
© CPU – Nathan Dobbelaere
Op zaterdag 5 juli beleefde Dominic Harrison misschien wel de zotste 24 uur van zijn leven. In de namiddag eerde YUNGBLUD zijn grote idool en mentor Ozzy Osbourne tijdens diens afscheidsconcert in Villa Park in Birmingham met een weergaloze “Changes”-interpretatie. Niet veel later zat hij alweer in een privéjet onderweg naar de grootste festivalshow van zijn carrière. Door het wegvallen van een zieke Sam Fender promoveerde hij zowaar nog in laatste instantie tot zaterdagafsluiter op Rock Werchter, en met gierende adrenaline en bakken goesting pakte hij de mythische weide al van bij de start in. Zijn meest recente album Idols was misschien niet het meest revolutionaire van zijn soort, maar het zette zijn reputatie als rockidool wel stevig kracht bij. Het hoefde dus niet te verbazen dat zijn concert in Vorst Nationaal al enkele maanden hopeloos uitverkocht was en dat er naast heel wat jonge krijsende fans ook de meer gematigde rockfan present tekende. Aan zijn inzet veranderde dat echter niets, want ook gisteren sprong en rockte hij als een vers opgeladen en onuitputtelijk Duracell-konijn over het podium.

© CPU – Nathan Dobbelaere
Het was tamelijk lang aanschuiven om tijdig binnen te geraken en dat had als gevolg dat de zaal zich tijdens het optreden van het eerste voorprogramma van de avond mondjesmaat vulde. Weathers, een kwartet uit Los Angeles, kreeg pas enkele weken geleden de uitnodiging om YUNGBLUD te vervoegen op Europese tour en dat was een kans die het niet zomaar kon laten schieten. Opvallend genoeg leken de Amerikanen niet al te veel last te hebben van podiumvrees, want met een zelfzekere ingesteldheid maakten ze het podium even helemaal van hen. Waar Weathers de mosterd gaat halen is geen al te goed bewaard geheim, want met “Famous Last Words” coverde het zelfs een liedje van voorbeeld My Chemical Romance. Op eenzelfde niveau zitten ze nog niet, maar voor een band die dergelijke podia nog niet gewoon is, brachten de mannen het er nog goed vanaf. Met “C’est La Vie” waagden ze op het einde nog een poging om de mensen te laten meezingen en dat berekende risico pakte nog best goed uit.

© CPU – Nathan Dobbelaere
Zou Parship iets te maken hebben met het feit dat Palaye Royale het voorprogramma vanYUNGBLUD mag voorzien? Wij hebben zo onze aannames, want zowel op vlak van muziek als op vlak van aanhang is dit een gouden match die bijna niet beter getroffen kon worden. De Canadees-Amerikaanse band is op eigen houtje meer dan behoorlijk bezig en is net als YUNGBLUD niet echt vertrouwd met het begrip ‘rusten’. De band rond de gebroeders Remmington is quasi permanent op tour en leeft op als ze een podium onveilig kan maken. Wat we aan hen weten te appreciëren is het feit dat ze elke dag een andere set spelen en inspelen op de energie die op dat moment in hen zit en die ze in de zaal voelen. Vervelen zullen ze zich dus niet snel.
Ook gisteren gooiden ze het over een iets andere boeg en speelden ze verbazingwekkend veel nummers van hun eerste albums. Beginnen deden ze nochtans met wat werk van hun laatste album. “Mister Devil” was een ruige binnenkomer en bij “Death or Glory” werd al een eerste sitdown gemanifesteerd. Chester Remmington gaf alles en probeerde YUNGBLUD-gewijs de interactie hoog te houden, maar het publiek leek toch opvallend tam en hun krachten te willen sparen voor hun idool. Een moshpit was bijvoorbeeld net iets te veel gevraagd en ook de wall of death wou maar niet lukken. De vrees om de goede plekken te verliezen was voor de meesten allicht net iets te groot. Voor lichtjes was het gelukkig niet te vroeg en zo gingen tijdens “Dying In a Hottub” duizenden gsm’s de lucht in om op de tonen van het mellow glamrocknummer heen en weer te wiegen. Palaye Royale eindigde redelijk veilig met “Mr. Doctor Man” en nog een tweede sitdown “For You”. Geen weergaloze set van Palaye Royale, maar wel eentje die 45 minuten lang niet verveelde.

