De carrière van Durand Jones & The Indications kende een sprookjesachtige aanvang, met hun in een kelder opgenomen debuut dat in 2018 opnieuw gereleased werd door Dead Oceans. Met de goed onthaalde opvolger American Love Call (2019) nam hun carrière wereldwijd een nog hogere vlucht. Hun moderne soul wordt gekenmerkt door een heel rijke en zachte instrumentatie, meerstemmige harmonieën en een ongelofelijke positieve energie. In de huidige tijdsgeest was het dan ook reikhalzend uitkijken naar een golf van optimisme met hun nieuwe plaat Private Space.
De eerste single “Witchoo” beloofde alvast een frisse insteek. De periode van afstand tussen de verschillende bandleden in het afgelopen anderhalf jaar had duidelijk flink wat goesting naar de oppervlakte gebracht. Groovy en funky schudden Durand en co zowaar een bescheiden floor filler uit hun mouwen en dat doen ze bovendien met een flinke brok attitude en overtuiging. De videoclip (knap in één take opgenomen) bevestigt die dansdrang. De Amerikanen verbreden hier hun horizon met synths en dansbare tempo’s die ook verder in het album nog hun steentje mogen bijdragen.
De vrijgekomen tijd door het afgelasten van tournees werd bij de Amerikanen duidelijk goed benut. Hadden ze op American Love Call reeds flink wat aandacht besteed aan productie, brachten ze die ditmaal nog naar een hoger niveau met olympische grondigheid qua arrangementen en details. Een achtkoppig strijkersensemble mag bijvoorbeeld meermaals eerste viool spelen bij het inkleuren van de vrije ruimte die de sterke ritmesectie open laat. Zo geven ze het zwoele “More Than Ever” een heerlijke vintage glans in een geluid dat ook hun muzikale helden als Marvin Gaye en Teddy Pendergrass zou bekoren. Ook de chemie tussen de leadzang van de zichzelf verder ontdekkende Durand Jones en het achtergrondkoor mag er zijn. Dat koor is nog wat belangrijker geworden op Private Space en zorgt voor een bepaalde vertrouwelijkheid doorheen het album.
Zichzelf heruitvinden doet Durand Jones dan weer zeker niet. Ondanks nieuwe invloeden blijven hartverwarmende soulnummers als “Reach Out” toch hun corebusiness. Voortschrijdend op een toonaangevende zachte piano is het er eentje van het troostende schouder type, maar wel van de eerste tot de laatste noot doorspekt met eerlijke emotie. Opener “Love Will Work it Out” is tevens een blauwdruk van hun kunnen en rekent op een huppelende baslijn, gracieuze strijkers en de typerende meerstemmige samenzang. De vibrafoon is hierbij een leuk element en ook de timing voor het binnenvallen van het falset van drummer Aaron Frazer klopt hierbij als een bus.
In dat soort nummers horen we zijn stem trouwens het liefst uitblinken. Zeemzoete nummers als “Private Space” en “Ride or Die” krijgen door zijn fijne stemgeluid immers nog een extra laagje glazuur opgegoten. Met (naasten)liefde zoals steeds als rode draad in de teksten, gaan de Amerikanen de grens van het melige dan soms wel wat opzoeken. Gelukkig is er voldoende variatie en spreiding aanwezig om de plaat niet volledig te laten afglijden. Die steek laten ze misschien enkel wat vallen bij “Sexy Thang”, dat maar wat voortkabbelt.
Zoals gezegd blijven Durand en co hun grote idolen met trots op de borst spelden in deze hedendaagse interpretatie van soul uit de gouden jaren. Ten opzichte van hun vorige platen breidden ze hun geluidsarsenaal toch wel wat uit. Disco, funk en af en toe zelfs een heuse beat mogen hun intrede maken. Zo gebruikten ze voor “The Way That I Do” dezelfde gist waar Daft Punk, Jamiroquai en Chic ooit broodjes mee bakten. Ze zetten een heerlijke, funky groove neer, die wat aan Parcels doet denken. Ook “Sea of Love” werkt op de heupen met een vette baslijn, gevarieerde percussie en een vibe die zowaar neigt over te slaan naar italohouse.
Durand Jones & The Indications verkennen op Private Space dus zeker wel nieuwe paden, maar daarvoor gaan ze het zeker niet in een ander park gaan zoeken. De variatie is aangenaam en past perfect bij het karakter dat ze aan de muziek wilden geven: een plaat die zoveel mogelijk mensen blij kan maken. Wereldschokkend is het echter niet en met deze schoorvoetende switch zijn we benieuwd wat de band in de toekomst zal doen. Ondertussen gaan we toch maar lekker genieten van deze heerlijke zomerplaat.