Le Botanique heeft een nieuwe jaarlijkse gewoonte gecreëerd om rond de herfstvakantie een wintereditie te organiseren van het beproefde Les Nuits-concept. Onder de noemer Les Nuits Weekender weerklinkt er dit weekend in L’Orangerie, Le Rotonde en het Museum drie dagen lang muziek voor absolute fijnproevers. Op de uitverkochte openingsdag stond gisteren alles in het teken van de verfijnde indie en aanverwante genres. Als headliner van dienst werd Perfume Genius opgetrommeld, die in Brussel zijn nieuwe album Glory kwam voorstellen. Als afsluiter van de avond stal hij zoals te verwachten viel de show, al maakten eerder op de avond ook Great Grandpa, Annahstasia en These New Puritans een zeer verdienstelijke beurt.
Pollyfromthedirt @ Museum
Pollyfromthedirt is nogal een mysterieuze artiest. Zijn gezicht houdt hij tamelijk goed verstopt achter een vlindermasker en ook voor de rest is hij best karig in het verspreiden van informatie over zichzelf. Het gaat bij de Britse muzikant met andere woorden niet zozeer om hem als persoon, maar wie hem toch een beetje wou leren kennen in zijn nummers, kon daarvoor terecht op Les Nuits Weekender. Voor een soloartiest is hij best veelzijdig op een podium; zo liet hij in de eerste nummers een bandje lopen dat hij mits wat draaiknoppen nog kon tweaken, maar evengoed nam hij de akoestische gitaar vast en bracht hij het ingetogen en pakkende “A weekend in majorca” dat zowaar onder de huid ging. Het was die spagaat van contrasten die best spannend was en ons bij de les hield. Zo was ook “Cherry seeds” een best cool en catchy nummer dat mits slim samplewerk interessant genoeg bleek om zich een weg te banen in de afspeellijsten van al degenen die al zo vroeg waren afgezakt naar het Museum. Het laatste nummer, het nog onuitgebrachte “There’s no such thing as England”, sloot de set dan wel een kleine tien minuten te vroeg af, maar dat Pollyfromthedirt iets heeft, konden we in het halfuurtje ruimschoots ondervinden.
Great Grandpa @ Rotonde
De Rotonde openen mocht het viertal Great Grandpa. De band bracht begin dit jaar zijn derde album uit en daarop blijven dezelfde emotionele sferen hangen. Het is een mix van hetgeen Big Thief doet, met wat invloeden van Wilco en Spanish Love Songs. De akoestische gitaar in de muziek brengt alvast een soort van americanavibe naar voor, terwijl de rest van de gitaren voor de volheid zorgt. Zo was de samenzang een sterk punt binnen het muzikale aspect van de band. Het werd bij de bindteksten ook meteen duidelijk dat de band niet echt trots was dat ze uit de Verenigde Staten kwam en liever als een Canadese groep werd gezien. Het publiek was hierop nog wat apathisch, maar eens een song als “Digger” naar het eind voor een epische sound zorgde, was iedereen wel mee. De noisy sounds kwamen binnen nadat we vooral heel mooie intieme songs hoorden. Het was alvast een fantastisch begin van Les Nuits Weekender.
Hannah Jadagu @ Orangerie
De eerste artieste die in de Orangerie mocht aantreden, was er eentje die in haar jonge leven al veelvuldig wist op te vallen. Hannah Jadagu maakte haar eerste ep met enkel en alleen een iPhone en die verscheen onder het gerenommeerde Sub Pop, onder meer Pitchfork en de New York Times houden haar nauwlettend in de gaten, en artiesten als Faye Webster, Horsegirl en The Japanse House zijn fan. De Amerikaanse met Zimbabwaanse roots had met andere woorden meteen een zekere lat die de wereld voor haar had gelegd. In de Botanique was haar doortocht echter vooral deel van een dromerig begin van de avond. De zangeres stond er een beetje onwennig bij, waardoor de soulvolle magie hier en daar wat verloren raakte.
