Het is zondag 17 februari en we bevinden ons backstage in De Roma. Helemaal onder de indruk van de momenteel nog lege en misschien daarom extra prachtige zaal, ploffen we neer in de comfortabele sofa’s waarin je helemaal kan verdwijnen. Later die avond zou dodie er haar nieuwe ep presenteren met een betoverend concert. In afwachting mogen wij haar enkele vragen stellen. Na een korte, grappige ontmoeting in de toiletten, maken we vervolgens kennis met de muziekwereld van Dorothy Clark.
Antwerpen is de eerste stop van je tour. Word je daar enthousiast of eerder nerveus van?
Sowieso beide. Het is in ieder geval leuk omdat dit zo’n mooie zaal is. Het voelt eigenlijk niet aan alsof het allemaal nieuw en lang geleden is, aangezien we onze Amerikaanse tour pas in oktober afgerond hebben. Die is echt nog niet zo lang achter de rug, en we zijn al terug bezig! Anderzijds ben ik wel nerveus, want we hebben deze set nog nooit volledig doorgespeeld voor een publiek. Dit is de eerste keer in deze specifieke set-up, maar ik heb mijn nummers natuurlijk wel allemaal al eens gespeeld (lacht). Ik heb er eigenlijk allemaal nog niet zo veel over nagedacht. De zenuwen zullen waarschijnlijk pas rond zes uur beginnen opkomen. Dan is iedereen klaar met de soundcheck en komt het dichterbij. Ik zal je tegen dan laten weten hoe het zit (lacht).
Heb je een pre-show ritueel om met je zenuwen om te gaan?
Ja, echt een hele routine! We nemen er een grote speaker bij, de mega-boom, en maken ons samen klaar. We hebben zelfs een bepaald nummer dat we echt altijd op voorhand afspelen. Het is een soort van gospel liedje, niet dat er iemand van ons echt religieus is of iets dergelijks, maar we stuitten eens op dit nummer en vonden het echt geweldig. Het heet “Desire”. Ik zal het eens voor je opzetten, ook al zal je misschien denken: ‘Wàt is dit??’, maar dat maakt niet uit, het is onze tour-song. Ik word er echt zo opgewekt van, we gaan altijd helemaal los.
Ik begrijp het helemaal, maar je liedjes zijn wel overwegend traag en intiem…
Haha, ik weet het! Maar het werkt wel. Er zijn wel een aantal vrolijkere deuntjes in de set, maar inderdaad ook veel … droefheid.
In “Monster” weet je die beide zijden te combineren. Het klinkt als één van de meer vrolijke nummers, maar tegelijkertijd heeft het een donkere ondertoon in klank en zeker in tekst. Daarenboven bevat het ook een meer elektronische dimensie, die je enkel in “Monster” terugvindt…
Ja, ik hou daar wel van. Ik vind het heel interessant wanneer een nummer uiteindelijk niet klinkt zoals ik verwacht had. Zo heb ik ook een liedje “Intertwined”. Ik vind dat dit nummer gaat over een heel ongezonde relatie, maar het klinkt zó lief en romantisch… Dat vind ik clever, en daarom hou ik van “Monster”. Ik vind het ook leuk wanneer mensen de tekst ervan interpreteren. (denkt na) Ja, die dingen maken het boeiend.
Kan je ons iets vertellen over het proces waarin “Monster” tot stand kwam?
Gho, er was een bepaalde situatie… Ik had ruzie met iemand en daar heb ik een paar verschillende ideeën rond geschreven, maar die vormden niet echt een geheel. Ooit was ik eens het vrolijke begindeuntje beginnen spelen op mijn keyboard. Daar had ik al eeuwen een demo van, waar ik dan die verschillende ideeën aan heb toegevoegd. Dat was wat sleutelen, maar toen paste het opeens! Zo ontstond mijn soort van homemade electronisch-achtige producing van “Monster”. Vervolgens kwam iedereen samen in de studio om zijn bijdrage te leveren en daarna hebben mijn producer en ik het nummer nauwkeurig afgewerkt. Het is dus heel erg traag tot stand gekomen.
Je producet een heel aantal van je nummers tezamen met je producer, maar “Arms Unfolding” heb je helemaal alleen afgewerkt.
