AlbumsRecensies

Kookaburra – Dry Eyes / White Mice (★★★½): De tinnitus nabij

We zouden nog een keer een leuke anekdote kunnen verzinnen over hoe de naam van het Antwerpse Kookaburra verwijst naar een heel erg luide vogel, maar dan zouden we in herhaling vallen. Bij deze dus een intro over de huismus: het is een kleine vogel, niet zo’n boeiende kreet, en ook niet bepaald luid. Een vogel voor de kat dus eigenlijk, maar Kookaburra? Die vreet de kat met huid en haar op. Enkele jaren geleden intussen schoten in Antwerpen de garagerockbands als paddenstoelen uit de grond, in zulke mate zelfs dat er sprake was van een kleine scene. Kookaburra is een van de bands die sindsdien regelmatig de aandacht wisten op te eisen. Hun grommende, fuzzy gitaarwalm maakte voor het eerst kennis met onze fragiele trommelvliezen op Mystery Girl, waar de band nog wat op zoek was naar een eigen geluid, maar dat een tweetal jaar later stilaan gevonden leek te hebben op het ratelende KidKiteBike. De tijd was volgens het viertal rijp voor een debuutalbum: Dry Eyes / White Mice, en we kunnen hen geen ongelijk geven. De impulsieve, rauwe garagerock die Kookaburra typeert klinkt doordachter, volwassener en krachtiger dan tevoren.

Ben je vooral op zoek naar dat laatste superlatief, dan blaast het ons intussen bekende “Dacelo Novaguineae” je vanaf de eerste snaaraanslag meteen van je sokken. Het nummer klinkt schichtig en gejaagd, met hier en daar een lekker surfakkoordje dat klinkt alsof Dick Dale op de hielen gezeten wordt door een bloeddorstig zeemonster. Gezien we toch bezig zijn over nachtmerries: fysica. Jaagt de term “Thermodynamics” je de daver nog niet op het lijf, dan wel de woeste slagkracht waarmee de fuzz je op het gelijknamige nummer te pletter dreunt. Kookaburra weet hoe ze een degelijk duw-en-treknummer in elkaar moeten boksen, dat staat vast.

Wat al wel eens fout durft te lopen met niet-denken-maar-doen-rock, zoals de band die brengt, is dat de boel hier en daar wat klinkt als een variatie op hetzelfde thema. “Pigs on Coke” ontloopt die val nipt, wanneer halverwege het nummer een treintje aan buitenaardse effecten in gang getrapt wordt en het nummer nieuw leven ingeblazen wordt. Het blijkt een opwarmertje op wat een van de grappigste en meest meeschreeuwbare nummers van het album is: “Dimi Dinosaur”. Bassist Dimitri wordt hier neergezet als een wild, moordlustig beest dat zich schreeuwend en tierend een weg door het leven baant. Het enige leven waar hij op dit nummer een einde aan maakt, echter, is het leven van de versterker. Het ding beklaagt zich al smeulend nooit opgekocht te zijn geweest door een folkband.

Kijk, revolutionair is het natuurlijk allemaal niet, maar mocht vernieuwing de enige parameter zijn die goede muziek definieert zou het muzieklandschap er maar triest uit zien. Nummers als “Hikikomori” en “Maybe Fish Dad” weten het tempo constant hoog te houden en scheuren in al hun enthousiasme soms dicht tegen grunge aan, om maar te zeggen dat de energie-output constant en torenhoog is. We luisteren gretig verder, en dan gebeurt het: “Ra-Ra-Raristan” en “Eddy in Space”.

Van alle nummers die je gehoord moet hebben op deze plaat, zijn deze de meest essentiële. De meest diverse ook, trouwens. Waar “Ra-Ra-Raristan” het album initieel hult in duisternis en angst, barst de cocon op het einde volledig open op de tonen van een loodzware riff. De razernij mondt uit in een ruimtetrip van Eddy Wally op “Eddy in Space”, het meest vertroetelende en catchy nummer op de plaat, maar ook een nummer dat de band enorm veel identiteit geeft doorheen het bos aan fuzz dat het album typeert. Dit gaat blijven plakken, zoveel is zeker.

Eindigen doet Kookaburra met waar ze het beste in zijn: veel lawaai maken (lap, we hebben het dan toch gezegd). “Tabouleh” is een smerige punkuithaal die zin geeft om je eigen ruiten in te gooien, al is het afsluiter “Eyes on Her Heels / Seefy Corner” die je uiteindelijk met een flink pak rammel naar huis stuurt. De overdaad aan solo’s doen je wel wat purper uitslaan op een nummer dat bijna zes minuten op hetzelfde nageltje hamert, al is de doemdenkende sound die de groep op dit nummer hanteert wel verfrissend.

Kookaburra heeft, simpel gezegd, een goed album gemaakt. De band lijkt na een paar jaar experimenteren een eigen, overtuigend geluid gevonden te hebben dat naast gewoon luid en enthousiast ook inpalmend en gerijpt klinkt. Live gaat het dak er ongetwijfeld af!

Facebook / Instagram

Ontdek nog meer muziek op onze Spotify.

Related posts
2023FeaturesInstagramUitgelicht

De 40 beste ep's van 2023

In het digitale tijdperk moet alles steeds sneller en urgenter gebeuren, vandaar dat de ep ook een belangrijker medium wordt om jezelf…
AlbumsRecensies

Kookaburra - Spot Me from Outer Space (★★★★): Herrie schoppen voor gevorderden

Als het aankomt op Belgische garagerock associeer je dat misschien met de Kempen, maar ook in Antwerpen gaan er een paar verdraaid…
Nieuwe singlesOude Bekenden

Nieuwe single Kookaburra - "On the Sun"

Het heeft eventjes geduurd, maar Kookaburra komt na een dikke twee jaar radiostilte weer om het hoekje piepen! Misschien is het woord…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.