‘Vergeet alles wat je denkt te weten over Equal Idiots’ leest de eerste zin van de perstekst die bij het titelloze derde album van de band zit. Op zich een straffe uitspraak, die zeker en vast wel wat verwachtingen schept. Zeker voor een band die zich binnen de Belgische landsgrenzen al zolang we ons haar bestaan kunnen herinneren heeft vereenzelvigt met rammelende garagerock. Maar goed, Thibault Christiaensen en Pieter Bruurs liegen niet, want voor dit album hebben ze effectief al hun ideeën verschillende keren bij het groot huisvuil gekieperd. Een van de grote schuldigen in dat verhaal bleek Brutus-gitarist Stijn Vanhoegaerden, die – zo leerde StuBru’s Popcast ons althans – iets zei à la: ‘Het is goed, maar het klinkt wel zoals de muziek die jullie al maakten. Dus willen jullie iets nieuws of niet?’. En zo geschiedde: het duo ging terug naar de tekentafel om, twee clichévliegen in één klap, zichzelf heruit te vinden en volwassen te worden.
Equal Idiots, zo zullen we dat titelloze album voor het gemak even noemen, bevat in dat opzicht gelukkig wel nog de essentie van de band. Alles mag kapot. Tegelijkertijd voelen we echter ook aan alles dat er heel veel is veranderd sinds de release van Adolescence Blues Community, ondertussen toch ook alweer meer dan vier jaar geleden. Equal Idiots rammelt niet meer, het beukt nu. En niet alleen dat; het duo schuwt het verbreden van de horizonten ook veel minder. Zo wordt er veel meer gefocust op het melodieuze – iets dat we overigens pas na een tijdje in de plaat echt beginnen te beseffen -, alsook probeert Christiaensen verschillende nieuwe dingen uit met zijn stem. Het zorgt ervoor dat een woordje als ‘fris’ met regelmaat door onze gedachtengang schiet tijdens een luisterbeurt.
Hoe gaat dat dan precies in zijn werk, die volwassenwording? Wel, dat werd eigenlijk al vrij duidelijk toen Equal Idiots eerder dit jaar terug zijn neus aan het venster stak met “I Am The Light“. Een bom aan riffs die het begin van een nieuw tijdperk inluidde. Opvolger “Shoot” bleek niet veel later zelfs al een uppercut, die niet alleen een kogel in de rug opleverde, maar tegelijk ook de moshpit al een zoveelste keer opentrok. Opvallend: het duo gaat op Equal Idiots vooral voor effectiviteit. Een plaat van twaalf nummers die slechts een halfuurtje duurt bevestigt dat idee, maar het zijn vooral de nummers die het hem doen. Op om en bij de twee minuten een wervelwind van jewelste creëren; je moet het maar doen.
De zwerm bijen die ervoor zorgt dat we het zonlicht niet meer kunnen zien, om dan onder angstaanjagend onder onze huid te kruipen in “The Bees” – ‘What you waiting for?’ – doet ons zelfs bijna geloven dat we hier gewoon een plaat vol met snelle knallers voorgeschoteld zouden krijgen, maar zoals gezegd is Equal Idiots zich meer beginnen focussen op de volwassenwording. Iets dat de band zienderogen goed doet, getuige het feit dat pakweg ruwe rockballad “Strawberry” het bijzonder goed doet op de radio. Maar nu is er dus meer. “Pandemonium” werd zo bijvoorbeeld het beste nummer van de plaat dat, ondanks dat het niet per se hitpotentieel heeft, ons toch alle hoeken van de kamer laat zien. Waar we ons eerst in een onweerswolk wanen, voelt het tegelijkertijd ook alsof we ons ergens middenin een Amerikaanse steppe bevinden. Hoe dan ook ontploffen beide situaties uiteindelijk in ons gezicht; als het geen bliksemschicht is, dan wel een tornado die ons eens goed door elkaar schudt. Sterk werk.
De vlam schiet met andere woorden telkens op een ietwat verschillende manier in de pan. In “Time Is The Reason” horen we Christiaensen bijvoorbeeld, bij gebrek aan een betere omschrijving, neigen naar rappen, terwijl “St. Catherine” dan weer een herfstige surfvibe met zich meebrengt. Je weet wel, zo dat gevoel dat we tussen de roodoranje bladerzee door nog een laatste frisse zonnestraal kunnen opvangen voor de winter alle kleur uit ons leven zuigt. Dat gevoel van euforie. Dat de band ironisch genoeg net iets minder gevoel weet los te maken met het meer emotionele en akoestische “This Place Is Home But I Don’t Know It Anymore”, is misschien ook meteen een breekpuntje in de plaat.
“Dive” is zo bijvoorbeeld allesbehalve een slecht nummer, maar blijft iets te veel ter plaatse trappelen, terwijl afsluiter “I Am The Light (Reprise)” als tragere versie van de openingstrack vrij vreemd aanvoelt. Hoe dan ook zit daartussen met “Rainbow” nog een Oasis-achtig anthem gesandwicht, waardoor Equal Idiots uiteindelijk vooral mag terugkijken op een geslaagde derde langspeler. Een verademing, misschien zelfs een doorstart, na al die jaren van stilte en meer van hetzelfde. Het doet na het luisteren van Equal Idiots in elk geval plezier om te horen dat het duo zichzelf op zo’n frisse manier heeft weten heruitvinden, nota bene zonder echt iets vernieuwends te doen. Waar het in het verleden gewoon blind met beide voeten op het gaspedaal trappen was, kijkt de band nu op voorhand naar de verschillende manieren waarmee ze de auto in de prak kan rijden. Of kort samengevat: kapot gaat het sowieso, het is vooral de manier waarop die belangrijk is.
Equal Idiots staat op 17 oktober in de Ancienne Belgique. Verder kondigde de band ook een Nederlandse clubtour aan met tussenstops in Rotown (7 oktober), Paradiso (9 oktober), het Stroomhuis (10 oktober) en in de Muziekgieterij (12 oktober).
Ontdek “Pandemonium”, ons favoriete nummer van Equal Idiots, in onze Plaatje van de Plaat-playlist op Spotify.