acts bovenaan de affiche gezet, maar ook daarnaast viel heel wat fijns te ontdekken. Zo konden we een Eurosongwinnaar zien, mocht Phoebe Bridgers haar status als indiedarling waarmaken en werd The Slope op verschillende occasies letterlijk gesloopt. Het mooie weer met een stralende zon en lekkere temperatuur maakte alles nog extra aangenaam en zo was ook de derde dag van Rock Werchter weer een fijne dag met een veel jonger publiek dan de afgelopen dagen.
Goldband – Main Stage
De opener op de Main Stage was Goldband en het publiek was duidelijk erg opgetogen om de Nederlanders aan het werk te zien. De mannen waren zelf ook heel hard onder de indruk en benadrukten nog maar eens hoe trots ze waren dat ze van stukadoors naar een band op een groot podium geschopt hadden. De stellingen achter hen gaven alvast prijs dat ze hun roots niet verloochenen. Een van de drie zangers in de band, Boaz Kok, was weliswaar iets te enthousiast en tijdens “De langste nacht” wilde hij zich aan een sprong van het podium wagen, maar hij bezeerde daarbij zijn enkel waarna hij eigenlijk bijna niet meer recht kon staan. De EHBO moest hem te hulp komen, waarna hij toch verder deed. Respect voor hem, want hierdoor kon de set van Goldband toch tot een apotheose komen. Zo was het grappig om bij “Noodgeval” de toepasselijke lyrics ‘ik kan nauwelijks op mijn benen staan’ te horen. Bij “Mijn stad” kwam er vervolgens een gigantische circle pit en ook “Psycho” maakte van hetzelfde laken een broek. Kortom, volop sfeer en een band die gewoon blijft gaan. Zelfs al zijn er problemen met het been.
Goldband speelt dit jaar nog op Tomorrowland (22 juli), op Pukkelpop (19 augustus), in de Ancienne Belgique (3 november) en in De Roma (24 november).
Pitou – KluB C
Ze is afkomstig uit Nederland, maar bracht ook wat tijd door in India en Kameroen waardoor de muziek van Pitou iets werelds bevat. De rustige muziek heeft iets weg van Laura Marling en zelfs Guy Garvey van Elbow is fan: veelbelovend dus. Heel ingetogen begonnen Pitou en haar vier muzikanten aan hun set en de prachtige samenzang deed denken aan een engelenkoortje. Daarna werd het tempo wat opgedreven, waardoor de zwoele muziek gepaard ging met leuke, spontane bewegingen van de zangeres. Het duurde eventjes vooraleer de saxofoon hoorbaar was in het geheel, maar eens deze van de partij was, werd de muziek nog net iets magischer. Tijdens “Walls” werd er nog eens door alle muzikanten en de zangeres samen gezongen, deze keer zonder begeleiding, wat een heel cool moment opleverde. Pitou wisselde af tussen rustigere en iets meer uptempo nummers, waardoor ze verschillende kanten van zichzelf liet zien en zo het publiek langzaamaan kon betoveren met haar mooie stem. “Cut a Hole” werd lekker positief onthaald en met afsluiter “Angel” ging Pitou de iets kalmere tour op, maar zo sloot ze wel in schoonheid af. Pitou stond voor het eerst op Rock Werchter en laat het niet de laatste keer zijn.
Pitou staat op 19 augustus op Pukkelpop.
Marcus King – The Barn
Aan het einde van deze zomer brengt Marcus King een nieuw album Young Blood uit en dat kwam hij met veel plezier al eens voorstellen in The Barn. Het vroege speeluur bracht dan wel geen grootse volksverhuizing naar de grootste tent, maar degenen die er wel waren, genoten met volle teugen. Zijn jeugdige gezicht zette je wat op foute been, want Marcus King bracht doorleefde bluesrock van de bovenste plank. Zijn band liet hij meermaals even naar de voorgrond treden, wat hem wel sierde en toonde dat het niet alleen om hem draaide. Als collectief speelden ze uiterst strak de nummers aan elkaar zonder veel tijd aan bindteksten te besteden. Ons en de rest van de tent hoorde je niet klagen, want elke seconde waarin Marcus King zijn zangkunsten ten toon spreidde, was van goudwaarde. Zieltjes werden gewonnen, oude fans werden op hun wenken bediend en de muzikanten hadden een fijne tijd.
