FeaturesInterviewsUitgelicht

Interview John Coffey: ‘We willen bewijzen dat zulke grote shows mogelijk zijn in Nederland’

David Achter de Molen (links) en Crucial Chris (rechts) © CPU – Nathan Dobbelaere

Dat er in zeven jaar veel kan veranderen, kunnen de leden van de Utrechtse band John Coffey alleen maar bevestigen. De groep verwierf in het begin van het vorige decennium, mede door het succes van platen als Bright Companions en The Great News, een heldenstatus binnen de Nederlandse harde gitarenscene, maar zette er in 2016 een punt achter. Zeven jaar later bleek dit punt echter gezet te zijn met potlood en gumde de groep deze vol overtuiging weg, om vervolgens weer vol hernieuwde energie de Nederlandse podia en festivals plat te spelen. En nu, in 2023, zijn de jonge honden van toen uitgegroeid naar mannen met banen, kinderen en verantwoordelijkheden. Maar op sommige vlakken lijkt de tijd te hebben stilgestaan. De wilde haren zijn gebleven, gitarist Christoffel van Teijlingen is nog steeds Crucial Chris en zanger David Achter de Molen duikt nog altijd om de haverklap het publiek in. We spraken de twee leden, die nog vol met adrenaline van het optreden zaten, op Jera on Air en probeerde voorzichtig al hun toekomstplannen los te peuteren.

Welkom thuis. Hoe voelt het om als band weer terug te mogen komen naar Jera?

David: Echt als thuis komen. We waren allemaal best wel gespannen in de dagen voorafgaand aan de show. Normaal heb ik dit enkel bij optredens in mijn woonplaats Utrecht, omdat daar zoveel mensen die ik persoonlijk ken naar de shows toe komen. Toen mijn vriendin deze ochtend aan mij vroeg of ik het spannend vond, moest ik eerlijk bekennen dat dat wel zo was. Zeker omdat het publiek hier, net als in Utrecht, toch een soort van je thuispubliek is. Hier komen zoveel mensen naartoe die je wel op een of andere manier kent en je hoopt dat ze het allemaal even vet vinden als dat ik het zelf vind. Maar nu de show voorbij is, kan ik er wel positief op terug kijken. Het voelde als een warm bad en gaf mij echt het gevoel van thuiskomen.

Deel jij dit gevoel Chris?

Chris: Ja, zeker weten. Het mooie aan dit festival is dat er zoveel mensen bij elkaar komen die allemaal van dezelfde soort muziek houden. Vroeger had je Groezrock. Dat was altijd een van mijn favoriete festivals omdat dat echt een scenefestival was. Het is mooi om te zien dat Jera on Air dat stokje langzaam aan heeft overgenomen en dat dezelfde mensen van toen ook hier naar toe komen. Er hangt hier zo’n positieve en goede vibe, wat je ook merkte tijdens het optreden. Het gaf mij daarom ook een enorme kick om de tent, na zoveel jaar radiostilte, volledig vol te zien stromen en dat iedereen onze liedjes van het begin tot het einde deed mee schreeuwen. Daar hadden we van te voren enkel op mogen hopen.

De afgelopen jaren speelden jullie hier ook met Tusky en Beachdog. Is er veel verschil tussen die shows en de show met John Coffey?

Chris: Voor mij wel. Destijds speelde ik met Tusky op de Buzzard-stage, een van de kleinere podia hier. Dat is in mijn opinie ook meteen een van de vetste stages omdat dat zo’n kleine, broeierige tent is waar je als publiek gewoon zo het podium op kan lopen. Nu stonden we op de Main Stage en dat is echt een wereld van verschil. We stonden echt hoog boven het publiek en ook misschien iets te ver van de toeschouwers af. Maar het is ook gewoon vet dat een band als John Coffey dat kan doen en dat we dit mogen doen, zeker na zeven jaar stilte.

