© CPU – Peter Verstraeten
Graspop Metal Meeting 2025 was officieel over de helft, maar daar viel weinig van te merken bij de festivalgangers, die ook gisteren vroeg post vatten voor hun muzikale helden. Zaterdag is traditioneel de dag waarop alles kan, en dat was in Dessel niet anders. Met Korn en Nine Inch Nails als headliners bevond deze festivaldag zich moeiteloos tussen verschillende dimensies. Ook wie geen doorgewinterde diehard was, vond vlotjes de weg naar de heilige weide. Zoals vanouds deed het er niet toe wie of wat je was, zolang je maar kwam om schaamteloos plezier te maken. Opnieuw toonden de metalheads en hardrockers zich van hun zachtste kant, en ook de zon – met een graad of drie extra – was weer van de partij. Tijdens de langste dag van het jaar lieten we ons verder inpakken door Last Train, Poppy, Brutus, Korn, Primordial, Imminence en Lorna Shore.
Kittie @ North Stage
© CPU – Marvin Anthony
Kittie bestaat al meer dan een kwart eeuw en zou potentieel een heel boek kunnen vullen over haar nogal woelige weg als band. Veel verloop in bandleden, het overlijden van bassist Trish Doan en juridische perikelen met muzieklabels. Eigenlijk is het al straf dat Kittie als groep überhaupt nog bestaat, maar kijk, gisteren stond ze voor het eerst in ruim vijftien jaar nog eens in België. Een luchtige lunch bij een stralend zonnetje kregen we hoe dan ook niet. De zusters Lander speelden met veel grunt en zonder veel scrupules een redelijk solide concert van ruim drie kwartier. Verrassend genoeg kwamen vooral de nummers van Fire, het meest recente album dat ze uitbrachten, goed tot hun recht op dat grote podium. De grootste people pleasers zullen de Canadezen van Kittie nooit worden, maar ook met eigen gedurfde keuzes konden ze de dag van een toepasselijke start voorzien.
Last Train @ Jupiler Stage
© CPU – Irene Van Impe
De laatste weken speelden zowel het Belgische als het Nederlandse openbaar vervoer de reisplannen van veel festivalbezoekers parten. Vanuit Frankrijk dan nog wel, kwam er vroeg in de middag tenminste één trein op tijd: Last Train. In eigen land prijken de Franse altrockers hoog op menig affiche, maar van sterallures viel niets te merken. Stralend van geluk zong en speelde zanger Jean-Noël Scherrer alsof het zijn allereerste concert was, na jarenlang repeteren om de sound zo strak mogelijk te krijgen. Het vergde dan ook stalen zenuwen om vanaf opener “Home” het publiek stil te krijgen en vervolgens met de nodige uitbarsting de groove erin te pompen. De groep had duidelijk goed geluisterd naar Rage Against The Machine, al klonk de doortastendheid als een krachtig staaltje Deftones. Bij “On Our Knees” ging de Jupiler Stage compleet tegen de vlakte toen Scherrer zonder aarzelen het publiek in dook. Hij hield zijn gitaar hoog in de lucht en de overwinning was daarmee bezegeld. De laatste twintig minuten werden afgesloten met het melancholische “The Big Picture”, waarbij het totale plaatje klopte. Graag de volgende keer in de Marquee, want dit smaakte overduidelijk naar meer.
Last Train staat op vrijdag 18 juli op Dour Festival en op zaterdag 25 oktober staat het samen met SONS in OM in Luik.
Self Deception @ Metal Dome
© CPU – Marvin Anthony
Wat een briljante bandnaam is Self Deception! Het gebeurt immers niet vaak dat een band zichzelf naar waarde weet te schatten. De Zweedse band stelde namelijk teleur met voorspelbare metalcore van het meest platte soort. Vermakelijk? Na een paar lauwe pintjes ongetwijfeld, maar rond het middaguur op de derde festivaldag was onze goesting in dergelijke fletsheid toch iets minder groot. De Scandinaviërs hadden wat vlammen en CO2-jets in de Metal Dome geduwd, om het show-gehalte hoog te houden en ons zo veel mogelijk proberen af te leiden van het feit dat zowat alle stereotypen in het genre afgevinkt werden. Vooral vocaal stelde Self Deception weinig voor met Andreas Clark, die zijn flamboyante zelve te weinig uitdrukte in zijn zangprestaties en de band op die manier niet genoeg op sleeptouw kon nemen. Dit was hem niet.
