FeaturesInstagramInterviewsUitgelicht

De Grote Beren van Morgen 2023: RONKER

© Nathan Dobbelaere

We ontdekken dagelijks nieuwe nummers, albums en vooral ook nieuwe artiesten. Sommige acts laten zelfs zo een grote indruk achter, dat we hen een extra duwtje in de rug willen geven. In januari stellen we daarom elk jaar onze ‘Grote Beren van Morgen’ voor, waarmee we acts met veel potentieel in de schijnwerpers zetten en doorheen het jaar wat nauwgezetter volgen. Na een succesvolle editie vorig jaar, nodigden we dit jaar opnieuw acht opkomende acts uit voor een interview en gebruikten we de sfeervolle ruimtes van Trix als decor voor enkele portretten. Vandaag stellen we met plezier de luidruchtige rockers RONKER aan je voor. De band bestaat uit Jasper De Petter (stem, gitaar, klimmer), Bram Delcourt (bas), Jens Van Den Borre (gitaar) en Matteo ‘Bennie’ Beyney (drums).

Hoe zouden jullie RONKER aan iemand voorstellen die er nog niet vertrouwd mee is?

Jens: We zijn luid. Breng uw oordoppen mee.

Jasper: Luid is een belangrijk sleutelwoord. Muzikaal gezien vind ik ons Sepultura, maar dan gespeeld door Nirvana. Het leunt dicht tegen metal aan, maar dat is het niet. Het heeft heel veel punk- en lofi-elementen en ook wat hardcore. We spelen eigenlijk alles dat hard en luid is binnen gitaarmuziek.

Vat dat de bandnaam ook samen?

Jens: Het doet pijn, maar het is leuk dat het pijn doet.

Jasper: Zo’n beetje de pijn van een puist die je openduwt. Dat openduwen voelt eigenlijk wel goed aan.

Er zit wat ADHD in onze muziek.

Wat zijn dan de basisingrediënten van jullie muziek? Wat komt vaak terug?

Bram: Het agressieve van de hardcorepunk en het nonchalante van de postpunk.

Jasper: RONKER is een gevoelsmatige band. We proberen een hoge intensiteit te bereiken. We gaan van klein naar heel heftig. RONKER is elke zestien maten nieuwe peren op uw smoelbak.

Bram: Lekker abrupt. We zoeken naar contrasten. Er zit ADHD in onze muziek.

© Nathan Dobbelaere

Als je het zo zegt, lijkt het alsof er geen plan is bij het schrijven van de muziek. Het gebeurt precies allemaal organisch.

Bennie: We willen altijd een nummer van twee minuten maken.

Jens: En dat is nog niet gelukt. Er is altijd wel iemand die nog een riff in zijn schuif heeft liggen.

Bennie: We zijn een echte repetitiekotband. En zo worden andere songs geschreven dan wanneer je het achter een computerschermp zou doen.

Is het project dan ook zo ontstaan? Dat iemand zei van: ‘Ik heb een idee!’? Of hoe is RONKER begonnen?

Bram: Dat is vaag. We hebben samen al in veel bandjes gespeeld. Het was lang geleden dat we iets hard deden. We hadden zin om iets stevigers te doen. Bij ons vorige project was de bassist vertrokken. We wilden iets nieuws, en daar is dit uit voortgekomen.

Jasper: We gaan even terug in de tijd naar 2017. Bram gaat op wereldreis en ontdekt in Australië – of al places – de postpunk. Ondertussen werd ik hier opnieuw verliefd op de thrashmetal uit de jaren ’80. Eenmaal terug in België, was de drang groot om een nieuw project uit de grond te stampen. “War Pigs” van Black Sabbath was het startpunt, maar er is geen goede heavy metalband aan RONKER verloren gegaan. Gelukkig was er corona om ons tijd te geven en zo onze sound te vinden.

Bram: Door de combinatie van de jaren ’80 thrashmetal en postpunk, botsten we op iets dat bijvoorbeeld al bestond in Amerika. We zijn nu pas veel bands aan het ontdekken die gelijkaardige dingen doen als wij. We zijn daar nonchalant ingerold. Zoals de jongens net zeiden, schrijven we alles op repetitie en iedereen arrangeert mee. Dat kan nog organisch groeien. We merken wel dat we nu ergens tussen noise, postpunk en alternatieve metal zitten. Dat is een coole plek, want we worden uitgenodigd op elk feestje.

Door de combinatie van de jaren ’80 thrashmetal en postpunk, botsten we op iets dat bijvoorbeeld al bestond in Amerika. We zijn nu pas super veel bands aan het ontdekken die hetzelfde doen als wij.

Voor ieder wat wils.