David: Voor mij zijn het vooral die gasten die het verschil maken. We hebben door de jaren heen meer dan vijfhonderd shows gedaan en doorheen heel Europa getourd, waardoor een show met John Coffey zo vertrouwd aanvoelt. Neem vandaag als voorbeeld. Je hoeft net voor het optreden niet zo veel tegen elkaar te zeggen omdat je weet dat het wel goed zit. Het voelt een beetje alsof je met je gezin op vakantie gaat, je bent zo ingespeeld op elkaar en het voelt vertrouwd. Niet dat het het optreden minder spannend maakt, want ik vind het nog steeds heel spannend om het podium op te stappen. Maar ergens weet je wel dat het goed gaat komen omdat je elkaar door en door kent. Ik keek vroeger altijd naar de Kelly Family op tv en toen dacht ik dat dat echt een droom moest zijn om met je volledige familie te mogen touren. Deze groep geeft mij hetzelfde gevoel. Het is een grote, hechte familie, waarbij het iedere keer een feest is om met ze op pad te gaan.

Crucial Chris © CPU – Nathan Dobbelaere

Stond Jera on Air ook hoog op het wensenlijstje voor dit jaar?

David: Voor mij niet per se. Natuurlijk, ik vind het een geweldig festival om naartoe te gaan en ook enorm leuk om hier te mogen spelen, maar ik had de echt grote, prestigieuzere festivals hoger op mijn wensenlijstje staan. Lowlands of de Zwarte Cross bijvoorbeeld. Dat soort festivals leek me heel erg tof om meteen in ons comebackjaar te gaan doen. Maar het is niet dat ik hier met tegenzin sta, verre van zelfs. Als we dat wensenlijstje afgaan, komt Jera on Air namelijk direct achter de mega festivals aan.

Chris, ik merk dat jij hier anders over denkt.

Chris: Ja klopt, ik vind het maar bullshit wat David zegt (lacht). Voor mij stond Jera echt bovenaan het lijstje. Persoonlijk vind ik Jera on Air ook een van de belangrijkste festivals van Nederland. Of zelfs van de Benelux. Nergens vind je hier in de buurt zo’n toegankelijk festival dat enkel draait om harde muziek. Nergens krijgt de Nederlandse en Belgische harde muzieksector zo’n podium als hier. Omdat het zo’n scenefestival is, wil je als band hier gewoon staan. Ik moet wel toegeven, dit soort festivals is voor mij altijd wel spannend omdat wij niet helemaal de doelgroep zijn. Dit festival is echt een hardcore en punkfestival, iets waar wij als band niet volledig inpassen. We zijn geen hardcoreband. We zijn ook geen pure punkrock band. We zijn eigenlijk een band dat zijn invloeden haalt uit allemaal verschillende genres. Dus ik voel me altijd een beetje het zwarte schaap op dit soort festivals. Wel hoop ik altijd dat, ondanks dat we soms niet volledig passen, mensen ons leuk gaan vinden.

David: Het ding is, je zal je hier als band het meest op je gemak voelen als je bijvoorbeeld pure, rechttoe-rechtaan metalcore maakt, omdat dat aanbod hiervan op het festival nou eenmaal gigantisch is. Of als je als groep hele boze, harde hardcore of snoeiharde, politiek geladen punk speelt. Iets dat we allemaal niet een-op-een maken, we zitten er net tussen in. Wel halen we onze inspiratie uit deze genres. We hebben stukjes boze hardcore, we hebben stukjes metalcore. We gaan zelfs met momenten de kant van het emogenre op.

Jullie zijn er natuurlijk zeven jaar uit geweest. Wat hebben jullie, naast Beachdog en Tusky, gedaan om de tijd te vullen?

David: Laat ik eerlijk zijn, we waren destijds gestopt met platen maken omdat er een soort van verzadiging optrad. De passie was weggevloeid en het maken van muziek voelde destijds soms meer aan als moeten in plaats van mogen. Toen we dit eenmaal inzagen, besloten we er een tijdelijk punt achter te zetten om ons te concentreren op andere dingen. Ik ben begonnen met het maken van enkele podcasts en heb sinds een aantal jaar een eigen bedrijfje dat helpt bij de productie van andere podcasts. Dat is echt een passie van mij geworden waar ik veel energie uithaal. Neem bijvoorbeeld Zes Losse Tanden, mijn eigen podcast. Die mag hier op het festival een van de naamgevers voor de podia zijn. Als ik dan die naam hier op het terrein zie, dan komt er meteen een glimlach om mijn gezicht. Maar zo zijn alle mannen de afgelopen jaren druk bezig geweest en een pad op gegaan. Andere bandjes, andere passies, de wereld ontdekken. Ik denk dat iedereen daar nood aan had.

