Voor de Leuvense popartiest Jokke lijken de mogelijkheden eindeloos. Na onder andere een finaleplaats in de Nieuwe Lichting 2022, bracht hij dit jaar zijn eerste studio-album Verzamelwoede uit. Met die plaat onder de arm verkocht hij in eigen thuisstad Leuven concertzaal Het Depot uit. Deze week breit hij een vervolg aan dat optreden, met een show in de Ancienne Belgique. Naar aanleiding van dat concert spraken wij met Jokke in zijn eigen habitat: een gezellig Leuvens cafeetje.
Verzamelwoede is nu bijna zes maanden uit. Hoe kijk je daarop terug?
Is dat al zes maanden uit? Fuck! Dat is een project waar ik eigenlijk mijn hele leven aan heb mogen werken. Voor mij staat ‘verzamelwoede’ voor het feit dat we ons hele leven lang inspiratie oppikken en met ons meesleuren. Bij mij is dat in de vorm van verhalen. Ik heb daar dus mijn hele leven lang aan mogen werken, dan is het eindelijk uitgekomen en ik was daar zo blij mee. Nu is dat ondertussen al zes maanden geleden en ondertussen zijn er al mensen die vragen om nieuwe muziek.
Komt er al nieuwe muziek aan?
Er is een single die de plaat niet heeft gehaald, die eigenlijk al twee-drie jaar onder het stof ligt, die wij vorige maand een keer hebben opgekalfaterd. Die is nu klaar.
Sneller dan verwacht, dus. Wat is je favoriete nummer van het album?
“Verdwijnen Is Slechts Een Idee”, dat is toch voor mij wel een speciaal nummertje omdat dat er is uitgevloeid op een bepaalde manier. Dat is ook het eerste nummer dat ik heb geschreven met mijn gitaar. Soms ging ik ook op zoek naar instrumentals op het internet, of was ik aan het schrijven met mijn muzikanten. Bij dat nummer was het de eerste keer met mijn gitaar, en dat is toch wel geïnspireerd op een bijzonder voorval, waar je ook wel van af weet. Het meisje uit mijn dorp dat op een vreselijke manier om het leven kwam. Dat nummer betekent dus veel voor mij. Het wordt ook goed beluisterd, dus ik ben blij dat het publiek er hetzelfde over denkt.
Het is ook steeds een mooi moment tijdens de liveshows.
Ja, dat is meestal het moment waarop ik even de band gedag zeg en alleen mijn ding doe. We twijfelden om dat voor de komende AB-show anders te doen, maar we gaan het houden zoals het is: puur. Ik ben benieuwd wat dat gaat geven zaterdag.
Over liveshows gesproken. Het moet ook een geweldig gevoel zijn om je album te kunnen voorstellen in een van de mooiste concertzalen van ons land: de Ancienne Belgique.
Dat is het mooiste wat er is, hé. Ik ben gewoon blij dat ik dat album die aandacht kan geven, want ik weet hoe hard ik daaraan gewerkt heb en hoe lang het geduurd heeft om dat allemaal samen te krijgen en, voornamelijk, af te krijgen, maar dat ik dat ook mag laten horen aan zoveel mensen tegelijk in zo’n legendarische zaal. Dat maakt mij trots op mijzelf en op dat album. Ik ben blij dat ik dat op die manier tot bij de mensen kan krijgen.
Je liveband bestaat uit je vrienden.
Ondertussen wel. Eerst waren ze puur mijn muzikanten, ik kende ze nog niet. Zo kwam ik via via in contact met mijn gitarist, Niel Soetaert. We hebben samen muziek gemaakt: “Tegen Beter Weten In” was ons eerste nummertje. Meteen een goeie, want daarmee ben ik binnengeraakt in de Nieuwe Lichting. Dan heeft Niel er stelselmatig andere muzikanten bij betrokken, mensen die hij kende van de academie. Wout, mijn pianist, is via een andere weg op mijn pad gekomen. Ondertussen zijn we hele goeie vrienden. Ze zijn de max!
