AlbumsRecensies

Albumreviews: Beire Kort #22

Het aantal albums dat wekelijks verschijnt, is meedogenloos hoog. Daarom dat het onmogelijk is om alles binnen de correcte tijdspanne van een degelijke review te voorzien. Gelukkig hebben we daarvoor een oplossing ontwikkeld in de vorm van ‘Beire Kort’. Reviews van in de voorbije maanden verschenen albums die we nog niet recenseerden, en dat in één alinea. Deze editie is alweer de tweeëntwintigste en in de aanbieding hebben we onder meer Jason Isbell, Jeff Rosenstock, Hinds en The Airborne Toxic Event.

Jason Isbell & The 400 Unit – Reunions (★★★★)

Als Jason Isbell met een nieuwe plaat komt, kan je met 99% zekerheid zeggen dat het een goeie plaat zal worden. De enige vraag die we ons dus dit keer hoeven te stellen, is hoe goed Reunions in de smaak valt. Het antwoord is: uitstekend. Jason Isbell heeft met Reunions weer een van de beste americana albums van het jaar afgeleverd, dat is zeker. Bij momenten haalt hij Bruce Springsteen boven, en dan ook horen we er een stukje Neil Young (misschien ligt dat aan het feit dat David Crosby hier en daar te horen is) in. De plaat begint heel rustig waarbij de focus vooral ligt op de sterke teksten van Isbell waarin hij zijn duister verleden probeert aan te spreken, maar er staan ook echte rockers op de plaat zoals “Overseas”. Deze vormen de brug tussen de rustige songs en zo valt Reunions nooit stil. Jason Isbell is nog steeds ‘on top of his game’ en deze Reunions moet je gewoon gehoord hebben.

Flat Worms – Antarctica (★★★½)

Wanneer een album op de credits van onder meer Ty Segall, Thee Oh Sees en Steve Albini kan rekenen, dan gaan onze oren zich nog dat tikkeltje meer spitsen. Flat Worms is dan ook niet zomaar een band, het is een samenraapsel van groepsleden uit onder andere de Ty Segall Band en Thee oh Sees. Waar de groep op het debuut furieuze en no nonsense garagerock bracht die zich vooral snel vooruit moest stuwen, gaan ze nu meer op zoek naar een duistere sound. Het resultaat klinkt volwassener met iets meer postpunk invloeden, en dat is iets wat we in die scene nog niet echt hadden gehoord. Hierdoor is het soms moeilijk om een lijn te trekken in de plaat, maar als ze zich volledig focussen op het maken van strakke nummers, dan komen er wel straffe nummers uit voort. Denk maar aan “Plaster Casts”. Flat Worms heeft nog niet al zijn pijlen verschoten, zoveel is duidelijk.

Melt Yourself Down – 100% Yes (★★★★)

Met een albumtitel als 100% Yes kan het niet anders dan een fantastisch album worden, en Melt Yourself Down levert dit dan ook af. Het schiet meteen krachtig in gang met “Boot and Spleen” en hoewel je al snel voelt dat je wil beginnen dansen, zijn de lyrics hier eerder duister. Het gaat namelijk over de Britse kolonisatie van India. Ondanks die lyrics, zorgt deze opener er wel voor dat je de rest van de plaat met goeie aandacht gaat beluisteren. Met een mix van jazz, tribale invloeden en zelfs wat afrobeat en punk weet Melt Yourself Down een perfecte plaat af te leveren voor de liefhebbers van jazz met een hoek af. 100% Yes? Het zal wel zijn!

ALMA – Have U Seen Her? (★★★)

De Finse zangeres ALMA heeft na vier jaar werk haar eerste volwaardige langspeler op ons losgelaten en heeft duidelijk haar stoutste schoenen aangetrokken. De popnummers hebben invloeden uit heel wat windrichtingen, maar het rebelse zit in elke track dankzij de spitse teksten en de audio. Op Have U Seen Her? eist ALMA de aandacht op en zoekt ze muzikaal verder haar weg tussen Los Angeles (“LA Money” en “Nightmare”) en haar thuisstad Helsinki (“Mama” en “King Of The Castle”). Het langverwachte debuutalbum bracht misschien niet de hits naar voren waarop ze gehoopt had, maar het maakt van ALMA wel degelijk een interessante popact die gerust nog een stukje stouter mag.

