InstagramLiveRecensies

Rock Werchter 2024 (Festivaldag 1): Zonneslag bij heldere hemel

© CPU – Senne Houben

Waar de meeste kampeerders op Rock Werchter nog ontwaakten in een regenbui en het ploeteren was op de parkings, kreeg de weide van Werchter van bij de opening van de deuren een stralend zonnetje te verwerken. Dat zorgde er natuurlijk voor dat de muziek net iets mooier overkwam, waardoor sets van onder andere The Hives en STONE op de Main Stage ons net iets beter bereikten. Ook in de tenten waren er meerdere hoogtepunten met onder andere Slowdive, PJ Harvey en The Cat Empire en zo was dag één alvast een zonnig succes.

STONE @ Main Stage

© CPU – Senne Houben

De eer om de eerste gitaren door de speakers te laten knallen van jaargang 2024 was weggelegd voor STONE. En echt vreemd is dat eigenlijk niet, want niet alleen solliciteerden de Britten na een verwoestende doortocht op The Slope vorig jaar al naar deze positie, hun handen passen daarnaast ook als gegoten op de Belgische buik. Zeker met een debuutplaat in het vooruitzicht lagen de verwachtingen vrij hoog, al moeten we uiteindelijk toegeven dat de mastodont die de Main Stage van Rock Werchter is op voorhand nog ietsje te groot leek voor een band als STONE. Gelukkig hebben de Britten met Fin Power een energieke frontman die zijn band door de matige geluidsmix trok en zo meteen een eerste moshpit klaarspeelde met “Waste”.

Het was daarom des te opvallender om te zien dat de set stilviel telkens er nummers uit die nog te verschijnen plaat werden gespeeld. Waar “I Gotta Feeling” en zeker “Money (Hope Ain’t Gone)” de handen in veelvoud de lucht in kregen, werd “My Thoughts Go” – ondanks dat het een radiohitje is – nogal afwachtend onthaald. Hoewel het refrein aan het einde nog werd meegescandeerd, drukte STONE de sfeer meteen weer de kop in door “Queen” erna te spelen. De Britten verschoten dus misschien iets te veel van hun kruit aan het begin van hun set, maar hadden met “Leave It Out” nog een serieuze staaf dynamiet in hun achterzak. Power dook er dan maar mee het publiek in en verklaarde de weide zo al crowdsurfend voor geopend. STONE maakte de hype met andere woorden dus wel degelijk waar op de Main Stage en zorgde bijgevolg voor een krachtige opening van Rock Werchter 2024. De band bewees dat ze het in zich heeft om door te groeien, maar mag daarbij niet vergeten trouw te blijven aan zichzelf.

STONE staat op woensdag 2 oktober in Trix, op donderdag 3 oktober in de Melkweg en op vrijdag 5 oktober op Come As You Are Festival.

Jalen Ngonda @ The Barn

© CPU – Ymke Dirikx

Voor een gemoedelijke aanvang in een lichtjes geüpdatete The Barn zorgde Jalen Ngonda. De Amerikaanse soulzanger timmerde de afgelopen jaren gestaag aan zijn carrière, maar bloesemt nu pas echt open onder de vleugels van het prestigieuze Daptone Records label. Een gezellige sfeer werd muzikaal meteen kracht bij gezet met enkele fijne nummers zoals “Rapture” en “That’s All I Wanted from You”. In een iets beperktere podiumbezetting trachtte Ngonda zijn debuutalbum Come Around and Love Me tot leven te wekken en slaagde daar redelijk goed in. Alleen toen hij solo twee covers bracht, merkten we dat de aandacht van het publiek ietwat verzwakte, al snoerde hij ieders mond wel met een paar feilloze uithalen. Ondanks dat de magie deze keer ontbrak bij “Illusions”, kon hij de vroege vogels wel bekoren en trakteerde hij met “If You Don’t Want My Love” nog op een knap einde. Jalen Ngonda zorgde met zijn prachtige stem voor velen voor een gezellige en gemoedelijke start van de dag.

Jalen Ngonda staat op zaterdag 15 maart in Doornroosje en op zondag 16 maart in Paradiso.

The Cat Empire @ KluB C

© CPU – Ymke Dirikx

Het duurde welgeteld twee seconden vooraleer er met The Cat Empire werd meegeklapt. De Australische band begon als trio en ging over van sextet naar tweetal, om daarna gaandeweg nieuwe bandgenoten en live muzikanten op te trommelen en uiteindelijk met zeven het podium van KluB C te mogen openen. Dat gebeurde met een groot feest waarbij er onder begeleiding van sfeervolle trompetten werd gedanst en gezongen. ‘Music is the language of the soul,’ klonk het en zo werd het snel duidelijk dat die ziel van The Cat Empire gevuld is met kleur, vreugde en aanstekelijke ritmes. Nummers als “Thunder Rumbles” zorgden voor een uitgelaten sfeer in de verrassend volle tent. De übervrolijke frontman kreeg tijdens “Two Shoes” twee schoenen naar zich geworpen uit het publiek, wat aantoonde hoe los de sfeer was. “Steal The Light” werd een van de hoogtepunten deels doordat de voltallige band percussie-instrumenten in de hand nam om onze dansheupen zo nog wat wakkerder te schudden. Deze ochtend werden we wakker met regen, maar de Australische zon heeft deze helemaal weggeduwd.

