© CPU – Peter Verstraeten
Ondanks de aanhoudende zon en droogte lag de Stenehei er ook op dag twee fris en verzorgd bij. Crewleden en vrijwilligers bleven in opperbeste stemming om het alle festivalgangers naar hun zin te maken. Waar het terrein op donderdag werd overspoeld door shirts van Iron Maiden, ging die eer gisteren naar zowel headliner Slipknot als ‘first timer’ Falling in Reverse. Misschien wel, naast Till Lindemann, een van de meest besproken acts van het weekend. Maar voordat we ’s avonds, na gevangenis, langs start mochten gaan, lieten we ons nog overdonderen door onder andere Static Dress, Spectral Wound, House of Protection, Green Lung, Nova Twins, Polaris en North Stage-headliner Behemoth. Zo werd ook dag twee van Graspop Metal Meeting een grandioos feest, waarbij bekers en (drink)hoorns massaal de lucht in gingen en de metalcultuur opnieuw triomfeerde. En de zon? Die headbangde gewoon tot een gat in de nacht mee.
Dead Poet Society @ South Stage
© CPU – Peter Verstraeten
In het kader van muzikale verbreding en verjonging van de Graspop-affiche is een band als Dead Poet Society meer dan welgekomen. In recente jaren stond de groep, die haar muziek zelf omschrijft als ‘heavy indierock’, al op Rock Werchter en Pukkelpop. Deze zomer staat ze op heel wat metalfestivals en in dat opzicht heeft ze de setlist ook wat aangepast. De toegankelijkheid lieten de mannen daarbij niet achterwege, al speelden ze wel met iets meer bewijsdrang dan anders. De stem van Jack Underkofler kon bij een aantal nummers, zoals “Uto”, moeilijk opboksen tegen de vettige gitaren. Hilarisch was dan weer het moment dat de band even dacht op Pinkpop te staan. De ‘flater’ hadden de leden gelukkig snel door en met de nodige humor refereerden ze nog een handvol keer ernaar. Afsluitend duo “Running in Circles” en “HURT” werd rond het middaguur goed omarmd en waren de beste staving dat Dead Poet Society op zijn plaats stond op Graspop.
Static Dress @ Jupiler Stage
© CPU – Kristof Maes
Een goed decennium geleden had Static Dress waarschijnlijk eerder op Rock Werchter of Pukkelpop gestaan. De tijden veranderen en dat geldt ook voor Graspop Metal Meeting. Dat het iconische Roadrunner Records zijn schouders zet onder deze band uit Leeds, maakte ons alvast nieuwsgierig. Die nieuwsgierigheid werd ruim beloond, want de Britten kwamen als een laaiend vuur uit de startblokken, gewapend met messcherpe hooks en stevige breakdowns. Zanger Olli Appleyard, met blauwe eyeliner en geverfd haar, leek vanaf de eerste minuut vastberaden het podium te veroveren. Zijn aarzelende oproep tot een moshpit vond aanvankelijk weinig weerklank, maar zodra de riffs en drumfills aan snelheid wonnen, brak de eerste circlepit van dag twee alsnog los. Het optreden bleef hard en compromisloos doorgaan. Daarmee bewees Static Dress zich als een serieuze kanshebber voor een plek op een van de twee mainstages. Na deze overweldigende introductieset zou dat meer dan terecht zijn. De menigte groeide met elk nummer, en dat onder een genadeloze zon.
Spectral Wound @ Marquee
© CPU – Marvin Anthony
Tegen een stevig ontbijt zeggen ze in Dessel niet snel nee. Je moest echter een stevig paar kiezen hebben om je tanden niet stuk te bijten op de brute kracht van Spectral Wound. De Canadezen brengen niet de meest evidente black metal en maakten ook gisteren graag wat sprongen naar aanverwante genres zoals trash en gothic. Met besmeurde gezichten en moordzuchtige blikken ging Spectral Wound voor een gitzwarte sfeer en daar bleef het maar al te graag in hangen. “Aristocratic Suicidal Black Metal” liet ons in opstand komen in de hel en “Frigid and Spellbound” duwde ons op datzelfde elan gewoon beenhard tegen de geluidsmuur. Spectral Wound was een powerhouse waar je toch even van moest bekomen om uit de zwarte waas te geraken.