Dea Matrona – The Slope
Dea Matrona was misschien wel de minst bekende band op de volledige line-up. Dat het dus nog redelijk rustig was voor The Slope, viel op zich wel te verwachten. Toch wisten de twee dames en hun drummer (de originele drumster moest helaas verstek geven) uit Belfast in hun thuisland al heel wat furore te maken. Nadat het vooral covers van iconen als Stevie Nicks en Jimi Hendrix waren die de discografie van de band kleurden, was het nu de beurt aan eigen nummers.
‘I just wanna rock-‘n-roll!’, riepen de dames meteen tijdens het eerste nummer en dat gebeurde dan ook meteen. Met riffs even strak als hun lederen broeken staken de dames nogal energetisch van wal, waardoor de gezellig drukke The Slope eigenlijk meteen mee was. Met hun vriendelijke uitstraling wisten de dames een fijne set neer te zetten. Toch sleepte het geheel na een tijdje wel aan doordat het blik met clichés werd opengetrokken en de show zo alsmaar meer afgelikt werd. Dea Matrona gaf daar niet zoveel om, want de band was gewoon heel blij om hier te zijn. Dan eens een beetje groovy, dan weer strak; de Ieren amuseerden zich zienderogen. Dat er af en toe nog eens een covertje in de set zat, is iets waar we op dag drie al niet meer gek van opkijken. Een tikkeltje cringe dus, maar ook wel plezant, de set van Dea Matrona.
Yong Yello – KluB C
Van Abbatoir Anvers naar Rock Werchter, waar Yong Yello met luide spreekkoren in ontvangst werd genomen. De Antwerpenaar kreeg maar een klein halfuur, wat achteraf veel te weinig bleek te zijn. Van bij de eerste noten van beginnummer “Marcel” at een hongerig publiek al uit zijn hand en dat bleek de honger nog niet te stillen. Bij de single “Cirkels” gingen de handjes mooi de lucht in en was meezingen de enige optie, wat natuurlijk ook voor zijn nog steeds even catchy debuutsingle “Als ge slaapt” gold. De overgave en de passie spatten er zo vanaf en dan moest zijn grootste troef nog komen: “Luchtkasteel”. Met vuur in zijn ogen bracht hij het nummer alsof zijn leven ervan af hing en sloot hij op die manier zijn kortstondige passage af met een hoogtepunt.
Nothing But Thieves – Main Stage
De mannen van Nothing But Thieves bewezen eerder dit jaar in de Ancienne Belgique al dat ze klaar waren om het monster van een Main Stage te temmen. De Britten kunnen dankzij hun bijzonder toegankelijke rock dan ook rekenen op een uitgebreide fanbase, die als klap op de vuurpijl nog eens perfect zijn smaak voorgeschoteld kreeg op dat grote podium. Ondanks het redelijk vroege aanvangsuur stond er toch al genoeg volk voor een feestje.
Nothing But Thieves kreeg op Rock Werchter weliswaar geen kolkende massa voor zich, maar wel een goedgezinde festivalweide. De band mocht dan wel gitaren om zijn nek hebben hangen, maar er hing toch een serieus poppy reukje aan de muziek. Bijzonder toegankelijk dus en eigenlijk ideaal voor het publiek dat aan de Main Stage bleef plakken. Openers “Futureproof” en “Is Everybody Going Crazy?” konden dan ook op veel enthousiasme rekenen, wat tijdens de set eigenlijk nooit veranderde. Frontman Conor Mason was ook goed bij stem, waardoor hij bij het energieke “I Was Just a Kid” of het eerder intieme “Real Love Song” nog wat imposanter overkwam. Het publiek, of toch zeker het voorste deel, at guitig mee met hitjes als “Sorry” en opende een ‘moshpit’ bij “Forever and Ever More”. Toch was het pas bij “Amsterdam” en de grootse rockballad “Impossible” dat de band het best overkwam. Nothing But Thieves ontpopte zich op Rock Werchter dus tot de ideale festivalband, die van alle walletjes at.
Nothing But Thieves speelt op 19 augustus ook op Pukkelpop.