Peuk @ The Slope 

© CPU – Senne Houben

Op The Slope was het een Belgische band die de debatten voor geopend mocht verklaren. Het Limburgse Peuk bestaat namelijk uit leden van Evil Superstars en Heisa, en dus beloofde het al op voorhand een luid onderonsje te worden voor het hellende vlak. En dat vlak stond al redelijk gevuld voor het vrij vroege uur. Vooral met nieuwsgierigen weliswaar, want ondanks dat de muziek zich perfect leunde tot een grote moshpit, bleef het aanvankelijk relatief rustig. Dat betekende daarentegen niet dat Peuk niet meeslepend was, want als er gevraagd werd om mee te klappen of bewegen, gebeurde dat zeker.

Dat Janssen het sappige Limburgs afwisselde met een vocaal toch wel beklijvende prestatie op onder meer “Rudy”, wekte op zijn beurt dan weer respect op. Zeker omdat we zagen dat de drie wel onder de indruk waren van de grootte van zowel publiek als podium. Naarmate de set vorderde, voelden we ook wel aan alles dat de band zich steeds meer op haar gemak begon te voelen en zodoende de riffs een tikkeltje experimenteler mochten, en dat terwijl de frontvrouw steeds meer haar duivels ontbond. Tegen het einde kregen we op “Cave Person” zelfs een crowdsurfer, waarna een moshpit definitief losbrak. Afsluiter “Inconvenient” bleek zo dus nog net dat tikkeltje extra te knallen. Ondanks dat Peuk achteraf gezien muzikaal niet te veel variatie in haar sound steekt, kunnen we dus toch spreken van een geslaagd Werchter-debuut.

Peuk speelt komende zomer en dit najaar nog een zestiental shows in België en Nederland, alle data vind je hier.

The Gaslight Anthem @ Main Stage

© CPU – Senne Houben

The Gaslight Anthem mocht als tweede aantreden op de Main Stage en waar de opener een heel jong publiek aansprak, was dat bij de Amerikanen toch anders. De groep wist wel meteen vol energie te beginnen met “45” en liet die energie niet meer los vanop de weide. Terwijl er niet al te veel volk stond, waren de fans die wel aanwezig waren zich volledig aan het smijten. Brian Fallon was duidelijk in zijn nopjes en sprak de toeschouwers ettelijke keren aan. Hij was namelijk onder de indruk van de bands die na hem zouden komen en dat moest hij meer dan eens vermelden. Dat er een onverwachte cover van “Ocean Eyes” van Billie Eilish in de set kroop, gaf aan dat de band wel nog altijd de jeugd probeert te bereiken. Door meer gitaren in de versie van zichzelf te steken, kreeg het wel meteen een The Gaslight Anthem-stempel. Bijgevolg bleef de band ook aan een hoog tempo rocken zonder ook maar een tikkeltje aan energie in te boeten. De perfecte festivalset voor de fans en voor de nieuwe luisteraars een aangename kennismaking.

The Gaslight Antham staat op vrijdag 5 juli op Down The Rabbit Hole.

Eefje de Visser @ The Barn

© CPU – Ymke Dirikx

Menig festival- en concertganger zag Eefje de Visser de afgelopen jaren wel eens met een van haar shows in teken van Bitterzoet. De Nederlandse speelde nog heel wat nummers van die plaat, maar gunde ons ook al een blik op de opvolger. Met haar vier muzikanten en twee backings zette Eefje meteen een sterke set neer, al bleef het publiek aanvankelijk wat braafjes en werden er geen glazen opgeheven tijdens “De Parade”. Voor “Storm” verscheen Eefje voor het eerst gitaarloos en kon ze wat meer schwung in de show brengen door rond te lopen. Het rustigere “Heimwee” deed het vervolgens wat minder goed, zoals je wel zou kunnen verwachten in een festivalsetting, maar met “Uit Het Oog” en “Vlammen” werd er meteen veel goed gemaakt. De backings werden van de achterste rij van het podium verlost en mochten met Eefje de Visser mee vooraan staan, waar het trio heel wat moderne dansbewegingen deed zonder dat het ooit de zang ging verwaarlozen. Een logische evolutie van uit de Bitterzoet-shows die ervoor zorgde dat het publiek wat enthousiaster werd. Tweeluik “Stilstand” en “Lange Vinnen” blijft een sterker afsluiter en werd nu ook van wat meer choreografieën voorzien. Aanvankelijk leek Eefje de Visser een solo-artieste in het midden van haar podium, maar door haar achtergrondzangeressen en muzikanten meer te betrekken leek het steeds meer een optreden van een band. In ieder geval is het duidelijk dat Eefje de Visser blijft evolueren als artieste en ons zo benieuwd blijft houden.

