Het gaat de Britse indiebelofte Alfie Templeman voor de wind: sinds zijn succesvolle debuut-ep Like an Animal uit 2018 heeft hij nog drie ep’s de wereld in gestuurd, werden zijn singles getipt door heel wat grote radionamen en sloot hij het bitterzoete 2020 af met een gesmaakte Top of the Pops-performance. Je moet het maar doen op 18-jarige leeftijd. Ondanks de internationale allures is de Brit een echte self-made artiest die zijn muzikale wereld volledig vormgeeft vanuit zijn eigenste slaapkamer. Zijn nieuwste mini-album Forever Isn’t Long Enough is de waardige opvolger van de Happiness in Liquid Form-ep en een voorlopige tussenstop voor die gevreesde debuutplaat, die voorlopig nog even op zich laat wachten. Op het mini-album gooit Templeman alvast zijn vertrouwde slaapkamerdeuren volledig open en leidt hij ons naar een gepolijst en euforisch hoogtepunt.
Acht nummers, waarvan er ondertussen al vier officieel hun weg vonden naar het publiek, maar toch zit dat het plezier niet in de weg. Op de eerste helft van het mini-album brengt Templeman ons een strakkere en meer vreugdevolle versie van zijn klassieke indiesound. Stuk voor stuk zijn het sterke nummers met simpele, maar euforische refreinen in een bijna nostalgische mix van groovy baslijntjes en aanwezige drums. In tegenstelling tot zijn eerdere ep’s heeft het album een extra funfactor en klinkt het allemaal nog meer zomers, meer dansbaar en gelaagd. Gelukkig behoudt Templeman hier wel datzelfde gezellige, jeugdige je-m’en-foutisme dat ons op zijn vorige ep’s ook zo moeiteloos kon bekoren. Het nieuwe “Hideaway” dipt daarbij zelfs even in een zwoele discopoel en ook de nazomerse saxofoon op “Everybody’s Gonna Love Somebody” stampt onze coronadepressie genadeloos aan flarden.
Op de tweede helft schroeft de Brit het energieniveau wat terug en zet hij meer in op een klassiekere 80s-popsoundtrack – de titel “Film Scene Daydream” liegt er niet om – die opnieuw geweldig aanstekelijk blijkt en ons gedwee laat meewiegen. Je zou kunnen zeggen dat Templeman niet de man is van de grote verrassingen en bij momenten op het repetitieve afstevent, maar toch bezit elk van de nummers een ongedwongen coolness waarbij elke klank toch op zijn plaats valt.Van verrassingen gesproken, afsluiter en jazzy samenwerking “One More Day” is dat hier ongetwijfeld wel. Hij wisselt zijn funky gitaarakkoorden in voor een donkere lo-fi beat, waar zijn gedempte vocals zich moeiteloos onder die van de Britse April nestelen. Een ietwat onverwachte afsluiter die aantoont dat ook die zachtere r&b-indie hem geweldig goed afgaat. Als we dan toch onze kritische pen moeten bovenhalen, kunnen we eigenlijk enkel stellen dat het feest gerust wat langer had mogen duren. Niet omdat we zozeer op onze honger bleven zitten, maar omdat we eigenlijk nooit genoeg krijgen van Templemans muzikaliteit.
Met Forever Isn’t Long Enough leidt Alfie Templeman ons naar een voorlopig euforisch hoogtepunt dat ons voorlopig wel even zoet houdt, al blijft het reikhalzend uitkijken naar die eerste langspeler. Lees vooral ook even ons interview met de beloftevolle Alfie, waar we het hebben over zijn coronaroutine, therapeutische schrijfsessies en zijn voorlopige toekomstplannen.