Junk Drawer – Ready For The House (★★★★)

Het moet nogal wat zijn, een debuutalbum uitbrengen en dan openen met een van de meest epische nummers van het afgelopen jaar. Junk Drawer doet het gewoon, en er zit veel meer op hun nieuwe plaat dan enkel een epische opener. “What I’ve Learned/What I’m Learning” schetst de twee kanten van Junk Drawer erg goed. Het gaat van zachte lofi naar stevige garagerock en zo zit de volledige plaat ook in elkaar, al neigt hij vooral naar het eerste met dan meer grunge invloeden die naar postpunk neigen. De plaat telt slechts zeven nummers, maar drie daarvan klokken al boven de zeven minuten af, dus een kort album is het niet meteen, eerder een erg boeiend album voor de liefhebbers van gruizige gitaren en donkere atmosferen met een hoek af. Meer van dat!

Dagny – Strangers/Lovers (Side A) (★★★)

In haar thuisland Noorwegen mag Dagny tot de meest geliefde popstemmen gerekend worden ondanks dat haar eerste album lang op zich liet wachten. Haar debuut Strangers/Lovers splitste ze uiteindelijk op en met het eerste deel nodigt ze iedereen alvast uit om de beentjes los te zwieren op de dansvloer. De oerdegelijke pop is catchy en energiek, precies waarvoor Scandinavische popmuziek bekend staat. Een vernieuwend karakter is jammer genoeg wat zoek. Met haar strakke popsingles moet ze niet onderdoen voor haar grote internationale collega’s, en dat laat ze o.a. op de sterke tracks “Somebody” en “Coulda Woulda Shoulda” ook uitschijnen.

The Geraldines – Never Worry Always Worry (★★★½)

De Mechelse poprock van het viertal The Geraldines is niet bijzonder uniek van aard, maar kent wel een grote emotionele lading. De band bestaat acht jaar, gaat al even mee in het Belgische livecircuit en bracht al enkele ep’tjes uit, maar een full album kregen we nog nooit te horen. De Mechelaren brachten de negen melancholische nummers op Never Worry Always Worry uit door één nummer per week op de wereld af te sturen. Single “Lamb” kon ons al overtuigen, maar “Plz Turn Yr Fall Into a Somersault” zorgde voor een ongeziene intensiteit. Ook de rest van de nummers zit in hetzelfde schuitje emobangers. Het geheel is niet altijd even spannend, maar de emotie die in de gitaren en de stem van frontman Bart Van der Elst zitten, is simpelweg heerlijk.

Jeff Rosenstock – NO DREAM (★★★★½)

Pop punk anno 2020? Met Jeff Rosenstock kan het. En hoe! Na enkele magistrale albums (bijvoorbeeld We Cool? en WORRY.) komt de ex-frontman van Bomb the Music Industry! opnieuw met een geniale verzameling songs. Voor wie onbekend is met zijn werk: Jeff Rosenstock klinkt als de gitaren van Weezer en de drums van classic Green Day, maar dan met een depressieve weemoed. Rosenstock bezingt verwachtingen in de maatschappij en hoe het persoonlijke vrijheid kan beperken, negatieve effecten van kapitalisme, maar ook het thuiskomen bij een geliefde. Spannende progressies in gitaarspel en catchy zang zorgen voor het aanstekelijke karakter van NO DREAM. Van opener “NO TIME” tot afsluiter “Ohio Tpke” zit Jeff Rosenstocks recentste album vol bangers.

broeder Dieleman – De Liefde is de Eerste Wet (★★★½)

Polderrock, zo wordt de sound van broeder Dieleman wel eens genoemd. Daarbij, en de naam van dit genre verraadt het al, ligt er een grote focus op de natuur in thuisbasis Zeeland. De Liefde is de Eerste Wet is ondertussen al Dielemans vijfde. De eerste twee hadden veel ruimte voor persoonlijke gevoelens, de twee nadien legden meer focus op de Zeelandse polderprachten. Zijn nieuwste worp combineert het beste van beiden. De folky popnummers met poëtische teksten in een Zeeuws dialect gaan dit keer vooral over de liefde, maar dat zonder het decor van eigen regio uit het oog te verliezen. De absolute kracht van broeder Dieleman, zo blijkt wederom, is zijn oprechtheid in tekst en spel.

