© CPU – Ine Van Baelen
Marble Sounds heeft zojuist zijn nieuwe plaat uit gebracht: Core Memory. Voor meesterbrein Pieter van Dessel is het een natuurlijke tegenreactie op de veelgeprezen voorganger, het titelloze Marble Sounds. Maar voor dit nieuwe album vond hij wél een perfect sluitende titel, die de sfeer volledig dekt. En dat na een korte blik op zijn eigen boekenkast…
Pieter van Dessel oogt heel ontspannen, thuis in Brussel. De midden veertiger praat zowel relaxed als opgetogen. Als het gaat over de nieuwe plaat Core Memory. Alsook over de vijftien jaar dat Marble Sounds onze platenkasten en concertzalen mag verrijken. Core Memory is al de zesde in hun discografie, maar toch kriebelt het nog bij Pieter, zo rond de release. ‘Na vijf albums kan ik wel relativeren hoe de ontvangst zal zijn. Zolang ik maar het gevoel heb dat ik de plaat het gemaakt, die ik wou maken. Ik wilde een beetje een andere insteek dan bij de vorige platen. Ik had het gevoel dat ik met The advice to travel light (2018) een hoofdstuk had afgerond.’ Dat hoofdstuk bestond nog uit Tautou (2016), Dear me, look up (2013) en het debuut Nice is good (2010).’ Elke volgende plaat moest nu een duidelijker richting hebben. Bij Marble Sounds – Untitled (2022) zaten veel piano’s en strijkers, met een klein beetje elektronica. Nu wou ik daar een tegenreactie op maken met meer korte popsongs. Niet dat ze allemaal kort zijn, maar hoe moet ik dat zeggen… ik heb af en toe het vet weg gesneden, of zo. Ze zijn wat meer ‘to the point’. De vorige platen konden ook langzaamaan opbouwen. Nu zitten er een paar songs op, die gewoon knal beginnen.’ Pieter kan goed analyseren en vertellen. En hij doet dat op een uitermate sympathieke manier. ‘Dat is wat ik ook zei over het verschil met de eerste vier platen. Niet dat ik daar maar iets deed of zo, zeker niet. En ik waardeer ze allemaal nog even zeer. Maar ik wilde nu meer uitgesproken platen maken.’
Pieter is er niet de persoon voor om zichzelf op de borst te kloppen. Maar hij oogt zeker trots. ‘Ik denk ook dat onze platen productioneel steeds beter klinken.’ Waarbij hij de productie nog altijd zelf doet. ‘Maar als je beter wordt in opnemen, wil dat nog niet zeggen dat de platen ook echt beter worden. Het kan ook z’n charme hebben als een plaat brak is opgenomen. Er schuilt toch altijd een lo-fi mens in mij. Tegenstrijdig misschien.’ Lo-fi mag Core Memory absoluut niet worden genoemd. Hij klinkt glashelder. De begrippen nostalgie en vintage passen misschien beter, bij vlagen. Als je luistert naar het rammelende cassettebandje in de outro van “Hear Me Talking”. Of als je kijkt naar het artwork van Elke Verschatse. ‘Wacht ik zal u iets tonen.’ Pieter draait zich om een pakt een klein boekje. ‘Ik had nog geen titel voor de plaat en toen zag ik dit in mijn kast: ‘Core Memory’ van de fotograaf Mark Richards. Het zijn dertig postkaarten met computers uit een computermuseum in Californië… een ‘Core Memory’ is zo’n oude geheugenkaart van de jaren vijftig tot zeventig. Ik vond dat mooi passen als titel. Het klinkt zo retro-futuristisch.’ Pieters eigen future begon overigens in zijn geboortejaar 1977. ‘Ja, ik begrijp dat je bij deze plaat ook hint op de jaren tachtig. Die heb ik heel bewust meegemaakt. Het gebruik van de synths en de toms verwijzen wel naar die periode. Maar het is zeker geen pastiche op de jaren tachtig, denk ik. Core Memory is een juist een goede kruising tussen de organische Marble Sounds en het jaren tachtig geluid.’
