© CPU – Bert Savels (archief)
In plaats van vast te houden aan traditionele concertavonden of klassieke line-ups, pakt Botanique het tijdens haar jaarlijkse festival Les Nuits anders aan. In plaats van een tent (Chapiteau) kiest het dit jaar voor een investering in een openluchtpodium genaamd Fountain. Door ook de binnenzalen van het complex open te stellen, mikt de Brusselse concertzaal op een uitgesproken festivalgevoel. Dat vertaalt zich ook in de gevarieerde line-ups van elke festivaldag. Op de openingsdag werd meteen stevig uitgepakt. Onder de noemer ‘Obsidian Dust’ laat Botanique zich inspireren door de programmatie van Desertfest en Roadburn. Het resultaat werd een avond met bands die metal als uitgangspunt nemen, maar daar op eigenzinnige wijze mee experimenteren.
Villenoire @ Museum
Het was gisteren een absolute hoogdag in het nog jonge bestaan van Villenoire. Echt groen achter de oren is het Brusselse kwartet echter niet. Met leden van onder andere Arkangel, LETHVM en Death Before Disco heeft het voldoende metier opgebouwd, en dat hoor en voel je aan alles wat ze nu doen met Villenoire. Gisteren brachten de vier hun eerste album Whorn uit en dat presenteerden ze meteen als de opener van Les Nuits Botanique. Opvallend genoeg kozen ze ervoor om de plaat gewoon integraal te brengen. Het Museum stond in ieder geval meer dan aardig gevuld voor Villenoire en was tevens getuige van een set die heel wat energie bevatte en waar je al knikkebollend kennis kon maken met het kersverse oeuvre. Het deed ons geregeld aan Deftones denken, maar dan met een nog brutalere bas en snijdende drums. De thuismatch zorgde met andere woorden voor een overtuigende start van Obsidian Dust!
Villenoire staat deze zomer onder andere op Ieperfest (5/7) en op Dour (19/7).
Elder @ Fountain
© CPU – Mathias Verschueren (archief)
De Amerikanen van Elder kregen de eer om het gloednieuwe podium van Les Nuits officieel in te wijden. Zodra de eerste riffs van het viertal weerklonken, leek de afdaling even recht naar de hel te leiden: rauw, intens en dreigend. Maar al snel keerde het tij, en begon de klim richting de hemel. Elder speelde namelijk Lore, zijn iconische album, van begin tot eind en tot in de kleinste details. De band beschouwt het nog steeds als een keerpunt in zijn carrière, een mijlpaal die die avond met trots werd gevierd. Het resultaat was een optreden dat enkel in termen van perfectie te beschrijven valt: compromisloze kracht versmolt moeiteloos met melodieuze psychedelica. Met de zon op ons gezicht en een zachte avondbries was het puur genieten vanaf de eerste noot. Enig minpuntje was dat de zorgvuldig opgebouwde blauwe lichtshow haar subtiliteit deels verloor door het nog aanwezige daglicht, maar dat kon de magie van het moment nauwelijks deren.
Elder viert de tiende verjaardag van Lore nog op 17 mei tijdens Sonic Whip. Dit najaar is de band het vaste voorprogramma van All Them Witches in de Ancienne Belgique (12/10), TivoliVredenburg (14/10) en 013 (15/10).
Rickshaw Billie’s Burger Patrol @ Museum
De prijs voor smakelijkste bandnaam van avond mocht gisteren Rickshaw Billie’s Burger Patrol in ontvangst nemen. Het drietal veegde de tafelmanieren alvast aan zijn laarzen en trakteerde het Museum op de smerigste breakdowns van de avond. Ze hielden het tempo er alle drie stevig in en groeiden daarbij nog gestaag in de set. In het begin kon de zang met moeite over de harde gitaren komen. Een euvel voor het publiek bleek dat niet te zijn, want iedereen aanwezig knikte gewillig mee op de rudimentaire speelwijze van de Amerikanen. Soms eens slim, dan weer sneller; bij Rickshaw Billie’s Burger Whatever The Fuck (zoals het op de backdrop stond) ging het allerlei goede kanten uit. Vervelen deden ze nooit, al mondde die energie niet vanzelfsprekend uit in een grote pit. De start van hun Europese tour hebben ze desondanks niet gemist en met hun frisse krachten brachten ze een veelzijdige set die exact dat weerspiegelde wat Obsidian Dust als festival juist is.