Hoe bereid je je voor op de AB-show?
Ik moet wel zeggen dat ik een beetje gezonde stress heb. Ik ben het gewoon om heel evenwichtig te leven. Ik kan wel iemand zijn die de ene dag gaat slapen om 5u ’s nachts omdat ik een creatief moment heb gekend en de andere dag lig ik om 23u in mijn bed. Ik moet daar een beetje evenwicht in zien te krijgen, gezond eten, voldoende rusten, niet ziek worden. Ik ben panisch om ziek te worden, dat zou verschrikkelijk zijn, maar als ik daar te veel aan denk ga ik het beginnen voelen, dus ik ga het er niet over hebben. Gezond dus, maar ook niet te veel prikkels. Ik denk dat een hoofd altijd vrij moet zijn. Als je wil creëren, moet je zoveel mogelijk ruimte hebben. Het mag niet te vol zitten, want dan kan je het niet meer uitleggen. Ik wil niet te veel op mijn gsm zitten, niet uitgaan. Gewoon een rustig, prikkelarm leventje leiden tot 21 september. Dat is het plan.
Soms trek je naar de Westhoek om tot rust te komen. Is dat iets waar je in dat opzicht ook nood aan hebt?
Nee, ik ga er deze week niet meer naartoe. Ik moet ook nog werken in het internaat. Ik ga de tijd niet meer vinden om dat nog tussen repetities door te doen. Ik ga wel veel wandelen in het bos, met sjaal. Het is opeens terug sjaal-en-jassenweer geworden, dus ik zal die bovenhalen zodat mijn keel geen kouvat. Je kan muziek spelen en repeteren en zingen, maar het tweede element is om die hele show aan elkaar te breien. Heel veel is spontaan op het moment zelf, maar ik wil toch ergens een structuur inbouwen. Tijdens mijn wandelingen ben ik dan zowel bezig met mijn nummers nog eens zingen als bruggetjes, bindteksten en zo van die zaken.
Is je werk in het internaat ook niet inspirerend op een bepaalde manier?
Los van het feit dat de gangen heel wit zijn en dat die mij doen denken aan een psychiatrische instelling lopen daar jongeren rond van het eerste tot het zesde middelbaar die dansen, zingen, musical doen, woord, kunst, mode… Allemaal creatieve jongens en meisjes die een weg hebben in hun leven, die weten waar ze heen moeten. Dat inspireert mij wel. Dat zijn kunstenaars onder elkaar, die continu aan kruisbestuiving doen, dat is heel vet. Het is ook leuk dat ik ergens een soort voorbeeld kan zijn daarin, want er zijn ook veel mensen daar die iets met muziek willen doen en wel iets aan mij hebben. Ik vind het op mijn beurt fijn om hun inzichten te kunnen bekijken. Die gasten zitten vol met ideeën en drijfkracht, dus dat is wel inspirerend. Ik ben blij dat ik daar zit.
De Westhoek heeft natuurlijk wel een betekenis in jouw leven, aangezien een deel van je familie van daar is.
Inderdaad, mijn moeders kant.
Heb je er ooit al eens over nagedacht om samen te werken met een West-Vlaamse artiest, zoals Brihang of ’t Hof van Commerce?
Wel, ik heb daar eigenlijk nog nooit over nagedacht. Nu je dat zegt is dat wel voor de hand liggend. Mijn mama is dus van daar, van Dranouter. We zijn als kind elk jaar naar het Dranouterfestival gegaan. Het is eerst en vooral al een droom om daar ooit te mogen spelen, maar ik heb wel een verbinding met die provincie. Als ik aankom in Dranouter voel ik mij ook thuis. In feite zou ik wel eens een collabke moeten doen he? Ik heb heel veel respect voor een artiest als Brihang, die echt wel zichzelf is gebleven doorheen zijn proces en nu heel veel vruchten plukt, dus dat is wel een voorbeeld. Als hij daar ooit voor openstaat ben ik de eerste om toe te happen.
