© Ineke Kamps
Efterklang is op tournee met hun album Things We Have In Common. De wereld ligt weer helemaal open. Was voorganger Windflowers nog opgenomen op een klein Deens eilandje, nu geniet de driemansband volop van de nieuwe connecties met muzikanten en publiek. Maar, bestaat Efterklang inderdaad ‘slechts’ uit Casper, Mads en Rasmus? En is Efterklang eigenlijk wel echt een band? Hoog tijd voor een heerlijk gesprek over de belevingswereld van deze eigenzinnige Denen.
We zitten samen gezellig op de bank, diep verscholen in de Muziekgieterij in Maastricht. Casper Clausen heeft voor ons wat lekkernijen en drank meegebracht. Het tekent de zanger: sociaal en hartelijk. Zo is ook de herinnering die we samen hebben, toen Efterklang op het Genkse Absolutely Free Festival speelde. Het was augustus 2022, maar Casper weet het nog goed: ‘Dat was de tour van Windflowers, ons vorige album. Het voelde als het einde van het Coronatijdperk. En dat wilden we vieren. Ik herinner me dat ik tussen het publiek sprong en dat we samen een dansfeestje hebben gebouwd.’ Een vrolijke grijns verschijnt op het gezicht van deze uitermate sympathieke Deen. ‘Samen met mensen, op één plek, in het moment, spontaan… dat is zo belangrijk voor ons als Efterklang. Maar dat is het eigenlijk voor iedereen.’
Het nieuwe album Things We Have In Common (2024) is beter te begrijpen als we de twee voorgangers erbij betrekken. ‘Windflowers (2021) zal de historie ingaan als ons ‘Corona album’. Die was weer een reactie op Altid Sammen (2019), ons Deenstalige album. We zaten ergens halverwege die laatste tour, toen de epidemie begon. Maar muzikaal wilden we natuurlijk door, ondanks alles. We besloten om naar een afgelegen boerderij te gaan op Møn, een klein Deens eilandje. Om in alle afzondering samen muziek te maken, en elkaar weer opnieuw te ontdekken, na een hectische tijd. Dat werd Windflowers…’ Die ‘We’ waren de drie kernleden: zanger Casper Clausen, elektronica-magiër Mads Brauer en bassist Rasmus Stolberg. Het tafereel van deze drie vrienden is heel sfeervol verfilmd in de video van “Living Other Lives”. ‘Jazeker, drie vrienden: Rasmus en Mads kennen elkaar al vanaf de kleutertijd. Ik ken hen dan weer vanaf mijn vijftiende, toen we samen op de middelbare school zaten. In 2000 trokken we naar Kopenhagen, waar Efterklang ontstond.’ Casper leunt achterover… ‘Dat is een heel lange tijd. Daarom moet je proberen om elkaar steeds opnieuw te ontdekken. Want als we elkaar als mens verliezen, dan is er geen Efterklang meer. Maar als we elkaar vinden, dan gebeurt iets speciaals. En op dat eilandje, in die boerderij, realiseerden wij ons dat wij ook iets moois konden maken met alleen ons drieën.’
© Nadine Gijzen
Maar zodra de wereld weer open ging, liet het drietal zich opnieuw wereldwijd inspireren. Wat de opmaat zou worden voor hun recente Things We Have In Common. ‘We kwamen weer in contact met Tatu Rönkkö, de Finse drummer. Hij speelde al mee op de tour van Piramida (2012). We waren toen samen zó enthousiast, dat we meteen met hem een nieuwe band begonnen: Liima. Feitelijk bestond die uit ons drieën van Efterklang, samen met Tatu. Tussen 2016 en 2018 hebben we twee albums gemaakt, met veel residenties en optredens. We bouwden een soort nieuwe wereld met Liima, een andere dan Efterklang. Zo voelde dat toen.’ Casper vertelt het met grote voldoening. ‘Liima is niet meer, maar de vriendschap met Tatu bleef. Toen we hem vroegen om mee te doen op Things We Have In Common, wilde hij heel graag.’
Op deze avond, hier in Nederlandse Maastricht, voegt de Finse Tatu zich bij het Deense Efterklang. En dat doen vanavond ook gitarist Hector Tosta uit Venezuela, en zangeres en celliste Mabe Fratti uit Guatemala. Het lijkt daarom tijd voor een zijsprongetje in het verhaal van Efterklang. Een zijsprongetje dat tegelijk ook een rode draad is in hun bestaan. ‘Tatu, Hector en Mabe waren ook op onze jaarlijkse Sommertræf. Dat is een eigen festival, waar we één week samen zijn met bevriende artiesten. De afgelopen driemaal was dat ergens in Zweden, daarvoor in Denemarken. Het ene jaar maken we nieuwe songs voor een album. Een ander keer gaan we een bestaand album live uitvoeren. En in 2023 bestonden we twintig jaar. We hadden toen twintig artiesten uitgenodigd met wie wij in die tijd hadden samen gewerkt. Van elk album hebben we liedjes gespeeld. Dat was echt heel nostalgisch…. In 2024 waren Tatu, Hector en Mabe er dus ook bij, samen met enkele muzikanten uit Kopenhagen. We hebben toen onder andere gewerkt aan het nieuwe album.’