Eefje de Visser staat op vrijdag 5 juli op Down The Rabbit Hole, op woensdag 6 en donderdag 7 november in Paradiso, op vrijdag 8 en zaterdag 9 november in het Koninklijk Circus, op woensdag 13 en donderdag 14 november in de TivoliVredenburg, op dinsdag 19 november in AMARE, op woensdag 20 november in De Oosterpoort, op zaterdag 8 en zondag 9 februari in De Roma, op vrijdag 14 februari in AFAS Live en op dinsdag 18 februari in de Ancienne Belgique.

Kingfishr @ The Slope

De banjo is terug op Werchter en dat allemaal te maken met de komst van het Ierse gezelschap Kingfishr. Voor diepgaande folk ben je bij hen dan wel aan het foute adres, maar dat betekende niet dat ze voor een set vol clichés gingen. In 35 minuten toonden ze hun muzikale spanweide en kregen mede door hun aanstekelijke enthousiasme een mooi volgelopen plein aan The Slope mee. Met “Headlands” namen ze Rock Werchter mee naar de ruige landschappen van hun thuisland, om niet veel later met “Shot In The Dark” hun carrière als ingenieurs definitief achter zich te laten. Hun vrolijke ingesteldheid hielp in elk geval om het publiek alsmaar meer mee te krijgen. “Anyway” bleek gewoon een oerdegelijk folkpopnummer te zijn en afsluiter “Caroline” kon dankzij het gemakkelijke refrein moeiteloos meegezongen worden. Kingfishr won heel wat harten op Werchter en heeft het potentieel om op termijn door te groeien naar een ander, nog groter podium.

Bombay Bicycle Club @ KluB C

© CPU – Senne Houben

Bombay Bicycle Club is zo’n band die in het Verenigd Koninkrijk een veel groter aanzien heeft dan daarbuiten, maar dat betekent niet dat de muziek daarom minder geapprecieerd wordt. Sterker nog, ondanks dat we dachten dat het echte hoogtepunt rond de band stilaan achter ons lag, knokte ze zich met My Big Day vorig jaar terug richting de hogere regionen van het genre. De KluB C mocht zich met andere woorden opmaken voor een uurtje aan plezante indierock, al ging het er, mede door het minder volle geluid, minder intens aan toe dan op voorhand gedacht.

Ondanks dat Steadman er namelijk zienderogen veel zin in had, duurde het een paar nummers voordat hij de afstand tussen podium en publiek kon overbruggen en de tent voorzichtig in beweging kreeg. Hij had daarvoor hulp van zijn achtergrondzangeres, die geregeld naar de voorgrond trad en zo voor meer dynamiek in het geheel zorgde. En toch kon niets ons van de indruk ontdoen dat Bombay Bicycle Club iets te lang ter plaatse bleef trappelen. Na “Diving” brak de boel echter wat meer open aan de hand van “Eat, Sleep, Wake (Nothing But You)”; de vonk die de set klaarblijkelijk nodig had, want met “Evening/Morning” zorgde een vettige riff eindelijk voor wat meer animo. De oproep om zoveel mogelijk mensen op schouders te krijgen bij “Carry Me” leverde er helaas slechts een tiental op, maar de band kreeg wel de handen op elkaar bij afsluiter “Always Like This”. Een teleurstelling kunnen we Bombay Bicycle Club in de KluB C uiteindelijk dus niet noemen, maar dat neemt niet weg dat we er achteraf gezien in z’n totaliteit veel meer van hadden verwacht.

The Hives @ Main Stage

© CPU – Senne Houben

Rock Werchter had nood aan een shotje energie en daarom kwam The Hives in de namiddag als gelegen. De Zweedse band kan je gerust een van de meest geraffineerde rockbands van zijn tijdperk noemen, want het vijftal kent alle kneepjes van het vak. Strak in het pak smeten ze zich – zoals we ze kennen – voor de volle honderd procent. Frontzanger Pelle voerde daarbij de belangrijkste taak uit, aangezien hij het publiek heel goed wist op te jutten. Het aanvankelijk eerder afwachtende publiek kreeg hij toch nog vrij snel los en zo werd het een feestje waar de strakke rocknummers zich in ijltempo opvolgden. Zeker vanaf “Hate to Say I Told You So” was het hek helemaal van de dam en werden de circlepits groter, tot groot genoegen van de Zweden. “Come On!” leidde het slotnummer “Tick Tick Boom” in, dat naar goede gewoonte iets langer werd uitgerekt en zo de finale dreun op onze smoel verzorgde. The Hives zat met andere woorden beter ineen dan eender welke IKEA-kast en was ook gisteren een garantie op een strakke set boordevol sfeer.