Dat was althans het geval voor ze te kampen kreeg met een technisch euvel, want nadat ze het publiek wat beter leerde kennen, bloeide Jadagu steeds verder open. Haar zachte stem deed bij momenten wat denken aan Arlo Parks of John Glacier, alleen voelde het – zeker toen ze van haar microfoonstatief los kwam – allemaal wat beweeglijker aan. Die vonk sloeg weliswaar niet echt over op de zaal, en dat misschien omdat een groot deel van de nummers ietsje te veel binnen hetzelfde dromerige vaarwater bleven kabbelen. Pas als Hannah Jadagu echt buiten de lijntjes durfde gaan (en haar twee muzikanten meer richting voorgrond kwamen), kon ze echt overtuigen. Een ietwat geforceerd meezingmoment vormde uiteindelijk nog een ongemakkelijk noot in de set, die al bij al toch wel aangenaam aanvoelde. De Amerikaanse voelde zich soms wat bekender dan ze eigenlijk was en kwam daardoor wat bedrogen uit, dus hopelijk trok ze zich dat achteraf niet al te veel aan.
Annahstasia @ Museum
Annahstasia is een beetje van alles. Danseres, poëet, brenger van liefde… maar bovenal ook zangeres. In het Museum hield ze het vrij sober, maar werden we wel ondergedompeld in een bad van hartverwarmende indiesoulfolk. En dat voelde enigszins toch als een verrassing, nadat er na een paar minuten stilte en gitaarstemwerk plots een klok van een stem tevoorschijn werd gehaald. In de schaduw van haar dampende thee hoorde je haar vele juwelen net niet rinkelen, wat bijdroeg aan de manier waarop het Museum aan haar lippen hing.
Voor “Sunday” ging Annahstasia net iets donkerder en innemender te werk, maar de liefde ging nooit verloren. Een nummer als “Be Kind” sprak daarin voor zich, net als de mooie herinneringen die de zangeres had aan de Botanique en diens gezelligheid. Het voelde bij momenten aan alsof we allemaal in de woonkamer van de Amerikaanse zaten, luisterend naar de verhalen die ze vertelde met haar diepe stem. De soms dromerige, lichte of euforische toets riep ze daarbij met slechts een akoestische gitaar tot leven – door die telkens anders te bespelen. Een nog onuitgebracht nummer ging zelfs zo diep dat het hier en daar een emotionele snaar raakte, en dan moest “Satisfy Me” nog komen. De song over genoeg zijn in het leven was meteen ook de boodschap die Annasthasia wilde meegeven, en die zette ze kracht bij door de Botanique de tracktitel met succes mee te laten zingen. Een hartverwarmende set, da’s misschien nog de beste manier om het allemaal te omschrijven.
Teethe @ Rotonde
Teethe is geen groentje meer in het vak en dat onderstreepte het eerder dit jaar met zijn tweede album Magic Of The Sale. Vier jaar lang lieten de Amerikanen de nummers rijpen en sudderen vooraleer ze gedeeld werden met de wereld, en dat had ook zijn weerslag op de manier hoe Teethe de nummers tegenwoordig live brengt. In een knusgevulde Rotonde bracht het Texaanse vijftal een set waar het toonde dat ook luide muziek een zekere afstandelijke warmte kan hebben. Beginnen deden de leden nog redelijk rustiek aan de hand van “Holy Waters” en ook op het daaropvolgende “Iron Wine” creëerden ze een paar te duchten geluidsmuren die er tegenover de rustige stukken in het nummer fel bovenuitstaken. Op een zekere manier speelde Teethe zonder vrees en dat bood de nodige no-nonsens vrijheid om de nummers live nog net iets meer kracht en volume te geven. Het enige wat misschien wat minder was, was de algemene zang, die vaak net iets te veel moeite had om boven de instrumenten uit te komen. Ongeveer halfweg de set zat dat al iets beter in balans en was het zonder meer aangenaam luisteren. Excelleren deed Teethe hoe dan ook op geen enkel moment, al willen we ze wel nog even complimenteren voor de Halloween-shirts.
