LiveRecensies

Alela Diane @ Botanique (Orangerie): Knus en kristalhelder

Alela Diane

De bakstenen van de oude Orangerie te Brussel gingen gisteravond gekleed in fluwelen folk en hoge verwachtingen. Op het uitverkochte programma stonden Alela Diane en The Hackles – die tweede zowel als voorprogramma als als begeleidende band. Onze laatste afspraak met Diane dateert al uit 2018, toen ze langspeler nummer zeven – Cusp – kwam voorstellen in de Vooruit in Gent. Toen al speelde ze een ongelofelijk mooi concert bij elkaar, maar ook in het algemeen leken de Lage Landen altijd al iets te hebben met de americanaprinses uit Californië. Nu, vijf jaar later, tekenen we weer present ter ere van de geboorte van Looking Glass, een plaat die nog meer dan Cusp kiest voor zuinigheid, voor simplesse. Zo daalde Diane de afgelopen twintig jaar af binnen het folklandschap, en ruilde ze de scherpere riedeltjes van Forest Parade (2003) en The Pirate’s Gospel (2004) – respectievelijk haar eerste werk en haar doorbraakplaat – in voor harmonie en zachtheid.

The Hackles zijn een ensemble uit Oregon die ook minstens hun weg kennen in datzelfde folklandschap. Het trio maakt sinds 2018 platen die allemaal goed ontvangen werden, surtout binnen de specifieke americana- en country scene. Ze spelen een fijne set als opwarmer, maar mogen ook nadien blijven plakken. Alela Diane wordt zo een hele avond geruggesteund door o.a. piano, viool, klarinet en gitaar – The Hackles kijken niet op een instrument meer of minder en wisselen gezwind tussen en binnen nummers. De band berijdt hun stokpaardje van melodieuze harmonieën met elegantie en twinkelende gitaren, en is zo een perfecte aanvulling op de hoofdact, zonder ooit het risico te lopen die te overmeesteren.

Hoewel The Hackles gesmaakt worden – het publiek kijkt evenwel niet op een folkact meer of minder – is het toch vooral wachten op Diane, die om iets na 9u op het podium verschijnt. Met ingehouden adem luistert de rijkelijk gevulde Botanique naar een eerste greep liedjes, allemaal uit Looking Glass. De Amerikaanse zal zo achtereenvolgens acht van de elf liedjes van die jongste plaat spelen. Sommige solo op piano, sommige met de drie koppen van de Hackles in haar rug. Op “When We Believed” mogen Kati Claborn en Halli Anderson hun ‘five minutes of fame’ komen halen met enkele mooie solostukken op klarinet en gitaar. Alela Diane zet zichzelf echter noot na noot op de voorgrond met haar ijzersterke stem, breekbaar als een spiegel en zacht als een kussen. Vooral op “Camellia” en “Howling Wind” smelten we een beetje.

Wanneer Diane voor “Dream A River” haar gitaar even verkeerd stemt – ’that was a near disaster’ – toont ze zich hèèl eventjes de perfectionist zoals ze door haar muziek afgebeeld wordt – heldere stem, elegant georchestreerde nummers zonder overbodige franjes. Wanneer ze drie minuten later nog steeds diezelfde gitaar in de plooi probeert te krijgen, lacht ze met zichzelf, terwijl Luke Ydstie een soort mooi wachtmuziekje op de piano begint te spelen: ‘Yes, you are at a piano concert now.’ Even later raakte ze verstrikt in haar rok bij het bedienen van de onderbelichte pianopedalen – danku techniek – en betrekt ze ook hier het publiek bij het ontwarringsproces. Waar ze zich in haar songs eerder au sérieux neemt, staan de bindteksten bol van huiselijke schattigheid en zelfrelativering.

Na enkele nummers weg in de set te zijn, staan twee dingen gebeiteld in steen: Alela Diane’s loepzuivere engelenstem, en de humor waarmee ze steeds terug naar de aardse regionen van het gewone volk keert, waar we hongerig naar meer op haar zitten te wachten. Ons inziens is het die combinatie die deze zaal ook vandaag heeft doen uitverkopen. Ze vraagt zo’n tien keer of we in het publiek allemaal nog blij en oké zijn, en verontschuldigt zich voor elke gitaarstemming die langer dan een halve seconde duurt. Of het een marketingtactiek is of gewoonweg een warme persoonlijkheid; we weten het niet – al vermoeden we het tweede.