In het West-Vlaams?
Dat doe ik de mensen niet aan. Ik zou kunnen proberen, maar…
Ken je sommige woordjes?
Ken je dat spreekwoord? Is’t een huus… Er is een huus…
Er is een ruut uut ’t huus en a’t rin’t rint ’t erin!
Exact dat! Chique. Ja, je hebt zoveel om uit te kiezen, maar als je daar niet geboren bent of opgegroeid, kan je dat zo natuurlijk niet uit je mond laten komen. Dat laat ik over aan Flip Kowlier en aan Brihang.
Je wordt soms vergeleken met iemand als Bart Peeters. Zie je een samenwerking met hem zitten?
Dat is sowieso een mooi compliment he. Ik wil ook wel in alle takken van de entertainmentwereld binnendringen. Hij is dan een gelijke, blijkbaar, Bart Peeters. Bij een samenwerking is het misschien interessant wanneer er twee werelden naast elkaar lopen, maar uiteraard zou ik heel graag eens met die mens willen samenwerken. Er valt wel heel veel uit te halen, denk ik. Voor de rest ben ik precies iemand die… Op het album staat er geen enkele samenwerking. Ik vind, een debuutalbum moet je eigen kindje zijn, dus ik heb het nog niet echt geleerd om samen met anderen in de studio te zitten en samen te schrijven aan een nummer. Dat is een wereld die mij niet bekend is, maar ik ben wel eens benieuwd. En als het met iemand is, dan mag het wel met Bart Peeters zijn.
Ook zo een Tourist LeMC, bijvoorbeeld. Dat is eerder waar ik als 19-jarige echt wel naar opkeek. Dat was een hiphopper met oog voor melodie en songwriting.
Dat hoor je ook in je eerste nummers, waar je in de Nieuwe Lichting bent binnengeraakt.
Exact, aan het begin van je muzikale reis ga je je spiegelen aan voorbeelden die voor het grijpen liggen. Tourist LeMC en Zwangere Guy die echt ‘hot and popping’ zijn, ga je proberen imiteren en hoe verder je geraakt in je muzikale verhaal, hoe meer van je eigen je kunt toevoegen aan die nummers. Iedereen is een verzameling van inspiratie en opvattingen en ervaringen, maar ik heb het gevoel dat ik nu meer van mijn verzameling in die nummers kan steken. Je zal dus wat meer Jokke horen en wat minder een copycat van Tourist LeMC, maar bon, het was een inspiratiebron en ik zou er graag eens mee willen samenwerken. Ik zie het wel gebeuren, ooit.
Je bent een grote Bob Dylan-fan. Zou je in zijn voorprogramma willen spelen?
(Lacht) Dat zou wel enorm zijn. Het grote voordeel aan deze tijden is dat je alles nog eens kan bekijken via YouTube, films en documentaires. Je kan terug in de tijd. Ik ben vooral een grote Bob Dylan-fan in zijn piekjaren. Hij is nu heel erg oud. Ik weet ook niet in hoeverre hij een aangenaam persoon is, ik heb van horen zeggen dat het af en toe een klootzakske kan zijn. Als ze dus zouden vragen of ik er samen een pint mee zou gaan pakken hoeft dat eigenlijk niet. Laat je helden je helden zijn, maar het voorprogramma… waarom niet. Ik denk dat de luisteraars van Bob Dylan niet veel zouden hebben aan Vlaamstalige nummers, maar hij is ook een verhalenverteller met heel veel uitstraling. Niet dat ik dat per se heb, maar ik kijk er wel enorm naar op: dat hij gewoon met een gitaar zijn publiek kan meehebben. En ook, elke show van hem ziet er anders uit. Dus ja, voorprogramma, ik doe het!
In oktober komt hij terug naar België. Zal je erbij zijn?