Chris: Ja, ik denk dat ook. Na mijn tijd in Tusky ben ik in de zorg begonnen. Ik ben aan de slag gegaan in een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Ik had altijd al het idee om iets in de gehandicaptenzorg te gaan doen, vond dat altijd al op een of andere manier bij mij passen. Iets dat achteraf ook waar bleek en ik nog steeds met veel liefde doe. Voor mij was het heel fijn om even iets anders toen doen dan muziek te maken. We deden al zo lang John Coffey dat het op een gegeven aanvoelde alsof we op een soort voetstuk stonden. Het is niet dat we naast onze schoenen liepen, in een goedlopende band zitten is nou eenmaal een van de vetste dingen die je kan doen. Het was heel fijn, maar ook pijnlijk en spannend om onszelf te herontdekken en te zien wat we naast de band allemaal in ons mars hadden. Dat was een periode die mijn ogen deed openen. Ik ontdekte wat we waard waren zonder het voetstuk waar je jarenlang op stond.

David Achter de Molen © CPU – Nathan Dobbelaere

Wanneer kwam het punt dat jullie je weer terug op John Coffey wilde gooien?

David: Ik denk na een jaar of vier. De dingen die ik deed waren zeker leuk, maar steeds vaker kwam de vraag ‘we gaan toch niet nooit meer optreden met met John Coffey?’ bij mij naar boven. In het leven heb ik tot nu toe al een aantal dingen geprobeerd, maar John Coffey is en blijft veruit het leukste wat ik ooit gedaan heb. In de coronaperiode sprak ik de gasten en stelde ik ze de vraag hoe zij het zagen. Want het zou dan niet enkel een tour zijn. Het zou een album zijn, meerdere jaren. Heel ingrijpend allemaal, maar ik denk dat we er alle vijf snel eruit kwamen dat John Coffey zeker nog niet voorbij was.

Chris: Ik vond mijn passie in de zorg, maar de groep was en is nu nog steeds net zo zeer een passie voor mij. Ongeveer op hetzelfde moment als David kreeg ik ook dat gevoel, het gevoel van iets te missen dat er altijd was. Voorheen was het enkel John Coffey, maar toen ik ontdekte dat ik mijn zowel mijn oude als mij nieuwe passie naast elkaar kon doen ging de knop bij mij echt volledig om en wilde ik weer terug muziek gaan maken met de jongens.

Vallen die extra verantwoordlijkheden nog steeds goed te combineren nu de band weer aan het touren is?

Chris: Ja, zeker weten. We hebben bewust besloten om John Coffey onderdeel te laten zijn van ons leven dat we nu leiden, in plaats van het leidend onderwerp dat het jaren was. Er waren tijden dat we vier à vijf shows per week deden, maar dat gaan we nu niet meer doen. Eerder deden we ons altijd voor meer dan tweehonderd procent focussen op John Coffey. We hadden de regel dat enkel begrafenissen en bruiloften van mensen die heel dicht bij je staan reden genoeg waren om niet naar een show te gaan, voor de rest moest alles wijken voor de band. Nu is John Coffey iets dat we naast ons werk en gezinsleven mogen en kunnen doen. De druk is er af en dat werkt echt heel fijn.

David: Die vrijheid werkt vooral heel ontspannend. We deden altijd heel krampachtig als het ging over de band. De band betekende alles voor ons en het ging ook voor alles. Nu hebben we meer het gevoel van rust. We zien wel waar het schip strandt. Maar ik weet een ding zeker, ik wil de podcast Zes Losse Tanden blijven maken want ik vind dat enorm vet om te doen. En dat kan ik nu blijven doen omdat het nu niet meer 365 dagen per jaar draait om John Coffey. Natuurlijk, ik wil de vetste shows blijven spelen en steeds betere platen maken, maar we zien wel. En het belangrijkste is dat de passie weer volledig terug is.