Momma @ Orangerie
Momma is de grote plas overgestoken voor een Europese tour en daar vormde Brussel zowaar de eerste halte van. Het viertal, dat aangevoerd wordt door Etta Friedman en Allegra Weingarten, had eveneens een goede reden om te touren, want sinds de lente van dit jaar ligt het nieuwe album Welcome To My Blue Sky in de reken. De New Yorkse band had in elk geval geen last van een jet lag. Meer nog; ze koos ervoor om de nummers live met een andere, stevigere intensiteit te brengen. Geen één-op-één replica’s van de studioversies, en dat was in het begin toch even zoeken. We herkenden niet elk nummer van bij het begin, maar na een paar songs waren we hun live speelstijl wel gewoon geraakt en gedijden we met de rest van de volle Orangerie vrolijk mee. Zowel “Ohio All The Time” alsook “I Want You (Fever)” werden met een grungy attitude gespeeld en klonken zo nog net iets ruiger dan hun originele versie. Ook bij Momma moesten we echter vaststellen dat de zang van de twee frontvrouwen niet altijd even perfect was, al zal dat wel voor een stuk ook een bewuste keuze zijn geweest om nummers nog net iets vuiler te doen klinken. Momma bracht weinig vernieuwends, maar ook zo leverde het al bij al gewoon een prima concertje af.
Yves Jarvis @ Museum
Het Museum was gisteren het podium van de eenzaten en zo stond finaal ook Yves Jarvin alleen op het podium. Een gitaar in de hand en zijn eigen stem zouden moeten volstaan om een een funky sfeer te kunnen neerzetten, al schoot de Canadees toch een beetje tekort. Zijn nummers misten een duidelijke richting en ook van zijn présence hadden we net iets meer verwacht om ons zo kort voor de headliner in een goede bui te brengen. Zijn gitaarspel was met momenten nog best te pruimen en toonde best wel wat potentieel, en toch was dat niet voldoende om de vonk te doen overslaan op een matig gevulde zaal. Het gebrek aan een reeks uitstekende en bovenal beklijvende nummers resulteerde ook in het feit dat er behoorlijk wat mensen andere richtingen opzochten en zo voor nog meer lege plekken zorgde. Yves Jarvis was met andere woorden op Les Nuits Weekender te eendimensionaal om voor een boeiende show te kunnen zorgen. Wie dus op datzelfde ogenblik koos voor The New Puritans moet dus niet vrezen, want ze misten niet al te veel bij de Canadees.
These New Puritans @ Rotonde
These New Puritans gaat al bijna twintig jaar mee, maar maakt er nog steeds een sport van alle kanten uit te schieten. ‘Artrock’, omschreef de website van de Botanique het met een mooi woord, al gaven tweelingbroers Jack en George Barnett daar in de Rotonde een geheel eigen betekenis aan. Een klokkenspel naast de drums, een enorme xylofoon met ijzeren kettingen en vooral een mystieke frontman… De Amerikanen dompelden een bomvolle zaal (die zelfs afgesloten moest worden wegens de drukte) onder in hun donker georkestreerde wereld.
Bij momenten viel er zelfs geen enkele lijn te trekken in de chaos die These New Puritans met zich meebracht, maar net dat maakte het dan weer zo innemend en meeslepend. De mysterie die de broers Barnett niet alleen in hun muziek, maar ook in hun zijn wisten te leggen schoot werkelijk alle kanten uit. De ene keer leunde het aan tegen de donkerte van metal, dan ging het weer richting het Oosterse. Het bleef echter altijd onvoorspelbaar duister onder je huid kruipen bij de vier, al ware het een koortsdroom bedacht door de geest van Halloween zelve. Door de bombast van de twee drummers liet alles dat de band voortbracht je borstkas bijna permanent trillen, al schuilde er tegelijkertijd ook altijd iets dromerigs in het geheel. These New Puritans is en blijft een band die je moet beleven om ze te snappen, zo bleek ook in de Botanique.
