© Kevin Westenberg
Steven Wilson draagt al meer dan twintig jaar het vaandel van de progressieve rock in Engeland. Niet alleen als frontman van Porcupine Tree wordt hij gezien als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van zijn scene, maar ook solo wist hij al een schare trouwe fans voor zich te winnen. Bij elk project mat hij zich een bepaalde stijl aan: zo smaakte To The Bone naar catchy indierock en vlogen bij The Future Bites de statische synths je langs de oren. Wilsons voorlaatste wapenfeit, The Harmony Codex, was dan weer de natte droom van elke experimentele rockfan en met het filosofische The Overview, dat vorige vrijdag verscheen, keert hij terug naar de essentie van de progressieve muziek. Wij spraken met Steven Wilson over die nieuwe plaat, maar ook over zijn plaats als kunstenaar in het muzikale universum.
In het persbericht wordt The Overview beschreven als een Kubrickiaanse reis naar de ruimte. Hoe heb je dat muzikaal vertaald?
Dat is moeilijk precies te verwoorden. Na meer dan dertig jaar muziek maken weet ik nog steeds niet helemaal hoe mijn creatieve proces werkt, maar ik probeer altijd mijn volledige muzikale spectrum te benutten. Bij The Overview had ik vanaf het begin een sterk concept, wat voor mij ongebruikelijk is. Ik wist zelfs al dat het album zo zou heten.
Het Kubrickiaanse aspect is relevant omdat ik dit album zie als ‘cinema voor de oren’. De verschillende songstructuren fungeren als filmische scènes. Mijn inspiratie kwam grotendeels uit cinema, meer nog dan uit muziek. Dat filmische element hoop ik terug te laten komen in de luisterervaring: een muzikale reis die zich organisch ontvouwt, zonder dat ik te veel stilsta bij de methode.
Dat zeg ik niet om pretentieus over te komen, maar na decennialang muziek maken sta ik wel stevig in mijn schoenen als artiest en heb ik een sterk ontwikkelde muzikale identiteit. Mijn muzikale vocabulaire is breed en al mijn invloeden – progressieve rock, elektronica, ambient, pop, jazz en metal – komen in deze plaat samen.
Waar haalde je vroeger je inspiratie voor je albums vandaan?
Meestal begon ik met een goed gedefinieerd conceptueel kader waarin alle nummers konden bestaan. Cinema was daarbij een constante bron van inspiratie, al sinds mijn jeugd. Ik groeide op met vooral Europese cinema en literatuur. Ik zie muziekalbums als analogieën van cinema en romans.
Je hoopt dat mensen zich volledig onderdompelen in je werk, net zoals bij een film of een boek. Ik denk dat we in een tijd leven waarin mensen vergeten dat je dat ook met muziek kan doen. Volgens mij wordt muziek tegenwoordig meer en meer gereduceerd tot een TikTok-video van een anderhalve minuut. Toch mag je de hedendaagse luisteraar niet onderschatten: daarom probeer ik mijn publiek mee te sleuren op een prikkelende expeditie.
Zit er nog een publiek te wachten op lange albums met een sterk uitgewerkt concept?
Zeker, maar het is een beetje zoals met alles in het leven: je mag niet generaliseren. Natuurlijk is niet iedereen daarin geïnteresseerd, maar er is wel degelijk een publiek dat dat wél wil. En ik weet dat omdat mijn carrière er goed voor staat. (lacht) Ik heb een loyale fanbase die albums als kunstvorm waardeert. Kijk ook naar platen die al decennia geleden verschenen: Dark Side of the Moon en OK Computer verkopen nog elk jaar als zoete broodjes. Mijn carrière is het bewijs dat mensen zich wel degelijk 45 minuten kunnen focussen op een muzikaal werk. Er zal altijd behoefte zijn aan alternatieven voor de mainstream, en dat alternatieve segment is groter dan je denkt.
Neil Young haalde tot recent zijn volledige catalogus van Spotify. Is dat iets wat jij ook hebt overwogen om mensen naar de volledige ervaring te begeleiden?
Eigenlijk niet. Ik wil mijn muziek met zoveel mogelijk mensen delen; dat is het narcistische aspect van muziek maken. Natuurlijk is het mooi als iemand een album van begin tot eind beluistert, maar ik heb ook nummers die op zichzelf staan en in playlists terechtkomen. Waarom zou ik dat deel van mijn publiek dan negeren?
Neil Young heeft de luxe dat iedereen hem al kent: iedereen weet hopelijk al wie hij is en heeft na het luisteren van een van zijn albums al beslist of ze hem goed vinden of niet. Voor mij ligt dat anders: ik moet mijn publiek nog steeds uitbreiden. Er zijn nog genoeg mensen die hun weg naar mijn universum moeten vinden, en als een drie minuten durend nummer een portaal kan zijn, dan is dat prima.
The Future Bites bevat enkele nummers die aan die beschrijving voldoen. Was die plaat een strategische keuze om meer publiek aan te trekken?