Ik had gezien dat hij kwam en ik had in mijn agenda gezet wanneer ik tickets moest kopen, maar ik heb die melding nooit meer ontvangen. Als er nog tickets zijn zou ik dat zeker wel eens moeten doen, dat ik hem toch eens in levenden lijve kan zien optreden, dat zou wel leuk zijn.
Je was er de vorige keer dus ook niet bij?
Nee, ik kijk over het algemeen eigenlijk veel te weinig optredens. Ik werd onlangs gevraagd naar mijn lievelingsoptreden aller tijden, en ik kon er niet op antwoorden. Veel te weinig. Zo lang recht staan ook, zo’n optreden.
Wat is het laatste optreden dat je bijgewoond hebt?
Dat moet denk ik Bart Peeters geweest zijn op de Oude Markt tijdens Beleuvenissen. In mijn eigen thuisstad is er geen ontsnappen aan, natuurlijk. De AB, ben ik zelf nooit geweest, net zoals de grote zaal van het Depot, dus het is wel grappig dat ik als artiest op plekken kom waar ik als toeschouwer nooit te vinden was. Dus ja, ik moet dat wel vaker doen. naar Bob Dylan ga ik wel eens kijken, denk ik. Nu het nog kan…
Zo’n optreden is waarschijnlijk ook wel een evenement om jezelf als artiest aan te spiegelen, nee?
Ja! Mijn overheersende gevoel is gewoon: ‘ik wil daar ook staan!’ en ‘ik verdien het om daar te staan’, maar ik sta er niet en dan ben ik mezelf boos aan het maken. Dat is heel kinderachtig en bekrompen…
… of ambitieus?
Of ambitieus! Maar inderdaad, misschien leuke ideeën om iets aan te pakken. Je kan heel veel leren van elkaar, maar ik doe het te weinig. Na de AB maak ik daar werk van. Maar ook theatervoorstellingen, of dansvoorstellingen of andere zaken… Ik vind dat in een show alles mag zitten. Ik wil daar ook zo’n beetje theater in brengen. Ik wil van alle walletjes blijven snoepen. Het cultuurseizoen gaat beginnen, dus ik zal mijn werk hebben.
Hoe steek je dan bijvoorbeeld je AB-show in elkaar?
De setlist bijvoorbeeld wordt natuurlijk wel vooraf met de band besproken. Meestal gaan we dan voor een soort golfbeweging. Nu beginnen we eigenlijk – ik ga het misschien niet zeggen – vrij laag in energie, dan gaat het terug hoger; dan gaan we terug dippen en dan eindigen we weer hoog. Het is altijd belangrijk dat er een dipke in zit. Dat je de mensen niet alleen… mensen zien me vaak als een vrolijke spring in’t veld, maar er mag ook wel wat diepgang en tristesse inzitten. Wat alles bij elkaar houdt, is de winkelkar die vol verhalen zit, die ik dan één voor één uitlicht, dus ik ben blij dat ik die heb. Een houvast, waar ik af en toe naar kan teruggrijpen. Die zal ook weer aanwezig zijn.
Naar analogie met je livenummer “Leve Leuven”; heb je een “Leve Brussel” voorbereid?
Ik heb dat niet gedaan… maar ik heb de indruk dat er veel Leuvenaars naar Brussel zullen komen. Ik weet niet of daar veel Brusselaars zullen zijn. De AB is wel een centrale plek, dus geen ‘Leve Brussel’, dus ik ga misschien gewoon “Leve Leuven” spelen. Ik vind dat wel een tof nummerke. Het is ook leuk dat de mensen dat niet kennen, en dat je ze dat kan aanleren, dus: “Leve Leuven”, te allen tijde.
Is Leuven dan een stad waar je als artiest oud wilt worden?