British Lion @ North Stage
© CPU – Peter Verstraeten
Eergisteravond speelden bassist Steve Harris en drummer Simon Dawson nog de pannen van het dak met Iron Maiden. Met British Lion moesten ze het gisteren stellen met een vroeg optreden in de namiddag, maar dat leek de twee rockveteranen allerminst te deren. Hun liefde voor heavy metal bleef ook in deze formatie even fel branden als ooit tevoren. De waarheid gebiedt ons echter te zeggen dat de belangstelling vermoedelijk een stuk kleiner zou zijn geweest als dit niet de band van Harris was. Zanger Richard Taylor kwam over als een sympathieke frontman en zijn stem zat prima, maar echt overdonderen deed hij niet. Daarvoor klonken de klassieke hardrocksongs iets te doorsnee. De melodieuze stukken, inclusief akoestisch gitaarspel van Taylor, brachten wel wat welgekomen afwisseling in de set. En dat de hoorns en handen al snel massaal de lucht ingingen, bewees dat de band zeker weet hoe je een festivalpubliek op de juiste manier bedient. British Lion gromde, maar brulde nooit echt.
House of Protection @ Jupiler Stage
© CPU – Peter Verstraeten
Het rommelde langs alle kanten bij Fever 333, en daarom besloten Stephen Harrison en Aric Importa op eigen houtje de band te verlaten en een nieuw project te starten. Heel gek anders is House of Protection niet geworden in vergelijking met hun eerdere band, al kraaide daar gisteren rond dertien uur geen haan naar. Het duo begon geholpen door knaller “Pulling Teeth” met veel energie en ontketende een eerste circle pit. De eerste grote stunt kregen we dan weer bij “Learn to Forget”. Stephen Harrison nam met zijn gitaar en statief plaats in het uitzinnige publiek en liet de mensen gewoon rond hem in rondjes lopen. Dergelijke acties kunnen de mensen op Graspop wel smaken, maar de meest memorabele zet volgde een kleine twintig minuten later. Tijdens “Fire” klom diezelfde Harrison met gitaar gewoon aan de zijkant van het podium naar de top van de Jupiler Stage. De gitaar liet hij daar simpelweg hangen om de stagehands een extra uitdaging te geven. Graspop is dankzij House of Protection opnieuw een straf verhaal rijker!
Villagers of Ioaninna City @ Metal Dome
© CPU – Marvin Anthony
Het woord cult is zonder twijfel van toepassing op Villagers of Ioannina City. Deze psychedelisch getinte stonerrockband eert de muzikale wortels van haar Griekse thuisland door vooral de klarinet een prominente plek te geven in haar sound. Door de verzengende hitte voelde het zestal zich meteen thuis in Dessel, klaar om stevig te komen rocken. Kostal blies op doedelzak en klarinet met een vanzelfsprekende intensiteit, wat zorgde voor een atmosferische wending die de Metal Dome in een mum van tijd transformeerde. Niet naar een doorsnee concertzaal, maar naar het dak van de Peloponnesos, waar de heavy riffs en klassieke trance-opbouw zorgden voor een haast meditatieve roes. Olijven of Loukoumi vielen er niet te plukken, maar met dit klankspel bracht de band iets anders: een natuurlijk verzadigd gevoel dat recht uit lichaam en geest leek te komen.