Je ander project Beachdog, bestaat dat nog of is dat een afgesloten hoofdstuk?

David: Nee, Beachdog bestaat zeker nog. Het staat natuurlijk op een laag pitje op dit moment omdat de muziekfocus momenteel bij John Coffey ligt, maar het is zeker verre van een gestorven project. Het lijkt me wel heel leuk om ooit nog iets te gaan schrijven voor die band, maar dat is tot op heden nog niet gelukt. Het leuke aan Beachdog is, is dat het eigenlijk echt een zijproject is, waardoor we kunnen doen wat we maar willen. Het is een hele andere stijl, veel minder geschreeuw bijvoorbeeld, waardoor je op een hele andere manier kan spelen en schrijven. Bij dat project kan ik echt enorm mijn ei kwijt, omdat het zo erg bij mij past. Maar dus, nee. Het is zeker geen afgesloten hoofdstuk en ik kijk er naar uit om daar ooit nog aan verder te werken.

Soms zie je dat als een zanger twee bands heeft dat deze tegelijktijd touren, of zelfs beide op een concert staan. Zie jij jezelf dat ook al doen?

David: Nee, dat lijkt me echt totaal onhandig. Dan moet je ook twee keer zingen en gaat je stem sneller naar de gallemiezen. Respect voor de zangers die het doen, maar dat lijkt me echt niks voor mij. Nee, Beachdog zie ik niet zo snel het voorprogramma voor John Coffey doen. Dan eerder Tusky bijvoorbeeld.

Die warme band met Tusky is nog altijd aanwezig, toch?

Chris: Jazeker! Bas en Sjors, onze gitaar- en drumtech, spelen daarin waardoor er nog steeds een connectie is tussen de twee groepen. Ik zou zelf heel graag een tour willen doen met Tusky als support. Eigenlijk was het plan ook om ze tijdens onze AFAS show als supportact mee te nemen. Alleen is dat niet handig, want dan zijn we onze crew de gehele dag kwijt. Die AFAS show is zo’n belangrijke, waardoor de focus echt gigantisch hoog ligt. Als je dan tegelijk met ons als met je eigen band bezig moet zijn, dan weet je uit eindelijk niet meer waar je het moet zoeken. Helaas voor hen natuurlijk, maar ik denk dat het zo beter is.

Hebben jullie al een andere supportact op het oog?

David: We hebben er toevallig net een afgetikt, dus dat is super tof. Mij lijkt het ook enorm tof om Tim Vantol als tweede support mee te nemen. Dan hebben we die Brits klinkende band en dan Tim daarvoor.

Chris: Misschien kunnen we Tim vragen doormiddel van dit interview. Tim, heb je toevallig tijd 16 december? (lacht) Zonder dollen, het zal wel enorm leuk zijn om die erbij te hebben.

Als we het dan toch hebben over het concert in de AFAS Live. Al gespannen?

David: Ja nogal. Aan de ene kant is het super leuk, maar aan de andere kant legt het ook mega veel druk op een jaar. Het zijn toch iets van zesduizend tickets die zelf moeten verkopen. Er zit ook een heel tactisch plan achter. Je mag bijvoorbeeld niet te veel shows aannemen, al helemaal niet in de buurt van Amsterdam. Als ik een advies mag geven aan iedere band, dan is het om dit nooit te gaan doen en het te houden bij enkel kleinere clubshows (lacht). Ik weet niet hoe jij dat ervaart Chris, maar ik ervaar het op momenten als super ruk.