Ik denk dat wel. Ik zie heel veel vrienden naar Brussel en Antwerpen trekken… Dat lijkt me ook wel leuk: een hele nieuwe wereld, heel veel te doen, veel nieuwe prikkeltjes… Maar toch voel ik mij veilig in deze voorspelbare omgeving. Leuven is gewoon een heel groot dorp. Alles is herkenbaar en alles is vrij voorspelbaar. Dat is misschien saai op sommige momenten, maar ik heb al het gevoel dat ik uit mijn comfortzone kom door dit te doen. Ik denk, als het dubbel op is, als ik én muziek moet blijven achtervolgen én in een hele nieuwe stad terechtkom, dat ik dan verdwaal tussen alle grote karakters en extravagante figuren. Terwijl ik nu iemand kan zijn die zijn stad vertegenwoordigt, en naast het trots maken van mijn dichte kringen is dat wel een van mijn doelen, om iemand te zijn voor mijn stad: een uithangbordje. Dus ja, ik heb precies niet echt de neiging om dat los te laten. Dit is mijn stad en ik wil hier wel oud worden, denk ik.
In vergelijking met steden als Gent en Antwerpen is er niet echt een grote scene in Leuven. Voelt het dan niet wat eenzaam als muzikant, of juist als een gat in de markt?
Ja inderdaad, er is een gaatje. Het is fijn dat je iemand kan zijn voor de stad en er is nog altijd veel muziek, denk ik. Nog veel jonge gasten die net als ik gewoon hun weg willen maken in de muziek. Ook veel hiphoppers en jonge bandjes en zo, maar het is inderdaad lang niet vergelijkbaar met Gent of Antwerpen. Het is daardoor juist wel leuk om eruit te springen en iemand te kunnen zijn, dat is heel belangrijk.
Wat kan Jokke, naast muzikant, volgens jou in de toekomst nog zijn?
Ik wil echt een totale entertainer zijn. Ik ben bijvoorbeeld begonnen met content maken op vraag van mijn label toen omdat ze zeiden dat mij dat een groter bereik ging opleveren. Eerst was ik sceptisch, maar ik ben daar wel verliefd op geworden. Zo naast mijn muziek nog verhalen vertellen online en zo hopelijk doorgroeien naar de TV-wereld.
Jokke Late Night?
Ja, of een eigen programma, of in een panel zitten van een eigen programma. Echt die TV-wereld induiken en presenteren, inderdaad, en blijven filosoferen ook. Ik ben heel graag aan het babbelen met mijn fanbase, online, en daar kunnen wij ook gewoon praten. Op TikTok Live bijvoorbeeld. Ik wou vroeger altijd heel veel worden, ik wou filosofie studeren. Ik wou acteren, drama gaan doen, ik wou muziek maken en ik dacht altijd: ‘ik heb de diploma’s niet, dus dat is afgeschreven’, maar je kan gewoon alles doen. Je kan muziek maken, jezelf een weg timmeren in de TV-wereld, maar ook filosoferen met je doelpubliek. Dat kan allemaal in één, en ik wil totaal zijn op die manier.
Heb je uiteindelijk gestudeerd?
Ja, ik heb orthopedagogie gedaan. Dat is een heel open richting, waarin je eigenlijk in de welzijnsector terecht wil komen. Ik ben keiblij dat ik dat gedaan heb, het was een heel veilige keuze wel, maar nu kan ik dus halftijds mijn brood verdienen in een wereld die totaal niets te maken heeft met die muziek. Dat helpt wel om de druk wat weg te houden. Niet alles moet op die manier, hé? Als je alles op je muziek zet, dan ga je heel het jaar die druk voelen om te presteren en daarmee geld te verdienen. Dat is echt niet gemakkelijk in deze wereld, dus ik ben heel gerustgesteld dat ik verwachtingloos een basisloon kan trekken uit een job die ik graag doe en niet heel veel van mij eist, dus het is een veiligheid die ik heb ingebouwd.
In Leuven lijk je overal wel aanwezig te zijn. Is er één specifiek plekje waar je altijd tot rust kan komen?
Ik ben wel een nomade. Ik trek een beetje rond, ik dwaal gewoon heel vaak in Leuven. Ik wandel gewoon rechtdoor en ik zie wel waar ik uitkom. Ik vind vooral rust in dat verplaatsen van punt naar punt.