© CPU – Ine Van Baelen
Ook nu is de plaat begonnen met één enkele song. ‘Die je die zo graag wil uitbrengen dat de andere negen songs haast een excuus zijn om dat te doen,’ lacht Pieter uitbundig. ‘Uiteraard zijn uiteindelijk alle tien songs zeer belangrijk. Maar snap je? Zo’n song is een beetje een startpunt. Voor dit album was dat “Nothing To Get Over”.’ Dat is de vijfde song van de tracklist. Maar het is heel typerend zoals Pieter het zelf zegt, denkend in termen van vinyl: ‘Dat is het laatste nummer van kant A… Dat nummer gaf voor mij de richting aan, met dat staccato synthje aan het begin. Dat heb ik nog gebruikt in een paar andere songs. Om een beetje eenheid te hebben. Dat werd de gids voor de hele plaat…. Maar een centraal thema,’ herhaalt Pieter de vraag… ‘Nee, Ik werk niet zo in thema’s voor een hele plaat. Achteraf is het natuurlijk mooi om daar een heel verhaal over te verzinnen, maar dat doe ik niet echt. Ik heb hier en daar wel een verwijzing ingestopt naar andere liedjes. Ik had ooit een idee om met deze plaat een conversatie te maken met andere songs. Zo gaat “Give Or Take A Few” over Vanessa Carltons liedje “A Thousand Miles”. Maar uiteindelijk komen er toch ook weer andere tekstideeën. En die wil je natuurlijk ook niet graag wegsmijten.’
Ideeën met een boodschap? Pieter denkt even na: ‘Nee, Ik heb niet een drang om iets mee te delen, denk ik. Dat is niet waarom ik platen maak. Maar ik vind het wel super belangrijk dat een tekst op iets slaat. Het doet mij veel plezier als iemand zegt dat een tekst hem echt heeft geraakt.’ En als we alle songteksten achter elkaar zouden lezen, vijftien jaar aan teksten, geschreven tussen zijn dertigste en midden veertig… Leren we Pieter van Dessel dan echt kennen? Hij lacht, wikt en weegt: ‘De vorige plaat leunt heel dicht tegen mij aan. Daar leer je me zeker wel kennen. Core Memory is meer een tegenreactie daarop. Het valt mij zelf op dat deze nauwelijks autobiografisch is. Zo gaat “A Place To Call Mine” over het zoeken van je eigen weg, over onafhankelijk zijn. Je niet laten leiden door anderen. En als ik dan mijn eigen leven zie… Ik ben op verschillende plekken gaan wonen, maar ben altijd mijn vrouw gevolgd.’ Gelukkig ziet hij er zelf de humor van in. ‘Maar “Catch It Alive” kun je wel heel persoonlijk noemen. Het beschrijft hoe ik was op mijn vijftiende. Je begint de wereld te ontdekken. Je wilt van alles, maar hebt er soms ook schrik van. Ik vond die periode zeker wel een liedje waard.’
Core Memory als metafoor voor retro-futuristisch … ‘Ja heerlijk, toch? Zoals je in de jaren tachtig zoiets had als ‘Video 2000’. Nou, dat moest wel heel hoogdravend technologie zijn’ En eigenlijk is dit gesprek ook een tikje retro-futuristisch… We praten op de dag vóór de release en de reviews moeten nog komen. Als fan van Marble Sounds heb je deze natuurlijk al lang gelezen… ‘Ik zou er heel blij van worden als men zegt dat Marble Sounds met deze plaat relevant blijft. En dat ze nog steeds fris en geïnspireerd klinkt. Ik ben natuurlijk blij met een elke goede review, maar na de zesde plaat doet dat nog meer deugt, snap je. In een van mijn eerste interviews, ergens in 2009 of zo, zei ik dat we gewoon gestaag wilden groeien. Dat de rit belangrijker was dan het doel. Dat was heel cliché, ik weet het. Maar het is wel wat ik wou. Dat we nu nog steeds muziek mogen maken. En dat mensen vinden dat het geïnspireerde muziek is.’ Retro-futurisme is dan ook maar een begrip. Al is het maar voor een plaat met een retro knipoog. En voor een band met nog steeds een mooie future, toch? Retro-futurisme…