Myles Kennedy @ North Stage
© CPU – Peter Verstraeten
Alter Bridge-frontman Myles Kennedy is dit jaar opnieuw solo op avontuur en trekt momenteel door Europa om zijn nieuw album The Art of Letting Go voor te stellen. Als muzikant en frontman heeft hij na al die jaren op zich niets meer te bewijzen en kan hij gewoon zijn goesting doen. Het is een comfortabele positie om in te vertoeven, maar ook een valkuil als je op een vierdaags festival een blijvende indruk wil nalaten. Op Graspop bleef zijn passage dan ook te lang hangen in eenzelfde dimensie en misten we de nummers die een weide in vuur en vlam hadden kunnen zetten. Enkel bij de gitaarsolo’s werd ons enthousiasme aangewakkerd en kregen we een glimp van de Myles Kennedy te zien die we zo waarderen. In een tent of in een zaal had dit concert meer impact kunnen maken als je het ons vraagt.
Knocked Loose @ South Stage
© CPU – Kristof Maes
ARF ARF! Knocked Loose palmde de South Stage in en dat zal iedereen geweten hebben. Het is al een prestatie op zich dat een hardcoreband het tot op het hoofdpodium van een groots metalfestival schopt, maar dier populariteit ging de laatste jaren dan ook ferm de hoogte in dankzij een mythische livereputatie. Knocked Loose staat immers bekend als een band die de beukers aan een ongenaakbaar tempo door de luidsprekers laat knallen. Veel plaats voor een two-step was er niet in de voorste regionen, al was het publiek wel in de mood om een uur lang tot het gaatje te gaan. De agressie op het podium vertaalde zich in een constante vleeshoop waar je zowel uitdeelde als incasseerde. De brutaliteit van de Grammy-genomineerde band zorgde voor adrenalinestoten die je niet vaak krijgt aan een hoofdpodium. Bij het laatste nummer, “Everything Is Quiet Now”, werd het kookpunt bereikt met behulp van een waanzinnige wall of death. Knocked Loose was de broodnodige mokerslag die Graspop opnieuw op scherp zette.
Gloryhammer @ North Stage
© CPU – Peter Verstraeten
Terwijl koning Filip bij ons opnieuw even in de schijnwerpers staat, betrad de enige echte Angus McFife van Gloryhammer het hoofdpodium om te strijden voor de troon van het Kingdom of Fife. In fantasierijke kostuums en omringd door bombastische synths leek de powermetalband live meer op een videogame dan op een concert. Voor de grap was er zelfs weer een kartonnen versie van Tom Jones te spotten. Chris Bowes nam opnieuw moeiteloos de gedaante aan van de duistere magiër Zargothrax, een stijlbreuk met zijn alter ego als piratenleider bij Alestorm. Met het imposante kasteeldecor op de achtergrond was het uurtje Gloryhammer een bijzonder vermakelijk spektakel. Melodieën die zich na twee refreinen vastzetten in je hoofd, waren meer dan welkom na het brute geweld van Knocked Loose. Een groene kobold bracht extra schwung met een opvallende livesolo op saxofoon, al moest datzelfde personage het onderspit delven in de strijd om de magische hamer tijdens “Gloryhammer”. Wat volgde was een kleurrijke queeste vol eenhoorns uit Dundee en stoere strijders van de “Hootsforce” die het pad van onze helden versperden. McFife loodste het publiek moeiteloos door deze epische saga. Zijn zang was loepzuiver en krachtig, en het publiek hing aan zijn lippen. Gloryhammer bracht een heerlijk staaltje escapisme. Verstand op nul en met volle overtuiging doken we mee in dit avontuur.
Green Lung @ Marquee
© CPU – Marvin Anthony
Als je stoner, psychedelica en doom in een blender gooit, is de kans groot dat je iets gelijkaardigs als Green Lung bekomt. De band uit Londen bezingt in haar nummers mythische wezens en taferelen, en doet dat op een bedje van gierende riffs. De door Covid uitgestelde Graspop-ontgroening was er eentje die op het juiste moment kwam en waar de Britten echt wel hun momentum van maakten. Hun goesting vertaalde zich in een optreden met veel drive en bakken charisma. Het hielp dat Tom Templar bijzonder goed bij stem was en op die manier nog meer flair aan de nummers gaf. Enige jammere was dat het orgel soms moeilijk door de geluidsmix kwam, al is dat een klein detail dat geen afbreuk doet aan de algehele kwaliteit van het optreden. Op het einde ontbonden de mannen nog hun duivels met een heroïsch “Let the Devil In” en gaven ze hun Graspop-debuut nog meer glans.