MEUTE @ The Barn

© CPU – Ymke Dirikx

Sommige dj’s draaien techno, sommige bands spelen techno en dan heb je de marching band van MEUTE die techno naar een uniek niveau tilt. Dit Duitse elftal speelt geen voetbal, maar met vier percussionisten en een uitgebreide blazerssectie spelen ze eigen materiaal en covers van bijvoorbeeld Disclosure. Het spreekt haast voor zich dat MEUTE voor heel wat sfeer wist te zorgen in een goed gevulde Barn en ondanks het eerst terughoudende publiek werd de sfeer wel meer en meer uitgelaten. Er ontstond een quasi spontane sit-down in de tent en wat later verliet de band het podium om nog dichter bij het publiek te komen te staan. Wie de band toen niet kon zien staan, kan enkel op het scherm mee volgen, wat na verloop van tijd vervelend werd. Desondanks was het zeker een leuke en overtuigde set van MEUTE en het valt niet ontkennen dat hun concept nogal uniek is. Voor het slotstuk kroop het elftal opnieuw op het podium en daar werd een laatste hoogtepunt van hun set bereikt. MEUTE deed zoals verwacht The Barn dansen en liet voor de gelegenheid de eerste confetti op het festival neerdalen.

MEUTE staat op woensdag 25 en donderdag 26 september in de Ancienne Belgique, op woensdag 23 oktober in de TivoliVredenburg en op donderdag 24 oktober in 013.

Alice Merton @ The Slope

© CPU – Senne Houben

Een van de coolste acts op The Slope gisteren luisterde naar de naam Alice Merton. De Engelse zangeres heeft roots in Duitsland, Ierland en Canada, maar maakt daarbovenop (en vooral) ook nog eens erg leuke muziek. Een soort mix van de grootsheid van Muse, het alternatieve van St. Vincent en het artistieke uiterlijk van Eefje de Visser. Het werd met andere woorden een coole set aan The Slope, waar de zangeres meteen ook de prijs voor mooiste decor wegkaapte. Tussen de strobalen, plastic stoelen en fake containers door zagen we hoe Merton begon met “runaway girl” en “Vertigo”, en zo dus al meteen een deel van haar kruid verschoot. Wat daarbij wel meteen opviel was de aanwezige backingtrack, al vormde dat uiteindelijk geen gigantisch probleem.

De zangeres vulde het namelijk perfect op met een grootse présence en strakke productie, waardoor er eigenlijk permanent wel wat te beleven viel aan The Slope. Merton sprong en draaide zowat permanent van de ene naar de andere kant van het podium, terwijl haar driekoppige band op geen foutje te betrappen viel. Wild wanneer het kon, maar eveneens klein indien nodig; en zo kreeg ze het toch wel helemaal gevulde vlak voor The Slope helemaal naar haar hand. Na een handvol nummers gingen de handen zo al ongevraagd de lucht in en werd de vraag om mensen op schouders te zien tijdens “Pick Me Up” vlotjes beantwoord. Zodoende ontpopte Alice Merton zich tot de ideale festivalact in het zonnetje – want ze bleef maar branden! – waarbij plezier centraal stond. Niet te moeilijk: gewoon amuseren! Dat het publiek spontaan begon te springen bij hitje “No Roots” bevestigde dat ruimschoots.

Johnny Marr @ KluB C

© CPU – Senne Houben

Johnny Marr is The Smiths en dat werd op Rock Werchter nog maar eens duidelijk. De bekende gitarist moest het namelijk van die songs hebben om de KluB C echt in lichterlaaie te zetten. Zo was opener “Armatopia” een eerder riedeltje van new wave, dat in het niets verdween eens “Panic” werd ingezet. Ook andere songs van Marr zelf waren gedrenkt in synths en dat leek ons toch vooral terug te katapulteren naar de eighties. Marr is een echt podiumbeest en dat liet hij ook duidelijk blijken. ‘Welk nummer willen jullie nog horen?’ riep hij niet veel later en natuurlijk was dat “This Charming Man”. Dat er tussendoor nog wat solowerk passeerde, bewees dat hij ook wel echt geloofde in zijn eigen werk en dat sierde hem. Toch pakte hij uit met een fantastische gitaarsolo in “How Soon Is Now?”. Het zelfvertrouwen waarmee hij de zaal voor zich won, was dan ook hetgeen het meest memorabel was aan de set. Want zijn eigen werk was natuurlijk niet om naar huis over te schrijven en het viel ook wel op dat de zaal enkel The Smiths wilde horen. Bij ieder nummer van die legendarische band steeg namelijk een vleugje euforie op. En zo was “There’s A Light That Never Goes Out” een prachtig orgelpunt. Johnny Marr liet zien dat hij nog steeds een legendarisch muzikant is, maar zijn eigen songs waren we nadien toch alweer vergeten.

Parkway Drive @ Main Stage

© CPU – Ymke Dirikx

Even werd er geopperd dat Parkway Drive subheadliner moest zijn op Rock Werchter, niet in het minst omdat de band vorig jaar het bovenste schavotje op de affiche van Graspop Metal Meeting mocht innemen. In Vlaams-Brabant moesten de Australiërs echter tevreden zijn met een plekje in de late namiddag, maar dat betekende gelukkig niet dat ze daarom met minder steekvlammen richting ons land afzakten. De imposante podiumopstelling vloog namelijk al snel in de fik, met Winston McCall middenin alle chaos. Dat het terrein zichtbaar veel minder vol stond dan bij The Hives, deerde de echte fans daarbovenop totaal niet.