Backxwash – God Has Nothing to Do With This Leave Him Out of It (★★★★½)

Wanneer een hiphopproject begint met een sample van een ‘Please God Help Me’ schreeuwende Ozzy Osbourne (uit het nummer “Black Sabbath”), weet je dat het heftig gaat worden. Backxwash is een Zambiaans-Canadese transrapper. God Has Nothing to Do With This Leave Him Out of It is een 22-minuten durend album vol zware thema’s als functiemisbruik door religieuze leiders, het vechten met demonen of hoe zwaar het is zwart, trans of beiden te zijn. De beats zijn huiveringwekkend, duister en complex. Bovendien zitten ze vol met experimentele en industriële elementen en horen we goth en noise voorbijkomen. De heftige lyrics, gecombineerd met de flows van de rap, slaan in als een bom. Tien nummers lang blijf je verbijsterd naar de overtuigingskracht in dit donkere pareltje luisteren.

RVG – Feral (★★★★)

Romy Vager Group oftewel RVG is een Australische band die nog niet echt in de hoogste bomen zit, maar wel altijd kwalitatief werk aflevert. Feral is het tweede album van de groep en we zijn er nu al zeker van dat dit een van de meest ondergewaardeerde platen van het jaar zal worden. Met melodische gitaarlijnen en invloeden van the Go-Betweens weet je dat de band perfect weet waar hij mee bezig is. Het album klinkt dan ook heel verfrissend en hierdoor ben je snel mee. Nooit gedacht dat we bij een nummer als “Christian Neurosurgeon” die titel ook helemaal zouden meebrullen. Daarin zit dan ook de sterkte van dit album: het is zo aanstekelijk ineen gestoken dat je niet anders kan dan wegdromen of meezingen.

The Airborne Toxic Event – Hollywood Park (★★★½)

Hollywood Park, ofwel de zesde langspeler van het Californische indiekwintet The Airborne Toxic Event, is een nostalgische terugblik op een moeilijk verleden. Zanger Mikel Jollett trekt op de titelsong alle registers open met een Springsteenachtig bombastisch nummer dat zeer intiem en verhalend klinkt. Jolett is een verteller en in Hollywood Park doet hij het relaas over de dood van zijn vader, de moeilijke relatie met de man, het milieu waarin hij opgroeide en meer. Deze plaat is een nostalgische terugblik op een zwaar verleden, maar Jollett is duidelijk trots op hoe de lasten die hij heeft getorst hem hebben gekneed tot de man (en vader) die hij vandaag is. Muzikaal misschien niet de interessantste plaat die we van TATE hoorden, maar toch bijzonder fijn om je erin te laten meesleuren.

Snuff – The Wrath Of Thof (★★½)

Wat moet je als band allemaal blijven uitvinden en doen als je al meedraait sinds 1989? Dat is waarschijnlijk al ouder dan onze gemiddelde lezer. Toch blijft Snuff op regelmatig tijdstip nieuwe nummers uitbrengen. Snuff heeft al zoveel nummers dat een optreden nooit verveelt, daar waren we getuige van tijdens de laatste editie van Groezrock. Deze muziek is nu eenmaal veel beter live dan op plaat. Op dit album wordt het al snel dagelijkse kost waar er een aantal nummers niet kunnen overtuigen. Toch brengt Snuff steeds een paar straffe nummers die ongetwijfeld op hun playlist zullen verschijnen. Dat is natuurlijk het voordeel van zo’n uitgebreid arsenaal aan nummers te hebben. Nee, deze keer heet Snuff ons (helaas) niet volledig kunnen overtuigen. Toch dragen we deze band nog steeds een warm hart toe.