Ja, dat is het enige nummer dat ik volledig zelf heb gemaakt in mijn kamer. Mijn sound, het is helemaal anders. Ik hou er wel van: die is zo gesloten, intiem, klein en delicaat. Terwijl… (denkt na) Ik vind het ook wel super om mijn nummers helemaal op te blinken en ze zo groots als mogelijk te maken. Soms! Want soms wil ik ze dan weer heel erg klein. Dus ja, het is een interessante mix en telkens moet de afweging gemaakt worden of ik ze uitbreng als bedroom-versie en ze op die manier deel met mensen of niet.
Alleen al in de manier waarop je over je nummers praat, is het merkbaar dat je steeds weet wat je doet. Zo zei je over “Human” dat er een tweede studioversie was, maar dat die niet zo organisch klonk als de eerste. Daarom dook je opnieuw de studio in om strijkers toe te voegen, waardoor het nummer de juiste sound zou hebben. Niet iedereen voelt aan wat er aan een nummer veranderd of toegevoegd moet worden om het af te maken!
Het komt allemaal niet zo onmiddellijk en moeiteloos als nu misschien lijkt, hoor. Dat is waarom ik niet op mezelf produce. Ik heb wel ideeën, à la: ‘Oh, hier hoor ik strijkers, en daar een drumfill!’, maar ik weet niet per se met welk ritme of welke specifieke klank. Ik vraag mijn drummer dan: ‘Kan je misschien een didididi doen?’ Hij doet dan iets dat daarop lijkt en dat nog beter is dan wat ik probeerde suggereren, en op die manier sleutel je aan je nummer en verbetert het geheel steeds. Het komt erop neer dat iedereen zijn ideeën tellen. Ieders inbreng is belangrijk en komt uiteindelijk samen in het eindresultaat. Het heeft wel even geduurd om die intuïtie op te bouwen. Wanneer ik schrijf in mijn kamer, dan heb ik geen idee. Maar vanaf het moment dat je het aan anderen voorlegt, dan ben je wel verplicht om verder na te denken.
Je zei het al, je teksten zijn steeds voor interpretatie vatbaar. Ik vind dat echt een waardevolle dimensie.
Ja, ik ook! Ik denk —en dit klinkt eigenlijk echt pretentieus— dat dat exact is wat kunst moet zijn. Ik hou van het idee dat mensen naar mijn muziek luisteren en eruit halen wat ze nodig hebben. Dat is in ieder geval hoe ik naar muziek luister…
Je teksten klinken altijd heel diepzinnig, en tegelijk ook erg spontaan en herkenbaar. Hoe doe je dat?
Ik vind mijn inspiratie in poëzie. Heel veel zeggen in een erg kleine zin, dat is echt my jam. Maar het is niet gemakkelijk! Vooral wanneer ik mijn tekst probeer in te passen in een bepaald ritme. Dan is het echt zoeken naar een zin die al de emoties uitdrukt die ik wil én tegelijk in dat ritme past. Soms duurt het een eeuwigheid, maar meestal lukt het uiteindelijk wel. Andere keren komt de tekst als het ware vanzelf, dus het hangt er vanaf.
En het schrijven van de muziek zelf? Is dat een proces dat bij jou zomaar gebeurt of moet je je neerzetten en jezelf verplichten nog eens een nummer te schrijven?
Ook hier hangt het er vanaf. Ik heb al schrijfsessies geprobeerd, maar dat werkt niet echt. Ik denk dat het komt omdat ik zo veeleisend ben, vooral wat mijn teksten betreft, maar ook als het gaat om mijn zanglijnen. Er komt altijd wel een resultaat uit, maar vaak duurt het lang. Ook als ik bij mezelf zeg dat ik iets zal schrijven, dan zal ik wel iets maken, uiteindelijk. Maar bon, op die manier gaat het stroef. Dan moet ik er echt aan werken, dingen blijven bijschaven, deeltjes samenplakken, etc. Het kan echt moeilijk zijn, terwijl het andere keren dan weer heel vlot gaat en een nummer helemaal af is op een dag.
Is er iets wat je verkiest? Kan je kiezen uit schrijven, het opnemen van nummers of muziekvideo’s, of het optreden en touren?
