FeaturesInterviews

Interview MICH: ‘Het is duidelijk waar onze eigen beperkingen liggen’

© Harry Brieffies

De Amsterdamse postpunkband MICH is aan het oefenen in hun oefenruimte. Na elk nummer blaast drummer Mick Johan warme lucht in zijn handen. ‘Het is koud man’, zegt hij kijkend naar de andere bandleden. ‘Dan moet je gewoon sneller spelen, dan krijg je het vanzelf warm’, is de reactie. De oefenruimte is in het atelier van Johan en is een veel te grote ruimte om te verwarmen. Er is wel geprobeerd om het gedeelte waar geoefend wordt met karton af te scheiden van de andere ruimte, om wat warmte vast te houden. Maar dat is zo te voelen niet echt gelukt.

MICH is aan het repeteren voor een korte tournee naar aanleiding van hun pas verschenen derde album Nuts. Eigenlijk zijn het twee bands onder één naam: een studioband en een liveband. De eerste bedenkt en maakt de albums, en bestaat uit zangeres Sofie Winterson, gitarist Pieter Jansen, toetsenist Rimer London, bassist Bastiaan Bosma en drummer Mick Johan. De liveband bestaat daarentegen uit Winterson, Bosma en Johan, die worden vergezeld door gitaristen Barend Brieffies en Benny Kompala, en bassist Marc Kniphorst. Wij spraken Bastiaan Bosma en Mick Johan onder andere over de verschillen tussen het spelen in de studio en live, het schrijven van nieuwe nummers, Nuts en muziek als hobby.

‘Live spelen moet, dat verwacht het label ook van ons’, vertelt Mick ons. ‘De meesten van ons vinden het ook leuk. Als je ons nu hoort met Marc erbij–dat klinkt als een huis. Die liveband staat echt.’ Hij stelt de nummers pas echt te kennen op het moment dat het live gespeeld wordt, gezien het feit dat de Amsterdammers de liedjes daarvoor nog nooit samen speelden. Ieder bandlid neemt het namelijk afzonderlijk van elkaar op in de studio. ‘Ik hoor een nummer een paar keer en dan speel ik het ook meteen in. Een album duurt misschien drie uur om op te nemen en al die nummers heb ik misschien twee dagen ervoor gehoord. Er zit dus eigenlijk nul diepte in het spel op het album als je het vergelijkt met live spelen. Als we een paar shows onderweg zijn, gaan we ook nummers aan elkaar weven, de structuur van de nummers wordt dan veranderd. Dus live zijn we echt anders. We zijn dan echt een liveband.’

Mick en Bastiaan spelen beiden zowel in het studioproject als in de liveband. Ze kennen elkaar van hun gezamenlijke tijd in de punkband Firestone. Mick: ‘Wij hebben heel veel live gespeeld, nummers gemaakt en veel gelachen! De meest irritante band om in te zitten qua persoonlijkheden zeg maar, het was echt grappig. Wij waren echt vreselijke mensen bij elkaar. Die hele band was een punkband, maar we speelde corporate punk. Dus wij hadden nummers die we alleen via internet verspreidden, en we speelden alleen maar als we helemaal gesponsord werden. We benaderden bedrijven als Nike en Converse voor kleren en dan gingen we punk spelen. Heel veel punks vonden dat superkut natuurlijk, want dat kan niet. Wij vonden het juist grappig om daar tegenin te gaan.’ Lachend vertelt hij: ‘Tegelijkertijd stonden wij op de meest domme winkelopeningen te spelen. Het was bijna één grote performance, echt goed. Goed gelukt ook!’

Inmiddels is ook Bastiaan gearriveerd in de oefenruimte. Hij moest nog van zijn werk komen. Net als de rest van de band heeft hij er een baan naast. ‘We zijn te oud om te denken dat we zouden kunnen leven van de muziek’, zegt hij, waarop Mick stelt dat Nederland te klein is voor een band in het genre dat zij maken. Bastiaan vervolgt: ‘Nederland is precies goed om een band als hobby te hebben. Het is volgens mij het enige land ter wereld waar je gewoon overal kan spelen en ’s avonds weer in je eigen bed kan liggen zonder dat je op tour hoeft te gaan. Het is dus eigenlijk heel lekker dat je gewoon je werk kan doen én muziek kan blijven maken. Ik moet er wel iets bij doen, anders word het wel een beetje saai.’ Mick voegt toe dat dit voor iedereen in de band geldt, ook voor zangeres Sofie. ‘Al heeft zij alleen een bijbaan omdat het moet’, vermoedt hij, ‘ik denk dat zij het liefst alleen maar met muziek bezig zou willen zijn’. Bastiaan geeft toe dat hij het liefst ook alleen maar muziek zou willen maken. ‘Dan moet je alleen ook echt wel wat te doen hebben, niet dat je alleen in de weekenden speelt.’