Outsider – Karma of Youth (★★★★)

Als je naam heel wat accenten bevat, dan is het lastig om daarmee een carrière uit de grond te stampen. Dus besloot Seán Ó Corcoráin om zijn project Outsider te noemen. Debuutplaat Karma Of Youth verscheen midden april, en het is een plaat vol hoop die tijdens die periode vooral onze harten verwarmde. Het is een korte plaat, maar wel boordevol sterke nummers. Zo is “Brotherhood O.A.” een nummer dat we zo al door gigantische stadia zien meegebruld worden en is “Íosa Chroí” een nummer in een bepaald Iers dialect dat je toch al snel kunt meezingen. De band brengt invloeden mee van The War on Drugs en U2 en die combinatie lijkt heerlijk te werken. Acht nummers, acht grootse songs vol kracht en hoop, wij zijn een beetje verliefd op Karma of Youth.

Partisan – Savage Peace (★★★★)

Postpunk zit duidelijk in de lift. Met leden van Oathbreaker en Rise & Fall gooit Partisan het over een andere boeg. Het intens triestige dat postpunk met zich meebrengt wordt door Partisan goed gebracht. Er zit een duidelijke link in naar Joy Division, maar toch slaagt deze band er in om deze sound naar hun hand te zetten. Er wordt af en toe stevig geknald, maar toch is het meer de rustigere, donkere kant die overheerst. Zoals zo vaak bij dit soort platen zijn er geen uitschieters die als single kunnen dienen. Maar dat is geen afbreuk aan de plaat, want deze heren leveren een constante kwaliteit. Partisan geeft hiermee een duidelijk visitekaartje af waar ze gemakkelijk met de Engelse tegenhangers kunnen meestrijden voor de plekjes op leuke optredens.

1000mods – Youth of Dissent (★★★★)

De Grieken van 1000mods hoeven geen naam meer te maken voor henzelf. Met het legendarische stoner anthem “Vidage”, rechtstreeks uit hun debuutalbum Super Van Vacation, katapulteerden ze zichzelf razendsnel de harten van stonerrock fans in. Ook de opvolgers Vultures en Repeated Exposure To… waren unaniem geprezen. Voor hun laatste album, Youth of Dissent, ligt het wat anders. Het album is veel cleaner, de vocalen zijn minder rauw en we vinden er minder typische stonerrock grooves op terug. Een luide minderheid voelde zich wat in de steek gelaten door deze benadering. Dat kon ons dan weer weinig schelen want dit album is een echte bom; het klinkt gewoon wat vrolijker dan we van hen gewend zijn. Het album klinkt ook erg 90’s. Zo opent “Warped” met een grunge klinkende riff en heeft ook de single “Pearl” dergelijk geriff. Terwijl deze nummers een erg strak tempo hebben, zijn de Grieken niet bang de teugels wat strakker te houden. Zo is “Dear Herculine” een gezapig nummer met ijl gezang en een epische doom riff. Ook afsluiter “Mirrors” bulldozert door aan een log tempo. 1000mods is een geweldige band met vier geweldige albums onder de gordel. We smaken dit wel.

Hinds – The Prettiest Curse (★★★½)

Hinds draait intussen al vijf jaar mee in de muziekbusiness en springt in het oog omwille van twee redenen: de garagerockband is afkomstig uit Spanje en het viertal is volledig vrouwelijk. Op zich maakt dat hen nu ook niet zeer bijzonder, maar als het gaat over Spaanse, vrouwelijke garagerockbands die internationaal ook furore weten te maken, is hetgeen wat ze doen wel uniek, gedurfd en bewonderenswaardig te noemen. Op het vierde album lieten ze ons twee jaar – inclusief coronabonus – in volle spanning zitten. Het enige wat de dames ons voorzichtig toevertrouwden, was dat ze zich voor het eerst hadden gewaagd aan het popgenre. Gelukkig schemert hun herkenbare sound nog ruimschoots door. Meer nog: van een quarantainedip lijken ze geen last te hebben. Jennifer Decilveo (voorheen zat ze achter de knoppen bij onder meer Beth Ditto) is de kracht die schuilgaat achter de productie en zo zorgt deze brok girlpower voor een sterk en strak resultaat. Naast popexperimenten (op bijvoorbeeld het aanstekelijke “Good Bad Times”) is het Spaanse “Boy” een knipoog naar hun roots. Nooit gedacht dat een mix van rauwe gitaren en schreeuwende vrouwen ons zo goed zou bevallen!

