Het was van 1988, ongeveer dertig jaar, geleden dat Metallica nog eens een optreden deed in Brussel. En het werd een superdeluxe concert met alles erop en eraan. Een gigantisch podium, vuurwerk, alle hits en natuurlijk een nagenoeg uitverkocht Koning Boudewijnstadion met om en bij de 50.000 mensen. Niet min voor een band die enkele jaren geleden met dezelfde tour nog in het Sportpaleis stond. Dit keer was bijgevolg echt iedereen erbij. De fans van het eerste uur, de piepjonge fans en de fans van de hitjes. Allen behoren ze volgens frontman James Hetfield tot de Metallica-familie en die familie leefde zich voornamelijk uit op het oudere werk van de band. De groep bracht een strak optreden waarbij het visuele heel aantrekkelijk, maar het muzikale niet altijd even aandachtig gebracht werd en de band ons vooral twee uur lang aan de lippen liet hangen.
Maar vooraleer de mastodont het podium mocht betreden, kregen we twee voorprogramma’s voorgeschoteld en elk had zijn eigen weer om mee om te gaan. Bokassa begon met een donkere wolk boven het podium en al snel begon het te gieten. Dat was jammer, want door die regen verloor de band zijn concentratie en alles wat daarvoor zo strak klonk, verdronk nu een beetje in het water. Maar het drietal heeft potentieel en stond boordevol attitude op dat gigantische podium. Leuke stoner rock met hardcore invloeden en soms een heel aanstekelijk refrein, alleen moet dat voorlopig nog niet op zo’n podium.
Hetzelfde kan gezegd worden van Ghost. Hoewel die band al wat meer kilometers op zijn teller heeft staan, wisten ook zij niet helemaal te overtuigen op het gigantische podium in het stadion. Hun muziek heeft iets theatraal en moet het dan ook vooral van het spektakel hebben. Dat kwam niet helemaal over in de stralende zon en dus moesten we al snel constateren dat Cardinal Copia en de zijnen nog te mager zijn voor dit podium. Geen slecht optreden, maar we zien dit veel liever in een zaal. Hits als “Rats” zouden daar zoveel beter overkomen.
Maar goed, iedereen kwam natuurlijk voor de legendes in het genre en dat mocht Brussel geweten hebben. Voor het eerst wisten we zeker dat alle mensen die hier met een Metallica T-shirt rondliepen ook effectief weten wie de band is, iets wat in het dagelijkse leven soms wel eens kan foutlopen. De band was in zijn nopjes om nog eens in de hoofdstad te mogen optreden. Met een kwartier vertraging werd de riff van “Hardwired” op ons afgevuurd en al snel werd het vuur aan de lont gestoken. Het was een eerste kanonschot van vele, en al snel kregen we ook enkele ballonnen met het artwork van Hardwired… To Self-Destruct te zien. Het was niet het enige visuele trucje dat de band deze avond zou bovenhalen.
De gigantische ledwall achter de groep zorgde er namelijk voor dat het viertal niet alleen zelf voor het spektakel moest zorgen. Hoewel er in het begin van de show nog vooral zon te zien was en dat visuele dus niet echt een meerwaarde had, kwam het beeld er steeds beter uit naarmate de show vorderde. Maar er was ook vuur tijdens bijvoorbeeld “Moth Into Flame” en er vlogen camera’s door heel het stadion om unieke beelden te schieten. Zo waren er naast die beelden verschillende videoclips te zien, kregen we gigantische kruisen bij “Master of Puppets”, vonden de lasers zijn weg door de duisternis eens de zon onder ging en was er natuurlijk ook plaats voor oorlogsbeelden.
De songs van Metallica klinken dan ook alsof we ons op een slagveld bevinden, maar dan één waarbij we aan de winnende zijde staan. Het is niet makkelijk om met slechts vier man zo’n sound neer te zetten, maar Metallica deed het klinken alsof het niets voorstelt. Toch doken er hier en daar foutjes op in de set. Bij de intro van “The Unforgiven” bijvoorbeeld had Hetfield het nogal moeilijk met zijn akoestische gitaar. Het is niet altijd gemakkelijk om geconcentreerd te spelen voor een gigantisch stadion, zullen we dan maar denken. Niemand die er een moer om gaf weliswaar, want eens de stevige gitaren ons weer rond de oren vlogen, waren we dat allemaal vergeten.
De band was ook heel enthousiast en we kregen heel wat positieve vibes van de bandleden. Gitaarsolo’s leken nooit te veel, en van vermoeidheid was nergens sprake. De band ging weliswaar veel backstage om daar even op adem te komen, dus het zou dan ook straf zijn als dit wel zo geweest zou zijn. De energie was er, en die power straalde na een tijdje ook af op het publiek. Dat publiek was in het begin nog tamelijk braaf; met “Disposable Heroes” en “Harvester of Sorrow” kregen ze niet meteen de makkelijkste nummers voorgeschoteld, maar eens “One” een golf aan hits inzette, waren ze niet meer te houden.
Die onbeweeglijkheid was niet enkel aan het publiek te wijten, want de band verdween te pas en te onpas van het podium. Dat haalde af en toe de schwung wat uit de set. Zo was er na “Fade To Black” ook ruimte voor een plaatselijke cover, de klassieker van Plastic Bertrand, maar daarna volgde een bassolo (een ode aan Cliff Burton), maar ons leek dit alles nogal overbodig. Een ode is natuurlijk wel mooi, maar dat kan ook anders. Het was niet het enige dode stuk; er vormden zich te veel opbouwende intro’s die eigenlijk gewoon niet boeiend genoeg waren. Hoe strak de band daarna ook speelde, we moesten er telkens opnieuw terug inkomen.