Jasper: Zonder compromissen te sluiten. We mogen op tenen trappen en sonisch gezien doen we mensen pijn aan de oren. We mogen onvoorspelbaar zijn en toch past dat in veel laatjes van de hardere gitaarmuziek.

© Nathan Dobbelaere

Is er binnen jullie evolutieproces nog een toekomstvisie of richting die jullie graag willen uitgaan?

Jens: Ik denk vooral veel shows spelen. We hebben er vorig jaar 32 gespeeld. Volgend jaar gaan we voor 60. We brengen in april een ep uit, onder Labelman: Self Loathing Self Help. En in het najaar van 2023 nemen we al onze debuutplaat op. Wat daarna komt, zien we dan wel. Een buitenlandse tournee zou top zijn.

Bennie: Hard werken. Geld verdienen.

Dat kan, hè. Metallica gaat volgend jaar op tour.

Jasper: Dan zou ik eerder gaan voor Soft Play, het vroegere Slaves. Het zou superdupercool zijn om met zulke bands mee op tour te gaan. Sonisch gezien zou het matchen met postpunkbands à la The Murder Capital of noise-kings Lysistrata, maar even goed met Voivod dat thrashmetal speelt.

Zijn alle groepen die je net vernoemde ook jullie inspiratiebronnen?

Jens: Dat is Limp Bizkit, hè. Dat is onze grootste inspiratiebron.

Jasper: Honderd procent.

Bram: Wat we met RONKER doen, is genre-overstijgend. Je pikt overal iets op en zo probeer je het onconventionele in songstructuren te zoeken. Zulke onverwachte dingen dwingen je om naar een nummer te luisteren. Dat proberen we erin te steken. Dat komt zowel voor in de zware muziek, maar ook bij bands als GoGo Penguin.

Bennie: Voordat RONKER begon, luisterde ik enkel naar Foo Fighters. En soms in de weekends Biffy Clyro.

Jasper: Het interessante bij RONKER is dat we allemaal een beetje uit onze comfortzone zijn gestapt. Liever snel naar de hel, dan traag naar de hemel. We zijn heel naïef op onze instrumenten. Dat is superdupercool. Dat zorgt ervoor dat we geen specifiek muziekgenre kunnen spelen.

We zijn heel naïef op onze instrumenten. Dat is cool. Dat zorgt ervoor dat we geen specifiek muziekgenre kunnen maken.

Is de groep meer een ontdekkingsreis voor jullie samen?

Gezamenlijk: Ja, absoluut.

© Nathan Dobbelaere

Wat is dan een van jullie voorlopige hoogtepunten?

Bennie: Sowieso de Street-stage, het leukste podium van Rock Herk. Dat was honderd procent madness.

Jasper: Dat was een keerpunt en heeft ons, volgens mij, als band gevormd. Het draaide tijdens die show niet rond ons, maar om de connectie tussen ons en het publiek. Wij zijn een vrij energieke liveband. Onze energie springt over naar het publiek en dat geeft het dan driemaal zo hard terug. Rock Herk drukte voor ons de blueprint van wat RONKER in essentie is. Samen harder gaan dan je eigenlijk kan. Als Rock Herk ons ooit nog eens nodig heeft, staan we klaar.

Bennie: Elk festival zou zijn eigen Street-stage moeten hebben.

Jens: Eigenlijk was het opnemen van onze eerste videoclip ook een hoogtepunt.

Bram: Neen, dat was hét dieptepunt.

Niemand heeft ooit 60 liter slachtafval geroken. Dat is intens.

Kom, vertel.

Bram: Voor de clip van “Goliath” was het plan om iemand in een bad vol organen te steken. Wij zijn van Denderleeuw. Denderleeuw staat bekend voor Rendac, waar karkassen vermalen worden. Vandaar het idee.

Bennie: Als je ’s morgens je vensters openzet, ruik je de walm onmiddellijk.

Jasper: Als er ergens een walvis aanmeert, wordt die verbrand in Denderleeuw. Soit, we gingen met twee gigantische vriezers uit West-Vlaanderen zestig liter slachtafval halen. Die darmen waren echter niet gekuist.

Bram: Die worden sowieso niet gekuist.

Jasper: Ja, maar jij zei tegen mij wel van, hè…. In ieder geval, de darmen zaten vol met kak en methaangas, waardoor ze maar niet bevroren.

Bram: Extra detail: die vriezer werkte eigenlijk niet.

Jens: Nu komt het beste van het verhaal. Bram moest eigenlijk op reis vertrekken. Plots zaten we daar met zestig kilo slachtafval in zijn huis. Dat begon te stinken, want die darmen begonnen te zwellen en het gas steeg. We belden naar Rendac. Die mannen zeiden dat ze ons een offerte zouden opsturen en pas maandag zouden ophalen. Het was zaterdag.

