We houden ze al een poosje vol verwachting in de gaten: de vijf jonge muzikanten uit Wisconsin die samen stap voor stap de wereld veroveren onder de naam Disq. Na groot succes in eigen land kan de band met de release van hun debuutalbum Collector nu ook de internationale doorbraak ruiken. Net als vele anderen waren we al fan van de veelbelovende singles “Daily Routine” en “Loneliness”, en inderdaad, het album was het wachten waard. In een kruising tussen powerpop, postpunk, indierock en eigen muzikale vondsten luchten de vrienden hun hart over de worstelingen van het leven. Dit resulteert in een album vol contrasten: de bandleden drijven hun nonchalante, coole attitude tot het uiterste, maar duiken ook de diepte in om zich kwetsbaar en gevoelig bloot te geven. Collector omhelst deze tegenpolen, en alles daartussenin.
Het album is een portret van vijf jongvolwassenen die in een middelgrote stad van niets in het geïsoleerde Wisconsin rondtasten naar inzichten. Over het succes van hun band hebben ze niets te klagen, maar net als elke andere millennial worden ook zij in deze tijden waarin technologie overheerst geteisterd door eindeloze struggles en het gevoel dat alle anderen hun leven wel op orde hebben. Precies die kwelling, die zo alleen voelt maar toch gemeenschappelijk is, zoekt Disq op. Zo verbinden de muzikanten zich met de luisteraar en zoeken naar troost en remedie tegen het vermoeiende bestaan in de moderne wereld. Het mooie is dat er totaal geen sprake is van onnozel of melodramatisch puberaal gezever of ook maar een sprankje pretentie, zoals vaak het geval is bij thema’s als deze. Disq is daarentegen artistiek en scherpzinnig, en weet de charme van het banale goudeerlijk en humoristisch te vangen.
Wat betreft inhoud zit Collector dus alvast goed: we zien een duidelijke rode draad die het geheel van de eerste tot de laatste seconde bij elkaar bindt, en die bovendien een grote groep luisteraars zal aanspreken. Ook op muzikaal vlak valt er veel aan te prijzen. Door de creatieve input van ieder bandlid is het album ontzettend divers. We horen de muzikanten hun gevoelens uiten door nu eens lawaai te maken, dan weer ingetogen en eerlijk te spelen. Als copingmechanisme lachen ze om hun eigen situatie, en hoeven niets mooier te maken dan het is. Disq zoekt juist naar het vreemde, en gaan aan de haal met conventionele songstructuur en harmonieleer. De nummers verspringen abrupt van het een naar het ander, en zitten vol melodieën en akkoorden die je niet elke dag hoort. De vocals variëren van nonchalant en laconiek tot kwetsbaar en beladen, maar zijn altijd ongepolijst. Soms ligt de focus op de persoonlijke teksten en blijft de instrumentatie bescheiden. In andere nummers worden we overrompeld door een dikke muur van geluid met driedubbele gitaren.
“Daily Routine” kenden we al als single, en zet als eerste nummer de toon van het album. Het thema wordt meteen duidelijk, net als het eigenaardige geluid wat de band karakteriseert. De daaropvolgende nummers blijven nog een beetje in diezelfde sfeer. “I’m Really Trying” heeft al een wat meer uptempo, positieve energie, en “D19” is bijna een regelrechte popsong. In dit nummer, dat de naam draagt van een type microfoon, laten de bandleden nog eens weten hoeveel ze houden van muziekmaken. Dat horen we graag.
Met “Loneliness” op de helft van het album neemt Collector een wending en duikt de diepte in. Het is een kwetsbare, ontzettend mooie overpeinzing die in contrast staat met de voorgaande nummers. Halverwege schakelt het nummer weer naar de meer luidruchtige klanken, wat dit contrast nog eens versterkt. In “Fun Song 4” drijft Disq de kracht van het contrast nog verder door. In deze instrumentale track zoekt de band nog meer naar een eigen, unieke creativiteit. Subtiel horen we een melodie uit het voorgaande “Loneliness” terug: ook in hun chaotische muzikale escapades schuilt altijd de laag van openhartigheid en gevoeligheid.
Ook in “Trash” en “I Wanna Die”, die ons richting het einde van het album brengen, horen we de grote diversiteit van Disq. Waar “Trash” stilletjes en fragiel over het leven peinst is “I Wanna Die” zo hard en ruig als de band wordt. We kunnen er zeker van zijn dat dit nummer met zijn enorme kracht op het podium een werkelijke sloopkogel wordt. Met de afsluiter “Drum In” horen we dat de storm is gaan liggen. De vijf jonge muzikanten laten nog een laatste keer horen dat we het hier hebben over een band met karakter die niet bang zijn om hun eigen ding te doen.