Waar de Californische band Red Hot Chili Peppers zichzelf ooit jaren de tijd gaf om terug de studio in te duiken en met nieuw materiaal naar buiten te komen, werden we eerder dit jaar danig verrast. Tijdens de opnamesessies van Unlimited Love, het album dat in april verscheen, heeft de band onder toeziend oog van producer Rick Rubin maar liefst vijftig nummers opgenomen en volledig afgewerkt. In het verleden losten de Peppers af en toe wat B-sides (in 2013 werden die van hun tiende studioalbum I’m With You nog verzameld op I’m Beside You), maar redelijk wat nummers zullen wellicht nooit het daglicht zien. Bij deze opnames vond de band echter dat er heel wat sterk materiaal tussen zat, waarop de leden beslisten een tweede album uit te brengen.
Return of the Dream Canteen mogen we niet aanschouwen als ‘de nummers die de plaat niet haalden’, maar als een vervolg. Drummer Chad Smith vertelde eerder dat ze de beste songs over twee platen hebben verdeeld, waarbij dit dertiende studioalbum dezelfde kwaliteit, maar een andere vibe met zich meedraagt. Dat konden we al bevestigen met de twee singles die we in de aanloop naar dit album kregen voorgeschoteld. Op “Tippa My Tongue” werden we als luisteraar getrakteerd op een portie funk en de duidelijke boodschap dat de jongens zich vooral geamuseerd hebben in de studio, terwijl we met “Eddie” hun wellicht sterkste nummer van de voorbije twintig jaar te horen kregen – of toch zeker sinds het vertrek van gitarist John Frusciante na Stadium Arcadium in 2006.
Laat ons bij het beluisteren van dit album meteen met de deur in huis vallen: Red Hot Chili Peppers is niet meer de band die ze dertig jaar geleden was. Er wordt steeds meer afstand genomen van de tijd waarin ze hardere albums maakten en ze gaan tegenwoordig voor de meer verfijnde songs. Dat mag, en dat klinkt vaak zelfs best goed. Niet iedere band die de veertig nadert, slaagt er nog in om op kwalitatieve wijze zichzelf heruit te vinden en niet met (te veel) baggernummers af te komen die niets meer zijn dan een rip-off van zichzelf uit de periode dat de grote hits werden gemaakt. Knijters als “Under The Bridge”, “Californication” en zelfs “Dani California” hebben een bepaalde status verworven in de muziekgeschiedenis, waarbij de jongens wellicht niet meer die successen zullen overstijgen, maar de band blijft wel evolueren en maakt oprecht leuke songs, wat ook voor dit album is gebeurd.
Zo slagen de Peppers erin om met “Reach Out” een heel fijn nummer te brengen, waarin hun ruwere kant (die ons hier doet denken aan One Hot Minute, die plaat met Dave Navarro aan de gitaar) wordt samengesmolten met het zachte donsdekentje dat de band bijvoorbeeld op Stadium Arcadium al was. In dezelfde lijn vinden we “Bag of Grins”, wat dreigend begint, vettig klinkt tijdens het refrein en uitmondt in een sterk samenspel van de muzikanten. Wat ons betreft hebben we hier te maken met enkele toppertjes, een gevoel dat we eveneens krijgen bij funky popsong “Bella” en als absolute hoogtepunt bij “Eddie”, een ode aan Eddie Van Halen, die in 2020 overleed. Het is een song die bij de eerste tonen niet klinkt als Red Hot Chili Peppers, al herken je als fan de stijl van gitarist Frusciante vrijwel meteen.
Kiedis klinkt in deze nummers ook best goed, wat we (en dat weten we al langer) niet over alle zangpartijen van zijn hand kunnen zeggen. Op “Peace and Love” klinkt hij bijvoorbeeld zeker niet in zijn beste doen: de hogere en langdurende tonen die hij wil voortbrengen, doen soms wat pijn om te aanhoren. Dat is jammer, want zijn stem kán wel degelijk een vertrouwd aanvoelende warmte uitstralen, zoals in “Afterlife”, maar helaas kan die lijn niet over het gehele album, en bij uitbreiding zijn volledige oeuvre, worden doorgetrokken.
Doorheen Return of the Dream Canteen komen enkele verschillende sferen en stijlen aan bod, waarbij vooral zachte rock- en funktonen de bovenhand nemen. Niet alle nummers zijn even opvallend, maar geen enkel nummer is per definitie saai te noemen. Toch zijn er twee die volledig uit de toon vallen. In “My Cigarette” slaan de Californiërs voor de eerste keer op dit album de bal volledig mis, waarbij Smith deels vervangen wordt door een drumcomputer en Kiedis’ betekenisloze klanken (dit keer luidt het als ‘ma ma ma ma’), die nu eenmaal in meerdere songs een deel van hun repertoire vormen, nooit eerder zó vervelend klonken. Gezien de sterkte van enkele andere nummers wilden we het de band al vergeven, maar ook in het laatste nummer, “In The Snow”, keert dezelfde drumcomputer terug. Waar de Peppers in het verleden met “Road Trippin'”, “Death of a Martian” en zelfs op het vorige album met “Tangelo” telkens dé perfecte hekkensluiter brachten, krijgen we nu een zeer vreemde song die meer richting de lo-fi pop schuifelt, maar allerminst het niveau behaalt van nummers binnen dat genre. We krijgen er zelfs wat koude rillingen van en hopen dat deze zes minuten snel in de doofpot belanden.
Algemeen kunnen we stellen dat Return of the Dream Canteen kwalitatief gezien wat in dezelfde lijn ligt als Unlimited Love, maar door het lagere rockgehalte wellicht niet even hoge toppen zal scheren. Dat Unlimited Love het eerste album was dat op één belandde in de hitlijsten sinds Stadium Arcadium, het laatste met John Frusciante voor diens tweede vertrek, toont nogmaals aan dat de huidige bezetting de beste lading Peppers vormt. Kiedis, Flea, Smith en Frusciante vullen elkaar perfect aan, waarbij de muzikale ondersteuning er ook voor zorgt dat de zwakste schakel, de stem van Kiedis, toch sterk genoeg wordt ondersteund. Ook live is het ondertussen een band geworden die vooral een best of brengt en daarmee veel fans kan plezieren, zoals ze deze zomer deden tijdens Rock Werchter. Uit dit album komen er wellicht geen grote hits naar buiten (al lijkt “Reach Out” daar wel een kanshebber in te zijn en is “Eddie” voor de liefhebbers om van te smullen), maar krijgen we vooral eerlijke, verfijnde songs te horen. Zo te horen hebben hete pepers ook een zachte kant.
Facebook / Instagram / Twitter / Website
Ontdek nog meer nieuwe muziek op onze Spotify.