Ik ben opgegroeid met ABBA en de Bee Gees en hou nog steeds van goede popmuziek. The Future Bites was geen poging om een groter publiek te bereiken; ik wilde gewoon een popplaat maken. Natuurlijk was ik me ervan bewust dat het mij extra aandacht kon opleveren, en ik heb dat album ook zo gepromoot. Het probleem was dat het uitkwam midden in de pandemie, zonder liveshows of interviews. Dat maakte het moeilijk om het album goed te positioneren. Mijn trouwste fans waren kritisch, maar ik sta nog steeds volledig achter die plaat en ik ben er apetrots op.
Terug naar The Overview. Heb je tijdens het productieproces gesproken met ruimte-experts voor het verhalende aspect?
(lacht) Dat ben ik pas achteraf gaan doen! Ik heb een paar weken geleden een Q&A gedaan met enkele experts en was bang om door de mand te vallen. The Overview gaat dan ook niet letterlijk over de ruimte, het gebruikt ruimte als metafoor voor de mensheid. Het is een oproep om omhoog te kijken naar onze prachtige planeet in plaats van neerwaarts naar een scherm. In dezelfde lijn gaan sci-fi-films die zich in de ruimte afspelen uiteindelijk over existentiële vragen en niet over de kosmos zelf.
Een van die existentiële vragen is wat het leven zin geeft. Wat is jouw antwoord daarop?
Dat is inderdaad dé existentiële vraag. Ik zeg altijd dat het universum zich niet bezighoudt met jouw individuele leven en met die onverschilligheid probeer ik de luisteraar ook te confronteren. Ieder mens is slechts een kleinigheid als deel van een kleinigheid. Zelfs onze planeet is een van triljoenen exemplaren.
Het leven is een willekeurig geschenk dat elk van ons cadeau krijgt. We hebben ongeveer tachtig jaar op aarde om betekenisvol te zijn voor onszelf en onze geliefden. Ontdek de planeet en geniet van alles wat dit leven je te bieden heeft, want er is geen God. Voor mij zijn dat paradoxaal genoeg juist positieve dingen. Je zegt eigenlijk tegen jezelf: “enjoy the ride.”
Volgens mij moeten mensen daaraan herinnerd worden. Natuurlijk heeft niet iedereen dezelfde kansen, maar perspectief is belangrijk. Ik heb het geluk dat ik mijn bestaan op die manier in vraag kan stellen. Het ontstemt mij wanneer mensen niet opkijken van hun smartphones en in hun cocon blijven zitten. Ik had dit album evengoed ‘Perspective’ kunnen noemen.
Sommigen zouden die visie als pessimistisch bestempelen.
Inderdaad, maar ik zie het niet zo: de term die ik liever hanteer is ‘realistisch’. Als mensen daar een probleem mee hebben, is dat voor mij oké. Ik begrijp dat anderen in een God geloven en het gedachtegoed ondersteunen dat de mensheid op de een of andere manier gezegend is. Het is gewoon belangrijk om mensen in aanraking te brengen met de realiteit en dat te gebruiken als een positieve springplank.
Hoe kijk je dan naar nieuwe technologieën zoals artificiële intelligentie als vorm van artistieke expressie?
Dat is een gigantisch onderwerp, en ik denk dat niemand echt weet waar de toekomst ons naartoe brengt. Volgens mij is AI gekomen om te blijven: het gaat niet meer weg. Als je muziek, films of andere kunst maakt, heb je als artiest volgens mij maar twee opties: ofwel negeer je het, ofwel zoek je naar een manier om het te omarmen tijdens je creatieve proces.
Eigenlijk werken muzikanten al lang met AI-achtige technologieën: autotune, beatmakers, samplers… De Mellotron, een van de eerste samplers, werd al in de jaren zestig uitgevonden. Technologie helpt artiesten al sinds de uitvinding van elektriciteit. In die zin is AI voor mij niet de aardbeving die alles op zijn kop zet.
Het echte gevaar schuilt erin als AI muziek begint te maken zonder menselijke input. Het kan een stijl imiteren, maar niet de ziel ervan vangen. Het kan een Kubrick-film nabootsen, maar niet écht een Kubrick-film maken. Creativiteit gaat over het doorbreken van patronen en het uitdagen van conventies en dat is iets wat AI niet kan. Daarom zou het nooit The Overview kunnen maken, of toch zeker niet in de eerste vijf jaar. (lacht)
Hopelijk geen toekomstmuziek dus. Over de toekomst gesproken: heb je al een idee over wat het volgende hoofdstuk voor jou inhoudt?
Eerlijk gezegd heb ik geen idee, en ik vind het eigenlijk best leuk dat ik er het nog niet weet. Een van de constanten van mijn carrière is dat elk project genoeg verschil met het vorige moet bevatten. Elke plaat moet een speciale reden hebben om te bestaan in mijn catalogus. Het volgende hoofdstuk moet steeds anders zijn vooraleer ik het wil schrijven. Op dit moment is dat dus een moeilijke vraag om te beantwoorden.
Steven Wilson stelt The Overview live voor in het Koninklijk Circus op 7 mei. Aangezien de tickets voor die show al uitverkocht zijn, raden we aan om de betrouwbare doorverkoopplatformen in het oog te houden.