Zelden bracht een single zoveel reuring, ophef en consternatie te weeg als “Everything Now” van Arcade Fire. Platte schlagerdisco volgens de ene, een zomerhit zonder weerga volgens de andere. Sloot de ene blog ze terug in de armen, dan inspireerde het andere blogs tot opiniestukken met titels als ‘Remember when Arcade Fire were good’. Nu het gelijknamige album er is, kunnen we het hebben over het grotere plaatje, of de single past in het geheel en of het dan nog zo controversieel is. Het korte antwoord is nee, het langere antwoord lees je hieronder.
Het album begint nochtans veelbelovend. De sfeervolle intro voor “Everything Now” wordt meteen aan diggelen geslagen met het nu al overbekende pianoriedeltje dat nog altijd klinkt als “Dancing Queen” van ABBA en al ettelijke weken in ons oorkanaal logeert. Ja, wij vinden de single een perfecte zomerhit die cynische lyrics koppelt aan een heerlijk dansbare melodie. Na hun passages op Rock Werchter en Best Kept Secret hebben we kunnen horen dat het nummer moeiteloos naast hun andere pareltjes als “Wake Up”, “No Cars Go” of “Reflektor” kan staan. Helaas is dat niet voor ieder nummer op Everything Now het geval.
Nog zo’n scherpe teksten vinden we bij “Creature Comfort”, een ander pareltje op Everything Now. De harde synths klinken als een arcade spelletje en worden met een simpel gitaarriffje in bedwang gehouden. ‘God, make me famous. If you can’t just make it painless,’ zingen ze niet vanuit het perspectief van de band, maar eerder als een observatie van wat er in onze samenleving gebeurt met jongeren, hun zelfbeeld en automutilatie. Het speelse nummer krijgt zo wel een heel wrange nasmaak. Zo doet de zin “It’s not painless. She was a friend of mine, a friend of mine and we’re not nameless” vermoeden dat er misschien een veel persoonlijker verhaal achter het nummer zit.
Tussen “Everything Now” en “Creature Comfort” zit die andere single “Signs of Life” gesandwicht. Geen slecht nummer, maar het valt nogal snel in herhaling. Met dat dansbare ritme, de bongo’s en de orkestrale arrangementen zou het nummer zo uit Reflektor kunnen komen. Met ‘Monday, Tuesday, Wednesday, Thursday, Friday, Saturday, sometimes Sunday, Love is hard, sex is easy’ neigt Win Butler al richting meligheid. In “Peter Pan” en “Chemistry” zoekt hij hier de overtreffende trap van. Hier kunnen we echt niet naast de onnoemelijk zwakke lyrics kijken. De reggaeritmes en overstuurde drums geven nog de indruk dat Arcade Fire hier iets nieuws probeert, maar enorm hard faalt. Zeker “Chemistry” is qua songwriting een triest dieptepunt in het rijkgevulde oeuvre van de Canadese band.
“Infinite Content” en “Infinite_Content” zijn twee halve nummers gebaseerd op hetzelfde idee en lijken meer op een uit de hand gelopen woordgrapje dan op een volwaardig nummer. In de eerste versie horen we nog schurende gitaren. Misschien een verwijzing naar de onbevreesde rock van Funeral, want in de tweede “Infinite_Content” horen we een gitaarriedeltje dat ons meteen naar The Suburbs katapulteert. Op die manier plukt Arcade Fire de invloeden ook uit hun eigen repertoire.
Op “Electric Blue” neemt Regine Chassange nog eens de micro over van Win Butler. De titel is een subtiele verwijzing naar “Sound and Vision” van David Bowie en dus een emotioneel eerbetoon aan de overleden Britse legende. Regine probeert in het nummer te snappen hoe ze moet omgaan met het verlies, maar los laten is zo moeilijk: “Cover my eyes electric blue, every single night I dream about you.” De zeurende synths en de schelle stem van Regine moet je er wel bij nemen. Als je geen fan bent van beide, dan kan die emotionele ondertoon helemaal verloren gaan.
Pas helemaal op het einde van het album weet Arcade Fire ons nog eens te verrassen. “Put Your Money On Me” heeft ook een duidelijke knipoog naar ABBA (die meerstemmige koortjes!), maar is vooral een heel sterk nummer dat krachtiger wordt met iedere strofe en refrein. Ook “We Don’t Deserve Love” is een valse trage, die langzaam onder je huid kruipt en daar gezellig blijft zitten. Even vergeten we alle mindere nummers die we net beluisterden en zouden we de band bijna gaan vergeven voor wat kort samengevat hun slechtste plaat tot nu toe is. Arcade Fire verdient wel degelijk liefde, maar Everything Now maakt het ons verdomd moeilijk om hen die liefde te geven.
Alle nummers lopen mooi in elkaar over en zelfs de intro en outro van Everything Now passen mooi in elkaar. Met een beetje verbeeldingsvermogen maakt Arcade Fire zo een oneindige loop van hun nieuwe album en maken ze dus ‘infinite content’. Een slim trucje, maar dat maakt het natuurlijk geen minder ontgoochelend album. Wat het album zo’n tegenvaller maakt, is vooral het gebrek aan consistentie. De hoogtes (“Everything Now”, “Put Your Money On Me”) zijn heel hoog en behoren tot een steeds uitbreidende kransje steengoede nummers, maar de laagtes (“Peter Pan”, “Chemistry”) kunnen we dan weer bij zowat het slechtste uit heel hun oeuvre plaatsen (en dan rekenen we de losse single “I Give You Power” met Mavis Staples er bij).
Moet je Arcade Fire nu vergruizen en afbreken? Nee, live blijft de band overeind en zijn ze nog steeds één van de spannendste en beste groepen van het moment. Helaas kunnen ze daar op hun huidige tour geen even goed album tegenover zetten.
Every song that I’ve ever heard
Is playing at the same time, it’s absurd
And it reminds me, we’ve got everything now
Bewust onbekwame muziek van Arcade Fire die mij laat inzien hoe erg het verleden (en de daarbij behorende, vernieuwende muziek) wordt gemist, vergeleken bij de massale, uitgekauwde, holle manier van leven anno nu. En we doen nog alsof alles top is ook. Man wat mis ik de jaren negentig.