Whitechapel @ Marquee
© CPU – Peter Verstraeten
Als het vrijdagnacht van Behemoth had afgehangen, mocht elke christelijke kerk tot de grond worden afgebrand. Maar dat was buiten Whitechapel gerekend. De deathcoreband slaagde er moeiteloos in om de tent goed vol te laten lopen, ondanks haar hondsbrutale présence die niet voor iedereen even gemakkelijk te verteren viel. Toch viel er, hoe vreemd het ook klinkt, een soort ritme te ontwaren dat even intens als toegankelijk uit de speakers beukte. Phil Bozemans schuurpapieren stembanden brachten een spervuur aan screams en grunts voort, dat een ware lust voor het oor was voor wie tegen een stootje kon. De hevige breakdowns injecteerden extra stikstof in de lucht, waardoor de massa niets anders kon dan de hoofden buigen en zich volledig overgeven aan het nietsontziende geweld. Whitechapel bewees dat compromisloze agressie en muzikale precisie naadloos kunnen samengaan.
Dirty Honey @ Jupiler Stage
© CPU – Marvin Anthony
Om iets na tweeën kregen we vuile honing om ons gehoorkanaal te reinigen. Voor de derde keer prijkte Dirty Honey op de affiche van Graspop en we kunnen gerust spreken van diens beste passage tot dusver. De Californische rockers brachten hun zonnige hardrock en gaven met andere woorden een toepasselijke soundtrack voor de duizenden bakkende mensen voor hun neus. Dat frontman Marc Labelle überhaupt nog vasthield aan zijn leren broeken was al een wonder op zich en dan zong hij zichzelf ook nog eens met veel gedrevenheid door de interessante catalogus van Dirty Honey. De seventies en eighties waren bij de band nooit ver weg, al was het wel tijdloos genoeg om onder een loden zon op de Jupiler Stage overeind te blijven. Zoet, maar vuil genoeg; dat vat het optreden van Dirty Honey nog best goed samen.
Eisbrecher @ South Stage
© CPU – Peter Verstraeten
In het begin van zijn carrière werd Eisbrecher nog afgedaan als een lightversie van Rammstein. De industriële metalact zou een waardige vervanger kunnen zijn, maar staat inmiddels stevig op zichzelf. In volle zon was Alexx Wesselsky meer dan een Stef Stuntpiloot. De Duitse artillerie stond klaar om de weide te laten headbangen en te laten dansen alsof het de laatste dag op aarde was. De eentonigheid loerde ergens om de hoek, maar dat deerde niemand. De beats waren krachtig, de sappige refreinen meebrulbaar en het publiek hongerig naar meer. Politieke statements blijven doorgaans uit op Graspop Metal Meeting, maar het vredessymbool bij het nieuwe “Waffen Waffen Waffen” voelde eerder als een noodzakelijke nuance dan als een poging tot polarisatie of collectivisme. Hoe dan ook stond Eisbrecher terecht een stapje hoger op de affiche. Met een uitgekiende setlist, een podiumprésence die staat als een huis en een duidelijke connectie met het publiek bewees de band dat haar plaats in deze festivaldag geen toeval was. Door de kracht van herhaling en haar gestage opmars lijkt een nieuwe headliner of hoofdact hier stilaan in de maak te zijn.
Unto Others @ Metal Dome
© CPU – Marvin Anthony
Ook in de Metal Dome was een zonnebril geen overbodige luxe. Terwijl het buiten bakken en braden was, verkozen heel wat mensen een schaduwplek en konden ze tegelijk kennismaken met de muziek van Unto Others. De mannen uit de Verenigde Staten begonnen ooit als Idle Hands, maar zijn door een hardnekkig patent uiteindelijk verdergegaan met een nieuwe naam. De doorstart maakten ze echter nog maar vrij recent met Never, Neverland en toch was het de brede waaier aan nummers die het onderhoudend hield. Verbluffen deed Unto Others daarbij nooit, maar met een geroutineerde show kon het wel nog wat extra hartjes aan zich binden. Het gebrek aan spektakel maakte de algehele prestatie van de band gewoon ruimschoots goed en we zijn vrij zeker dat Unto Others sinds gisteren nog wat meer Belgische fans rijker is.