Chris: Ik deel die mening. Het is zo serieus iets dat het soms de lol van de mensheid af haalt. Het staat natuurlijk super goed als je het uitverkoopt, waardoor iedereen zijn volledige focus erop heeft. We zitten nu als het goed is over de helft, maar dan heb je alsnog iets van vijfentwintighonderd kaarten die je over de toonbank moet laten gaan. Je moet ineens tactisch gaan werken, je moet tickets verkopen. Maar je wil natuurlijk ook niet zeggen van ‘koop nu tickets!’, want dat past niet bij ons. Mensen moeten gewoon naar een John Coffey show willen komen en we willen ze niks verplichten. Eigenlijk is het allemaal gezeik en gedoe, maar als het straks eenmaal vol staat dan is het enorm vet.

Stel je verkoopt het niet uit, ben je dan nog steeds tevreden?

David: Oh jawel hoor. We stonden allemaal enorm achter deze keuze. En nu we eenmaal over de helft zijn, dan ziet het er al leuk uit. En straks als we bijvoorbeeld op vier of vijfduizend zitten dan zijn we ook al tevreden. Nee, ik vind het sowieso cool en mij maakt het niet uit voor hoeveel man we daar staan. Toen we John Coffey nieuw leven gingen inblazen, gingen we de clubs af die ons interessant leken om te doen. Dan kom je bijvoorbeeld uit op een bovenzaal van de AB, de clubzaal van de Trix, een Paradiso of de Tivoli in Utrecht. Maar die hebben we allemaal al een keer gedaan. Bij zo’n terugkeer hoort echt iets spannends, iets nieuws. Toen kwam de AFAS Live bij ons op.

Chris: John Coffey werkt eigenlijk het beste als er een uitdaging in zit. Steeds iets verzinnen wat we misschien net niet kunnen bereiken, maar dan wel gewoon gaan doen. Dat je dat onderbuikgevoel hebt van ‘Fak, is dit wel een goed idee?’. En daar worden wij ook gewoon enthousiast van, daar draaien we op. In het begin van onze carrière hadden we De Helling in Utrecht als doel. Op de avond van onze releaseshow van Bright Companions kregen we het nieuws dat we de show in De Helling hadden uitverkocht, iets wat natuurlijk geweldig was om te horen. We hebben steeds die doelen opgeschoven. Na De Helling kwam de Melkweg en na de Melkweg kwam de Paradiso. Zo willen we ook steeds blijven groeien en onszelf alsmaar uitdagen.

David Achter de Molen © CPU – Nathan Dobbelaere

Na de AFAS Live blijft er weinig groters over lijkt mij.

Chris: Dat is zo inderdaad. Ik denk dat het hierna niet heel veel groter gaat worden. En dat wil ik eigenlijk ook onze fans niet aandoen, omdat het dan te commercieel gaat worden. Om eerlijk te zijn denk ik persoonlijk ook dat de show in de AFAS Live slechts een eenmalig ding gaat zijn. We willen met deze show echt een statement maken. We willen bewijzen dat dit in Nederland kan met een groep als John Coffey. Met een band die niet op tv of op de radio komt, maar wel gewoon een AFAS Live kan vullen. Je hoeft geen artiest te zijn die vier keer per uur op Radio 538 voorbij komt om iets groots te willen doen. Dat willen we bewijzen en we zijn al aardig op weg om dat voor elkaar te krijgen. En als die de dag van te voren uitverkoopt, plakken we er gewoon nog een concert aan vast! (lacht)

Daar houden wij je aan. Wat kunnen we eigenlijk verwachten in december?

David: Daar is op dit moment nog niet veel over bekend. We zijn nu aan het kijken wat de mogelijkheden zijn, want je moet het podium natuurlijk inrichten. Bands die altijd voor vijf à tienduizend man spelen, hebben een vast pakket waarmee ze al jaren aan het touren zijn. Voor ons is dit maar een eenmalig dingetje, dus we moeten alles nog uitzoeken. We hebben echt enorm vette ideeën en we gaan kijken wat mogelijk is. Het gaat in ieder geval echt enorm vet worden, dat is een ding dat ik kan verzekeren.

Kan je ons een tipje van de sluier geven?

David: Eigenlijk niet, maar ach… wat maakt het ook uit. We hebben een idee met verhogingen, maar meer zeggen we niet.