Ook de nieuwe songs zijn in hetzelfde bedje ziek. Een nummer als “Here Comes Revenge” gaf iedereen in het stadion de tijd om even een drankje te halen, want het bleef maar duren. Niet meteen de beste song, al werd er ook hier op het einde een ferme gitaarsolo geserveerd. “Moth Into Flame” was dan weer een zogenaamde ‘ripper’ en leek het enige nieuwe nummer dat echt zal blijven meegaan. Mensen kwamen dan ook niet voor nieuwe muziek, zoveel werd duidelijk eens “Master Of Puppets” een eindsalvo inlaste om u tegen te zeggen.
Het Koning Boudewijnstadion brulde zo luid dat ze het aan de andere kant van Brussel ook gehoord zullen hebben. Dat “For Whom the Bell Tolls” meteen daarna nog meer vuur in ieders lichaam kreeg, moeten we je niet meer vertellen. Hierbij kwam de band (inclusief een nieuw drumstel) zelfs naar voor op het podium. Ze stonden heel dicht bij elkaar, en even was het alsof ze in hun beginjaren bezig waren. Het klonk dan ook het meest fris van de hele avond, want er moest geen rekening worden gehouden met dat gigantische podium. Robert Trujillo ging er zelfs even bij liggen toen hij de lekkere riff van “For Whom the Bell Tolls” mocht spelen. Zowel “Seek & Destroy” als “Creeping Death” liet niemand onbewogen achter, de hoogtepunten uit de set.
Een geweldig eindsalvo dus, en dan werd er in de bis nog verplicht afgesloten met “Nothing Else Matters” (heel veel lampjes en zangstemmen in het publiek) en “Enter Sandman” (eindelijk stonden ook de zittende mensen recht). Enkele hits waardoor iedereen met een positief gevoel naar huis keerde en de band met een staande ovatie bedankte. Met wat vuurwerk gaf Metallica iedereen nog een kleurrijk einde van een duistere set dat vol zware, logge riffs –het is en blijft natuurlijk metal wat we hier te horen kregen– en herkenbare nummers zat.
De mensen kregen waar voor hun geld, want zowel visueel als muzikaal gaf Metallica het beste van zichzelf. Er waren heel wat dode momenten en overbodig gepalaver, maar hoe vul je anders een set van twee uur en een half? Metallica gaf iedereen waarvoor ze gekomen waren, en meer verwachtten we ook niet. Lekkere gitaarsolo’s, vuile riffs, meezingbare nummers en fantastische visuals waren de ruggengraat van deze set. De band bleef zichzelf, amuseerde zich op het podium en zorgde ervoor dat het publiek zich welkom voelde. Dat is de essentie van een concert, en dat was bij Metallica niet anders.
Fan van de foto’s? Op onze Instagram zijn er nog meer beelden te vinden. Volgen is de boodschap!
Setlist:
Hardwired
The Memory Remains
Disposable Heroes
Harvester of Sorrow
The Unforgiven
Here Comes Revenge
Moth Into Flame
Sad but True
Fade to Black
St. Anger
One
Master of Puppets
For Whom the Bell Tolls
Creeping Death
Seek & Destroy
Lords of Summer
Nothing Else Matters
Enter Sandman
1988 is dertig jaar geleden, niet veertig. 😉
Wij zijn speciaal naar Brussel gegaan ipv Amsterdam en het was meer dan de moeite waard !
En over het stukje “zittende mensen gingen staan” van de supposten van het stadion mocht er niet worden gestaan! Mensen werden continue gezegd te gaan zitten.
Maar Metallica was grandioos
U vond de cover en eerbetoon aan Cliff overbodig? Lijkt wel in te zijn tegenwoordig bij jullie journalisten, dingen overbodig vinden. Ik vond het erg sympathiek dat een band met zo’n status de moeite nam een cover te spelen van het gastland. Met partituren erbij, in een taal die hen vreemd is. Doe het hen maar eens na! Verder vond ik het erg mooi en emotioneel dat uitgerekend de huidige bassist een eerbetoon speelt aan de originele bassist. Maar dit kon anders volgens U. Hoe dan? Door Cliff zijn kist op het podium te halen? Of had Rob misschien een masker moeten dragen van Cliff zijn gezicht. Ik kan in veel inkomen en heb begrip voor kritiek maar deze twee dingen (cover en eerbetoon) overbodig noemen is beyond me. Kwetsend. Nodeloos kwetsend. Respectloos. En gepalaver? Heeft U dan liever een band zoals Aerosmith die helemaal geen interactie heeft met het publiek. En dan dit: “en meer verwachtten we ook niet.” Vanwaar komt dat nu plots? Lijkt me wat pejoratief. Wat kon Metallica nog meer hebben gedaan? Wat?! Het is nooit goed voor recensenten. NOOIT! Soms denk ik dat U verplicht wordt iets negatief te vermelden. Dat zou uw muggenzifterij kunnen verklaren. Moet niet aangenaam wezen; zo moeilijk tevreden te stellen te zijn zoals U bent. Zo’n show en nog niet goed genoeg. Okee, U vermeldt veel positiefs maar ik vind uw punten van kritiek onterecht.
Top concert! enkel spijtig van de saai mensen in de tribune! gelukkig heb ik uiteindelijk nog een stukje beneden in de tribune gevonden waar de mensen der wel zin in haddden! 😀