Sabrina Claudio – The Barn
We stapten met hoge verwachtingen The Barn binnen voor Sabrina Claudio, alleen bleek van haar nog geen spoor te zijn. De twintig minuten vertraging waren toe te wijzen aan technische problemen en daar bleek ze ook tijdens haar optreden mee kampen. De matige geluidsmix speelde niet in haar voordeel en dan bleek ze zelf ook nog een off day te hebben. Zingen kan ze wel, heel goed zelfs, maar ze deed het zo lusteloos dat de nummers live helemaal niet overkwamen en heel wat mensen zich naar de uitgang begaven. Dat ze het op het einde nog maar met een paar honderd mensen moest doen, sprak boekdelen en vertaalde zich in nog meer ongemak op het podium. Sabrina Claudio was een lichte miscast met iets te veel pech en iets te weinig motivatie.
Sabrina Claudio staat op 20 november nog in La Madeleine.
Sloper – The Slope
Voor veel muzikanten is het een eer om één keer op het podium van Rock Werchter te mogen spelen, maar drummer Mario Goossens staat hier maar liefst twee keer. Niet in het gezelschap van Ruben Block, maar afgelopen vrijdag wel in dat van Bazart. Op de derde festivaldag werd hij bijgestaan door nog Cesar Zuiderwijk van Golden Earring en twee gitaristen. Sloper begon met, hoe kon het ook anders, een stevige drumintro waardoor het publiek meteen goed wakker was. Tijdens “Pulverise” zorgden de bongo’s voor een extra zomers element, terwijl de zon op de gezichten van het publiek brandde, en dat lied kon rekenen op een heel krachtig einde. De gitaristen en drummers hielden zich helemaal niet in en dat betekende ook dat Mario Goossens zo nu en dan aardig wat show verkocht door onder meer zijn drumstokken in zijn mond te steken. Ondanks dat het stevige gitaarwerk duidelijk in de smaak viel, was toch de drumsolo waarbij beide drummers op één trommel losgingen een van de hoogtepunten. Daarna sloten de gitaristen er zich terug bij aan en leken de twee via hun instrument met elkaar in gesprek te gaan. The Slope slopen heeft Sloper net niet gedaan, doordat het een net iets eentonige set was, maar in de smaak vallen deed het desalniettemin.
Sloper staat komende zomer nog op Paal op Stelten (5 augustus), op de Lokerse Feesten (7 augustus) en op Rock Monsieur in Hamont-Achel (10 september).
Måneskin – Main Stage
De populariteit van Måneskin leek op Rock Werchter nog steeds hoge toppen te scheren. De weide voor de Main Stage stond namelijk afgeladen vol voor de Italiaanse songfestivalwinnaars en iedereen wilde duidelijk een glimp opvangen van Damiano en company. En dat gebeurde ook, want met dank aan Imagine Dragons stond er een grootse loper voor het podium, waar de band dankbaar gebruik van maakte. Op die manier kwamen de leden ook steeds dichter bij het publiek, waardoor iedereen die het wilde, ze wel eens kon aanraken.
Aan spektakel en energie dus geen gebrek en ook muzikaal leek de groep wel te weten waar ze mee bezig is. Zo werd meteen gedurfd geopend met de “ZITTI E BUONI”, de hit waarmee het allemaal begon. De gitaren ronkten als geen ander en dat bleven ze eigenlijk voortdurend doen. Zo gingen bassiste Victoria De Angelis en gitarist Thomas Raggi vaak met elkaar in interactie op het podium, waarmee ze aantoonden hoe leuk ze hun solo’s wel niet vonden. Dat was bij momenten iets te overdreven, maar het droeg wel bij aan het spektakeleffect. Ook de kledij die bij ieder lid langzaam uitging, met als hoogtepunt natuurlijk “I WANNA BE YOUR SLAVE”, kreeg het publiek telkens meer in extase. Met covers van The Stooges en The Who verloochent de band zijn rockhistorie ook niet en op die manier was Måneskin ondanks alle clichés best een fijne act om te zien. ‘Je kan me krijgen’, zei Damiano ons twee keer en we zijn er zeker van dat iedereen in het publiek daar volmondig mee akkoord ging.