Poppy @ North Stage
Er zijn dit jaar op de line-up niet veel vrouwen te bespeuren, maar degenen die er wel staan – solo of in een band – weten hoe ze hun podium moeten inpakken. Poppy arriveerde netjes op tijd op de North Stage en dat zouden we allemaal geweten hebben. De Amerikaanse zangeres mocht er dan poshy uitzien, ze wist dondersgoed hoe ze al haar talenten moest etaleren. Niet in het minst gold dat voor haar flexibele stem. Op een dunne lijn tussen Frozen-achtige melodieën en snoeiharde nu-metalcore in de stijl van Bad Omens werkte haar podiumprésence aanstekelijk. Dat het soms op gekrijs leek, maakte net meer indruk. Ze ging letterlijk tot het uiterste en maakte er een punt van om sinds haar Grammy-nominatie niet als een eendagsvlieg beschouwd te worden. “Concrete” oversteeg daarbij het gimmickgehalte. Met vuurwerk en haar prinsessenlook jaagde ze de temperatuur op het veld voelbaar de hoogte in. Daarbovenop lukte het haar om zelfs een voorzichtige wall of death te ontlokken in de voorste rijen. Kortom, Poppy gaf het genre een frisse energieboost en bewees dat uitersten perfect kunnen samenkomen onder een kroon van glitter, elegantie en bruut geweld.
Primordial @ Marquee
© CPU – Marvin Anthony
De zengende hitte ontlopen kon ook op dag drie aan de voorkant van de Marquee. Eens voorbij de mensenzee van slapende of lichtjes uitgedroogde lichamen, lag de weg naar Primordial wijd open. De blackmetalband is na meer dan dertig jaar een boegbeeld van het subgenre sinds de vroege jaren negentig. De sociale en historische catastrofes in Ierland vormden de voedingsbodem voor de heidense invloeden en duistere thematiek. Frontman Nemtheanga hield zich nauwelijks verscholen onder zijn donkere monnikskap. Met krachtige uithalen leidde hij zijn troepen strak door het optreden. Dankzij de afwisselende tempo’s bleef het publiek moeiteloos geboeid. Door de aanhoudende snelheid en opbouw ontstond zelfs een bijna tranceachtige sfeer onder de toeschouwers. Verkoeling was uiteindelijk een illusie, maar het macabere “To Hell or the Hangman” bezorgde ons koude rillingen. Inclusief een strop rond de nek maakte de gegrimeerde frontman er een kunst van om het publiek lichtjes te choqueren, zonder te vervallen in effectbejag. Daarna werden de theatrale elementen wat ingetoomd en kwam de nadruk te liggen op muzikale kracht en bezieling. Een relatief kort optreden als dit was niet zomaar een reis door de duisternis, maar een eerbetoon aan een cultuur die het niet van gemakzucht moet hebben.
Novelists @ Metal Dome
© CPU – Irene Van Impe
Was het de zoektocht naar een schaduwplek, of toch gewoon de promesse van een veelbelovend band? Novelists kon in ieder geval rekenen op een volgelopen Metal Dome en solliciteerde met een toegankelijke set zo maar even naar een toekomstige plek op een groter podium. De Fransen hadden voor Metal Dome-normen een redelijke productie meegebracht en maakten daarnaast dankbaar gebruik van de dimensionale schermen achter hen. Alles was er dus om op volle sterkte te kunnen tonen welk potentieel in hen als band zit. In hun thuisland en in het zuiden van het land hebben ze reeds een mooie bekendheid en het waren ook die mensen die aanvankelijk voor het meeste sfeer zorgden. Het gevoel van collectiviteit zorgde geleidelijk aan voor een gevoel van samenhorigheid waar de muziek van Novelists de ideale soundtrack voor was. Mits nog wat meer échte nummers in de toekomst kan Novelists zo nog grotere sprongen maken.