Tussen de rookbommen en ontploffingen door gingen de vuisten in veelvoud de lucht in: McCall voelde de energie terecht stijgen. Moshpits, grunts en vuur; het was allemaal schering en inslag, maar buiten de frontpit was de sfeer een pak minder dan erin. De vraag rees bijgevolg al snel of Parkway Drive wel een band was die op Rock Werchter thuishoorde. Het publiek dat de Aussies wel meehadden, werd daarentegen professioneel bespeeld. En net toen het te ontoegankelijk leek te worden, haalde de groep er drie strijkers bij voor extra cachet. Dat er daarna wat gas werd teruggenomen om uiteindelijk weer met twee voeten op het pedaal te stampen, kwam de set uiteindelijk ook ten goede. Na een dramatisch strijkersintermezzo werd de voorkant van het podium nog eens in brand gestoken, waarna Parkway Drive Werchter definitief bij de lurven had. Afsluiter “Wild Eyes” deed de boel uiteindelijk letterlijk ontploffen en zette de ‘Rock’ nog eens in Rock Werchter. We waren wat sceptisch, maar Parkway Drive is wel degelijk ook een band voor dit festival.

Black Pumas @ The Barn

© CPU – Senne Houben

In amper een handvol jaren heeft Black Pumas zich mooi naar de top gewerkt. De soulband uit Texas stond gisteren voor de tweede keer op Werchter en dat was deze keer in het kader van hun tweede album Chronicals of a Diamond. Op het album zochten Eric Burton en Adrian Quesada het iets ruimer in het soulspectrum en dat bleek ook weerslag te hebben op hun uur durende show. Black Pumas ging voor een gevarieerd en meeslepend geheel in een tot de nok gevulde The Barn. De zeer ijverige Eric Burton etaleerde zijn entertainmentkunsten en liet het publiek uit zijn hand eten. Dat zijn microfoon in het eerste halfuur van het optreden nogal slecht in de mix lag maakte hij eigenhandig goed met zijn charisma. Vocaal en muzikaal ging de band meermaals naar hogere sferen, zoals tijdens bijvoorbeeld “Know You Better” en “More Than a Love Song”. In het tweede deel zakte de set dan toch ietwat weg bij het nieuwer materiaal “Angel” en “Rock and Roll”. De vonk sloeg niet volmondig over, al bleef The Barn wel gewillig meeluisteren. Het hoogtepunt werd uiteindelijk toch weer “Colors”, hun doorbraaknummer waarmee ze de hele tent en de massa ver daarbuiten moeiteloos meekregen. Black Pumas ging voor de sterren en ging op Werchter alvast met een mooie buit richting volgende tourstop.

Black Pumas staat op zondag 14 juli op North Sea Jazz en op woensdag 6 november in 013.

Dehd @ The Slope

© CPU – Ymke Dirikx

Het was voor het eerst dat er aan The Slope geen al te grote opkomst was voor een band en dus speelde Dehd niet eens voor een halfvolle weide. De manier waarop de slacker van het trio uit Chicago gebracht werd, kan je ook omschrijven als onverschillig. De drie muzikanten hadden elk wel een voorkomen waar je niet naast kon kijken. Emily Kempf vol tattoo’s, Jason Balla met een felgroene gitaar en Eric McGrady met een drum zonder cymbalen. Het droeg allemaal bij aan de eerder luie muziek die soms wel voor een bepaalde dansbaarheid zorgde, maar vooral een gebrek aan inspiratie leek te hebben. De vocals waren niet altijd even sterk en muzikaal werd er te veel uit hetzelfde, dromerige rammelvatje getapt. Geen kracht, maar vooral jangly gitaarlijntjes. Hierdoor bleef de muziek te veel hangen in het luchtledige en was het ook niet zo dat er meer volk bij The Slope kwam piepen. Nieuwsgierigen sloegen een praatje en konden de achtergrondmuziek wel appreciëren, maar meer dan dat leek het ook niet te zijn. Dehd was dus niet dé band die je dit weekend diende te ontdekken op The Slope.

Dehd staat op zaterdag 6 juli in Paradiso en op zondag 7 juli op Wilde Weide.

Slowdive @ KluB C 

© CPU – Ymke Dirikx

Als er één band gemaakt is voor een tent als de KluB C, dan is het wel Slowdive. Ondanks dat de groep zo’n twintig jaar van het toneel verdween, maakte ze zich afgelopen jaar terug actueler dan ooit met everything is alive. Een pracht van een plaat, die niet alleen aantoonde waarom de Britten de grondleggers zijn van de shoegaze, maar dat ze anno 2024 ook gewoon nog steeds tot de top van het genre behoren. Hun prachtige trucje van eerder dit jaar in het Koninklijk Circus deed de groep met andere woorden nog eens feilloos over in Werchter.