Zoals in “Atelier”.
“Atelier”, exact. ‘Heel de wereld is mijn atelier’, en ik ben precies geprogrammeerd om gewoon inspiratie op te doen en te blijven doorwandelen. Af en toe kom ik tot rust in, bijvoorbeeld de Abdij Van Park. De natuur opzoeken in een drukke stad kan af en toe wel deugd doen. Ik ben niet gelovig, maar ik zit af en toe in de Sint-Pieterskerk heel mooi, heel rustig een boekske te lezen. Ik ben dus heel graag onderweg. Onderweg zijn is heel fijn. Maar af en toe in de natuur of in de kerk waar niet te veel mensen zijn, moet ik neerzitten en tot mezelf komen.
Dat ‘onderweg zijn’ is waarschijnlijk ook wel een inspiratiebron voor je muziek.
Inderdaad. Ik denk dat je gewoon jouw manier moet vinden, dat, als je creatief wil zijn, je je niet alleen mag focussen op je creatieve skill. Als je een liedje aan het schrijven bent, kan ik niet aan mijn bureau voor een blad zitten en nadenken over een tekst. Dat gaat niet. Dan is alles veel te gericht, veel te bekrompen. Het moet heel open zijn, zodat je in je hoofd kan grijpen naar bepaalde ideeën. Dat kan alleen als ik mij niet aan het focussen ben op die muziek, maar iets anders aan het doen ben. Dat kan als ik aan het wandelen ben, of dan zit ik in bad, of dan lig ik in mijn bed, of dan ben je in slaap aan het proberen vallen… Je mag gewoon niet te veel nadenken: wandelen is gewoon het meest gangbare voor mij. Tijdens het wandelen komen er spontaan ideeën in mijn hoofd.
Heb je er dan nooit bij stilgestaan om die wandeling om te zetten in een soort bedevaart?
Ik ben er precies slecht in om echt planningen te maken… Een tocht naar Santiago de Compostella moet je echt uitplannen, denk ik, een kaart volgen en zo van die dingen.
Of je rugzak pakken en gewoon gaan!
(Lacht) Awel, dat is dan eerder mijn vibe. Meestal loop ik gewoon blokjes om en ga ik niet te ver van mijn woonst. Dus zo ver van huis? Dat lijkt me straf. Dat zou ik wel gewoon eens willen doen. Een maand of drie, vier gewoon eens weg zijn, maar ik heb niet het gevoel dat ik zomaar alles wat ik nu opbouw kan laten rusten voor zo lang. Natuurlijk kan dat wel, maar altijd als ik iets aan het doen ben heb ik het gevoel van ‘oei, ik zou nu met muziek kunnen bezig zijn’, dus ja, ik wil wel eens naar Santiago de Compostella, los van alles, maar ik heb het gevoel dat ik het mij (nog) niet kan permitteren.
Wat dichter van huis: hoop je op je pad ooit bij onze Noorderburen door te breken?
Dat is wel een doelstelling, daar heel stelselmatig voorprogramma’s spelen en mijn kop te laten zien. Ik denk dat de Nederlanders altijd wel interesse hebben in een simpele Vlaming, een iets bedeesder persoon – ik ben nu niet bedeesd, maar kom. Ik heb wel het gevoel dat er daar mogelijkheden liggen. Natuurlijk, je kan opeens niet zomaar heel Nederland overnemen, maar je moet inktvlekgewijs uitbreiden en uitweiden. We spreken dezelfde taal, dus het is mogelijk om ook daar door te breken.
Zijn er dan Nederlandse artiesten waar je naar opkijkt?