Eenmaal ik een nummer heb geschreven, is het fantastisch om het met een band op te nemen of om bijvoorbeeld de partij van de strijkers te beginnen schrijven waardoor je het nummer tot leven hoort komen. Zeker wanneer je strijkers bereid zijn om alles uit te proberen dat je hen probeert toe te zingen (lacht). Ik werk heel graag samen met mijn producer en de muzikanten. We zijn ook vrienden ondertussen, wat het natuurlijk enkel beter maakt.
Maar ik hou ook echt van het schrijven zelf. Of toch wanneer je halverwege bent, wanneer je al iets hebt waarop je kan bouwen en waar je trots op bent. De beginfases zijn soms wel verschrikkelijk, dan denk ik: ‘Ik haat alles! Ik geef het op! Ik ga nooit meer een nummer schrijven!’ (lacht) Ik hou er eigenlijk allemaal wel van.
Je speelt al van kleins af aan muziek. Aangezien je vaak specifieke aanleidingen gebruikt om je teksten rond op te bouwen, vraag ik me af of je van de meeste van je nummers nog de herinnering errond kent.
Van een aantal jaren geleden weet ik nog waarom ik ze geschreven heb en wat de betekenis ervan is. Ik schreef alles op wat in me opkwam en nam ook veel dingen op, dus als ik nu voldoende scroll, kan ik heel wat voice memo’s en nota’s terugvinden. Soms stuit ik wel eens op een zin die ik toevallig had geschreven, waarvan ik dan nu merk dat dat eigenlijk de geboorte is geweest van een heel nummer. Of ik zie mijn vroegere zelf nog zoeken naar de juiste woorden van teksten die nu af zijn en dan heeft dat wel z’n charmes.
Ik heb eigenlijk zo goed als altijd zelf nummers geschreven, al sinds ik zeven of acht was. Echt deftige liedjes begon ik te maken rond mijn veertiende, maar oh God, die waren zo slecht. Nog voordat YouTube een ding was, had ik een camera. Daarmee liep ik rond in huis en filmde ik mezelf, terwijl ik dingen zong als ‘Love him forever’. Als ik dat terugkijk, kan ik enkel denken: ‘Wat zing je toch?! Daar zit echt geen betekenis achter!’
Ik heb echt een heleboel liedjes geschreven toen. Gho, ik kan het me nog allemaal herinneren en het is eigenlijk nogal beschamend (lacht). Er is een nummer dat ik als tiener heb geschreven en online heb gezet, dat heet “Rain”. Het gaat over niet weten of het regen of een traan is op je wangen… Tja, metaforen van een veertienjarige!
https://www.youtube.com/watch?v=GVskNRMuJxs
Op welk nummer van je ep ben je het meest trots?
Hmm, ik hou van ze allemaal en het verandert elke keer weer, maar op dit moment is het “If I’m Being Honest”. Het voelt echt als de perfecte mix tussen een goede popsong structuur en nog steeds dat persoonlijke, want het zit ook vol gevoel.
Nog een laatste vraag: Is er iemand waarmee je echt eens zou willen samenwerken?
Ken je Emily King? Ze heeft net een nieuw album uit en haar muziek is geweldig! Ik weet niet echt hoe je haar genre moet omschrijven… Het heeft bijna iets funky, een beetje jazzy, maar het is tegelijk ook heel rustig. Ze wordt constant omringd door harmonieën en haar stem is zó smooth. Als ik zo’n stem had, ik zou heel de tijd zingen…
Maar jij hebt toch ook een fantastische stem?!
Ik weet het niet. Mijn stem is wel oké. Het is goed voor mijn muziek, of ja, soms dan toch. Soms schrijf ik melodieën die ik eigenlijk helemaal niet kan zingen. Neem nu die hoge noot in “If I’m Being Honest”, dat is voor mij altijd een ‘aaaaaaaahhhh’-moment. Het is niet gemakkelijk!
Maar super cool dat je het niet vermijdt. Je had die noot evengoed kunnen weglaten, maar dat doe je niet.
Ja… Maar ik vraag me soms wel af waarom ik nummers schrijf die ik niet kan zingen. (lacht)