Heeft een band als Equal Idiots tegenwoordig nog wel een introductie nodig? Waarschijnlijk niet, gezien het decibelverslindende duo zich na het winnen van De Nieuwe Lichting in sneltempo lanceerde naar de top van de Belgische garagerock. Ze dwongen met hun debuut Eagle Castle BBQ zelfs een plaatsje af op de schoot van het grote publiek, waarbij Thibault Christiaensen zich als lawaaierig lievelingetje leerde te profileren als een echte bv. Het ging van een passage in De Slimste Mens ter Wereld tot een VRT NU-reeks met Stijn Van de Voorde en zelfs een eigen radioprogramma op Studio Brussel. Enfin, je snapt het punt: het ging plots allemaal wel heel hard voor een duo dat zichzelf eerder identificeerde met zorgeloze, je m’en fous-rammelrock. Allemaal ook wel terecht, gezien hun debuutalbum en vooral hun live-attitude verfrissend en verdraaid plezant waren.
Desondanks is rozengeur en maneschijn niet al wat de klok slaat. De kritiek die destijds stilletjes doch terecht te horen was, was dat Eagle Castle BBQ op nogal wat nummers klonk als een minieme variatie op hetzelfde thema. Geen probleem toen; buiten een ongemakkelijk gevoel dat Equal Idiots misschien niet de beste songwriters waren, heerste vooral het idee dat ze zichzelf nog moesten ontplooien en muzikale variëteit wel zou volgen op een tweede album. Adolescence Blues Community, zoals die tweede langspeler nu heet, blijkt echter een gecomposteerde versie van hun vorige materiaal, maar dan minder krachtig, minder karaktervol en op momenten ronduit inspiratieloos.
“Run” is een nummer dat even catchy als inhoudsloos is. De volledige tweede helft van het nummer bestaat in essentie uit filler die door de koppige, voorspelbare gitaar-drumbezetting in combinatie met weinig virtuoos instrumentalisme en zeer slappe songwriting constant het gevoel geeft dat je op je honger blijft zitten. Exact hetzelfde kan gezegd worden over “Alphabet Aerobics”, dat drie minuten lang verveelt met voorspelbare akkoordprogressies die tot in de oneindigheid lijken verder te denderen.
Het is huilen met de pet op, ook op “Dogs”. Een merkwaardig fenomeen dat zich steeds opnieuw voordoet, is dat de band lijkt te surfen op haar reputatie als energiebom, maar daaronder eigenlijk een gapend gat schuilgaat van steeds weer dezelfde sound, steeds weer dezelfde songs, maar dan steeds een beetje vervelender. “Cowboy Mambo’s Desert Dream” lijkt dat te beseffen, en probeert iets totaal anders door het over de westernboeg te gooien. Het is zeker geen slecht nummer en weet meermaals prikkelend uit de hoek weet te komen, vooral wanneer Thibault schaterlachend door de mix klieft terwijl de gitaren op de achtergrond je trommelvliezen aan gort dreunen.
In een persbericht liet Equal Idiots weten dat ze niet geprobeerd hebben om zichzelf opnieuw uit te vinden, maar dat ze wel graag een andere kant van zichzelf wilden laten zien. Tot nu toe viel daar niet veel van te merken, maar op “Knife & Gun” lijkt er toch wat rauw spek voor de bek te volgen dat niet blind in de uitgesleten sporen van de andere nummers op het album treedt. Het mag dan geen innovatief meesterwerk zijn, maar het slaagt er als eerste nummer op de plaat wel in om een beetje fris in de oren te klinken. Live ongetwijfeld een bom van een nummer dat de pit helemaal kan open trekken, en hetzelfde kan gezegd worden over “Wrong”. Het is een poepsimpel nummer, misschien wel té simpel om echt in de smaak te vallen in de context van een album, maar live heeft het ongetwijfeld zijn meerwaarde om het publiek in het zweet te jagen.
Waar het echter opnieuw bergaf gaat, is op “16”. Ja, het is luid, en ja, het is 100% Equal Idiots, maar het is ook gewoon een nummer waar tegelijk te veel en te weinig over is nagedacht. Alles klinkt heel gepolijst, en alle scherpe randjes waar je je lelijk aan zou kunnen snijden, zijn meedogenloos van het nummer geschuurd. Alle ‘ooh’s’, ‘aah’s’ en ‘nanana’s’ geven dan weer de indruk dat, terwijl de groep bitter weinig te zeggen heeft, ze toch een drie minuten durend nummer vol moest lullen. De songwriting is belabberd en gewoonweg saai; daar kan je onmogelijk om heen. Zelfs een snuggere feature van Portlandzangeres Sarah Pepels geeft op “Time” alles behalve aanleiding tot een boeiend staaltje muziek en ook het charmante kinderkoor uit Hoogstraten weet op “Adolescence Blues” jammer genoeg niet te boeien. De thematische cirkel is op de tonen van dit nummer dan misschien wel rond, maar na afloop overheerst vooral het gevoel dat we een erg leeg album hebben beluisterd. Weinig innovatief, weinig boeiend, en zonder uitschieters die na afloop blijven plakken.
Equal Idiots lijkt op Adolescence Blues Community wel degelijk aan te voelen dat ze niet steeds kunnen teren op hetzelfde muzikale concept, maar het duo faalt in op de proppen komen met nummers die de tendens van hun eentonige, soms vervelende songwriting doorbreken. Ze wilden zichzelf misschien niet heruitvinden, maar misschien wordt het na het beluisteren van dit album wel hoog tijd dat exact dat gebeurt.
Ontdek nog meer muziek op onze Spotify.