The Ghost Inside @ South Stage
Sinds haar comeback in 2018 is The Ghost Inside geleidelijk aan opgeklommen in de metalhiërarchie. Dat heeft de band niet alleen te danken aan haar tragische verhaal, maar ook aan de consistentie en wilskracht die ze sinds haar terugkeer heeft geëtaleerd. Nadat de groep in 2023 op de North Stage een redelijk goede show had neergezet, mocht ze het dit jaar op de South Stage opnieuw komen waarmaken. Met nieuw album Searching for Solace onder de arm was daar alle reden toe, alleen viel het muzikaal gisteren toch ietwat mager uit. De band is zowel in capaciteiten als daadkracht gestagneerd en klonk gisteren opvallend oppervlakkig. Enkel wat oudere nummers, waaronder “The Great Unknown” en “Dear Youth (Day 52)”, hadden het lef waar we naar snakten. The Ghost Inside was geen hoogvlieger op deze tweede festivaldag en zal terug wat meer scherpte moeten kweken om de vlakke kantjes er weer af te krijgen.
Orange Goblin @ Marquee
© CPU – Peter Verstraeten
De groene kobold van bij Gloryhammer moest nu plaatsmaken voor een ander soort metaal. Voor een academisch uur ongeremd headbangen verzamelde het publiek zich rond etenstijd aan de Marquee. Orange Goblin uit Londen staat immers al ruim dertig jaar garant voor pure kracht. Nu de band ermee stopt, mocht Dessel tijdens deze afscheidsronde uiteraard niet ontbreken. Graspop is altijd goed geweest voor de mannen, en omgekeerd. De gevarieerde set op het podium was dan ook puur genieten van vuile riffs die de herinnering aan Motörhead en ander onguur gespuis levendig hielden. Gebalde vuisten en meedeinende hoofden gingen gemoedelijk de lucht in op de zompige gitaren en ronkende baslijnen. Ondanks het trage tempo broeide er voortdurend een ondergrondse tornado, die op commando van frontman Ben Ward losbarstte in een grote pit. Voor een laatste outdoorfestivalshow op Belgische bodem kon dit optreden dus zonder twijfel tellen.
Orange Goblin is in het weekend van 17 tot en met 19 oktober een van de blikvangers van Desertfest in Antwerpen.
Jerry Cantrell @ North Stage
© CPU – Marvin Anthony
Hoewel Alice In Chains mondjesmaat weer shows speelt in de Verenigde Staten, moeten we het in Europa voorlopig stellen met Jerry Cantrell. De zanger en songwriter dankt zijn naam aan die legendarische band, maar zit ook als soloartiest niet stil. Waar artiesten van dit kaliber eerder denken een uurtje te komen rocken voor het geld, dacht hij daar anders over. De snarenplukker bracht voor de gelegenheid een toffe bende mee. Greg Pusciato (ex-Dillinger Escape Plan, Better Loves) moest de herinnering aan Layne Staley doen wegebben. Op drums zagen we dan weer Roy Mayorga (Stone Sour) ferm meppen op de cymbalen. Echt op de koppen lopen was het niet, daarvoor bleef de erfenis van het jongste lid van grunge’s big four misschien te niche. Daar tegenover hakten “Them Bones”, “Man in the Box” en het slotstuk “Rooster” er helemaal op in. Zijn solomateriaal bleef wat in hetzelfde straatje van bluesy riffs en melodramatiek. Maar door eigenhandig geen bullshit te verkopen en zoveel mogelijk nummers te spelen, waren de MTV-jaren voor heel even weer in de hoofden en harten.