Alec Benjamin – KluB C
Soms heb je als artiest maar één nummer nodig om de wereld te veroveren. Vraag dat maar aan Alec Benjamin. De Amerikaan kraakte nog maar net met “Let Me Down Slowly” de magische grens van een miljard streams op Spotify, maar dat bleek geen garantie op een volle tent. De clash met Måneskin was een vergiftigd geschenk, waar hij met zijn vrolijkheid wel het juiste antwoord op had. Vissen deed deed hij voornamelijk uit zijn nieuw album (Un)commentary met een paar plezante meezingers als gevolg. Toch leek iedereen vooral te wachten op die ene wereldhit en die kwam er, zoals vaak, pas kort voor het einde. Even later sloot hij met “Speakers” zijn set op dezelfde brave manier waarop hij een uur eerder begon.
The Faim – The Slope
Binnen enkele dagen verschijnt het nieuwe album Talk Talk van The Faim en daar telde het samen met een hele hoop mensen voor The Slope naar af. De Australiërs vertoeven al een tijdje in Europa, maar van vermoeidheid was er bij dit viertal helemaal geen sprake. Frontzanger Josh Raven was behoorlijk goed bij stem en kreeg het middelste gedeelte redelijk snel aan zijn kant. Helaas waren de nummers niet altijd van een even goede kwaliteit. “Humans” klonk behoorlijk flets, “Flowers” miste nog wat punch en bij “Summer Is A Curse” zat de timing niet altijd even juist. Desondanks sloeg de band er wel in om voor wat sfeer te zorgen en op “The Hills” kon je zelfs een aantal crowdsurfers spotten. De mensen amuseerden zich en dat is nu eenmaal het belangrijkste.
Phoebe Bridgers – The Barn
Het heeft een tijdje geduurd, maar Phoebe Bridgers heeft eindelijk haar tweede soloalbum Punisher live in België gebracht. Openen deed ze met “Motion Sickness” van haar debuutalbum en zo was de toon meteen gezet. Het was echter moeilijk Phoebe te horen door het luide gezang van haar fans. Al gauw was het de beurt aan “Kyoto”, waarop er nog uitbundiger werd gereageerd en zo verscheen er een subtiel lachje op het gezicht van de Amerikaanse singer-songwriter. De nummers gingen gepaard met prachtige visuals van boeken die open plooiden en zo nieuwe werelden onthulden. Door de afwisseling in de mooie beelden op het scherm, leek het decor waarop de band stond de ene keer op een gebergte en de andere keer op een wolkenveld, waardoor Phoebe Bridgers ons niet alleen figuurlijk meenam naar de hemel.
Na enkele nieuwe nummers werd het tijd voor het tweede en laatste liedje van Stranger in the Alps, namelijk het betoverende “Scott Steet”, waarbij Phoebe tijdens de outro voor het podium op wandel ging. De zachte zang tijdens onder meer “Moon Song” was zo mooi dat er zelfs mensen flauwvielen, maar dan moest het recent uitgebrachte “Sidelines” nog volgen, waarbij de zangeres en haar band in alle kalmte The Barn wisten te raken. Afsluiten deed de zangeres met “I Know The End”, dat net als op het album heel kalm begon en eindigde met de apocalyps waarbij menig fan de longen kapot schreeuwde. Phoebe kwam, zag en overwon de harten van de aanwezigen.
YUNGBLUD – Main Stage
YUNGBLUD is een actieve performer, zoveel werd nog maar eens duidelijk wanneer hij de Main Stage van Rock Werchter beklom. Als een duivel uit een doosje ging hij meteen erg furieus en krachtig van start met “strawberry lipstick”. De band van YUNGBLUD met België is er eentje die erg sterk is en dat mocht ook geweten zijn: de man moest en zou iedereen aan het springen en dansen krijgen.
In het begin was dat wel nog leutig, maar na een tijdje begon het gewoon irritant te worden. Als je de mensen die achteraan staan te kijken niet aan het springen krijgt, laat het dan gewoon zo. Vlak voor “I Love You, Will You Marry Me” bracht hij namelijk bijna tien minuten aan muziek, met als enig doel de weide aan het bewegen krijgen. Dat was jammer, want op die manier was er geen plaats voor andere nummers in zijn setlist. Als hij dan wat liedjes speelde, werden we wel meteen aangenaam verrast. De goede gitaarsolo’s, de speelsheid waarmee hij op het podium rondhuppelde en natuurlijk zijn enthousiasme waren erg aanstekelijk. Dat hij af en toe eens playbackte, bedekten we dan ook met de mantel der liefde, want het is niet gemakkelijk om zowel het volledige podium af te lopen en ook nog eens puur te zingen. Op die manier was YUNGBLUD exact wat je van hem kon verwachten: een leuke festivalact die je puur voor de sfeer en aanstekelijke songs wel wilt zien.