The Warning @ Jupiler Stage
© CPU – Peter Verstraeten
Een paar jaar geleden konden de zussen Vélez in hun Mexicaanse thuisstad Monterrey er alleen maar dromen om de wereld rond te reizen met hun muziek, maar hun harde werkethiek en platendeal bij Universal hebben ze in middelkorte tijd toch gekatapulteerd naar de plekken waar ze nu staan. Hun rockmuziek is van het meer toegankelijke soort en lokte ondanks te duchten concurrentie een uiteenlopend publiek naar de Jupiler Stage. Jong en oud troepten samen en waren getuige van een concert dat mits een gestage groeicurve aan het einde toch haar potentieel wist waar te maken. De drie zussen speelden aanvankelijk op veilig en brachten niets wereldschokkends, al veranderde de mindset eindelijk vanaf “Sharks”. De dames lieten de gitaren luider spreken, goten nog meer zelfvertrouwen in de nummers en kregen het publiek enthousiast. De hype maakten ze met andere woorden waar.
Lorna Shore @ North Stage
© CPU – Irene Van Impe
Twee jaar nadat de tent uitpuilde voor Lorna Shore, mocht de beenharde metalcoregroep haar kunsten komen vertonen op de South Stage. De Amerikanen zagen het deze keer groots en Will Ramos was hun vorige passage allerminst vergeten. Graspop brandde nog steeds in zijn hart én in zijn stembanden. Reeds vanaf de opener “Sun//Eater” perste hij zijn strottenhoofd samen om met de melodieuze composities tot het uiterste te gaan. Bloedende trommelvliezen bleven gelukkig uit, maar het scheelde weinig. Bij momenten namen de overtrillende vibraties het over van de nummers, wat een licht chaotisch effect gaf. De overdadige vlammen volgden zijn stem tot op de seconde, alsof ze live meededen in zijn vocale uitbarstingen.
Op zo’n niveau was een strakke regie meer dan nodig, maar Ramos bleef ondanks alles bijzonder sympathiek. De trilogie van “Pain Remains” werd als één ongenadig brok muziek naar ons hoofd geslingerd. Niemand die daar aanstoot aan nam. De pig squeals en de medemuzikanten op verhoogde minipodia dreven de massa tot collectieve waanzin. Wellicht liep er hier en daar een tape mee, en de lichtproductie verloor wat impact door het daglicht, maar dat nam weinig weg van de totaalbeleving. Desalniettemin bewees Lorna Shore dat haar barokke sound zich moeiteloos laat inpassen in elke context, zolang die met bezieling wordt gebracht. De band speelde niet alleen op technisch hoog niveau, maar wist ook emotioneel door te dringen. Wie erbij was, had geen seconde spijt.
grandson @ Metal Dome
© CPU – Irene Van Impe
Eigenlijk had grandson eergisteren met Linkin Park in Bern moeten staan, maar aangezien de Rock Werchter-headliners wegens medische omstandigheden verstek moesten geven, had de Amerikaans-Canadese artiest energie ten over om de Metal Dome van Graspop plat te spelen. Jordan Edward Benjamin wist dat hij met zijn alternatieve rock een buitenbeentje was, maar dat stond hem niet in de weg om er een waar feestje van te maken. “Bury You” en “Oh No!!!” waren explosief en wakkerden de vlam in het publiek vanaf de eerste minuten aan. Als een van de weinige artiesten op deze editie sprak hij zich ook uit over de misstanden in deze wereld en riep hij op om je platform te gebruiken om op te komen voor de onderdrukten in de samenleving. Voor nog meer springstof in de nummers zorgden zijn twee gitaristen, die nummers als “BRAINROT” en “Drones” nog vettiger maakten. De ontknoping van een onderhoudende set vormde “Blood // Water”. Een aantal waterflessen werden in het publiek gegooid om tijdens de drop voor een spetterend effect te zorgen. Een geslaagd debuut van grandson met andere woorden.
Brutus @ South Stage
© CPU – Marvin Anthony
Vorig jaar stond Brutus nog ietwat weggemoffeld in een uitpuilende Metal Dome. Ondanks dat deze nationale trots aanvankelijk enkel op de Lokerse Feesten zou spelen, bleek er op deze editie van Graspop nog een plekje vrij op de North Stage. Brutus to the rescue. Na maandenlang touren was het podium inpakken in de vooravond kinderspel geworden. Toch beseften Stijn, Peter en Stefanie als geen ander welke impact deze show kon hebben voor onze hardrock- en metalscene. Qua setlist bleven ze dicht bij hun vertrouwde repertoire. “War” diende meteen als krachtig openingssalvo, waarin maatschappijkritiek en melancholie naadloos in elkaar vloeiden. Stefanie mepte heftig op haar drumvellen en leek er als het ware aan vastgeklonken, terwijl Peter de rol van frontman met overtuiging en overgave op zich nam. Wanneer hij zijn armen spreidde, leek de adrenaline door het hele veld te razen. Bij de hit “All Along” grepen enkele crowdsurfers hun kans, maar ook de emotionele kant van de set liet zich gelden. Tranen konden amper worden tegengehouden bij “What Have We Done” en “Sugar Dragon”. Het powertrio liet zien dat bezieling en compromisloze volharding sterker wegen dan om het even welk spektakel.