Polaris @ Jupiler Stage
© CPU – Kristof Maes
De Australiërs van Polaris zijn niet langer een goed bewaard metalcore-geheim. De belangstelling voor hun optreden op de Jupiler Stage was namelijk aanzienlijk. Voor een volle weide spelen is op zich al een niet te onderschatten opgave, maar de groep stond wel gewoon haar mannetje door sterk te beginnen. “Nightmare” was een slim herkenningspunt waarbij de fans meteen voor sfeer konden zorgen. De schorre stem van Jamie Hails was geen excuus om niet nog een extra tandje bij te steken, al bleef Polaris daarvoor wel hangen in de gebruikelijke metalcore-clichés. Bassist Jake Steinhauser overtuigde echter weer met zijn cleane zang en maakte van “Overflow” een echt moment. Als vernieuwers kunnen we Polaris tot dusver niet bestempelen, maar wat het nu op de bühne bracht, werkte gewoon zonder te veel poespas. We hebben zo een donkerblauw vermoeden dat we de band de volgende keer gewoon op een van de twee hoofdpodia zien.
Nova Twins @ Metal Dome
© CPU – Marvin Anthony
Een verademing; dat was Nova Twins gisteren op Graspop. Amy Love en Georgia South waren op papier buitenbeentjes op de affiche, en toch was daar in de Metal Dome uiteindelijk weinig van te merken. Een vers blik aan nummers van het nieuwe album ging als zoete stroop binnen en ondanks dat Love nogal wat technische problemen had, hield South de boel recht met smerige effecten op haar basgitaar. Ook opvallend: Nova Twins is voorlopig een van de weinige bands die een (voorzichtige) politieke uitspraak deed. “Cleopatra” droegen de dames op aan hun transvrienden, terwijl de fascisten mochten oprotten. Nu hield het duo het voor de rest van de set gematigd en focuste het er vooral op de sfeer in het publiek draaiende te houden.
Het nieuwe “Drip” had alvast ballen van staal en werd met open armen ontvangen. De eerste single van het nieuwe album, “Monsters”, kampte met technische mankementen en toch was er niemand die daar een groot punt van maakte. Het slotstuk was verrassend genoeg een rockopera-achtig nummer genaamd “Glory”. Na een lange aanloop barste de song uiteindelijk open in een smerige gitaarboel. Nova Twins bracht een nieuw geluid naar Graspop en opende perspectieven naar meer van dat in de toekomst.
Op vrijdag 19 september staat Nova Twins met haar gloednieuw album in Club Wintercircus in Gent.
Falling In Reverse @ South Stage
© CPU – Peter Verstraeten
Het enfant terrible van deze editie is ongetwijfeld Ronnie Radke, die inmiddels het gevangenisleven heeft ingeruild voor een soberder bestaan. Toen Falling In Reverse vorig jaar plots hoge posities begon te bemachtigen op Europese hardrock- en metalfestivals, kon Graspop uiteraard niet achterblijven. Tien jaar geleden stond de alternatieve metalband nog in Trix Club; nu prijkt ze vlak voor Slipknot op de South Stage. De eerdere passage op Rock Am Ring liet al doorschemeren dat de volwassen tienerrebel een sterk liveoptreden zou neerzetten. Op het kruispunt tussen Machine Gun Kelly en Oli Sykes van Bring Me the Horizon klopte het plaatje in Dessel evenzeer. De teksten over zelfmedelijden hadden bij momenten een hypermasculien randje, al slaagde Radke er moeiteloos in de weide te doen zwichten voor hiphop (“Bad Guy”) of zelfs een luidkeelse yiha te ontlokken.