Charlotte Adigéry & Bolis Pupul – KluB C
Soms vraagt een mens zich af of Clairo wel echt bestaat. De Amerikaanse cancelde de afgelopen tijd namelijk meer shows dan dat ze er effectief speelde, maar gelukkig voor ons heeft Herman Schueremans een dik telefoonboekje. De organisatie toverde als vervanger Charlotte Adigéry & Bolis Pupul uit zijn hoed; een act waarvan we eigenlijk verbaasd waren dat ze er niet sowieso al stond. Het duo bracht met Topical Dancer een steengoede plaat uit en is nu stilaan aan een wereldwijde veroveringstocht bezig. Rock Werchter viel in elk geval makkelijk in zwijm.
Het was in elk geval een spannende strijd tussen best geklede en meest entertainende act op de affiche gisteren, waar dus ook Charlotte en Bolis zich in mengden. Introduceren met een hoofdletter ‘I’ deden ze meteen met “Hey”, waardoor de zaal al snel mee was in hun verhaal. Terwijl de een de tent vulde met stevige beats, zweepte de ander het publiek helemaal op met “Blenda” als een eerste kookpuntje. De elektriciteit in de KluB C steeg zienderogen, waarna de boel tijdens “Zandoli” eigenlijk een half uur lang ontplofte. Van “Ich Mwen” tot “Bear With Me (and i’ll stand bare before you)”; het energielevel werd alsmaar hoger. “HAHA” bewees hoe dun de lijn tussen gek en geniaal is en “It Hit Me” toverde de zaal om in een discotheek. Afsluiters “Ceci N’est Pas Un Cliché” en “Thank You” ontpopten zich uiteindelijk tot de massief gouden kroon op het werk. Wat Charlotte Adigéry en Bolis Pupul hier neerzetten was van torenhoge kwaliteit. Dat ze pas sinds vrijdagmiddag wisten dat ze hier de zaterdagavond zouden staan, getuigde van nog meer klasse. Het enthousiasme was groot, maar het duo verdiende nóg veel meer. Wat een show. Wat een act.
Charlotte Adigéry & Bolis Pupul kan je dit jaar nog vinden op Lokerse Feesten (12 augustus), op Pukkelpop (19 augustus) in Cactus Club (28 oktober), in de Trix (29 oktober), in De Vooruit (4 november) en Het Depot (6 november).
Mother Mother – The Slope
Het verhaal van Mother Mother is redelijk absurd. In 2008 was de band nog redelijk onbekend, maar in 2020 werd hun muziek plots opgepikt door duizenden mensen op TikTok. Hun nummer “Hayloft” ging helemaal viraal en dat zorgde ervoor dat de Canadezen deze zomer heel wat mooie festivals mogen spelen. Zo dus ook op Werchter, waar zich een hele schare mensen voor The Slope verzamelde voor de springerige indierock. Dat het hier en daar ietwat passé voelde was een klein euvel dat Mother Mother goedmaakte met veel goesting en een aardige vaart. De opbouw naar de apotheose zat zo goed ineen en daaraan merkte je wel dat Mother Mother een band is met al wat kilometers op de teller. “Hayloft” was niet verrassend hét moment van het concert, al vonden we de nieuwe versie die ze ook nog speelden maar matig. Mother Mother was een leuk tussendoortje, maar ook niet meer dan dat.