Chris: Ik wil zelf iets met motoren doen, alleen krijg ik de rest niet mee in dat plan. (lacht)

We gaan het zien in december. Maar in de tussentijd komt er ook nog een nieuw album uit.

David: Ja, Four! Word echt heel leuk. Er staan wel wat draken op hoor. Op iedere John Coffey plaat staan altijd minimaal een of twee van dat soort nummers, dus ook op dit album. Op The Great News was dat bijvoorbeeld “All Horses”, wat ik zelf best ruk vond. Maar er staan ook genoeg toffe nummers op hoor. “STEAM WALTZ” bijvoorbeeld. Of “The Sunset”, die we hier op Jera voor het eerst live speelden. Er staat eigenlijk best veel leuks op. Zo vind ik bijvoorbeeld de intro van de plaat, met het nummer “SING and hope it’s out of tune“, echt enorm vet.

Chris: Ik vind die ook heel tof, alleen als single werkt die niet echt. We hebben dat echt geschreven voor liveoptredens. Maar het wordt sowieso echt een vet album. “Naaste” is een van mijn favorietjes. Het is een wat langzamer, rustiger nummer. We hadden voor dat lied broeder Dieleman gevraagd om mee te werken. Dat is echt een fantastisch persoon waar we al jaren contact mee hebben. Zijn toevoeging zorgt ervoor dat ik echt super enthousiast ben over dat nummer en ik wil “Naaste” het liefst vandaag al de wereld inbrengen, zo goed vind ik het. Ik denk dat Four een typisch, old-school John Coffey album wordt. Alleen dan anders en beter dan de vorige platen.

Is “Naaste” ook je favoriet van het album?

Chris: Dat weet ik niet zeker. Voor mij is het een heel persoonlijk nummer. Ik liep al jaren met het idee rond en heb ook het volledige lied geschreven. Ik twijfelde ook heel lang of we dit wel moesten doen, omdat het zo persoonlijk is en ik er best onzeker over was. Maar uit eindelijk is die erop gekomen en broeder Dieleman is er bij gekomen. Die connectie tussen ons klikte zo goed in elkaar. Toen werd het nummer voor mij gewoon zoals het moest zijn. Ik vind “The revenue was sick!” ook echt een topper. Ik weet dat David hem live niet echt heel fijn vind, maar op de plaat is die zo vet. De sfeer van dat lied is echt geweldig.

En voor jou David?

David: Ik denk toch dat dat “SING and hope it’s out of tune” is. Ik vind die techniek daarin heel cool. Het gaat over het gevoel dat je een negen-tot-vijf-baan hebt en dat je je leven een beetje aan het vergooien bent in een cliché van ‘gewoon je ding doen en niet echt leven’. Het schreeuwen van de woorden ‘wake up’ zorgt voor mij voor een eyeopener dat het leven te kort is voor dat soort dingen. Ik weet niet of ik het het interessantste nummer vind van het volledige album, maar de thematiek vind ik wel heel cool. Het werkt ook gewoon zo goed als opener, dat maakt het mijn favoriet.

We gaan op 18 augustus, wanneer het album Four uit komt, zien of deze nummers ons ook zo kunnen raken. Bedankt voor jullie tijd.

Facebook / Instagram / Website

Fan van de foto’s in dit artikel? Op onze Instagram staan er nog veel meer!

184 posts

About author
'Bongo' Bryan
Articles
Related posts
LiveRecensies

John Coffey @ Trix (Club): Een terugkeer in glorie

John Coffey is weer volledig terug in België. Waar de groep na hun terugkeer in hun thuisland al lang en breed op…
InstagramLiveRecensies

Rock Olmen 2024 (Festivaldag 2): Stilte voor de storm

Ook op de tweede en laatste dag van Rock Olmen bleef het festival gespaard van het voorspelde wisselvallige weer. De line-up zag…
LiveRecensies

Jera on Air 2024 (Festivaldag 4): Kers op de mislukte taart

Vier dagen Jera on Air… dat is eigenlijk anderhalf etmaal te veel. Voor de dertigste verjaardag boekte de organisatie er nog een…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.