Als Diane halfweg de set het ene na het andere ouder nummer van het schap neemt, blijken die nummers ons kippenvel te geven alsof het de eerste keer is dat ze ter onzer oren komen. Powervrouwen met even gepeperde stemmen als Liz Green en Cate Le Bon passeren in ons achterhoofd bij het horen van deze oldschool Diane. Het prachtige “Oh! My Mama” zorgt voor luid geklap en blije gezichten, in alle uithoeken van de zaal. Mondhoeken en telefoons gaan naar boven, en ook wij zijn blij dat we ons favoriete nummer hoorden. Onder meer deze song – “The Rifle” en “The Pirate’s Gospel” zullen ook nog de revue passeren – maakt duidelijk waarom Holocene records in 2006 besloot van haar zelfuitgegeven tweede ep een gepolijste re-issue te maken.

Met het wondermooie “Ether & Wood” sluit de Amerikaanse af. Meneer Hackles neemt voor een laatste keer plaats aan de onderbelichte piano en begeleidt Diane veilig en elegant naar het einde van de avond. Terugkomen doet de zangeres voor één enkel nummer – solo dan nog wel. ‘What would you like to hear now?’ vraagt ze. Op dwingend verzoek van de luid brullende heer naast ons, en met hem nog veel brullende heren elders, wordt “Tired Feet” de echte afsluiter van de avond. ‘Oh, I didn’t practice this song – let’s see how it goes.’ Alsof het een optie was dat dit nummer niet ook prachtig zou klinken.

Zoals een goede wijn lijkt Diane elk jaar, elk album en elke live-passage zachter te worden, en hoewel we de scherpe kanten van in den beginne op plaat soms kunnen missen – de ‘freakfolk’ en tegendraadse knauwen uit The Pirate’s Gospel, vooral – is er geen enkel nieuw nummer dat inboet aan intensiteit, complexiteit, intimiteit. Vooral live, zo blijkt. De zangeres distilleerde de helderheid uit haar vroeger werk, bezong nieuwe thema’s zoals moederschap en nostalgie. Eén ding is echter onveranderlijk; Alela Diane’s stem staat als een huis. Een huis met veel grote ramen, maar evenveel knusse hoekjes om in weg te kruipen.

We kunnen best geloven dat Cate Le Bon en Overmono de afgelopen maanden goede concerten speelden in deze Orangerie, maar ons inziens past de warme fluisterfolk van Alela Diane het allerbest bij de gezellige bakstenen en oude serre, die destijds de appelsienenbomen moest beschermen tegen de kou. Ook wij kunnen er dankzij de warmte van gisterenavond weer eventjes tegen.

Website / Facebook / Instagram

Setlist:

All the Light
Paloma
When We Believed
Dream A River
Of Love
Howling Wind
Strawberry Moon
Camellia
The Rifle
Oh! My Mama
Dry Grass & Shadows
Who Knows Where the Time Goes? (Sandy Denny cover)
Emigré
I Thought I Knew
The Pirate’s Gospel
White As Snow
Ether & Wood

Tired Feet

Related posts
LiveRecensies

Pond @ Botanique (Museum): Gewichtig psychedelisch

Met de hoeveelheid muziek en de lengte van zijn bestaan, heeft Pond nog niet al te vaak in België gestaan. Dat heeft…
LiveRecensies

Mudhoney @ Botanique (Orangerie): Back to basics!

In tegenstelling tot de grote vier van Seattle — Alice in Chains, Pearl Jam, Nirvana en Soundgarden — heeft Mudhoney altijd genoegen…
AlbumsFeatured albumsRecensies

Riptunes - Ready for the Revolution (★★★): Charmant en wisselvallig

Wat een heerlijk debuut leverde Riptunes vorig jaar af. Negen vrouwennamen, negen liedjes. De rasperige en doorleefde stem van Luc Dufourmont en…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.