LP – The Barn
Vorig jaar bracht LP hun nieuwe album uit zonder dat dat al te veel teweeg bracht, maar live legde de Amerikaanse artiest er toch wel de focus op, al krijgen we ook ouder materiaal te horen. Tijdens het eerste deel van hun show verschool LP zich achter een ukelele waardoor het niet alleen gauw eentonig werd, maar het ook nogal passief overkwam. Er zat niet veel schwung in de set, totdat die hun kleine gitaartje aan de kant smeet tijdens “When We’re High” waardoor die het publiek makkelijker kon bespelen. Daarna werden we tijdens “No Witness” op zeer straffe vocals getrakteerd en dat liet The Barn niet zomaar passeren. De sfeer nam verder toe tijdens “Strange” en begon daarna weer te verdwijnen tijdens die nieuwere nummers. Uitzondering hierop was “One Last Time” waarbij er uit volle borst werd meegezongen. Ondanks dat LP wel de hele tijd goed zong en de band zeker niet slecht speelde, kwam het allemaal nogal droogjes over, alsof de band deze nummers al net iets te veel heeft gespeeld. Desondanks bleef er constant een glimlach aanwezig op het gezicht van LP en hing er wel een positieve sfeer in de grote, best goed gevulde tent. Hoogtepunt was natuurlijk “Lost On You”, de enige grote hit die LP heeft gehad in Vlaanderen, en zo sloot het concert af op een positieve noot.
Anne-Marie – Main Stage
We moeten het zeggen zoals het is: na het succes rond haar debuutplaat Speak Your Mind is er eigenlijk nog maar weinig gebeurd rond Anne-Marie. De Britse popster bracht afgelopen jaar met Therapy weliswaar nog een album uit, maar dat bleef volledig onder de radar. Hoe dan ook is de zangeres nog altijd immens populair bij de jeugd, waardoor de weide voor de Main Stage dan ook redelijk vol stond. Dat de muziek van Anne-Marie zich dan ook perfect leunt aan de rest van de programmatie op het hoofdpodium, zit daar waarschijnlijk ook wel voor iets tussen.
Tussen de opgeblazen teddyberen weerklonk al snel monsterhit “Ciao Adios” en dat hoefde Anne-Marie eigenlijk al niet zelf te zingen. Het publiek brulde de lyrics namelijk al snel mee, terwijl de Britse veelal profiteerde van haar backingtrack. Het viel daarna vooral op hoeveel meezingers de Britse op haar palmares heeft staan. “Alarm” was bijvoorbeeld een volgende adrenalineshot, dat werd opgedragen aan iedereen die al eens bedrogen werd. Alledaagse problemen waar tieners mee te maken krijgen in een poppy jasje, dat is eigenlijk waar Anne-Marie een uur lang gebruik van maakte op de Main Stage. “Rockabye”, “Our Song”, “FRIENDS” ze passeerden allemaal de revue.
Anne-Marie komt op 13 november naar Paleis 12.
Leon Bridges – KluB C
De desillusie was redelijk groot toen Khruangbin twee weken geleden “Texas Sun” niet speelde tijdens Werchter Boutique. Wel, de reden waarom de hit niet de revue passeerde, speelde gisterenavond in de KluB C: Leon Bridges. De Texaan speelde de hit solo gelukkig wel, verwoven in een uiterst sterke set.
Verscholen onder zijn regenhoedje en met een dikke zonnebril op zijn neus betoverde de man een afgeladen volle KluB C binnen de kortste keren met zijn dromerige soulmuziek. De man bracht de zon mee vanuit Texas en bracht zo de hitte van buiten, makkelijk binnen. De temperatuur steeg dan ook in de tent, want met zwoele gitaar- en baslijntjes wiegde zowat iedereen al snel mee. De man maakte er tussendoor weinig woorden aan vuil, maar je zag wel dat hij genoot van het enthousiasme. Dat was het grootst bij hitjes als “River” en natuurlijk “Texas Sun”. Dat hij voornamelijk luistermuziek maakt, deed er voor een anders zo babbelgraag publiek niet eens toe. Werchter luisterde braaf naar wat er op de KluB C werd afgevuurd. Leon Bridges was fijn om bij weg te dromen met de ondergaande zon als decor of om gewoon te genieten van zijn fluwelen strottenhoofd. De Texaan serveerde, de KluB C tastte toe.