Op zondag 3 augustus staat Brutus op de Lokerse Feesten.
Imminence @ Marquee
© CPU – Irene Van Impe
Welcome to The Black! Het het rijtje van hoogtepunten werd gisteren uitgebreid met de Zweden van Imminence. De metalcoreband heeft met het nieuwe album The Return of The Black deze lente de stap hogerop kunnen maken en is geëvolueerd tot een van de spannendste bands in het genre. De Marquee stond niet toevallig goed vol en werd meegezogen in een optreden dat langs alle kanten klopte. Eddie Berg raakte niet alleen met zijn sterke zangprestatie de juiste snaar, maar voegde op viool nog die extra punch toe aan nummers als “Temptation” en “Heaven Shall Burn”. De pit en kracht hielden de Zweden gedurende het hele optreden lang overeind en dat was ook de verdienste van lead gitarist Harald Barrett. Als complementaire vocalist schreeuwde hij de longen uit zijn lijf en zorgde zo voor een maximale impact. “God Fearing Man” was tegelijk duister, bruut en toegankelijk, en dat was helemaal spek voor de bek van de Marquee. Het optreden bereikte haar orgelpunt via “The Black”. Alles kwam nog een laatste keer samen in een beklijvend geheel. Een markant optreden om nog even te koesteren in het midden van het festivalweekend.
Spiritbox @ South Stage
© CPU – Marvin Anthony
Het gouden uur was aangebroken toen Spiritbox zijn wederkeer maakte op Graspop. Het Canadese kwartet is een van die ‘jonge’ bands waarvan wordt verwacht dat ze binnen een aantal jaren de stap tot headliners kunnen maken. Gisteren bood de organisatie van Graspop de groep alvast een goede mogelijkheid om te tonen dat ze deze opgave gewassen is. Net na Bullet For My Valentine moeten aantreden is echter geen geschenk, en dat bleek zeker in het begin ook wat zijn neerslag te hebben op het concert. De vonk wilde in eerste instantie maar niet overslaan en ook de interesse van de mensen hield zich aan de opkomst te zien nogal in grenzen.
Het duurde in elk geval een poosje alvorens Spiritbox een gebalde vuist kon maken. “The Void” had dan bijvoorbeeld wel een goede energie, maar viel na het eerste refrein toch wat dood. Courtney LaPlante liet haar brute stem naar onze smaak net iets te veel achterwege en wilde met haar bandleden net iets te veel de focus leggen op hun muzikale evolutie die ze doormaakten op Tsunami Sea. “Soft Spine” was daarbij een aangename uitzondering op de regel en toonde zich nu al een onmisbare schakel in hun optreden. Laat Spiritbox dus nog maar wat diepgang creëren in haar repertoire en nummers maken die een weide kunnen dragen. Voor de stap naar absolute top is het vooralsnog nog net iets te vroeg als je het ons vraagt.
DragonForce @ Jupiler Stage
Nog voor de Graspop-weide kon wegzakken in de emotionele zwaarte van Korn en Nine Inch Nails, was het op de Jupiler Stage eerst tijd voor een uur schaamteloos entertainment. Van alle powermetalbands die dit jaar de affiche sierden, wist DragonForce zich met gemak te onderscheiden. Twee gigantische opblaasdraken in rood en blauw, samen met levensgrote arcadekasten, brachten een persoonlijke knipoog naar de hoogdagen van Pokémon Red & Blue en de glorietijd van retrogaming. De Londense band liet het publiek wel een kwartier wachten, maar zodra de eerste hypersnelle riffs weerklonken, barstte het feest los. Confetti, vuur en flikkerend licht versterkten het spektakel, maar het waren vooral de vingervlugge solo’s van Herman Li en Sam Totman die de aandacht vasthielden. Hun virtuoze spel, strak en gecontroleerd, bewees dat snelheid en precisie perfect samengaan zonder te verzanden in een loze show. DragonForce had geen zwaar statement nodig. Wat het bracht, was pure, onweerstaanbare energie. En precies dat was de ideale opwarmer voor een nacht vol contrasten.