© Ineke Kamps
‘En dan, op het einde van zo’n week, dan treden we letterlijk weer naar buiten. Maar voor een klein publiek, niet meer dan 150 mensen. We beginnen met een wandeling en gaan dan gezellig samen eten. En gedurende de avond spelen we op verschillende speciale plekjes, zoals in een kerk, of juist buiten in de open lucht.’ Casper beschrijft het heel beeldend en je krijgt het gevoel: ‘daar wil ik ook ooit bij zijn.’ ‘Mensen ontmoeten, muziek maken in het moment. Voor mij is Efterklang eigenlijk geen band. Het is meer een creatieve ruimte, een community. Met ons drieën als kernleden. Het is voor mij ook onmogelijk om twintig jaar een band te zijn. Ik kan niet eens bedenken wat dat betekent. Eerlijk: een band maakt twee, drie albums. En dan: stop, hou ermee op! Begin een nieuwe band!’ Lachend: ‘Dus Efterklang is eigenlijk al veel te lang bezig. Maar we denken wel altijd na over wie we nu zijn, wie we willen zijn en wat we willen uitdragen. Efterklang is meer dan muziek. We volgen onze eigen dromen en bieden die ruimte ook aan anderen. Aan de luisteraars, maar ook aan medemuzikanten.’
En dan is er nog een persoon in het verhaal van Efterklang. Hij is officieel geen lid, maar waart wel altijd rond: pianist en componist Rune Mølgaard. ‘Heel veel songs zijn ontstaan uit zijn muzikale schetsen, zoals “Modern Drift”, “Sedna” en “Uden Ansigt”. Ook op Things We Have In Common heeft hij mee gecomponeerd. De manier waarop hij schrijft, maakt mij spontaan aan het zingen. Rune is een echte vakman. Je kunt hem vergelijken met de rol van Kjartan Sveinsson in Sigur Rós. Zijn akkoorden klinken misschien eenvoudig, maar er zit zóveel emotie in. Dat heeft Rune dus ook.’ Maar hij is niet mee op tour. ‘Hij heeft een heel ander leven, Een uurtje buiten Kopenhagen, met vier kinderen en een mooie baan. Hij staat wel eens op het podium, maar voelt zich vooral thuis in een studio. Ieder zijn ding.’
© Nadine Gijzen
In het gesprek vallen vaak de woorden ‘connectie’ en ‘samen’. Woorden waarbij taal een belangrijk middel is. Altid Sammen was volledig in het Deens, op Windflowers is er alleen de slotsong. En op Things We Have In Common staat geen enkel nummer in de eigen moedertaal. ‘Ik heb het wel geprobeerd, maar in de uitwerking verzandde het telkens. In het Engels voel ik mij ook wat veiliger. In het Deens lijkt het al snel persoonlijker en specifieker te worden.’ Over het schrijven heeft hij sowieso een mooie visie: ‘Mijn lyrics zijn geen middel om iets uit te leggen. Ik speel met woorden en zinnen. Zoals een kind speelt met blokken of Legosteentjes om iets te bouwen.’ Poëzie? ‘Nee, geen poëzie… . Poëzie staat voor mij op zichzelf. Lyrics zijn juist altijd verbonden aan de muzikale omgeving en kunnen niet los daarvan worden gezien. In de eerste albums wilde ik de lyrics ook niet op de hoes laten vermelden. Ik vond het verkeerd om ze van de muziek te scheiden. In lyrics, dus met muziek, kun je dingen zeggen die je in een normaal gesprek nooit onder woorden zou kunnen brengen, of met poëzie. Lyrics zijn voor mij de communicatie van het onderbewuste. En ja, dat mag wat vaag zijn, graag zelfs. Dat je je er als luisteraar wel in kunt herkennen, maar je niet precies weet hoe en waarom. Dat het een veilige ruimte biedt, die nog niet concreet is ingevuld.’
‘Onze muziek heeft ook niet echt een boodschap, maar biedt wel de ruimte om een boodschap aan jezelf te richten. Ons nieuwe album gaat daarin misschien nog het verst, gezien de huidige tijd. Ik ben 43, Trump is gekozen en er is oorlog in de Oekraïne… We leven in een wereld met extreem veel data, die als enige doel lijken te hebben om te polariseren… Maar waarom kijken we altijd naar de dingen die we níet gezamenlijk hebben? En niet naar de dingen die we wél samen hebben?… Maar we hebben het album niet geschreven op dat hoge, politieke niveau. Op ons niveau gaat het om onze vriendschap: muziek maken met onze oude vriend Rune erbij. Met Tatu, Hector en Mabe…. Er zijn altijd dingen die je samen hebt, Things We Have In Common. En dat moet je koesteren. En wie die ‘We’ dan is in de titel… dat is helemaal aan jezelf om te bepalen.’ Die ruimte geeft Efterklang aan jou. Een drietal dat meer is dan een drietal, een band die meer is dan een band…