Perfume Genius @ Orangerie
De ontegensprekelijke headliner van de eerste dag van Les Nuits was Perfume Genius, en dat bijna dag op dag vijftien jaar na zijn eerste doortocht in de Brusselse concertzaal. Mike Hadreas heeft zich sindsdien opgewerkt tot een enorm gerespecteerd artiest, die in zijn leven eigenlijk nog geen enkele mindere plaat heeft uitgebracht. De recentste in zijn oeuvre, Glory, had verschillende tinten van de lente in zich, die elk op hun eigen manier een indrukwekkend samenhangend geheel vormden. Want daar zeggen we ook meteen het opvallendste: de Amerikaanse singer-songwriter heeft geen enkele echt uitgesproken hit. Dat dat in de Orangerie geen enkel probleem hoefde te betekenen, leerden we al na enkele minuten.
Toen iedereen na wat lichte logistieke chaos toch in de Orangerie was geraakt, was het aan Mike Hadreas om iedereen te begeesteren met zijn zijn. Dat hij daarvoor ook nog eens uitstekende muzikanten en nummers had meegenomen, waren stuk voor stuk componenten die voor de meest intense belevenis van de avond zouden zorgen. De manier waarop “It’s A Mirror” al helemaal aan het begin van de set openbrak bracht een ruw gouden randje aan de dromerige americana, “No Front Teeth” was dan weer Perfume Genius op z’n best. De frontman is en blijft namelijk een enorm eigenaardig figuur, wat ervoor zorgt dat je niet alleen geboeid blijft kijken, maar ook nog eens helemaal opgezogen wordt door zijn absurditeit. Hadreas ging bijvoorbeeld in gevecht met een stoel, waar hij uiteindelijk onder zou belanden en zo zichzelf in de knoop werkte met zijn kabel. Vroeger op de avond dan gewoonlijk, grapte hij erna zelf.
Het was bij momenten indrukwekkend om te ervaren hoeveel intensiteit en gebalde energie er uit zo’n relatief klein persoon als Hadreas kwam; zijn hyperkinetische dansbewegingen zouden evengoed als stuiptrekkingen geklasseerd kunnen worden, en ook zijn blik ging van intens zoekend naar oneindig, en terug. En die lijn trok hij ook door in zijn muziek, want telkens een nummer gewoon dromerig leek te kabbelen, ontaarde het plots toch in een georkestreerde chaos – telkens weliswaar op een andere manier. In het oog van die storm zorgde het piano-intermezzo “Me & Angel” / “Polly” voor een emotionele noot, want het bracht de Amerikaan terug naar die eerste show vijftien jaar geleden. De eerste keer dat hij moest huilen na een set, omdat hij zich geliefd en geslaagd voelde door het Belgische publiek.
Perfume Genius kronkelde in dat opzicht als een levende kunstinstallatie over het podium, met “Otherside” als resoluut hoogtepunt. Hadreas liet zich in totale stilte achterover vallen, terwijl de lichten de chaos omarmden. Indrukwekkend om te ervaren. Dat de band daarna in laatste rechte lijn een versnelling hoger schakelde, toonde nog maar eens aan hoe overrompelend de set aanvoelde. “Describe” en het daaropvolgende “Eye In The Wall” lieten de Orangerie zowel dansen als trillen, terwijl Hadreas zichzelf nog maar eens tegen de grond werkte. Het was met andere woorden een enorm rare vogel, maar wel de mooiste in zijn soort. Wat Perfume Genius bracht in de Botanique voelde permanent aan als een ervaring die geen enkele andere artiest je zou kunnen geven. Weinigen trekken het begrip ‘kunst’ zo ver open in hun muziek, en dat zindert na.
Deze recensies werden geschreven door Lucas Palmans en Simon Meyer-Horn.