LLNN @ Orangerie
© CPU – Mathias Verschueren (archief)
Van alle bands die de affiche van Obsidian Dust kleurden, sprong LLNN er met gemak bovenuit op het vlak van decibels. De Denen serveerden een pure brok rauwheid die zijn gelijke niet kende. Aanvankelijk laveerde de sound nog tussen hardcore en sludge, maar de toevoeging van elektronische elementen deed alles uiteindelijk ontploffen. Zanger/gitarist Victor Kaas ging tekeer als een dolle hond, en zijn ontembare energie sloeg over op de voorste rijen. Toen hij solo zijn stembanden tot het uiterste dreef en zich in hoekige, bijna ritualistische bewegingen begon te verliezen, ontstond er spontaan een collectief headbangmoment. Wat begon als gecontroleerde agressie, mondde uit in een gezamenlijke catharsis – een broeierig spanningsmoment waarin publiek en band volledig samensmolten. Een goed drie kwartier volstond om de zaal murw te beuken en de energie als een stroomstoot door ieders lijf te jagen. LLNN liet geen spaander heel, maar gaf tegelijk ook alles wat je van een liveshow verlangt: intensiteit, overgave en ontlading.
Zeal & Ardor @ Fountain
© CPU – Bert Savels (archief)
Zeal & Ardor was de onbetwiste publiekstrekker van de eerste avond van Les Nuits. Het vierkante amfitheater was helemaal gevuld toen de Amerikaans-Zwitserse band de eerste noten door het park joeg. Extra fijn voor het Belgische publiek; de band rond Manuel Gagneux had er heel veel zin in. Met een scherpte en precisie waar een Zwitsers zakmes het nazien krijgt, begonnen ze dan ook ook redelijk scherp en haalden ze op de juiste manier uit. “Götterdämmerung” werd zo al snel een van de hoogtepunten van de set en maakte een vuist waar Mike Tyson ook wel mee overweg zou kunnen. “Gravedigger’s Chant” bewees dan weer dat gospel en soul nog steeds een elementaire rol speelt in hun bestaan als band.
Echt inzakken deed het concert nooit, al maakten ze bij enkele nummers wel een gretigere indruk. “Blood in the River” ontkende net voor het openluchtpodium een bescheiden moshpit en de trein leek effectief vertrokken. Hier en daar lastte de trein een kortstondige pauze in, al gingen ze wel steeds voor de eindbestemming. “Devil is Fine” was een fijn herkenningspunt, maar ze sleepten ons toch vooral mee met een ‘hardere’ eindronde. Blackmetal meets gospel werd vlotjes verteerd en nog maar eens bleek dat Zeal & Ardor een unieke formule gevonden heeft. De headliner maakten zijn rol waar!
Liturgy @ Orangerie
© CPU – Mathias Verschueren (archief)
Je hebt niets aan woorden als je de instrumenten kunt laten spreken. Bij Liturgy werd dat des te meer duidelijk. Als drietal serveerde het Obsidian Dust een rake en doch zeer afzijdig concert dat zeker niet voor iedereen weggelegd was. Aanvankelijk begon de band voor een uitpuilende zaal, al veranderde de drukte wel naarmate de set vorderde en de band alsmaar abstracter begon te spelen. Frontvrouw HHH verkoos zoals wel vaker het snaarwerk boven haar zang en gooide daarom een paar schelle schreeuwen door de zaal. Liturgy speelde met venijn en liet weinig steken vallen, maar op Obsidian Dust pakte de mayonaise niet altijd. Zeker bij het laatste nummer klonk het regelmatig stroever dan nodig en voelden we dat wat rechtlijnigheid een beter pad was geweest. Een uur vloog desalniettemin snel voorbij en het drietal eindigde met een behoorlijk aantal mensen in de zaal. Missie geslaagd met andere woorden.
Liturgy speelt vandaag, op 16 mei, een soloconcert in De Doelen in Rotterdam.
Pallbearer @ Orangerie
© CPU – Mathias Verschueren (archief)
Het was op z’n zachtst gezegd opmerkelijk dat ’s lands grootste blackmetalgroep geprogrammeerd stond in het Museum. Het resultaat: lange rijen en teleurgestelde gezichten. De fout om Wiegedood te missen, wilden we niet herhalen, laat staan het risico lopen om Pallbearer mis te lopen in de Orangerie. We waren dus ruim op tijd en hoorden de band in alle sereniteit soundchecken. Zelfs dat klonk al bijna foutloos. Hoewel ze niet bovenaan de affiche prijkte, bleek de vakkundig gebrachte doommetal de onverwachte kers op de taart van dit eendaagse metalfestival. Na het nietsontziende gebeuk van de voorgaande optredens, bracht Pallbearer een melodieus en meeslepend samenspel, zonder poeha, zonder bewijsdrang. Enkel pure klasse. Hoe diep de band raakte, merkten we aan de mensen rondom ons, die zonder aarzelen hun laatste trein of metro lieten schieten om tot het bittere einde te blijven. Zo kreeg de eerste editie van Obsidian Dust een compromisloos en beklijvend slot. Praktisch was er hier en daar nog werk aan de winkel, maar muzikaal legde elke band zijn ziel op tafel, en dat is uiteindelijk waar het écht om draait.
Les Nuits Botanique loopt nog tot en met 25 mei. Gitaarliefhebbers kunnen hun hart ophalen met Osees op 16 mei en The Jesus Lizard op 18 mei. Alle info over het volledige programma vind je hier.
Deze recensies werden geschreven door Cédric Ista en Simon Meyer-Horn.