(Denkt) Ja, ik ben wel fan van kleinkunst over het algemeen, dus dat zijn niet per se hedendaagse namen: Bram Vermeulen, of Boudewijn de Groot, of… Spinvis! Ik ben een grote Spinvis-fan. Een wat meer gevestigde artiest, maar ik merk niet echt een verschil tussen een Vlaamstalige of een Nederlandstalige artiest. Ik kan het verstaan, dus daarom denk ik dat mij dat zou kunnen liggen en kansen biedt om kilometers te maken. Laat ons beginnen met Vlaanderen. We hebben Leuven al veroverd, daarna naar Brussel en dan gaan we stelselmatig heel Vlaanderen overnemen (lacht). We doen het, ik heb daar vertrouwen in. We zien wel wat er komt.
Dan zie je waarschijnlijk grote Vlaamse festivals zoals Rock Werchter en Pukkelpop ook wel zitten?
Ja, ik weet niet of ik wel cool genoeg ben voor die festivals. Ik hoop van wel, want het is sowieso een ambitie, maar je merkt ook hoe hard die festivals samenhangen met bepaalde radiozenders. Ik heb nu al mooie kansen gekregen bij Radio 2, dus ik hoop dat zenders zoals Radio 1 en Studio Brussel ooit zullen volgen en dan worden die kansen ineens veel groter. Maar goed, we staan al in de AB, dus ik zal ook wel een beetje lawaai maken op die manier. Ik hoop wel dat het kan, dat ik cool genoeg ben voor een Pukkelpop of een Rock Werchter. Ik heb heel veel tijd en ik heb geen haast. Er zijn veel festivals in België, dat is ongelooflijk. Ik heb nog heel veel af te vinken en op een dag hopelijk de grote A-festivals. Dat valt af te wachten. Ik sta overal voor open. Ik denk dat ik overal wel thuis zou komen. Ik heb er goesting in!
Nog meer toekomstmuziek: wat staat er op het plan voor na je AB-show?
Er staan nog twee leuke zaalshows op het programma, die ook nog niet kenbaar zijn gemaakt, maar dit jaar gaan we echt heel stelselmatig muziek uitbrengen en ik wil heel het jaar door aanwezig kunnen zijn. Op sociale media wil ik ook verder mijn ding doen, verhalen vertellen. Dat is dus mijn doel, zowel op muzikaal vlak als op entertainmentvlak in het algemeen, maar ook bezig zijn met kleding en merchandise, onder andere van de kopvoeter… Ik wil wel een totale artiest worden dit jaar.
Wat betekent de kopvoeter?
De kopvoeter is voor mij zowat het begin van de creatieve reis. Ik denk dat elke mens ooit is begonnen op zijn 3-4 jaar met zo’n kopvoeter. Na een hele hoop gekras en gekrabbel is er opeens een herkenbaar figuurtje en die is klaar om te groeien. Zo’n kopvoeter is simpel, nonchalant en onvolmaakt… en toch herkenbaar. Dat is een symbooltje waar ik mezelf wel aan wil koppelen. Dus die wil ik ook een beetje meer onder de aandacht brengen. Blijven groeien, blijven doorgroeien.
Nog een laatste vraag: welke fruitsoort zou je zijn?
Als ik een fruitsoort zou zijn… (Denkt na) Ik denk een tomaat. Tomaat is wel degelijk fruit, toch? Het heeft te maken met een soort tussenfase… Ik weet niet meer heel goed waar ik bij hoor. Ik heb de hiphopwereld achter mij gelaten. Daar, aan de andere kant, ligt een hele andere industrie waar ik ook nog net geen deel van uitmaak. Ik zweef ergens tussenin en ik heb precies nog geen echte thuis. “Atelier”, alweer… Maar, ik ben wel op zich wel lekker. Een tomaatje, dat kan af en toe smaken, dat zou ik wel van mezelf willen vinden. Dus: ik ben een tomaat die op zoek is naar een houvast. Ik wil een kamp kiezen, maar dat komt wel.
Kaarten voor Jokkes optreden in de Ancienne Belgique zijn nog beschikbaar in beperkte mate. Wie aanwezig wil zijn, zal dus snel de knoop moeten doorhakken.