The Neverly Boys – Dark Side of Everything (★★★½)

The Neverly Boys is het nieuwe project van Dave Sitek (TV On The Radio) en Daniel Ledinsky, en zoals een project van Dave Sitek het betaamt is het weer erg boeiend geproducet. Het is niet zo sterk als TV On The Radio (wanneer komt dat trouwens terug?), maar er zitten wel fijne nummers in het album. Het begin van de plaat schiet als een speer vooruit en dankzij de herkenbare vocals van Sitek, de ietwat melancholische gitaren of het snelle tempo bij de synths, krijg je bij momenten een TV On The Radio-gevoel. Maar zoals bij veel platen van Sitek het geval is, kan hij het niveau niet blijven aanhouden. Het midden van de plaat moddert wat aan, met hier en daar nog wel een uitschieter, om dan toch weer in elkaar te storten. Het is een leuke plaat voor de fans, maar meer zit er ook niet in.

TeaMarrr – Before I Spill Myself (★★★½)

Before I Spill Myself is het tweede album van TeaMarrr en maakt ons er zeker van dat deze dame nog heel wat potten zal breken. TeaMarrr brengt hiphop / r&b met een oprecht verhaal, geleverd met haar hart op de tong door middel van erg poëtische, maar nog steeds herkenbare teksten. Tea heeft duidelijk heel wat tea te spillen in catchy en extra sassy songs als “One Job”, “Kinda Love” en “Whorey Heart”. Ze geeft de luisteraar een fameuze duw in de rug wat zelfvertrouwen betreft, en kan die andersom ook mee naar beneden trekken in gevoelige nummers die overspoeld worden door twijfels, zoals in “Chasing Army” of “Cool Enough”. Kortom, Before I Spill Myself is een heuse emotionele rit. Soms nog iets te veel van hetzelfde, maar wel een veelbelovende basis om op voort te bouwen.

Hazel English – Wake UP! (★★★★)

Eindelijk is er dit jaar de debuutplaat van Hazel English. De zangeres bracht al tal van ep’s uit, maar het echte werk krijgen we pas dit jaar voorgeschoteld. Was Wake UP! het wachten dan ook waard? Het antwoord is overtuigend ja. De zangeres heeft haar sound nog meer gepolijst waardoor ze op Wake Up! niet de meest voorspelbare dreampop brengt. Ze doet het eerder op een psychedelische manier met ruimte voor mooie harmonieën en hier daar zijweggetjes in andere genres. Bij “Off My Mind” kruipen er ook wat vintage invloeden, zoals Lana Del Rey die soms gebruikt, in haar muziek. Zo blijft Hazel English zichzelf en evolueert ze toch tot een volwassen singer-songwriter. Wake UP! is net door die harmonieën een prachtig plaatje geworden.

Wrecked Beach – Eye Tide (★★★½)

Soms is een bandnaam genoeg om je te kunnen voorstellen wat voor muziek je geserveerd zal krijgen. Wrecked Beach is zo’n naam, de band komt uit Vancouver en naar het schijnt zijn ze vernoemd naar een feestzaal waar kledij optioneel is. Het lijkt ons een goeie keuze, want de muziek die de groep maakt is heerlijk zomers. Je kan die zo beluisteren aan het strand of op een skeelertochtje met heel wat zon. Je hoort het al: Wrecked Beach maakt surfy garagerock volgens het boekje en dat valt zeker in de smaak. Dat het maar acht nummers lang is, is de sterkte want zo verveelt het nooit. Het openingsdrietal zet de toon en met “Mantis” krijgen we ook nog een sneller nummer. Voor ieder wat wils dus. Leuk!