KennyHoopla – The Slope
KennyHoopla is een 24-jarige Amerikaan die een mix van punk en pop meebracht naar The Slope. Voor de liefhebbers van stevige gitaren was dit een welgekomen mekka, want het was de eerste echt stevige band van de dag. Het publiek stond dan ook heel heftig en al van bij het begin was er vooraan heel wat enthousiasme. Dat was opvallend, want in het begin bleek KennyHoopla vooral iets rustigere songs naar voor te brengen waarbij de nadruk op sfeer lag. Maar de sfeer kon harder en dus ging de muziek ook harder. Het begon met “hollywood sucks//” dat evengoed van blink-182 kon zijn. Iets later ging de moshpit volledig open en het publiek nog wilder te keer. “how will i rest in peace if i’m buried by a highway?//” bleek op heel wat enthousiasme te rekenen, werd meegebruld en hier kroop KennyHoopla zelf het publiek in om ze nog wat meer op te jutten. Afsluiter “estella//” werd zelfs in twee keer gespeeld omdat de pit veel groter moest. KennyHoopla wilde duidelijk dat alles kapot ging en die interactie zorgde voor een krachtige explosie op The Slope, iets wat we niet snel zullen vergeten.
Jorja Smith – The Barn
Het is vooralsnog nog altijd reikhalzend uitkijken naar de tweede langspeler van Jorja Smith, maar dat betekent gelukkig niet dat de Britse soul-, pop- en r&b-ster de headlineplek in The Barn niet verdient. De zangeres bracht vorig jaar met Be Right Back wel al de brug tussen album één en twee uit, maar scoorde ook heel wat hitjes. Ze mocht dan wel voor een stukje gelijk spelen met headliner Twenty One Pilots, The Barn stond toch afgeladen vol voor de Londense.
Het was al van 2018 geleden dat Jorja Smith op Rock Werchter stond, toen enkele uurtjes vroeger in de kleinere tent, maar in de tussentijd heeft ze dus een gigantische populariteitsboost gekregen. Dat werd al snel duidelijk door het luide gejuich waarmee ze “Teenage Fantasy” inzette. Het publiek at met andere woorden al snel uit haar hand, wat uiteindelijk niet meer dan terecht bleek. Het viel ook meteen op hoeveel hits Smith op haar palmares heeft staan en misschien zelfs vooral hoe goed de tent die kon meezingen. “Be Honest”, Gone” en zelfs minder grote hits als “February 3rd”; The Barn zong ze allemaal mee uit volle borst. ‘You are making me so happy’, zei ze gemeend. Samen met haar band wist ze iedereen mee te nemen in haar wereld vol dromerige soul en r&b. Bij momenten gaf ze er dan weer een groovy twistje aan, zoals bijvoorbeeld bij het live veel dansbaardere “Where Did I Go?”. De set kende met ander woorden veel piekjes, maar de grootste kwam er toch op het einde. “Blue Lights” zorgde voor kippenvel, terwijl “Come Over” en “On My Mind” The Barn dan weer aan het dansen brachten. Jorja Smith maakt dus zowel dromerige als dansbare muziek, maar weet er wel het soort eigenheid in te steken die haar doet groeien als artieste. Een sterke set dus, van een dame met een steengoede stem. Het was de beste show die ze deze zomer al speelde, dus volgende keer met die tweede plaat dan maar op het allergrootste podium?
BICEP Live – KluB C
BICEP is booming, zoveel is wel duidelijk. De mannen verkochten eind vorig jaar de Ancienne Belgique twee keer uit en spelen later dit jaar in de Lotto Arena. De show in de KluB C was dus al de derde van vier passages op Belgisch grondgebied op bijzonder korte tijd, maar het publiek had er klaarblijkelijk nog steeds geen genoeg van. Met Isles onder de arm hebben de mannen er natuurlijk ook een pak hitjes bij, dus dat het een feestje zou worden, stond al enige tijd vast.
Al snel werd duidelijk dat BICEP was gekomen om een wow-effect te veroorzaken. Het duo koos ervoor om het podium van de KluB C om te toveren tot een stelplaats voor gigantische LED-schermen, waar ze dan tussen stonden. Visueel was er dus zeker spektakel, maar ook muzikaal mondde de set van de Noord-Ieren uit in een feestje. De hit “Atlas” zat bijvoorbeeld al vroeg in de set verstopt, waardoor de tent al snel een adrenalineshot toegediend kreeg. Sindsdien viel het feest eigenlijk nooit echt stil, want zelden was er zoveel sfeer in de KluB C. De tent stond ook zelden zó vol, waardoor BICEP misschien wel het grootste feest van het festival organiseerde. Het woord ‘knaldrang’ was dus zeker van toepassing, want gewillig gingen de handjes met regelmaat in de lucht en stilstaan behoorde eigenlijk nooit tot de opties. Nummers als “Glue” en “Opal” zetten de tent bijvoorbeeld in vuur en vlam. Het duo bewees overigens ook dat je geen gigantische hits of gevarieerde muziek nodig hebt om een epische show neer te zetten. BICEP kwam, zag en overwon, want helemaal op het einde werd alles wat nog rechtstond van de tent aan flarden geknald met “Apricots”. De tent deed dit weekend nooit meer zijn naam aan dan gisterenavond. Wat een feest.