De show was dus Amerikaans ten top. Het geacteerde vroegtijdige einde was daarmee voorspelbaar, maar de opbouw naar “NO FEAR” vergde bakken talent. Radke was heer en meester van de camera, waarmee hij beide speelvelden, zowel live als visueel, aan zich wist te binden. Bij “God Is a Weapon” verscheen zijn geestelijke voorbeeld Marilyn Manson ook ten tonele. Diens stem kwam uit een geluidsfragment, zijn fysieke verschijning enkel op de schermen. De massaal aanwezige Graspoppers kregen er maar niet genoeg van. Alle controverse ten spijt ging niemand een uitbundig feestje uit de weg. Niettemin bleef het een typische love-it-or-hate-itshow. En precies daarin lag haar onvoorwaardelijke kracht. Of dit de toekomst is voor het festival, blijft koffiedik kijken, maar aan een steekvlam of middelvinger meer of minder zal het niet gelegen hebben.
Blood Incantation @ Marquee
Het geduld van de Graspoppers werd op de proef gesteld door Blood Incantation. In de deathmetalcommunity gaat de naam al een tijdje duchtig de ronde en als ‘nieuwe’ vaandeldragers van het genre hebben de mannen al best een knappe reputatie opgebouwd. In de Marquee lieten ze het publiek ruim een kwartier lang in het ongewisse alvorens de gitaarversterkers in gang te zetten. Wie bleef, was getuige van een obscuur concert waarbij grove death metal afgewisseld werd met Pink Floyd-achtige melodieuze passages. Het zorgde er net voor dat de harde stukken nog harder aankwamen en we nog meer werden overstelpt door een muur vol bruut lawaai. Productiegewijs gooide de band overigens nog wat budget er tegenaan voor een cool decor en lasers om de lijn van haar recent album Absolute Elsewhere visueel door te trekken naar de podia. Blood Incantation was bevreemdend, maar dan wel op de juiste manier.
Behemoth @ North Stage
© CPU – Marvin Anthony
Een kleine vijf minuten nadat Slipknot met de hakbijl had toegeslagen, mocht Behemoth de laatste genadeklap uitdelen. Hoe langer de Poolse blackened deathmetalband meegaat, hoe feller haar woede jegens de gevestigde orde lijkt te worden. Dat zegt ook iets over de tijd waarin we leven. Graspop draait uiteraard om plezier maken, maar in de kern blijft metal een genre dat zijn kracht put uit rebellie. De zelfverklaarde “Shadow Elite” nam er dan ook geen aanstoot aan om, zoals de Nazgûl uit The Lord of the Rings, de weide brutaalweg te vertrappelen. Satan zelve leek hoorbaar aanwezig in de cobrastatieven van dit illustere gezelschap, dat je liever niet ’s nachts op de camping tegenkomt. De productie was nagenoeg dezelfde als twee jaar geleden, met dit verschil: nu bood de duisternis het perfecte canvas voor Nergal en zijn trawanten om hun ware gelaat te tonen.
De logge riff van “Blow Your Trumpets Gabriel” spleet de lucht in tweeën, terwijl op het vlak van pyro kosten noch moeite werden gespaard. Dat Behemoth hier als extreme metalact geschiedenis schreef, werd duidelijk toen de bandleden elk met een brandende toorts richting skydeck trokken. Als leeuwen in kooien beukten ze zich een weg terug naar hun trve kult beginperiode. Zo bleef het spektakel boeien van begin tot eind. De melodieën van “Wolves of Siberia” brachten onverwacht soelaas, een kort moment van ijzige harmonie te midden van het vuur. De headlineset denderde genadeloos voort, en festivalgangers die na Slipknot de zuidflank verlieten, hadden dus dubbel en dik ongelijk. Het slotakkoord “O Father O Satan O Sun!” klonk zelden zo rauw en eerlijk op Graspop Metal Meeting. Behemoth bewees definitief dat het zijn blackmetalsound tot een vorm van meesterschap heeft verheven. Hulde, en met recht. De tijd had de band ingehaald, maar ze sloeg terug.
Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!
Onze recensie van de eerste festivaldag lees je hier.
Onze recensie van Iron Maiden lees je hier.
Onze recensie van Slipknot lees je hier.
Deze recensies werden geschreven door Cédric Ista en Simon Meyer-Horn.