Shabazz Palaces – The Don Of Diamond Dreams (★★★½)

Toen Ishmael Butler en Tendai Maraire tien jaar geleden Shabazz Palaces oprichtten, was hun visie duidelijk. Genre-bending hiphop maken waarbij experimentatie op de eerste plaats staat. Ook al bleef percussionist Maraire thuis voor dit project, de 50-jarige Ishmael Butler is ook op zijn eentje trouw aan de identiteit van Shabazz Palaces. Zelf liet de voormalige kapitein van jazz-raptrio Digable Planets noteren dat zijn zoon de grootste inspiratiebron was voor zijn nieuwste plaat. Wie weet dat zoonlief beter gekend is als lil tracy, emorap pionier en boezemvriend van de betreurde lil peep, zal dit album beter begrijpen. The Don Of Diamond Dreams is een mix van zwierige synths en old school flows, maar ook stevige 808’s en wat autotune of een saxofoon solo van Carlos Overall. Butler serveert ons zijn eigenzinnige take op de populaire trap sound van vandaag, met de nodige humor maar ook met genoeg beroepsernst en oprechte interesse.

Burning Fik – De Fik 1 (★★★½)

Burning Fik is een hiphoplabel opgericht door Nederlandse rappers Faberyayo en Abel. De twee heren willen met Burning Fik de underground terug ruig en spontaan maken. Dit zien we zeker terugkomen op De Fik 1. Dit verzamelalbum is knotsgek en puberaal in al zijn facetten. Op de plaat hoor je zowel gevestigde waarden als nieuwe aanwinsten. Onder die aanwinsten ook Kleine Crack, Antwerpse rapper en duivelaanbidder die met “BF (Voel De Pijn)” een ijskoude track neerzet mede dankzij de grimmige instrumental van trouwe producer Slagter. Nog een nieuweling bij Burning Fik is Firoza. Deze gek gestoorde cyberelf brengt met “Flirt” een banger die ons doet denken aan 100 Gecs en Dorian Electra. Terugkomend element doorheen het album zijn de heel luchtige teksten over onder andere ‘Toekabaaps kiefen’ en ‘Spieken op skirt skirt skirts’. De flinke dosis humor is een verrijking omdat er net zelfbewust genoeg mee wordt gespeeld door de artiesten. Een bont debuut van een al even bonte bende.

TheColorGrey – OVERCOME (★★★★)

Antwerpse rapper/zanger Will Michiels zet een grote stap met OVERCOME. Was zijn debuutalbum REBELATION nog vooral een strijdkreet voor zijn verovering van de scene, is er op zijn tweede plaat meer ruimte voor introspectie. Voor het eerst schakelde de 25-jarige Antwerpenaar voor alle tracks een liveband in. De energie wordt lichtjes teruggeschroefd, zonder ons in slaap te dompelen. Hierdoor komen de bezielde vocals die zo kenmerkend zijn voor TheColorGrey nog beter tot hun recht. Op “Black Flower” schakelen we terug een versnelling hoger. Een stevige beat wordt vergezeld door harde bars zoals we die al een tijdje niet meer van hem gehoord hadden. Thema van deze track is racisme en de stereotypes die in stand gehouden worden. Een onderwerp dat ook terugkomt op “What’s new” en “Twice as Hard” en hem duidelijk nauw aan het hart ligt. TheColorGrey brengt met OVERCOME een lyrisch sterk album met een nog soulvoller geluid dan zijn voorganger.

Related posts
AlbumsFeatured albumsRecensies

Albumreviews: Beire Kort #43

Het aantal albums dat wekelijks verschijnt, is meedogenloos groot. Daarom is het onmogelijk om alles binnen de correcte tijdspanne van een degelijke…
AlbumsFeatured albumsRecensies

Albumreviews: Beire Kort #42

Het aantal albums dat wekelijks verschijnt, is meedogenloos groot. Daarom is het onmogelijk om alles binnen de correcte tijdspanne van een degelijke…
AlbumsRecensies

Albumreviews: Beire Kort #41

Het aantal albums dat wekelijks verschijnt, is meedogenloos groot. Daarom is het onmogelijk om alles binnen de correcte tijdspanne van een degelijke…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.