BICEP staat op 28 oktober in de Lotto Arena.
grandson – The Slope
De afsluiter op The Slope zaterdag was grandson en het leek er ook dit keer op dat de liefhebbers van gitaren aan hun trekken zouden komen. De man had een kleine band mee, maar maakte geluid voor een volwaardige, grote band. De gitarist en drummer knalden de ene grootse klank na de andere door de speakers en dat smaakte telkens naar meer. Ook grandson zelf wist hoe hij een publiek moest wakker houden, want al van bij het begin legde hij de regels uit bij zijn show. Er moest gesprongen worden, er moest gezongen worden en er moest vooral gemosht worden. Bij “Riptide” werd er als een wilde bende heen en weer gesprongen en niet veel later crowdsurft er iemand tot op het podium waarna hij het publiek nog wat meer ophitst. Wat volgt bij “Dirty” is een grandson die het publiek letterlijk in twee splitst waarna hij op zoek gaat naar de luidste kant. Cliché, maar hier op The Slope hadden we dit nog nooit gezien en als beide kanten nadien als een wall of death samengaan, hebben we het wel degelijk over echte punk. De raprock van grandson bleef op die manier ook wel knallen met een zanger die heel intens bleef schreeuwen door de microfoon. De riffs kliefden alles doormidden met soms wat vreselijke elektronische elementen door gemixt, maar het geheel bleek toch allemaal samen te passen. Afsluiter “Blood // Water” kreeg nog een leuke extra wanneer de roadie waterflesjes in het publiek smeet om die nadien open te doen en in het rond te strooien. Een leuke gimmick bij een nummer dat nog maar eens bewees hoe hard deze show van grandson wel niet was. Een geweldig straffe en harde afsluiter van de show.
Jamie xx – The Barn
Het was gisteren dansen geblazen in de tenten, want nadat BICEP de KluB C op slot had geknald, was het de beurt aan Jamie xx om met The Barn hetzelfde te doen. De drijvende kracht achter The xx bracht ondertussen al zeven jaar geleden zijn eerste en enige soloplaat uit, al volgden er in de tussentijd wel nog enkele singletjes. Het wachten op een tweede langspeler duurt iets langer dan voorzien, maar dat bekent gelukkig niet dat er niet gedanst kon worden tijdens zijn set.
Het jammere was echter meteen dat de opstelling van Jamie na de gigantische productie van BICEP wat tegenviel. Een luie dj-set dus, zoals onze Noorderburen het al noemden na Best Kept Secret. Ondanks het feit dat de man gewoon achter een draaitafel stond, viel het geheel gelukkig nog wel mee, zeker toen de man met “LET’S DO IT AGAIN” de dansvloer voor geopend verklaarde. De sfeer in The Barn bleek dan ook opperbest, hetzij wat minder energiek dan in zijn blauwe zusje, maar Jamie xx hield de sfeer er wel in. Hij wisselde de klassiekers af met eigen werk, waardoor er ook hier met regelmaat werd geklapt en de ‘eeh’s’ en ‘ooh’s’ zo nu en dan door de tent galmden. Het waren vooral de eigen singles van de Brit die op de grootste euforie konden rekenen, want zo voelden we de bassen van “Idontknow” tot in onze kleine teen. Veel sfeer, goeie vibes en leuke muziek. Jamie xx was misschien niet indrukwekkend, maar zeker wel plezant.
Onze recensie van Twenty One Pilots lees je hier.
Onze recensie van Imagine Dragons lees je hier.
Alle recensies van Rock Werchter 2022 lees je hier.
Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!
Deze recensies werden geschreven door Niels Bruwier, Simon Meyer-Horn, Robbe Rooms en Lucas Palmans.