Bram: Uiteindelijk zouden ze zelfs pas op dinsdag komen. Het was een gigantische lijkgeur. Je moet ook weten dat mijn buren en ik een oprit delen. Mijn garage en hun terras liggen vlak naast elkaar.

Jens: Buurman Johnny was al aan het kijken wat we aan het doen waren. Niemand heeft ooit 60 liter slachtafval geroken. Dat is intens.

Bennie: Ik heb overgegeven.

© Nathan Dobbelaere

Ben je dan uiteindelijk in dat bad geweest?

Jasper: Nee, anders was ik vermoedelijk gestorven door infectieziektes. En ik denk dat mijn madam me ook nooit meer zou willen aanraken. We hebben toen een put gegraven, die eruit zag als een lijkput, waarin we de zestig liter in begroeven.

Ligt dat er nog?

Bram: Nee, dat vergaat snel. Ze deden daar ook kalk over. Dat is nu ook heel vruchtbare grond geworden. De grond daar zit nu vol met nitraten.

Zijn jullie nog zo’n obstakels tegengekomen als band?

Jens: Nee we zijn nog geen obstakels tegengekomen. En als we er zouden tegenkomen, hebben we een heel sterk team. Laat die obstakels maar komen, motherfuckers.

Jasper: We doen dat ook niet om superdupercool te zijn, maar voor de glorie van rock-‘n-roll. De mensen waarmee we ons omkaderen, zijn allemaal verstandig. Die geloven in ons. Zo kunnen wij RONKER zijn.

Bram: Dikke merci aan onze manager, booker en label. Er is veel vertrouwen in elkaar.

Het jaar loopt bijna op z’n einde. Hoe zou je het omschrijven in enkele zinnen?

Bram: Heel zot. We mochten veel spelen. Alles verloopt vlotter dan we hadden gehoopt. We zitten op dezelfde lijn en werken hard.

We proberen niet teveel in onze kaarten te laten kijken. We gaan veel spelen, maar de ambities…. Ik weet nu niet of we dat wel allemaal mogen zeggen

Liggen jullie ambities voor volgend jaar dan hoger? Of wat zijn die nu?

Jasper: We proberen niet teveel in onze kaarten te laten kijken. We gaan veel spelen, maar de ambities…. Ik weet nu niet of we dat wel allemaal mogen zeggen. We zitten bij Toutpartout, dat is voor ons het ideale boekingskantoor met veel connecties en dezelfde drive om er iets van te maken als RONKER. 2023 moet vooral het jaar worden waarin we creatief enorm hard willen bezig zijn. In april brengen we de ep uit. Nu staan onze neuzen vooral gericht op het opnemen van de debuutplaat. Harder, sneller en nog kappoter dan voordien.

Wat is ten slotte jullie ultieme droom voor volgend jaar?

Jasper: Ik wil samen spelen met Megadeth.

Bram: Ik zou toch nog graag een videoclip met ingewanden schieten.

Bennie: Veel goede shows spelen en lekker eten krijgen.

Jens: Hebben we geen goede oneliner om mee af te sluiten?

Bennie: ‘No guts no glory’. Voilà, dat heeft een verhaal.

Fan van RONKER? Volg ze op FacebookInstagram en Spotify.

RONKER kan je o.a. aan het werk zien in De Centrale in Gent op 25 januari, 10 februari op We Are Open in Trix en op 22 april op Ik Zie U Graag in Breda.

Morgen ontdek je onze volgende ‘Grote Beer van Morgen’.

De Grote Beren Van Morgen 2023:

Maandag 2/1 – TJE
Dinsdag 3/1 – RONKER
Woensdag 4/1 – judith
Donderdag 5/1 – Adja

Foto’s door Nathan Dobbelaere
Creative direction door Maxim Meyer-Horn
Interview door Lucas Palmans
Tekst door Cédric Ista
Speciale dank aan Trix

Related posts
Nieuwe singlesOude Bekenden

Nieuwe single Dad Magic - "Reruns"

Nu 2024 haar laatste kwartaal ingaat, moeten we bijna afscheid nemen van onze Grotere Beren van Morgen 2024. Uit de gitaarhoek kozen…
LiveRecensies

Leffingeleuren 2024 (Festivaldag 2): Eb en (in)vloed

Waar de eerste dag van Leffingeleuren nogal wisselvallig en kil was, wist de zaterdag van het festival toch vooral zon en mooie…
FeaturesInterviewsUitgelicht

Interview RONKER: ‘We zijn eigenlijk jongens in een mannenlichaam’

Recht uit het slijk van de Denderstreek maakt RONKER al twee jaar lang Belgische cafés en clubpodia onveilig. Dankzij de intense livereputatie…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.