Trippy visuals, wind in de haren en heel wat reverb; meer had Slowdive niet nodig om de KluB C in zwijm te laten vallen. Na een paar nummers hadden de vijf ons al zo ver meegesleept in hun shoegaze dat we niet anders konden dan met open mond toekijken. Doordat het scherm achter de band een steeds hypnotiserender effect had en de lichten daarop bleven inspelen, was het ondanks de minder toegankelijke sound onmogelijk om niet gefocust te blijven. Ergens halverwege zorgde “Sugar for the Pill” voor een rustpuntje, alvorens “kisses” de tent omtoverde in een bad vol liefde. Een tent die overigens helemaal niet zo vol stond, wat echt doodzonde was aangezien Slowdive een van de meest epische sets van de dag en misschien wel het weekend speelde. Afsluiter “Golden Hair” onderstreepte dat feit nog maar eens, want onder het goedkeurend oog van Pink Floyd-oprichter Syd Barrett bliezen de Britten Werchter van zijn sokken. Wauw.

Dropkick Murphys @ Main Stage

© CPU – Senne Houben

Het grootste feestje aan de Main Stage ontketende gisteren Dropkick Murphys. Met hun celtic punk behoren ze al 28 jaar tot het vaste establishment van de rockfestivals en dat met goede reden. Het gezelschap uit Boston staat garant voor heel veel sfeer en een zeer amusante setlist; spek voor de bek voor de modale Rock Werchter-ganger. De moshpits waren zowaar zelfs nog groter dan bij Parkway Drive en dan waren de ‘hits’ nog niet eens gepasseerd. Onder impuls van frontman Ken Casey ging de vlam nooit uit en brachten ze de Main Stage gestaag naar een absoluut kookpunt. De vlammen raakten de lucht in, de band speelde alsmaar intenser en het aantal crowdsurfers was op de duur niet meer bij te houden. “Rose Tattoo” werd luid onthaald onder een verfrissende regen van bier(bekers) en Casey zorgde ervoor dat de toevoer van olie richting het vuur nog sneller en harder ging. Afsluiter “I’m Shipping Up to Boston” was de perfecte manier om de meest amusante set van de dag in een definitieve plooi te leggen.

Dropkick Murphys staat op woensdag 29 januari in de Ziggo Dome. Op zaterdag 1 februari speelt de band in de Lotto Arena in Antwerpen.

PJ Harvey @ The Barn

© CPU – Senne Houben

PJ Harvey was zonder enige twijfel een van de mooiste namen die Rock Werchter dit jaar op de eerste dag in de aanbieding had en dat ging gepaard met hoge verwachtingen. De Britse loste deze echter helemaal in en wist vanaf de eerste song te betoveren met haar fragiele doch innemende uitstraling. Een theatrale toevoeging hier en daar was hetgeen het muzikaal zeer sterke concert naar een nog hoger niveau tilde. Polly Jean bedekte op het ene moment op een mysterieuze manier haar gezicht, sloop wat later dreigend over het podium of zette zich gewoon neer aan een van de tafeltjes op het podium om iets te noteren of gewoonweg haar keel te smeren. Langzaam werd de spanning opgebouwd en vanaf het derde nummer speelde PJ Harvey zelf zo nu en dan gitaar, of zelfs autoharp zoals tijdens “Let England Shake”.

Doorheen het optreden van de levende legende hing er een sfeer in de tent zoals die in een magisch bos wanneer er toch ook een dreiging in de lucht hangt. Het magische lag er misschien niet zo hard op als bij pakweg Björk of Florence + The Machine, maar de aanwezigheid ervan viel ook niet te ontkennen. Het duurde wel enige tijd voor die dreiging echt doorsloeg en de vier muzikanten eens wat harder mochten spelen. Met “50th Queenie” was dat moment echter aangebroken en ook “Black Hearted Love” kon op wat meer pit en bijgevolg appreciatie van het publiek rekenen. Wat later keerde PJ toch terug naar de rustigere nummers om zo eentje solo te brengen op een pure en eenvoudige manier. Afsluiten gebeurde dan weer met “Down by the Water” en “To Bring You My Love”, waarbij de spanning tijdens die tweede nog vele meer te snijden was dan tijdens die eerste. Ze waren de donkere bessen op de taart waarmee PJ Harvey haar legende status herbevestigde.

Skindred @ The Slope

© CPU – Ymke Dirikx

De vreemde eend in de bijt was gisteren toch wel Skindred. Vers terug van een tweedaagse in Japan, zorgde het kwartet rond het vroege avonduur voor verrassend veel volk en sfeer aan The Slope. Met sfeer alleen kom je er echter niet en daar knelde voor ons toch wat de schoen. In hun nummers gooiden ze reggae en metal in de mix en dikten ze dat allemaal nog eens aan met wat flauwe covers en vervelende interludes. Benji Webbe wist dan weer wel hoe je het publiek moet bespelen en kreeg een ramvol plein van de voorste tot de laatste rij mee. Hun zwakste momenten bereikten ze met “L.O.V.E. (Smile Please)” waar ze de platitudes ons een voor een om de oren sloegen. Het publiek was en bleef mee in het verhaal en amuseerde zich kennelijk te pletter. Op zich heb je dan als band je werk goed gedaan, maar voor ons mocht het al bij al toch iets meer ‘boom’ zijn.