Veel mensen vinden het verwarrend dat de groep die het album maakt niet dezelfde is die op het podium staat. Bastiaan: ‘Dit is eigenlijk de band en de anderen zijn eigenlijk op de achtergrond de executieve producers. Met MICH oefenen en spelen–dat doen wij met dit groepje waarmee we nu in de oefenruimte zitten. Dit is het uitvoerende deel. Dat andere deel is zo op zichzelf staand. Het voelt ook een beetje alsof iedereen zijn eigen tekeningetje maakt zonder dat de ander zich er mee bemoeit.’ Volgens Mick is Rimer de enige die er altijd bij is tijdens opnames. Soms komt er iemand langs voor de grap. ‘Eigenlijk heb je geen inmenging van de rest’, legt Mick uit, ‘wat fijn is, maar ergens ook wel jammer. Ik vind het altijd wel lekker om wat feedback te krijgen.’

Daar is Bastiaan het niet per se mee eens. ‘Ik heb al in zoveel bands gespeeld, dat ken ik wel. Dit is juist een verfrissende manier’, beargumenteert hij, ‘omdat je dan lekker, als je ergens een uurtje tijd hebt, achter de computer kan gaan zitten. Dan ga ik even door al die demo’s heen, doe ik een zanglijntje, refreintje of coupletje. Of ik speel er op gitaar iets bij. Maanden later hoor ik het terug en dan denk ik soms: oh, dit werkt wel.’ Hij vindt het fijn dat alles op ieders eigen tempo en in je eigen sfeer kan. ‘Het is een soort gekke mix van dingen waar wij eigenlijk niet met elkaar over praten, van dit moet het zijn, of we gaan nu zo’n nummer maken. Het is meer dat ik van de demo’s die ik van Pieter krijg liedjes maak. Dus ik doe er mijn eigen ding mee. Ik ga niet met Pieter in overleg over de tekst, of dat ik vraag: “schrijf eens een keer zo’n soort nummer”. Hij levert mij iets aan. Daar moet ik het dan mee doen.’

Live geeft de band een nieuwe draai aan die nummers. Bastiaan licht toe: ‘Zo hebben wij bijvoorbeeld twee weken geleden liedjes gespeeld van Nuts, die hebben we dan nog nooit live gespeeld. Dat is dan ook weer gek om te horen. Sommige dingen werken live niet, maar wel op plaat, terwijl sommige dingen juist live heel vet zijn. Sommige dingen zijn net iets te geproduceerd. We nemen soms op met elektrische drums en dat kan veel sfeer geven aan het nummer. Soms is een nummer wel heel gebonden aan een sfeer, en dan werkt het live niet zo. Sommige dingen juist wel, die krijgen meer power live. Dat is dus altijd even afwachten.’ Mick: ‘Sommige nummers zijn gewoon niet leuk om te spelen.’ Bastiaan: ‘Gênant.’ Mick: ‘Ja, het is toch gewoon zo?!’

Nuts is het derde album van MICH en voor MICH-begrippen duren de nummers best lang. Er staat zelfs een lied van 3 minuten op. Bastiaan verklaart dat Nuts anders is qua productie, omdat het voor het eerst niet door Rimer is geproduceerd. ‘Rimer heeft de pre-mix gedaan en toen hebben we het door Steven van der Werff laten afmixen. Daardoor heeft het album net weer een andere sfeer. Maar het is niet met een soort concept gemaakt. Voor mij gaat het gewoon zo vloeiend dat ik er niet eens over nadenk. Dan is het af en denk je: “Oh, het past eigenlijk wel mooi in elkaar!”‘. Mick: ‘Het proces gaat ook steeds beter. Daarom klinkt deze plaat rijker. We weten veel beter hoe het werkt.’ Bastiaan vertelt dat de band nog zoekende was op het eerste album, zoekende naar wat voor stijl ze wilden maken, wat voor band ze waren. ‘Nu denken we daar niet echt meer over na. Toen ook niet, maar het is nu voor ons duidelijk waar onze eigen beperkingen liggen, denk ik. We zijn lang zoekende geweest, ook op het podium. We hebben vreselijke shows gedaan.’