Korn @ North Stage
© CPU – Peter Verstraeten
Vlak voor de langste dag van het jaar ingeruild zou worden voor een zwoele zomernacht, mocht Korn doodernstig de North Stage in de fik zetten. De groep vierde vorig jaar nog haar dertigste verjaardag en doet daar nu nog een jaartje bij. Niet dat die 365 dagen extra enige invloed hadden op brulboei Jonathan Davis. De man met de eeuwige dreads en Adidas-outfit blonk wederom uit in agressie, dankbaarheid en een kronkelende stem. Reeds vanaf “Blind” was deze headlineshow terug een schot in de roos. Vierentwintig uur voor Slipknot was Korn eigenlijk uit hetzelfde hout gesneden; dit hoort gewoon thuis op Graspop Metal Meeting. Nieuw waren nu wel de schuivende lichtplaten die de nu-metallers in de schijnwerpers zetten en tegelijk visueel gevangen hielden. De klassiekers volgden zich echter in een weergaloos tempo op. Davis blies allerminst zijn laatste adem uit op de doedelzak bij “Shoots and Ladders” en het aansluitende fragment van “One” bood perspectief: Korn had zelfs zijn voorbeelden niet thuisgelaten.
Getroebleerd door een zwart jeugdverleden blaakte Davis echter van opwindende energie. Middelvingers mochten vrij bij “Y’all Want a Single”. Zijn hiphopachtige breaks bij “Twist” waren ook volgens het boekje. Ra Diaz van Suicidal Tendencies ging eveneens nauwlettend om met de dikke baslijnen van Fieldy. De ad-interim livebassist kreeg echter ook zijn momentje om zijn instrument te laten kletteren als hagelbollen uit de hemel. Aan deze groove viel simpelweg geen speld tussen te krijgen. Naarmate de set denderde, begon het op de schermen eveneens heftiger te worden. Branden, bossen en neerwaartse spiralen maakten ons mentaal klaar voor wat Nine Inch Nails ons zou voorschotelen. Degenen die daar niet tegen opgewassen zouden zijn, kregen echter nog brood en spelen bij het funky “Freak on a Leash”, dat de set traditioneel afsloot.
Airbourne @ Jupiler Stage
© CPU – Marvin Anthony
Get Gutsy! Airbourne was gisteren naar België gekomen om rock-‘n-roll in leven te houden. De Australiërs zijn al jaren een garantie op sfeer en dat was een gegronde reden voor enkele duizenden mensen om Korn links te laten liggen en het feestgedruis in te duiken aan de Jupiler Stage. Het vuurwerk tijdens “Ready To Rock” was het startsignaal om een uur lang gewoon hard door te rocken. Er vlogen quasi constant pintjes door de lucht en de toestroom aan crowdsurfers was bijna niet meer bij te benen. Alleen jammer dat het geluid lange tijd aan de stille kant was en de gierende gitaren niet ten volle binnenkwamen. Daarnaast was de stem van Joel O’Keeffe behoorlijk naar de knoppen en klonk het bij nummers als “Girls in Black” en “Live It Up” zelfs voor Airbourne-normen te schreeuwerig. De pret kon dat echter niet drukken, want aan show van Airbourne is uiteindelijk altijd wel een vermakelijk gebeuren met de nodige show. De tien minuten versie van “Runnin’ Wild” zorgde traditiegetrouw voor de laatste mogelijkheden om er een escalerend gebeuren van te maken en zo geschiedde uiteindelijk ook.
Op zondag 29 maart zakt Airbourne of naar de Ancienne Belgique in Brussel.
Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!
Onze recensie van de eerste festivaldag lees je hier.
Onze recensie van Iron Maiden lees je hier.
Onze recensie van de tweede festivaldag lees je hier.
Onze recensie van Slipknot lees je hier.
Onze recensie van Nine Inch Nails lees je hier.
Deze recensies werden geschreven door Cédric Ista en Simon Meyer-Horn.