Skindred staat op zondag 18 augustus op Dynamo Metal Fest.

Greta Van Fleet @ Main Stage

© CPU – Ymke Dirikx

Het blijft verbazingwekkend om te zien hoe een band als Greta Van Fleet zich zo snel heeft kunnen opbouwen tot een subheadliner. De Amerikanen brachten naar Rock Werchter alvast een grootse productie mee met vuurwerk, vuur en een goed gevuld podium. Zo kwam het viertal als echte sterren op de achterkant van het toneel tevoorschijn, waarna de drummer zich vooraan begaf en daar al meteen enkele flinke meppen uitdeelde. Josh Kiszka liet al meteen horen waarom hij zo geliefd is en zijn stem bereikte al meteen de hoogste regionen. Als hij zijn keelgat openzette, dan toonde hij wel dat er met hem niet te sollen valt. Er was weliswaar meer dan zijn stem, want Kiszka liet ook verschillende kostuums zien gedurende de show.

Op die manier leek het ook alsof muziek bijzaak werd, al konden we dat uiteindelijk niet meer zeggen eens we de ene gitaarsolo na de andere kregen. De ene nam al wat meer tijd in beslag dan de andere, waardoor Greta van Fleet ook meer werd dan een concert. Er was spektakel; het leek alsof we in een middeleeuws verhaal waren beland waarbij we een heus feestmaal te verorberen kregen. Toch was ook hier de galg nooit ver weg, want hoe langer de set duurde, hoe meer we het gevoel kregen dat het allemaal wel nogal veel was. Veel lange instrumentale stukken, veel overdreven stemgebruik en vooral veel overdreven spektakel. De band verdient dus wel zijn plek op het grote podium, maar mag niet gaan denken dat het spektakel de bovenhand op de muziek moet nemen. Nu werden we in het lange uur iets te veel rond de oren geslagen met te lange, weinig boeiende stukken.

Nathaniel Rateliff & The Night Sweats @ KluB C

© CPU – Senne Houben

Nathaniel Rateliff & The Night Sweats was een naam die bij velen nog enkele belletjes deed rinkelen, waardoor KluB C opvallend vol was voor de Amerikaanse band, die hun nationale feestdag hier dus vierde. Het achttal smeet er met “I Need Never Get Old” al gauw een van hun grootste hits tegenaan en meer had de mensenmassa niet nodig om te ontploffen. De euforie en het meezingen gingen richting het maximum, maar hoe enthousiast het publiek was bij die hit, zo passief was het bij de daaropvolgende nummers. De band rond Nathaniel Rateliff heeft enkele hits, maar daarnaast leek het publiek uitermate weinig vertrouwd met zijn andere muziek. Toen de singer-songwriter begon over zijn nieuwe album hoorden we het donderen in Keulen en tijdens de kalmere stukken konden we duidelijk gebabbel van het publiek horen. Dat laatste gebeurde zo ook tijdens een intiem nummer opgedragen aan een overleden vriend, maar op andere momenten ging de band voluit en werden de harde gitaren versterkt met flitsende lichten. Na verloop van tijd probeerde Nathaniel Rateliff het publiek soms terug wat meer op zijn kar te krijgen en werd er zo eens gretig meegeklapt. “Dancing in the Dark” van Bruce Springsteen – die zopas enkele tientallen meters verder stond – zorgde zo voor redelijk wat sfeer, waar er met “S.O.B.” uiteraard nog een schepje bovenop werd gedaan. Nathaniel Rateliff & The Night Sweats speelde een consistente en kwaliteitsvolle set, maar de sfeercurve was er duidelijk wel eentje met ups en downs en misschien net te weinig ups om van een echt geslaagd optreden te spreken.

The Clockworks @ The Slope

© CPU – Senne Houben

The Clockworks verklaarde eerder deze week nog de liefde aan de Lage Landen op de sociale media. Na een uitverkochte show in de AB box, een upgrade van de oorspronkelijke AB Club show, speelde het Ierse viertal onlangs nog op Dauwpop en Vestrock. Dat die liefde duidelijk wederzijds is, mogen we wel stellen aangezien ze de afsluitende plek toegewezen kreeg aan The Slope. Het Ierse viertal was niet van zin een aanloopje te nemen en dook er direct in. “Mayday Mayday” en “Bills and Pills” bepaalden het tempo en de intensiteit. Dat tempo bleef bijna heel de set aangehouden. Enkel bij het magistrale “Lost In A Moment” werd er gas teruggenomen. The Slope was aardig volgelopen en kreeg als afsluiter nog het ziedende duo “The Future Is Not What It Was” en “Enough Isabelle Never Enough” voorgeschoteld. Het was daarbij moeilijk om nog een plek te vinden waar er niet werd gesprongen en gezongen voor The Slope met de nodige moshpits als extra gevolg. The Clockworks toont een indrukwekkende groeicurve en was een ideale afsluiter voor The Slope op dag één.

The Clockworks staat op vrijdag 5 oktober op Come As You Are Festival.