© CPU – Nathan Dobbelaere
Dat Ozzy Osbourne en Black Sabbath een belangrijke rol innemen tijdens deze Idols Tour werd ons al bij het begin duidelijk. “No More Tears” en “War Pigs” werden als preludes ingezet en waren als inleidend muziekstukje een fijne hommage. Om iets na negenen ging er een schok van energie door de zaal en gingen de decibels volledig in het rood. “Hello Heaven, Hello” was net als op Rock Werchter een zeer slimme zet om het optreden mee op gang te trappen. Het negen minuten durende rockepos zorgde voor een laaiende sfeer en deed iets met de uitverkochte zaal. Van vreugde tot tranen; het pallet aan emoties werd breed uitgespeeld en toch voelde het ten allen tijden authentiek. De leren jas was inmiddels al uit toen hij met “The Funeral” een onvervalste oorwurm bovenhaalde. De handen moesten de lucht in en de allesbehalve subtiele verzoeken om mee te springen werden zoals verwacht ingewilligd door de laaiend enthousiaste fanbase. Zelfs op de tribune stond al lang iedereen recht en deden ze zonder aarzeling mee met wat Harrison vroeg.
Dominic Harrison is nooit de man van de subtiele aanpak geweest. Een woord als ‘Fuck’ vloeit per concert enkele tientallen keer over zijn lippen en ook ‘jump jump jump’ en ‘let me see your hands’ horen al jaren binnen de vaste woordenschat en YUNGBLUD-etiquette. Zelfs bij een iets rustiger nummer als “Idols Pt. 1”, waar het strijkerskwartet goed van pas kwam, ging het er energiek aan toe en zong de zaal luidkeels mee. Van vibrerende stembanden tot een trillende zaal; het effect dat “Lovesick Lullaby” op het publiek had en iedereen deed springen zorgde toch wel voor taferelen die je op een gemiddeld concert niet snel tegenkomt. Toegegeven, live had het nummer dankzij zijn band een edgy kantje dat we op plaat misschien wat missen. Zo zie je maar wat een ingespeelde band voor een meerwaarde kan bieden. Tijdens “fleabag” gaf YUNGBLUD naar goede gewoonte de kans aan een fan om even deel te mogen maken van de band op het podium. Die eer viel gisteren te beurt aan Simon uit Brussel. Na een eerste refrein werd zijn gitaar echter afgezet en hoorden we toch vooral de hand van Adam Warrington. Die schudde overigens een behoorlijk goede solo uit zijn mouw en is als trouwe kompaan nog maar eens als een onmisbare schakel in een YUNGBLUD-show gebleken.

© CPU – Nathan Dobbelaere
YUNGBLUD en België: dat is een liefde die al lang bloeit en die doorheen de jaren intenser en intenser is geworden. Al sinds zijn prille begindagen is ons klein bescheiden landje een van zijn favoriete plekken op aarde en sinds 5 juli 2025 nog net dat tikkeltje meer. Allicht voelde zijn interpretatie van Black Sabbaths “Changes” net daardoor nog iets specialer aan. Nog voor het laatste stukje kon worden ingezet laaide er een minutenlange ovatie door de zaal. Zo eer je iconen! De emoties laaiden even hoog op, en dat niet alleen bij de rockster op het podium. Rondom ons zagen we mensen een traantje wegpikken en opgaan in het moment. Iets minder was het daaropvolgende “Fire”. In tegenstelling tot wat de songtitel ons beloofde was dit maar een lauw momentje waarbij de sfeer toch heel even inzakte en waar we in de plaats toch liever nog een een liedje uit zijn eerste albums hadden gehoord. Wat dan weer wel een gouden zet was, was het feit dat “War” terug een plek in de setlist kreeg. Het nummer is een van de hoogtepunten van Idols en is allesbehalve een certitude tijdens zijn shows. Des te leuker dat Brussel dus een klein extraatje kreeg.
De productie van deze Idols Tour is heel decent gehouden. Het albumlogo zweefde voor een wervelend zwart doek en de lichtconstructie gaf ons een jarentachtigfeeling. Voor de rest was er weinig afleidende show en draaide het vooral om YUNGBLUD in hoogsteigen persoon. Net als op Rock Werchter was hij er op deze herfstachtige zondag niet vies van om zijn nummers iets langer uit te rekken en in die extra minuten interactief met het publiek bezig te zijn. Veel gehuppel van links naar rechts en veel oogcontact waren eerder de regel dan de uitzondering, terwijl hij ook zijn meest zwoele moves bovenhaalde. Het hardste moment van het concert was hoe dan ook weggelegd voor het tweeluik “Tin Pan Boy” en “braindead!”. Met zelf een zwarte gitaar in de hand ging hij stevig door. Van dergelijke stukken hadden er gerust nog wat meer mogen zijn! Als laatste nummer van de reguliere set kwam “Loner” goed van pas. De ‘ooh’s’ golfden door de zaal, de handen gingen meermaals ritmisch op elkaar en Harrison haalde even zijn innerlijke Liam Gallagher naar boven. Vorst Nationaal was in de zevende hemel en was nog niet klaar om van de wolk af te komen.

© CPU – Nathan Dobbelaere
Na meer dan honderd keer de handen in de lucht te steken, duizend sprongen te hebben gemaakt en gewoon de stem schor te hebben geschreeuwd kwam er dan toch een einde aan. “Ghosts” was het begin van het einde en was het ideale moment om nog eens te laten horen wat voor een sterke vocalist er in hem schuilt. Als je na ruim anderhalf uur performen nog zo kan zingen, ben je een performer zoals er geen duizend bestaan. Voor de laatste noten zorgde “Zombie”, waarvoor de fans nog een leuke actie hadden bedacht. De zaal kleurde in rode lichtjes en paste zich zo aan de melancholische afsluiter. Het werd een groots einde van een zeer energiek optreden waarbij de zaal van begin tot einde uit zijn hand at. Wat ons betreft is YUNGBLUD definitief aangekomen in de hoogste regionen van het rockfirmanent. En wat hem des te meer siert is dat hij na zijn show nog even naar buiten kwam om iedereen nog eens van harte te bedanken voor het komen. Man met een gouden hart.
Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!
Setlist:
Hello Heaven, Hello
The Funeral
Idols Pt. I
Lovesick Lullaby
My Only Angel
fleabag
Lowlife
Changes (Black Sabbath cover)
Fire
War
Tin Pan Boy / braindead!
Loner
Ghosts
Zombie