Ook Mick vindt dat de band hun draai nu pas echt gevonden heeft. ‘We hebben ook zoveel persoonlijke wisselingen gehad als liveformatie. Tijdens de eerste tour voor het eerste album speelden we met gitaar vanaf de tape. Dan moest ik met een kliktrack elke keer die nummers instarten. Dat is helemaal kut, maar ja, zo werkte het. Het speelde gewoon niet lekker.’ Beide voelen dat MICH nog steeds wel een beetje zoekende is, maar Mick vertelt: ‘Je moet ook een beetje blijven zoeken, dat is helemaal niet erg. Je hoeft niet overal antwoorden op te vinden’.

Als zanger is Bastiaan ook verantwoordelijk voor de teksten. Volgens het label gaan de teksten ‘godzijdank als vanouds over de gigantische leegte in onze levens, die ons langzaam tegen de plinten van ons bestaan lijkt te verpletteren.’ Hij legt uit dat de teksten opkomen bij de nummers, soms in de titel van Piet. ‘Hij geeft altijd hele grappige titels wat een soort dagboekjes zijn. Bijvoorbeeld dat zijn vuilcontainer is verplaatst of dat zijn kat is overleden. “Jack died” of “Container moved” krijg je dan. Dat kan een soort inspiratie zijn. Ik schrijf op mijn telefoon allemaal dingetjes op die ik op tv zie, of in een film, of die ik zelf bedenk. Vaak mondt dat dan weer uit in een tekst of zinnetje wat dan ergens in past, maar dat heb ik pas als ik de muziek hoor, zeg maar. Vaak is het fonetisch. Het is dus niet dat ik hele gedichtenbundels heb liggen waaruit ik kan putten. Nog niet in ieder geval.’ Lachend voegt hij toe: ‘Er komt nog zeker een autobiografie in dichtvorm!’

Nuts ligt nog niet goed en wel in de schappen, of Bastiaan vertelt ons dat hij al bezig is met een opvolger. ‘Ik ben deze maand alweer bezig geweest met het volgende album, met oude dingetjes van Piet en wat nieuwe dingetjes, die heb ik nu alweer bijna klaar. Dus dat kan heel snel gaan. Op dat nieuwe album ben ik weer bezig om het allemaal heel kort te houden. Dat vind ik eigenlijk wel heel erg tof, om het echt heel kort te houden. Het is wel een kick. Qua teksten probeer ik dus elk woordje dat te veel is er uit te halen, zodat het echt soms heel veel staccato en heel weinig woorden heeft. Dat vind ik wel leuk. Het is meer dat je jezelf een kader geeft waarin je werkt. Dat hebben we ooit bedacht. Zo van, we doen het lekker kort. Piet maakt altijd korte coupletjes en refreinen. En dan moet ik daarmee werken. Ik kan een introtje of een outrotje erbij maken. Op Nuts hebben we dat wel meer gedaan. Het is ook niet dat het een vereiste is om het zo kort mogelijk te houden. Soms werkt een nummer leuk als je het iets meer ruimte geeft, of een bruggetje, of een stukje waar geen tekst inzit. Het is ook wat bij het liedje werkt. Op het volgende album gaan de nummers toch weer naar de anderhalve minuut denk ik.’

MICH gaat de komende tijd op tournee door Nederland. Op 30 december zijn ze te zien in de Amsterdamse poptempel Paradiso, op 6 januari in de Zwarte Ruiter in Den Haag, 7 januari in Rotown in Rotterdam en op 26 januari in Tivoli Vredenburg in Utrecht.

Facebook / Instagram

Beluister de singles van de week op onze Spotify.

Related posts
Nieuwe singlesOntdekkingen van "Den Beir"

Nieuwe single MICH - "Burning Arms"

Zangeres Sofie Winterson, van de Amsterdamse postpunk band MICH, had het ons al verteld toen wij haar aan het begin van de…
FeaturesInterviews

Interview Sofie Winterson: 'Je krijgt heel veel ongevraagd advies, daar zit mijn inspiratie in'

Het begin van de nieuwe zomertour van MICH begon met een kleine, technische hapering. Net op het moment dat de band klaarstond…
InstagramLiveRecensies

Best Kept Secret 2023 (Festivaldag 3): Tot het einde goed

De negende editie Best Kept Secret is intussen weer op haar einde gekomen. Op de derde en laatste dag van het festival…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.