Jane’s Addiction @ The Barn

© CPU – Ymke Dirikx

De Californische band Jane’s Addiction is eindelijk terug van weggeweest. Of toch: in de originele bezetting. De grote blikvanger van dit viertal – en onze motivatie om de groep te bekijken op onze heiligste weide – was gitarist Dave Navarro. De man kreeg te kampen met een ernstige vorm van long covid en lag daarom een poos buiten strijd. Daarnaast hadden we wat schrik dat de groep haar kat ging sturen: de voorbije week annuleerde ze twee concertdata. Gisteren stelde Jane’s Addiction in ieder geval al onze onzekerheden in twijfel met een overtuigende set in The Barn, op enkele onzuiverheden na.

De band begon hun optreden ietwat mysterieus met een zweverig “Kettle Whistle”, maar gooide snel daarna alle remmen los met knaller “Whores”. Spijtig genoeg bleken die remmen – lees: de stem van Perry Farrell – wat te lijden onder een vorm van slijtage. Tijdens “Pigs in Zen” bijvoorbeeld werd snel duidelijk hoe zijn stembereik vooral in de hoogtes veel aan de verbeelding overliet. Wie door die vocalen heen kon luisteren en de soms eigenaardige visuals op de achtergrond negeerde, hoorde wel een groep die prachtig op elkaar ingespeeld was en ons vooral instrumentaal kon bekoren. De bas en drum pasten heerlijk samen en vormden de basis van een schouwspel dat fenomenaal werd aangevuld door enkele gitaarsolo’s die nog maar eens de meerwaarde van Navarro’s kunsten in de verf zetten. Wie naar Jane’s Addiction gaat, brengt dus best zijn beste luchtgitaar mee. En een paar kopjes kamillethee voor Perry Farrell, de peetvader van de alternatieve muziek kan zo’n waardevol geschenk goed gebruiken.

The Streets @ KluB C

© CPU – Senne Houben

Wie geen zin had om de liefde van Lenny Kravitz te laten rulen, maar liever de dansbenen een laatste keer strekte, kon vannacht schuilen onder de vleugels van Mike Skinner. De bezieler van The Streets is simpelweg een levende legende, die daarbij de hits niet meer op zijn beide handen kan tellen. Doe daar het feit bij dat de band niet zo heel vaak in ons land passeert en je wist eigenlijk op voorhand dat de doortocht van de Britten in de KluB C wel eens een van de hoogtepunten van het weekend kon worden.

Dat kwam er uiteindelijk in de vorm van een recordpoging: het Belgisch kampioenschap honderd meter crowdsurfen van de ene naar de andere kant van de tent. Skinner was met andere woorden niet gekomen om spelletjes te spelen, want bij opener “Turn The Page” dook hij meteen de moshpit in, om er dan met “Who’s Got The Bag” een volgende banger tegenaan te knallen. De KluB C sprong van voor tot achter mee, de plankenvloer plooide bijgevolg, maar brak uiteindelijk niet. The Streets speelde in dat verhaal wat met vuur, in die zin dat het wat ebde en vloedde met sfeer. Skinner klom zo bijvoorbeeld weer op zijn monitor, maar knalde daarom niet altijd even hard. De sfeer was met andere woorden belangrijk en daarin vond de Brit de energie van het publiek als sleutel. Zo klom hij in de nek van een festivalganger om het publiek zijn plan nog eens duidelijk te maken. “Troubled Waters” stak het vuur definitief aan de lont, waardoor de KluB C Skinner al in veelvoud het goede voorbeeld gaf. “Fit But You Know It” zweepte de tent wat meer op, waarna tweeluik “Dry Your Eyes” en “Blinded by the Lights” de rode loper uitrolden voor de stunt van de avond. Aan een ongeziene snelheid crowdsurfte de Brit doorheen de tent, om dan met “Take Me As I Am” de boel een laatste keer te laten ontploffen. Minstens evenveel love bij The Streets dus!

P.S.: Kudos voor de outfit van Skinner: een polo van zijn eigen merchandise en een trainingsbroek; de gemiddelde hobby-dartser was ongetwijfeld jaloers!

Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!

Onze recensie van Lenny Kravitz lees je hier.
Alle recensies van Rock Werchter 2024 lees je hier.

Deze recensies werden geschreven door Lucas PalmansRobbe RoomsNiels Bruwier, Simon Meyer-Horn en Guillaume Beauprez.

Related posts
Nieuwe singlesOude Bekenden

Nieuwe single Kingfishr - “Gloria”

Kingfishr staat al een tijdje te trappelen om de wereld te veroveren. Met singles als “Man On The Moon” en “Killeagh” scoorden…
InstagramLiveRecensies

Slowdive @ De Roma: Oase van rust

Het parcours dat Slowdive de afgelopen decennia aflegde, blijft er eentje waar veel generatiegenoten met bewondering naar kijken. Shoegaze beleeft de laatste…
Nieuwe singlesOude Bekenden

Nieuwe single The Hives - "Enough Is Enough'

Al meer dan dertig jaar dezelfde muziek spelen en toch een gehypte band blijven? De Zweden van The Hives toonden vorig jaar…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.