Binnenkort is het weer terrasjestijd, maar in tussentijd weet je zoals vanouds met je handen geen blijf. ‘Ik ben een moestuin begonnen om de tijd te doden’, klonk het links en rechts. ‘Cool’, moet Tom Greenhouse gedacht hebben toen hij The Cool Greenhouse oprichtte. Of het effectief een referentie is naar een stiekeme passie voor tuinieren of naar zijn persoonlijkheid, dat gaan we natuurlijk nooit helemaal zeker weten. Wat we wel zeker weten is dat het vijftal meer is dan gewoon het zoveelste Londense postpunk-bandje. Het is een hoogmis van het gesproken woord, onderbouwd met een machtig staaltje repetitieve, bijna hypnotiserende instrumentatie die alleen maar als dusdanig gemaakt had kunnen worden in een klassiek Brits tuintje.
Deed het woord ‘repetitief’ je net een beetje fronsen? Wel, laat “The Sticks” je ervan overtuigen dat zelfs het tot in den treure platspelen van een riff niet storend hoeft te zijn wanneer je wat te vertellen hebt. Ook “Cardboard Man” laat zich niet samenvatten tot de steriele, bijna statige riff die het nummer uitmaakt. De bas pompt zich strak en ritmisch een weg doorheen de mix, maar echt overheersend is de stem van Tom die verhaalt over zijn kartonnen persoonlijkheid: ‘My favourite metal is gold, my favourite liquid is water. My favourite gas is hot air, and I love Harry Potter’. De existentiële puzzel valt echter pas helemaal in elkaar wanneer een speelgoedachtig orgeltje een beetje chaos komt scheppen in de stortvloed aan gedachten die Tom er La Tourettegewijs uitflapt.
Dat orgeltje neemt een sinistere bocht op “Gum”, een nummer waarop geflirt wordt met duistere gedachten. De onheilspellende gitaartoontjes die er in trio rondzwalmen, bezorgen je niet alleen een benard gevoel van onveiligheid, maar ook kippenvel. Na dat schimmige steegje verlaten te hebben, gooit de band er alweer een robotachtige, repetitieve riff tegenaan op “Life Advice”. Het nummer is exact wat je ervan verwacht: een licht humoristische maar erg urgente uiteenzetting van de levenslessen die Tom tot nu toe vergaarde. Lessen die helaas ook stuk voor stuk niet zo waardevol bleken als eerst gedacht. Het nummer -en bij uitbreiding het hele album- ademt daarbij ook een stevige dosis minimalisme. Van de rudimentaire drumpartijen tot industrieel klinkende orgellijntjes, alles klinkt berekend en gereduceerd tot het absolute minimum. Dat in combinatie met het absurde luisterspel dat Tom Greenhouse zich laat ontvallen; het levert begeesterende taferelen op.
The Cool Greenhouse ziet haar muziek eerder als komedische, subtiele ‘egg punk’ dan als directe, agressieve ‘chain punk’. Kritiek verpakt als humoristische zoete broodjes, dus. Neem nu “Dirty Glasses”: waar het heerlijk zwalpende dronkemansnummer initieel lijkt te gaan over smerige brilglazen wordt steeds duidelijker dat het gaat over de politieke smurrie aan de handen van Margaret Thatcher. ‘Y’see, the purpose of this band is to offer a glasses cleaning service’, klinkt het. Het geheime ingrediënt van The Cool Greenhouse is beslist niet haar collectie aan tomaten of komkommers, wel haar metaforische teksten. Het smaakt naar meer.
Jammer genoeg zien we onze honger slechts gedeeltelijk gestild op “Smile, Love!”. Waar we ons in het begin van deze review nog positief uitlieten over de repetitieve durf van The Cool Greenhouse, valt de band na een half uur toch wat in herhaling. We horen te vaak hetzelfde, en hoewel het strakke einde van “Trojan Horse” zonder meer aanspreekt, praat ook dat niet alles goed. Hoog tijd dus om het eens over een andere boeg te gooien dus, en dat lijkt het vijftal wonderwel te beseffen op “Outlines”. Het drumwerk treedt voor een keertje uit de achtergrond terwijl een weelde van synthgeluiden en versplinterde gitaren in crescendo aanzwelt richting de minimalistische decompressie die het einde van het nummer tekent.
Met “The Subletters, Pt. 2” bewaart Tom Greenhouse het beste tot het laatst. Het nummer gaat drastisch op de rem staan en klinkt warmer, completer en instrumentaal boeiender dan zijn voorgangers. De manier waarop Tom zich het nummer meester maakt met zijn mysterieuze teksten, klinkt bijna profetisch. Nadat de strakke ruggengraat van bas en drums zich een laatste keer in de spotlights werkt en ook de gitarist alle ruis in zijn brein weet om te zetten in een begeesterende solo, dooft het nummer zachtjes uit op de tonen van een melodica.
The Cool Greenhouse klinkt op haar debuutalbum met overtuiging als zichzelf, en da’s verre van evident. Oke, het album is soms wat repetitief in positieve én negatieve zin, maar dat doet niets af aan de grote klasse waarmee ze geschreven en gebracht zijn. Een knap debuut, dat staat vast.
Ontdek nog meer muziek op onze Spotify.